Regeling aanvullende bepalingen bij hoofdstuk 3 CAR-UWO gemeente Noordoostpolder

Geldend van 04-05-2016 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Regeling aanvullende bepalingen bij hoofdstuk 3 CAR-UWO gemeente Noordoostpolder

No. 319111

Het college van de gemeente Noordoostpolder,

gelet op artikel 160 van de Gemeentewet,

gelet op de Regeling functiewaardering HR21 van de gemeente Noordoostpolder,

overwegende dat de lokale Bezoldigingsregeling 2014 wordt ingetrokken in verband aanpassingen in hoofdstuk 3 van de CAR-UWO per 1 januari 2016,

gehoord de commissie voor het Georganiseerd Overleg d.d. 29 oktober 2015,

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende regeling

Regeling aanvullende bepalingen bij hoofdstuk 3 CAR-UWO gemeente Noordoostpolder

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    periodieke verhoging: het verschil tussen twee opeenvolgende bedragen in een salarisschaal;

  • b.

    maximumsalaris: het hoogste bedrag van een salarisschaal;

  • c.

    consignatiedienst: een beschikbaarheidsdienst waarbij een ambtenaar zich buiten de voor zijn betrekking vastgestelde werktijden ter beschikking houdt.

Artikel 2 Periodieke verhoging van het salaris

  • 1. In afwijking van artikel 3.4 lid 1.c. CAR-UWO, worden periodieke verhogingen van het salaris jaarlijks toegekend op 1 januari.

Artikel 3 Extra periodieke verhoging van het salaris

  • 1. Dit artikel is een aanvulling op het bepaalde in artikel 3.4 lid 3. CAR-UWO.

  • 2. Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend op grond van zeer goede of uitmuntende vervulling van de betrekking (wat blijkt uit de opgemaakte beoordeling).

  • 3. Er worden niet meer dan één of twee extra salarisregels toegekend.

  • 4. Bij de toepassing van dit artikel blijft het tijdstip waarop als gevolg van artikel 2 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij anders wordt bepaald.

  • 5. Extra periodieke verhogingen kunnen worden toegekend door de directie, nadat door de direct leidinggevende in een gemotiveerd voorstel is aangegeven, dat de ambtenaar bij de uitoefening van zijn functie in opvallende mate is uitgegaan boven de daaraan gestelde eisen.

Artikel 4 Salaris bij bevordering naar hogere schaal

  • 1. Dit artikel is een aanvulling op het bepaalde in artikel 3.6 CAR-UWO.

  • 2. Wanneer voor de ambtenaar een salarisschaal gaat gelden met een hoger maximumsalaris wordt het salaris vastgesteld op het naasthogere bedrag in de nieuwe schaal.

  • 3. Echter, in het geval dat het salarisverschil tussen dit naasthogere bedrag en het oude salaris minder bedraagt dan 75% van het salarisverschil tussen het bedrag dat de ambtenaar aan salaris zou hebben ontvangen indien hij niet zou zijn overgegaan naar de nieuwe schaal, maar in zijn oude schaal een periodieke verhoging zou hebben gekregen, en het oude salaris, wordt de ambtenaar in de nieuwe schaal ingeschaald op het bedrag dat direct volgt op het naasthogere bedrag.

  • 4. Bij de toepassing van dit artikel blijft het tijdstip waarop als gevolg van artikel 2 een salarisverhoging wordt toegekend, onverlet, tenzij anders wordt bepaald. Als de bevordering plaatsvindt per 1 januari, volgt eerst de eventuele periodieke verhoging binnen de oude schaal en daarna de bevordering naar de hogere schaal.

Artikel 5 Module HR21 Coördinatie

  • 1. Dit artikel is een aanvulling op artikel 3.1 CAR-UWO.

  • 2. Op de ambtenaar die de rol van coördinator vervult, is de Module HR21 Coördinatie, zoals genoemd in de Regeling functiewaardering HR21, van toepassing.

  • 3. De ambtenaar die deze rol structureel vervult, wordt ingedeeld in de naast hogere schaal boven de voor hem geldende schaal.

  • 4. De ambtenaar die deze rol tijdelijk vervult, daarvoor geldt dat:

    • a.

      De waardering van de coördinatortaken wordt bepaald door het verschil tussen het maximum van de voor de ambtenaar geldende schaal en het maximum van de naasthogere schaal.

    • b.

      De ambtenaar ontvangt deze waardering zolang de rol van coördinator wordt vervuld. Zodra hiervan geen sprake meer is, wordt deze waardering beëindigd.

Artikel 6 Functioneringstoelage

  • 1. Dit artikel is een aanvulling op artikel 3.8 CAR-UWO.

  • 2. De functioneringstoelage bedraagt 10% van het salaris.

Artikel 7 Arbeidsmarkttoelage

  • 1. Dit artikel is een aanvulling op artikel 3.9 CAR-UWO.

  • 2. De arbeidsmarkttoelage bedraagt 10% van het salaris.

Artikel 8 Gratificatie en bijzondere beloning

  • 1. Dit artikel is een aanvulling op artikel 3.20 CAR-UWO.

  • 2. Indien een ambtenaar (of een groep ambtenaren) buitengewone toewijding of een bijzondere niet structurele prestatie heeft geleverd, kan aan hem (of aan een groep) een gratificatie dan wel een bijzondere beloning als bedoeld in artikel 15.1.28 CAR-UWO worden toegekend.

  • 3. Van buitengewone toewijding of het verrichten van een bijzondere niet structurele prestatie kan worden gesproken als een ambtenaar zich incidenteel duidelijk meer heeft ingezet voor de dienst dan voor zijn functie of leeftijd normaal is, bijvoorbeeld door:

    • a.

      het attent zijn op niet tot zijn verantwoordelijkheid behorende aspecten van het werk;

    • b.

      het actief bevorderen van een goede samenwerking of verstandhouding met anderen;

    • c.

      het inspelen op bijzondere omstandigheden door het leveren van een opvallende extra inspanning;

    • d.

      een meer dan vereiste bereidheid tot het verrichten van minder aangename taken of het werken onder bezwarende omstandigheden.

  • 4. Voor een groep ambtenaren kan van buitengewone toewijding of het verrichten van een bijzondere prestatie gesproken worden als een groep zich incidenteel duidelijk meer heeft ingezet voor de dienst dan normaal is, bijvoorbeeld door:

    • a.

      een eenmalige prestatie waarvoor een groep (meer dan een ambtenaar) verantwoordelijk is;

    • b.

      eenmalig “zware” werkomstandigheden voor een groep, niet zijnde fysieke omstandigheden waarvoor functioneel al een extra tegemoetkoming wordt verleend;

    • c.

      het als groep ondergaan van een bepaald ontwikkelingsproces waardoor het werk of de werkwijze van de groep aantoonbaar is gewijzigd.

  • 5. De gratificatie wordt toegekend door de gemeentesecretaris/directeur of de algemeen directeur/loco-secretaris na een gemotiveerd voorstel van de direct leidinggevende.

  • 6. De gratificatie wordt netto uitgekeerd en bedraagt minimaal € 100 en maximaal € 1.000.

  • 7. De bijzondere beloning wordt toegekend voor kleinere bijzondere prestaties in de vorm van een geschenkbon van € 25 tot € 100, afhankelijk van de geleverde prestatie.

  • 8. Ook is toekenning van de bijzondere beloning mogelijk in een materiële vorm tot een maximale waarde van € 100.

  • 9. De bijzondere beloning wordt toegekend door de gemeentesecretaris/directeur of de algemeen directeur/loco-secretaris.

  • 10. De toekenning van gratificaties en bijzondere beloningen vindt zo spoedig mogelijk na de geleverde prestatie plaats.

Artikel 9 Toeslag ineens

  • 1. Dit artikel is een aanvulling op artikel 3.20 CAR-UWO.

  • 2. De ambtenaar die bijzondere prestaties van (nog) incidenteel karakter heeft geleverd gedurende een langere periode bij de uitoefening van zijn functie, kan in aanmerking komen voor een bruto toeslag ineens.

  • 3. De in het vorige lid bedoelde toeslag wordt ineens en ten hoogste eenmaal binnen een tijdvak van een jaar uitgekeerd. Een ambtenaar kan ten hoogste twee achtereenvolgende jaren voor een toeslag ineens in aanmerking komen.

  • 4. De bruto toeslag ineens bedraagt maximaal het voor de ambtenaar geldende bruto schaalbedrag per maand, rekening houdend met zijn deeltijdfactor.

  • 5. De toeslag ineens kan worden toegekend door gemeentesecretaris/directeur of de algemeen directeur/loco-secretaris, nadat door de direct leidinggevende in een gemotiveerd voorstel is aangegeven, dat de ambtenaar bij de uitoefening van zijn functie in opvallende mate is uitgegaan boven de daaraan gestelde eisen.

Artikel 9a Toelage beschikbaarheidsdienst

  • 1. D it artikel is een aanvulling op artikel 3.13 CAR-UWO.

  • 2. Voor alle medewerkers waarop de toelage beschikbaarheidsdienst van toepassing is, wordt de toelage gebaseerd op het uurloon behorend bij het maximumsalaris van salarisschaal 7.

Artikel 10 Inconveniëntentoelage

  • 1. Dit artikel is een aanvulling op artikel 3.14 CAR-UWO

  • 2. Voor een toelage wegens bezwarende werkomstandigheden komen diegenenaanmerking (de uren dat men als zodanig werkzaam was) die de navolgende taken vervullen:

    • a.

      Medewerkers belast met ontstoppen en reinigen van de riolering;

    • b.

      Medewerkers belast met straatreiniging;

    • c.

      Medewerkers belast met afvalverwerking (gemeentelijk afvalscheiding station);

    • d.

      Medewerkers belast met gladheidbestrijding;

    • e.

      Medewerkers belast met het ophalen en afvoeren van kadavers;

    • f.

      Medewerkers belast met herbegravingen.

  • 3. De toelage bedraagt:

    • a.

      voor de functionarissen genoemd in lid 2 onder a. tot en met d. het bedrag berekend naar het 1/156 deel van de helft van het verschil tussen de maxima van schaal 4 en schaal 5 van bijlage IIa van de CAR-UWO, voor elk onder de vermelde bezwarende werkomstandigheden gewerkt uur;

    • b.

      voor de functionaris genoemd in lid 2 onder e. jaarlijks eenmalig het maandbedrag bestaande uit de helft van het verschil tussen de maxima van schaal 4 en schaal 5 van bijlage IIa van de CAR-UWO, over één maand;

    • c.

      voor de functionaris genoemd in lid 2 onder f. het voor hem geldende uurloon.

  • 4. Uitvoeringsregels:

    • a.

      De uitbetaling van de in lid 3, sub a. en c. bedoelde toelage vindt plaats na afloop van elke maand.

    • b.

      De uitbetaling van de in lid 3, sub b. bedoelde toelage vindt jaarlijks in de maand december plaats.

    • c.

      Medewerkers die gedurende de met hen overeengekomen arbeidsduur structureel worden belast met bezwarende werkomstandigheden zoals genoemd in lid 2. van dit artikel, ontvangen hiervoor een vaste maandelijkse vergoeding gebaseerd op lid 3.a. van dit artikel.

Artikel 11 Intrekking

De Bezoldigingsregeling 2014 gemeente Noordoostpolder, zoals vastgesteld op 21 januari 2014, wordt ingetrokken per 1 januari 2016.

Artikel 12 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: “Regeling aanvullende bepalingen bij hoofdstuk 3 CAR-UWO”.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 10 november 2015.
gemeentesecretaris, burgemeester,