Regeling vervallen per 01-04-2014

Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden 2010

Geldend van 11-06-2014 t/m 31-03-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-04-2014

Intitulé

Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden 2010

De raad van de gemeente Noordoostpolder,

gelezen het voorstel van het Presidium van 18 mei 2010, no. 8965-1;

gelet op de artikelen 95, 96, 97 en 149 van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

  • I.

    in te trekken de ‘Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden 1995’.

  • II.

    vast te stellen de volgende ‘Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden 2010’.

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    de leden van de raad: de leden van de gemeenteraad;

  • b.

    raadscommissie: een door de raad ingestelde commissie van advies;

  • c.

    rechtspositiebesluit: het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden van 24 november 2009, nr. 2009-644512.

Artikel 2

  • 1. De leden van de raad ontvangen per kalenderjaar een vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten tot de bedragen, vermeld in het rechtspositiebesluit behorende tabellen, zoals die bedragen telkenjare door de minister van binnenlandse zaken zijn of worden vastgesteld voor de voor deze gemeente geldende klasse.

  • 2. Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest, ontvangt de vergoeding en de tegemoetkoming in de kosten, als bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij het lidmaatschap van de raad heeft bekleed.

Artikel 3

  • 1. De leden van een commissie die geen raadslid zijn ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie een vergoeding tot het bedrag, dat zij voor het bijwonen van die vergaderingen aan inkomsten hebben moeten derven. Zij ontvangen deze vergoeding alleen voor het bijwonen de vergaderingen van de raadscommissie waarin zij zijn benoemd. Wanneer zij een fractielid vervangen wordt geen vergoeding uitgekeerd. Werkbezoeken, themabijeenkomsten en andere samenkomsten vallen niet onder deze vergoedingsregeling.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding bedraagt ten hoogste het bedrag, vermeld in de bij het rechtspositiebesluit behorende tabellen, zoals dat bedrag telkenjare door de minister van binnenlandse zaken is of wordt vastgesteld voor de voor deze gemeente geldende klasse.

  • 3. De in dit artikel bedoelde vergoeding wordt uitbetaald, nadat een daartoe strekkende declaratie van het betreffende commissielid door burgemeester en wethouders akkoord is bevonden.

  • 4. Een lid van een commissie dat geen raadslid is, ontvangt een vergoeding van reiskosten indien de afstand tussen zijn woning en de plaats waar wordt vergaderd tenminste vier kilometer bedraagt.

  • 5. Deze vergoeding wordt vastgesteld overeenkomstig de op grond van artikel F 23 van het.Algemeen Ambtenarenreglement vastgestelde regeling van de vergoeding van reis- en verblijfkosten ter zake van dienstreizen door ambtenaren, met dien verstande dat daarbij wordt uitgegaan van de hoogste categorie.

Artikel 4

  • 1. Fractievoorzitters in de gemeenteraad ontvangen, voor de duur van het voorzitterschap van de fractie, per jaar een toelage gelijk aan 1,2% van de vergoeding op jaarbasis en een toelage gelijk aan 0,4% van de vergoeding op jaarbasis voor elk lid dat de fractie buiten de fractievoorzitter telt. De toelagen tezamen bedragen ten hoogste 6,4% van de vergoeding op jaarbasis.

  • 2. Voor de vergoeding van het eerste lid stelt de burgemeester vast:

    • a.

      hoeveel leden een fractie telt;

    • b.

      de duur van het fractievoorzitterschap.

Artikel 5

  • 1. Leden van door de raad ingestelde bijzondere commissies, niet zijnde raadscommissies als bedoeld in de Gemeentewet, art. 82, ontvangen voor de duur van het lidmaatschap van de commissie, dan wel de duur van de activiteiten per jaar een toelage van 2,5% van de vergoeding voor de werkzaamheden op jaarbasis.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid stelt de burgemeester de duur van het lidmaatschap van de commissie dan wel de duur van de activiteiten vast.

Artikel 6

Declaraties als bedoeld in art. 3 worden in de maand na indiening aan de rechthebbende uitbetaald. De bedragen als bedoeld in art. 4 en 5 worden maandelijks bij de reguliere vergoeding uitgekeerd.

Artikel 7

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden 2010".

  • 2.

    Deze verordening treedt met terugwerkende kracht op 11 maart 2010 in.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van 26 mei 2010.
De griffier, de voorzitter,