Subsidieverordening cofinanciering LEADER

Geldend van 15-06-2016 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening cofinanciering LEADER

De raad van de gemeente Noordoostpolder,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 april 2016, no. 393036;

gezien de Subsidieverordening POP3 provincie Flevoland 2014-2020;

overwegende dat LEADER kansen biedt voor de leefbaarheid van Noordoostpolder;

gelet op artikel 108 en 149 van Gemeentewet en titel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende verordening:

Subsidieverordening cofinanciering LEADER

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      college: het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder;

    • b.

      LEADERproject: een project dat met LEADERsubsidie wordt uitgevoerd of waarvoor LEADERsubsidie wordt aangevraagd;

    • c.

      lokale ontwikkelingsstrategie: de “Lokale Ontwikkelingsstrategie LEADER Flevoland 2015-2020”;

    • d.

      Programma LEADER 3 in

      Noordoostpolder: het programma “LEADER 3 in Noordoostpolder”, vastgesteld door de gemeenteraad op 30 mei 2016;

    • e.

      cofinanciering: subsidie van de gemeente Noordoostpolder die de lokale overheidsbijdrage vormt bij een LEADERsubsidie;

    • f.

      LEADERsubsidie: subsidie zoals bedoeld in hoofdstuk 3 van de Subsidieverordening POP3 provincie Flevoland 2014-2020;

    • g.

      Rijksdienst voor Ondernemend Nederland: De organisatie die de LEADERsubsidies betaalt en controle uitvoert op de LEADERprojecten.

  • 2. Bij de uitleg van deze verordening zijn ook de definities van toepassing uit artikel 1.1 van de Subsidieverordening POP3 provincie Flevoland 2014-2020.

Artikel 2 Reikwijdte en bevoegdheden

  • 1. Deze verordening is van toepassing op het verstrekken van cofinanciering voor projecten, die in aanmerking komen voor LEADERsubsidie.

  • 2. De Algemene subsidieverordening Noordoostpolder 2011 is niet van toepassing op aanvragen in het kader van deze verordening.

  • 3. Cofinanciering wordt slechts verstrekt voor zover de raad de benodigde gelden daarvoor beschikbaar heeft gesteld.

  • 4. Het college is belast met de uitvoering van deze verordening.

  • 5. Het college kan nadere regels stellen, waarin de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en de verdeling van de subsidie worden omschreven.

Artikel 3 Cofinanciering

  • 1. Het college verstrekt cofinanciering voor LEADER projecten die:

    • a.

      passen in het programma LEADER 3 in Noordoostpolder;

    • b.

      niet strijdig zijn met gemeentelijke regels of beleid;

    • c.

      uitgevoerd worden in de gemeente Noordoostpolder, en

    • d.

      passen binnen de kaders van de lokale ontwikkelingsstrategie.

  • 2. De cofinanciering geldt alleen:

    • a.

      voor zover de LEADERsubsidie ook wordt verstrekt, inclusief eventuele verlaging of intrekking daarvan;

    • b.

      onder dezelfde voorwaarden als die via de Subsidieverordening POP3 provincie Flevoland 2014-2020 gelden voor de LEADERsubsidie van dat LEADERproject.

  • 3. Een LEADERproject waarbij blijvende fysieke voorzieningen in de gemeentelijke openbare ruimte worden geplaatst, zoals bankjes, borden of speeltoestellen, komen alleen voor cofinanciering in aanmerking wanneer er afspraken met de gemeente zijn gemaakt over de wijze waarop het eigendom, het beheer en de verantwoordelijkheid zijn geregeld, inclusief de kosten daarvan.

  • 4. Een LEADERproject komt alleen voor cofinanciering in aanmerking wanneer de aanvrager zelf alle benodigde vergunningen, ontheffingen en toestemmingen met andere partijen regelt.

Artikel 4 Subsidieplafond

  • 1. Voor de cofinanciering van LEADERprojecten geldt een subsidieplafond van € 300.000 in de periode 2016 tot en met 2020.

  • 2. Het college kan het subsidieplafond aanpassen wanneer de raad extra budget beschikbaar stelt voor cofinanciering van LEADERprojecten.

Artikel 5 Aanvraag

  • 1. Een aanvraag om cofinanciering voor een LEADERproject bevat in ieder geval:

    • a.

      het projectplan dat ook wordt ingediend voor de aanvraag om LEADER subsidie;

    • b.

      een volledige kostenraming van het LEADERproject;

    • c.

      een sluitende begroting van het hele LEADERproject, waaruit blijkt hoeveel LEADERsubsidie nodig is, hoeveel cofinanciering wordt gevraagd en hoe de rest van de financiering is geregeld;

    • d.

      een beschrijving waaruit blijkt welke vergunningen, toestemmingen etc nodig zijn en hoe ver dit procedures zijn, en

    • e.

      eventuele overige informatie die nodig is om te kunnen beoordelen of de aanvraag voldoet aan artikel 3.

Artikel 6 Vaststelling van de subsidie

  • 1. Het college stelt de subsidie ambtshalve vast, binnen 8 weken nadat zij het laatste uitbetalingsverzoek heeft ontvangen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Artikel 7 Voorschot

  • 1. Het college kan een voorschot op de cofinanciering verlenen, tot maximaal 80% van de verstrekte cofinanciering en alleen wanneer:

    • a.

      de aanvrager kan aantonen dat de betalingsverplichting al is aangegaan, en

    • b.

      de LEADERsubsidie voor het project is verleend.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Subsidieverordening cofinanciering LEADER”.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 15 juni 2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 mei 2016.
De griffier, De voorzitter,

Toelichting op de Subsidieverordening cofinanciering LEADER

ALGEMEEN

Deze verordening vormt de juridische basis voor het verstrekken van cofinanciering voor LEADERsubsidies.

afbeelding binnen de regeling

Waarom cofinanciering?

Iedereen die LEADERsubsidie wil aanvragen heeft daarvoor ook cofinanciering nodig van de lokale overheid (in dit geval de gemeente). Per project is maximaal 30% LEADERsubsidie mogelijk. Daar moet dan minimaal evenveel cofinanciering van de lokale overheid tegenover staan. En voor de rest andere middelen, zoals sponsorgelden, uren van vrijwilligers of eigen geld.

Cofinanciering is een subsidie

Juridische gezien is cofinanciering zelf ook een subsidie. De provincie verstrekt de echte LEADERsubsidie (uit Europees geld). Dat is dus een subsidie die het college van Gedeputeerde Staten (GS) verstrekt.

De gemeente verstrekt de cofinanciering (uit haar eigen begroting). Dat is een subsidie die het college van Burgemeester en wethouders (B&W) verstrekt.

Deze verordening is nodig om cofinanciering te kunnen geven

Om subsidie te kunnen verstrekken, is een wettelijke grondslag nodig. Voor lokale overheden betekent dat een verordening. De provincie (Provinciale Staten) heeft eind december 2015 haar verordening vastgesteld. Die biedt de basis voor de LEADERsubsidie (de beschikking van GS dus). Onze eigen verordening, die u in dit stuk leest, biedt de basis voor de cofinanciering, dat is de beschikking van B&W.

Geen dubbel werk voor de aanvrager

Onze verordening sluit zo goed mogelijk aan op de provinciale verordening. Want dat voorkomt extra werk voor de aanvrager. Hoewel de verordening van de provincie juridisch gezien niet van toepassing is op de beschikkingen die wij verstrekken, zitten in de provinciale verordening wel bepalingen die over het hele project gaan. Bijvoorbeeld bepalingen over de informatie die de aanvrager moet geven, welke kosten subsidiabel zijn en bepalingen over de controle op de subsidie. Het zou voor de aanvrager niet fijn zijn als hij diezelfde zaken ook (en wellicht ook nog op net iets andere manier) voor de gemeente moet bijhouden en verantwoorden. Daarom is ervoor gekozen om aan te sluiten bij de provinciale verordening en geen eigen regels te stellen. Dit kon het beste door een aparte, nieuwe subsidieverordening te maken in plaats van de Algemene Subsidieverordening Noordoostpolder 2011 te gebruiken.

Een compacte verordening, we regelen alleen wat nodig is

Onze verordening is zo kort mogelijk. Er staat alleen in wat echt geregeld moet worden om het verstrekken van de cofinanciering juridische mogelijk te maken. En om te zorgen dat ons eigen programma daarbij gebruikt kan worden.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1 Begripsbepalingen

In artikel 1 staan de beschrijvingen van termen uit deze verordening die om extra uitleg vragen. Bijvoorbeeld de verwijzing naar een specifiek ander document met een lange titel.

Ook in andere documenten, zoals de Algemene wet bestuursrecht staan beschrijvingen die hier handig en bruikbaar zijn. Bijvoorbeeld de definitie van ‘subsidie’ en ‘subsidieplafond’. Die begrippen gelden ook voor deze verordening.

Sub 2 verklaart ook de begrippen uit de provinciale LEADERverordening van toepassing. Dat is handig omdat onze verordening ook op andere punten aansluit bij de provinciale verordening.

Artikel 2 Reikwijdte van de verordening en bevoegdheden

Artikel 2 bakent de verordening af en regelt de taakverdeling tussen raad en college.

Lid 1 stelt dat deze verordening alleen over cofinanciering voor LEADER gaat (en dus niet over andere subsidies). En lid 2 dat er alleen cofinanciering verstrekt kan worden als de raad daarvoor budget beschikbaar heeft gesteld (en dus niet meer dan dat). Zonder deze twee afbakeningen zouden aanvragers in theorie rechten aan de verordening kunnen ontlenen die het college niet waar kan maken.

Lid 3 geeft het college de taak om de subsidieaanvragen te behandelen en subsidie te verstrekken. Waar nodig, kan het college daar nadere regels voor stellen (lid 4).

Artikel 3 Cofinanciering

Artikel 3 is de kern van deze verordening. Hier staat dat het college cofinanciering verstrekt en in welke gevallen. Met dit artikel geeft de raad het college een kader om de cofinanciering te beoordelen. En andersom, de aanvragers een handvat waar zij de gemeente aan mogen houden. Het artikel bepaalt dus ook de (bijna enige) redenen die de gemeente heeft om een aangevraagde cofinanciering te weigeren.

Inhoudelijk betekent dit artikel dat wij cofinanciering verstrekken, als:

  • -

    het project bij onze eigen ambities past (niet strijdig met ons programma, beleid, regels, verantwoordelijkheid voor de openbare ruimte etc);

  • -

    het project in onze gemeente wordt uitgevoerd;

  • -

    het project ook echt LEADERsubsidie krijgt. En daarna veert onze cofinanciering ook mee met de verdere voorwaarden die voor die LEADERsubsidie gelden.

 

Artikel 4 Subsidieplafond

Artikel 4 stelt het financiële kader, juridisch: subsidieplafond. Dit is het maximale bedrag waarvoor de gemeente cofinanciering verstrekt. Het vaststellen van een subsidieplafond is een verplichting uit de Algemene wet bestuursrecht.

 

Bij het vaststellen van deze verordening, is er een bedrag van € 300.000 gereserveerd voor cofinanciering van LEADERprojecten. Daarom is dat bedrag in eerste instantie het subsidieplafond. Als later in de LEADERperiode (tot 2020) extra gelden beschikbaar worden gesteld, kan het college het subsidieplafond verhogen.

 

Artikel 5 Aanvraag

In artikel 5 staat welke informatie de aanvrager moet opsturen voor een goede beoordeling. Ook hier sluit onze verordening zoveel mogelijk aan op de eisen die de provincie stelt. Dan hoeft de aanvrager geen twee verschillende aanvragen te schrijven, maar hoeft hij/zij hetzelfde document alleen maar ‘twee keer uit te printen’.

 

Artikel 6 Vaststelling van de subsidie

De wet (Algemene wet bestuursrecht) schrijft voor dat het college een subsidie ook moet vaststellen. Aan het begin van het project, verleent het college de subsidie (dat is een beschikking) en na afloop van het project stelt het college de subsidie vast (dat is ook een beschikking). Deze vaststelling kan het college ambtshalve doen of op aanvraag. Bij de LEADERsubsidies controleert de Rvo (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) alle projecten. Het is daarom het meer eenvoudig om de vaststelling ambtshalve te doen, nadat de Rvo het hele project heeft goedgekeurd.

 

Artikel 7 Voorschot

LEADERprojecten worden vaak uitgevoerd door vrijwilligers en verenigingen. Het is voor hen vaak een zware belasting om de kosten zelf te betalen en daarna pas subsidie te ontvangen. Daarom bieden in deze verordening de mogelijkheid om een voorschot te geven op de cofinanciering.

 

Artikel 8 Citeertitel

Een citeertitel maakt het gemakkelijk om in andere teksten naar een verordening te verwijzen. Het is gebruikelijk om een citeertitel te geven. En het is handig om die kort en specifiek te maken. Daarom is hier gekozen voor de citeertitel “Subsidieverordening cofinanciering LEADER”.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Vanaf zomer 2016 kan er LEADERsubsidie worden aangevraagd (bij de Rvo). De beschikking voor cofinanciering van de gemeente moet dan al verleend zijn. Het is voor aanvragers dus prettig als zij zo snel mogelijk cofinanciering bij de gemeente aan kunnen vragen. Daarom treedt deze verordening kort na het raadsbesluit van 30 mei in werking.