Regeling klachtenbehandeling ongewenst gedrag op het werk 2015 gemeente Noordoostpolder

Geldend van 15-04-2015 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Regeling klachtenbehandeling ongewenst gedrag op het werk 2015 gemeente Noordoostpolder

No. 264674

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Noordoostpolder;

Gelet op het gestelde in artikel 3 Arbeidsomstandighedenwet;

Gelet op het gestelde in artikel 160 Gemeentewet;

Na verkregen instemming van de Ondernemingsraad d.d. 10 december 2014;

B E S L U I T

vast te stellen de navolgende regeling:

Regeling klachtenbehandeling ongewenst gedrag op het werk 2015 gemeente Noordoostpolder.

Artikel 1. Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    aangeklaagde: de persoon tegen wie de klacht is ingediend;

  • b.

    discriminatie: ongewenst gedrag op basis van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of welke grond dan ook, dat van zodanige aard is, dat de waardigheid en/of lichamelijke integriteit van een medewerker wordt aangetast of zo wordt ervaren door de medewerker die er persoonlijk mee wordt geconfronteerd;

  • c.

    commissie: de Landelijke Klachtencommissie Ongewenst Gedrag voor de decentrale overheid (LKOG) als bedoeld in artikel 6, (de gemeente Noordoostpolder heeft hiertoe aansluiting gezocht met de Landelijke Klachtencommissie Ongewenst Gedrag voor de decentrale overheid van de VNG;

  • d.

    klacht: het melden van ongewenst gedrag bij de personen en de klachtencommissie in de zin van deze regeling;

  • e.

    klager: de medewerker die een klacht indient betreffende seksuele intimidatie, discriminatie, pesterij, agressie en/of geweld;

  • f.

    medewerker: de ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR, alsmede uitzendkrachten, detacheringskrachten, stagiaires en personen die anderszins in dienst zijn bij gemeente Noordoostpolder;

  • g.

    ongewenst gedrag: seksuele intimidatie, discriminatie, pesten, agressie en geweld, wat door de medewerker als ongewenst of ongewild wordt ervaren;

  • h.

    pesten, agressie en geweld: voorvallen waarbij een medewerker psychisch of fysiek wordt lastiggevallen, bedreigd of aangevallen onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met het verrichten van de werkzaamheden of zo wordt ervaren door de medewerker die er persoonlijk mee wordt geconfronteerd;

  • i.

    seksuele intimidatie: seksueel getinte aandacht binnen of in verband met de werksituatie, wat tot uiting komt in verbaal, fysiek of ander non-verbaal gedrag, die ongewenst of ongewild is of zo wordt ervaren door de medewerker die er persoonlijk mee wordt geconfronteerd;

  • j.

    vertrouwenspersoon ongewenst gedrag: persoon die als vertrouwelijk aanspreekpunt optreedt voor medewerkers die geconfronteerd worden of zijn met seksuele intimidatie, discriminatie, pesterij, agressie en/of geweld, en hen ondersteunt en begeleidt.

Artikel 2. Het indienen van een klacht

  • 1. De medewerker dient zich allereerst tot zijn leidinggevende te wenden met zijn klacht. De leidinggevende zal als bemiddelaar optreden tussen klager en aangeklaagde.

  • 2. Heeft de medewerker reden zich niet tot zijn leidinggevende te wenden, of slaagt de bemiddelingspoging van de leidinggevende niet, dan kan hij zich wenden tot een vertrouwenspersoon ongewenst gedrag. (Daar waar in deze regeling –hij/zijn- staat, wordt ook –zij/haar- bedoeld.)

  • 3. De vertrouwenspersoon ondersteunt/begeleidt de medewerker tijdens de behandeling van de klacht, tenzij de klager het noodzakelijk acht dat de commissie een advies uitbrengt.

  • 4. In afwijking van lid 3 heeft iedere medewerker het recht zich (eventueel ondersteund door de vertrouwenspersoon) met een klacht tot de commissie te wenden.

Artikel 3. De vertrouwenspersoon ongewenst gedrag

  • 1. Het college van b&w stelt één of meer personen aan als vertrouwenspersoon ongewenst gedrag.

  • 2. De gemeente Noordoostpolder beschikt in totaal over vier interne vertrouwenspersonen (twee mannen en twee vrouwen).

  • 3. Daarnaast is ook een externe vertrouwenspersoon ongewenst gedrag aangewezen.

  • 4. Iedere medewerker heeft het recht zich tot een vertrouwenspersoon ongewenst gedrag te wenden.

  • 5. Vertrouwenspersonen ongewenst gedrag die taken op basis van deze regeling verrichten mogen om die reden niet worden ontslagen of anderszins in hun positie binnen gemeente Noordoostpolder benadeeld worden.

Artikel 4. Taken vertrouwenspersoon ongewenst gedrag

Een vertrouwenspersoon heeft als taken:

  • 1.

    De klager op te vangen met klachten over seksuele intimidatie, discriminatie, pesterij, agressie en/of geweld; indien de klager daarin toestemt door bemiddeling te trachten tot een oplossing van de gesignaleerde problemen te komen.

  • 2.

    De klager te ondersteunen, op zijn verzoek, bij het indienen van een klacht bij de commissie en de begeleiding in het traject dat daarop volgt.

  • 3.

    Voor zover nodig en gewenst, de klager of aangeklaagde te verwijzen naar gespecialiseerde hulpverleningsinstanties.

  • 4.

    Het registreren van de aard en de omvang van de klachten.

  • 5.

    Het gevraagd en ongevraagd adviseren van het college van b&w over het beleid betreffende seksuele intimidatie, discriminatie, pesterij, agressie en/of geweld.

  • 6.

    Het signaleren van de behoefte aan voorlichting over seksuele intimidatie, discriminatie, pesterij, agressie en/of geweld.

Artikel 5. Werkwijze en bevoegdheden van de vertrouwenspersoon ongewenst gedrag

  • 1. De vertrouwenspersoon ongewenst gedrag onderneemt met een klacht alleen actie indien de klager daarmee instemt.

  • 2. De vertrouwenspersoon ongewenst gedrag is bevoegd informatie in te winnen bij de betrokkenen en/of getuigen (na schriftelijke toestemming van de klager). De vertrouwenspersoon ongewenst gedrag neemt daartoe de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht ter bescherming van de privacy en andere belangen van de betrokkenen.

  • 3. De vertrouwenspersoon ongewenst gedrag is verplicht tot geheimhouding van wat in verband met de werkzaamheden in de functie van vertrouwenspersoon ongewenst gedrag ter kennis wordt gebracht.

  • 4. Personen die met betrekking tot een klacht door de vertrouwenspersoon ongewenst gedrag worden benaderd, zijn verplicht tot geheimhouding en worden hierop gewezen door de vertrouwenspersoon ongewenst gedrag.

Artikel 6. De Landelijke Klachtencommissie ongewenst gedrag

  • 1. De gemeente Noordoostpolder is aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie voor Ongewenst Gedrag voor de decentrale overheid.

  • 2. De Regeling Klachtencommissie ongewenst gedrag voor de decentrale overheid wordt voor de behandeling van klachten die gemeente Noordoostpolder aangaan onverkort van toepassing verklaard en vastgesteld door het college van b&w.

  • 3. De regeling als genoemd in het tweede lid van dit artikel is als bijlage bij de Regeling klachtenbehandeling ongewenst gedrag op het werk opgenomen.

Artikel 7. Jaarverslag

  • 1. De vertrouwenspersonen ongewenst gedrag brengen jaarlijks gezamenlijk verslag uit van hun verrichtingen aan het college van b&w.

  • 2. Het jaarverslag bevat in ieder geval de volgende elementen:

    • a.

      Het aantal klachten dat zij gedurende het verslagjaar heeft ontvangen.

    • b.

      Het aantal klachten waarbij de klager heeft besloten zich te wenden tot (al dan niet op advies van de vertrouwenspersoon ongewenst gedrag) de landelijke klachtencommissie.

    • c.

      Een korte omschrijving van iedere klacht.

    • d.

      Een vermelding van de uitgebrachte adviezen.

    • e.

      Een vermelding van de door het bevoegde gezag genomen beslissingen (naar aanleiding van de uitgebrachte adviezen).

    • f.

      Alles wat de vertrouwenspersonen ongewenst gedrag verder van belang achten.

  • 3. Het jaarverslag wordt dusdanig ingericht dat daaruit niet blijkt welke personen bij een klacht betrokken waren.

  • 4. Het college van b&w zendt een exemplaar van het verslag ter informatie aan de Ondernemingsraad.

Artikel 8. Privacy

  • 1. Alle stukken die op de zaak betrekking hebben, worden na afhandeling opgeborgen in een vertrouwelijk dossier bij het cluster Advies/P&O.

  • 2. Behoudens de aangeklaagde mag geen enkele medewerker in zijn positie worden geschaad vanwege het feit dat hij op enigerlei wijze betrokken is (geweest) bij een klachtenprocedure. Deze bescherming kan vervallen als (opzettelijk) misbruik wordt gemaakt van deze regeling.

  • 3. Alle betrokken personen zijn verplicht tot geheimhouding.

Artikel 9. Onvoorziene gevallen

  • 1. Als medewerkers tijdens het werk worden lastiggevallen door externen, kan men gebruik maken van deze klachtenregeling.

  • 2. In situaties waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan het college van b&w een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 10. Intrekking oude regeling

De Regeling klachtenbehandeling ongewenst gedrag op het werk zoals vastgesteld op 2 november 2010 wordt ingetrokken.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

Artikel 12. Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als "Regeling klachtenbehandeling ongewenst gedrag op het werk 2015 gemeente Noordoostpolder".

Ondertekening

Emmeloord, 23 december 2014
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder,
secretaris, burgemeester,