Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening op de warenmarkt voor de gemeente Noordoostpolder 2008.

Geldend van 01-01-2009 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening op de warenmarkt voor de gemeente Noordoostpolder 2008.

De raad van de gemeente Noordoostpolder,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2008, no. 18342-1;

gelet op artikel 147, eerste lid, en 149 van de gemeentewet;

B E S L U I T:

De volgende verordening vast te stellen: Verordening op de warenmarkt voor de gemeente Noordoostpolder 2008.

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder;

  • b.

    dagplaats: standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een ontheffingshouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • c.

    markt: door het college ingestelde warenmarkt;

  • d.

    marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college;

  • e.

    marktvergunning: een vergunning die krachtens deze verordening is verleend voor het innemen van een vaste standplaats;

  • f.

    ontheffingshouder: degene aan wie door of namens het college een ontheffing is.verleend krachtens deze verordening;

  • g.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • h.

    standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

  • i.

    standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • j.

    vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • k.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college een marktvergunning is verleend;

  • l.

    wachtlijst: de lijst waarop gegadigden voor een vaste standplaats zich tot de vaststelling van deze verordening konden laten registreren;

  • m.

    uitvoeringsbesluiten: uitvoeringsbesluiten Marktverordening 2008 (Uvb).

Artikel 2. Inrichting van de markt

  • 1. Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    • a.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • b.

      de opstelling en indeling van de markt;

    • c.

      welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats en welke als standwerkersplaats.

  • 2. Het college kan voor de markt vaststellen:

    • a.

      een lijst met artikelengroepen of branches;

    • b.

      een maximaal aantal standplaatsen per branche.

Artikel 3. Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

HOOFDSTUK 2 INRICHTING VAN DE MARKT

Artikel 4. marktvergunning

  • 1. Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder marktvergunning van het college.

  • 2. De marktmeester kan mondeling ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 1, voor het innemen van een dagplaats of standwerkersplaats. Deze ontheffing kan uitsluitend worden verleend aan een natuurlijk persoon.

Artikel 5. Vereisten

  • 1. Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college.

  • 2. Het college kan een uitzondering op dit artikel maken voor een vastgestelde doelgroep en voor een periode van maximaal drie maanden per jaar.

Artikel 6. Voorschriften en beperkingen

  • 1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2. Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Artikel 7. Intrekken marktvergunning

  • 1. Het college trekt een marktvergunning in:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van art 7 Uvb de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2. Het college kan een marktvergunning intrekken:

    • a.

      indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 5 genoemde vereisten;

    • c.

      indien een vergunninghouder zijn/haar standplaats zonder kennisgeving minder dan drie keer achter elkaar heeft ingenomen of minder dan negen keer per kwartaal.

  • 3. Indien degene op wie een vergunning ingevolge art 7 Uvb is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere standplaats op dezelfde markt, vervalt de oudste vergunning.

HOOFDSTUK 3 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 8. Intrekking en schorsing marktvergunning

Onverminderd het bepaalde in artikel 7 kan het college een marktvergunning, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; of

  • c.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 9. Uitsluiting dagplaatsgegadigde of standwerker

De marktmeester kan een gegadigde voor een dagplaats of standwerkersplaats voor ten hoogste vier marktdagen uitsluiten van toewijzing van een dagplaats of een standwerkersplaats, indien deze:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats;

  • d.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 10. Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunning- of ontheffingshouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning of ontheffing overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats.

Artikel 11. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 12. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 13. Intrekking oude regeling

De ‘Marktverordening gemeente Noordoostpolder 2004’, vastgesteld op 2 september 2004, wordt ingetrokken.

Artikel 14. Overgangsbepalingen

  • 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de ‘Marktverordening gemeente Noordoostpolder 2004’ gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de ‘Marktverordening gemeente Noordoostpolder 2004’ is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 15. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2009.

Artikel 16. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening 2008.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van 18 december 2008.
De griffier, de voorzitter,

Toelichting

ALGEMENE TOELICHTING

Modelmarktverordening 2008

Deze marktverordening volgt grotendeels het model van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). De eerste modelmarktverordening van de VNG kwam in mei 1998 tot stand. In 2003 is deze modelmarktverordening herzien vanwege de dualisering van het gemeentebestuur. In 2008 is het model opnieuw herzien. Deze keer vormde deregulering de aanleiding. Net als de voorgaande keren, is het model in samenwerking met het Centraal Overleg Marktaangelegenheden (COM) opgesteld.

Nieuw aan de modelverordening van 2008 is dat sommige bepalingen niet langer in de verordening zelf zijn uitgeschreven, maar dat de bevoegdheid voor de invulling ervan bij het college gelegd wordt. Hierdoor kent de verordening zelf minder regels. De regels die met de uitvoering van de markt te maken hebben, mogen nu door het college zelf worden gesteld en kunnen daardoor sneller en eenvoudiger worden gewijzigd. Dit geldt bijvoorbeeld voor de regels bij het toewijzen van standplaatsen.

Grondslag

In artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet is bepaald dat gemeentelijke verordeningen door de raad worden vastgesteld voor zover de bevoegdheid daartoe niet bij (of krachtens) de wet aan het college of de burgemeester is toegekend. Ingevolge artikel 149 van de Gemeentewet maakt de raad de verordeningen die hij in het belang van de gemeente nodig acht.

Belang Marktverordening

De marktverordening beoogt de gemeentelijke belangen te beschermen. Het gaat hier om belangen van openbare orde, zedelijkheid en gezondheid, beperking van overlast, regulering van het woon- en leefklimaat en de (verkeers)veiligheid binnen de gemeente.

Indeling marktverordening

Hoofdstuk 1 van de modelmarktverordening bevat algemene bepalingen over de markt in zijn geheel. In hoofdstuk 2 staan bepalingen over de vergunningen en ontheffingen. Hoofdstuk 3 sluit de verordening af met de straf-, overgangs- en slotbepalingen.

SAMENHANG MET ANDERE REGELGEVING

a) Algemene Plaatselijke Verordening Noordoostpolder (APV)

De marktverordening bevat regels voor de plaatselijke warenmarkt. De regulering van andere ambulante handel staat in de APV. Om tegenstrijdige of dubbele vergunningvoorschriften te voorkomen, zijn de jaarmarkten en gewone marktdagen die het college heeft ingesteld (art. 160, lid 1, onder h gemeentewet), in de APV uitgezonderd van de vergunningplicht voor standplaatsen (art. 5.2.3 APV) en evenementen (art. 2.2.2 APV).

b) Wegsleepverordening 2002

De Wegsleepverordeningen Noordoostpolder 2002 maakt het mogelijk om onjuist geparkeerde voertuigen op het marktterrein te verwijderen. Daarom zijn daarover geen bepalingen in de Marktverordening opgenomen.

c) Dienstenrichtlijn

De marktverordening 2008 bevat regels voor de warenmarkt. Het gaat dus om de verkoop van goederen. Daarom valt deze verordening buiten de werkingsfeer van de Europese Dienstenrichtlijn [Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt, PB L376/36, 27 december 2006].

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In artikel 1 zijn begrippen die in de verordening staan, gedefinieerd. De meeste hiervan zijn hetzelfde als in de modelverordening en in de vorige marktverordening van de gemeente Noordoostpolder. Er zijn een paar begrippen die wel afwijken. De definitie van ‘wachtlijst’ is anders. Dit komt doordat de gemeente Noordoostpolder de wachtlijst wil afbouwen. Daarnaast kent deze verordening een definitie die in de modelverordening niet voorkwam; de definitie van de ‘marktvergunning’. Deze definitie is toegevoegd omdat hij in de verordening voorkomt en geen algemeen gangbaar begrip in de Nederlandse taa

is. Verder ontbreekt de definitie van ‘anciënniteitslijst’, omdat dit woord niet langer voorkomt in de verordening of uitvoeringsbesluiten.

Artikel 2. Inrichting van de markt; branche-indeling

Artikel 2 geeft het college bevoegdheden om te bepalen waar en wanneer de warenmarkt(en) mag/mogen plaatsvinden en welke goederenhandel daarop mag zijn vertegenwoordigd. Dit artikel is grotendeels gelijk aan de modelverordening en aan de vorige marktverordening van de gemeente Noordoostpolder. Het college heeft deze bevoegdheden in het verleden ook al ingevuld. Die besluiten zijn nu opgenomen in de ‘Uitvoeringsbesluiten Marktverordening 2008’. De enige afwijking met de modelverordening en de oude verordening is dat het aantal standplaatsen niet langer genoemd wordt. Dit is bewust achterwege gelaten om de flexibiliteit bij het toekennen van de standplaatsen te vergroten. Nu kunnen openstaande standplaatsen bijvoorbeeld worden samengevoegd of gesplitst.

Artikel 3. Nadere regels

Artikel 3 biedt het college de mogelijkheid om nadere regels te stellen voor alles wat in deze verordening staat. Dit artikel is gelijk aan de modelverordening. Het vervangt een serie uitgebreide bepalingen uit de oude (model)verordening. De meeste daarvan waren gericht op het aanvragen van vergunningen en op het gebruiken van de standplaatsen. In de nieuwe situatie staan deze bepalingen in de ‘Uitvoeringsbesluiten Marktverordening 2008’.

Hoofdstuk 2. Bepalingen over vergunningen en ontheffingen

Artikel 4. Marktvergunning

Artikel 4 stelt de vergunningplicht. In dit artikel is bepaald dat het verboden is om zonder marktvergunning een standplaats op de markt in te nemen. In de modelverordening en in de oude verordening was hierop geen uitzondering mogelijk. In de praktijk betekende dit dat ook de houders van een dagplaats of een standwerkersplaats een vergunning nodig hadden. Op een markt in omvang als de Emmeloordse, werd dit als overbodige procedure ervaren. Het gaat in deze gevallen slechts om de inname van een standplaats voor één marktdag. Daarom werden deze vergunningen in de praktijk ook al niet aangevraagd of verleend. Aangezien dit geen problemen oplevert, is de uitgifte van dagplaatsen en standwerkersplaatsen in het onderhavige voorstel uitgezonderd van de vergunningplicht.

Om de regie over het innemen van de standplaatsen wel geheel bij de marktmeester te laten, is nog wel een mondelinge ontheffing van de marktmeester nodig.

Artikel 5. Vereisten

In artikel 5 zijn de algemene basisvoorwaarden gesteld om een standplaats in te kunnen nemen. Het doel van deze voorwaarden is om te voorkomen dat rechtspersonen een overheersende positie op de markt kunnen gaan innemen. De uitzonderingsmogelijkheid in het tweede lid geeft ruimte om bijvoorbeeld in de zomervakantie dagplaatsen aan basisschoolkinderen te geven.

Artikel 6. Voorschriften en beperkingen

Artikel 6 maakt het stellen van voorschriften en beperkingen mogelijk bij vergunningen en ontheffingen. Tevens verplicht dit artikel de naleving ervan door de vergunning- / ontheffingshouder. Door aan een vergunning of ontheffing voorschriften en beperkingen te verbinden, kan een verfijning in de gewenste rechtstoestand worden aangebracht. De in het eerste lid genoemde belangen, zijn de gemeentelijke belangen van openbare orde, zedelijkheid en gezondheid, beperking van overlast, regulering van het woon- en leefklimaat en de veiligheid. Niet-naleving van voorschriften die aan een vergunning/ontheffing verbonden zijn, kan grond opleveren voor intrekking van de vergunning/ontheffing of voor toepassing van andere bestuursrechtelijke sancties. De strafbepaling van artikel 11 is eveneens van toepassing.

Artikel 7. Intrekking marktvergunning

Met artikel 7 wordt aangeven hoe wordt omgegaan met het intrekken van marktvergunningen. Als de in het eerste lid genoemde situaties zich voordoen, volgt in alle gevallen intrekking van de vergunning. Als de in het tweede lid genoemde situaties zich voordoen, kán het college besluiten om de vergunning in te trekken.

Dit artikel is bijna gelijk aan de modelverordening en de oude verordening. De enige uitzondering daarop is dat een vergunning automatisch vervalt als een vergunninghouder een vergunning voor een andere vaste standplaats krijgt (derde lid). Deze afwijking scheelt een procedure, want in de modelverordening wordt de vergunning in dit soort situaties ingetrokken.

Hoofdstuk 3. Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 8. Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

In artikel 8 staat dat een vaste standplaatsvergunning in bepaalde gevallen kan worden ingetrokken of geschorst. Het artikel heeft een facultatief karakter. Het hangt van de omstandigheden af of tot intrekking of schorsing wordt overgegaan. Dit artikel is gelijk aan de modelverordening en de oude marktverordening.

Artikel 9. Uitsluiting dagplaatsgegadigde of standwerker

In dit artikel 9 is de mogelijkheid opgenomen om in de daarin genoemde gevallen een marktkramer uit te sluiten van toewijzing van een dagplaats of een standwerkersplaats. In de beschikking tot uitsluiting moet worden aangegeven om hoeveel dagen het gaat (maximaal vier) en om welke dagen. Dit artikel is, behoudens een juridisch-redactionele wijziging, gelijk aan de modelverordening en de oude marktverordening.

Artikel 10. Onmiddellijke verwijdering

Artikel 10 is bepaald dat het college bestuursdwang kan toepassen. Dit artikel is gelijk aan de modelverordening en aan de oude marktverordening.

Artikel 11. Strafbepaling

Artikel 11 geeft grondslag voor strafrechtelijke handhaving bij overtreding van een ge- of verbodsnorm uit deze verordening. Het is gebruikelijk om strafrechtelijke handhaving in een verordening mogelijk te maken. Zeker bij overtredingen waarbij bestuursrechtelijke handhaving, en met name het opleggen van een dwangsom, geen effectief instrument is. Dit artikel is gelijk aan de modelverordening. Het is nieuw ten opzichte van de oude marktverordening.

Artikel 12. Toezichthouders

In artikel 12 is de marktmeester aangewezen als toezichthouder. De functie ‘toezichthouder’ is beschreven in artikel 5:11 Awb. Dit artikel is gelijk aan de modelverordening en aan de oude marktverordening.

Artikel 13. Intrekking oude regeling

Artikel 13 bepaalt de datum waarop de oude regeling vervalt. Deze is verbonden aan de datum waarop de nieuwe (onderhavige) verordening in werking treedt. De oude verordening wordt ingetrokken om te voorkomen dat er meerdere Marktverordeningen naast elkaar zouden bestaan. Daardoor zou een onduidelijke situatie ontstaan.

Artikel 14. Overgangsbepalingen

In artikel 14 staan de overgangsbepalingen. Dit heeft tot doel om te voorkomen dat bijvoorbeeld alle vergunninghouders opnieuw een vergunning moeten aanvragen of dat het niet duidelijk is hoe een aanvraag wordt afgehandeld die net op het overgangsmoment in procedure is.

Artikel 15. Inwerkingtreding

Artikel 15 bepaalt wanneer de verordening in werking treed. De termijn in dit artikel sluit aan bij het kalenderjaar. Hiervoor is gekozen omdat deze datum gemakkelijk te communiceren, onthouden en hanteren is.

Artikel 16. Citeertitel

Artikel 16 geeft de citeertitel; een korte herkenbare titel die gebruikt kan worden als er in andere documenten naar deze verordening wordt verwezen. In de citeertitel is een jaartal opgenomen om onderscheid te maken met voorgaande versies van de Marktverordening.