Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening handhaving WWB Noordoostpolder

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening handhaving WWB Noordoostpolder

De raad van de gemeente Noordoostpolder,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 mei 2004

gelet op de Wet werk en bijstand (WWB),

overwegende dat op grond van artikel 8a WWB de gemeenteraad in het kader van het financiële beheer bij verordening regels stelt voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand.

B E S L U I T:

vast te stellen de: Verordening handhaving WWB Noordoostpolder

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1 Alle begrippen die in deze verordening gebruikt worden en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB) en de Algemene wet bestuursrecht (AWB).

  • 2 Deze verordening verstaat onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand (Staatsblad 2003, nummer 375), zoals deze nadien is of wordt gewijzigd;

    • b.

      Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder;

    • c.

      De raad: de gemeenteraad van de gemeente Noordoostpolder.

Artikel 2. Handhavingplan

  • 1. Burgemeester en wethouders dragen in het kader van de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, zorg voor het vaststellen van een handhavingplan.

  • 2. In het onder lid 1 genoemde handhavingplan komt op zijn minst tot uitdrukking;

    • -

      een gemeentelijke visie op handhaving;

    • -

      aanpak fraudepreventie;

    • -

      aanpak frauderepressie.

Artikel 3. Citeertitel

  • Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening handhaving WWB Noordoostpolder".

Artikel 4. Inwerkingtreding

  • De Verordening handhaving Wet werk en bijstand 2004 treedt in werking met ingang van 1 september 2004.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering
van 1 juli 2004,
De griffier, De voorzitter,

TOELICHTING VERORDENING HANDHAVING WWB NOORDOOSTPOLDER

Algemeen

In de WWB is de verplichting tot handhaving van regels zoals die van toepassing waren in de Abw losgelaten en omgezet in een 'kan'-bepaling. Hiermee krijgt de gemeente de bevoegdheid om haar eigen regels te bepalen omtrent handhaving.

De verplichting om in het kader van het financiële beheer bij verordening regels op te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik is in artikel 8a van de Wet werk en bijstand opgenomen. Het doel van dit artikel is de handhaving van de WWB en het fraudebeleid op de agenda van de gemeenteraden te zetten.

Afgezien van de korte bepaling van artikel 8a van de Wet werk en bijstand, zijn er geen nadere aanduidingen over wat nu precies in de verordening moet worden geregeld. In de toelichting van het amendement staat dat op grond van artikel 212 Gemeentewet de gemeenteraad een verordening moet vast te stellen voor de uitgangspunten voor het financiële beleid en voor het financiële beheer. De strekking van laatstgenoemde artikel is dat de verordening dient te waarborgen dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan.

In dat kader kan ook aandacht besteed worden aan de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen. Een goed financieel beheer bij de uitvoering van de WWB brengt met zich dat daarbij ook voortdurend aandacht bestaat voor de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik.

Door het college wordt een handhavingplan vastgesteld (2003-2006), bestaande uit een beleidsplan en een uitvoeringsplan, waarin de handhaving en fraudebestrijding worden geregeld. In het handhavingplan is weergegeven hoe de gemeente denkt zo goed mogelijk vorm te kunnen geven aan handhaving van de bestaande wet- en regelgeving. Deze verordening vormt in dit verband het kader. Het handhavingplan behelst de aan het college opgedragen nadere uitwerking. Het handhavingplan zal jaarlijks geëvalueerd worden.

ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1

Geen nadere toelichting.

Artikel 2, lid 1

Hoewel de wettelijke bepaling meer gericht lijkt op sec de fraudebestrijding is in deze toch gekozen voor het ruimere begrip handhaving. In de gemeentelijke visie is reeds verwoord dat fraudebestrijding teveel het beeld oproept van repressie en genoegdoening, terwijl handhaving meer uit gaat van het bevorderen van de spontane naleving van de wet- en regelgeving. Naast repressie is in deze optiek preventie onontbeerlijk. Het is immers altijd nog beter om fraude te voorkomen.

Artikel 2 lid 2

Om het belang van een goede handhaving te onderstrepen, is in dit artikel aangegeven welke onderwerpen in een gemeentelijk handhavingplan op zijn minst aan bod moeten komen.

Artikel 3 en 4.

Geen nadere toelichting.