Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2013

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2013

De raad der gemeente Noordoostpolder,

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van

2 oktober 2012, no. 14525-1;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

vast te stellen de

VERORDENING op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2013.

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam “toeristenbelasting” wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;

  • 3.

    van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk verblijf forensenbelasting is verschuldigd;

  • 4.

    op vaartuigen voor welk verblijf watertoeristenbelasting is verschuldigd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 5 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

    • a.

      mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke in hoofdzaak zijn bestemd dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

    • b.

      chalet: een met een stacaravan vergelijkbaar onderkomen al dan niet verbonden aan een camping;

    • c.

      (vaste) jaar- en seizoenplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een jaar of seizoen plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen, chalet of stacaravan.

  • 2. Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot mobiele kampeeronderkomens, chalets en stacaravans op (vaste) jaar- en seizoenplaatsen bepaald op 2,7.

  • 3. Het aantal malen dat wordt overnacht, wordt met betrekking tot de door lid 2 bedoelde personen bepaald op 61,5.

  • 4. Het aantal mobiele kampeeronderkomens, chalets en stacaravans als bedoeld in het eerste lid wordt vastgesteld op het aantal mobiele kampeeronderkomens, chalets en stacaravans welke door de belastingplichtige bij aangifte uit de verhuuradministratie zijn opgegeven, dan wel blijken.

Artikel 6 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing

In afwijking van het bepaalde in artikel 5 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijk aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 5 berekende aantal. Hiertoe dient op verzoek een door het college van burgemeester en wethouders geaccepteerd register te worden overlegd.

Artikel 7 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per persoon per overnachting € 0,70.

Artikel 8 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Wijze van heffing

  • 1. De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2. Na de aanvang van het belastingjaar kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 10 Aanslaggrens

Belastingaanslagen van minder dan € 4,50 worden niet opgelegd.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 14 Registratieplicht

  • 1. Ieder die gelegenheid biedt tot het houden van verblijf met overnachting in de zin van de verordening en opteert voor niet-forfaitaire heffing als bedoeld in artikel 6, is verplicht verblijfhoudenden te registreren in een daarvoor bestemd en door gemeente verstrekt nachtverblijfregister.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders stellen genoemde nachtverblijfregisters kosteloos beschikbaar.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders geven nadere voorschriften omtrent de inrichting en gebruik van de nachtverblijfregisters.

  • 4. De verplichting, genoemd onder lid 1, vervalt indien de belastingplichtige een soortgelijk, en door het college van burgemeester en wethouders geaccepteerd, nachtverblijfregister voert.

Artikel 15 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 16 Overgangsrecht

De "Verordening toeristenbelasting 2012" van 10 november 2011, no. 14752-64, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 17, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 17 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening toeristenbelasting 2013.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering
van 13 november 2012.
De griffier, de voorzitter,