Regeling vervallen per 30-03-2024

Beleidsregel Huisvesting arbeidsmigranten landelijk gebied Noordoostpolder 2018

Geldend van 21-06-2023 t/m 29-03-2024

Intitulé

Beleidsregel Huisvesting arbeidsmigranten landelijk gebied Noordoostpolder 2018

Het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder;

Overwegende dat het wenselijk is om beleidsregels vast te stellen voor de wijze van huisvesten van arbeidsmigranten in het landelijk gebied;

Gelet op:

artikel 4.81, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht;

artikel 2.1, eerste lid c, juncto artikel 2.12, eerste lid onder a sub 2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo); en

artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening (Wro);

Gezien het door de gemeenteraad op 13 november 2012 vastgestelde Beleid arbeidsmigranten Noordoostpolder en de op 5 februari 2018 door de gemeenteraad vastgestelde aanpassingen daarop;

BESLUIT

vast te stellen:

Beleidsregel huisvesting arbeidsmigranten landelijk gebied Noordoostpolder 2018

Beleidsregel Huisvesting arbeidsmigranten landelijk gebied Noordoostpolder 2018

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1 Doel

Deze beleidsregel is het afwegingskader voor het beoordelen van aanvragen om een omgevingsvergunning voor vier verschillende vormen van huisvesting voor arbeidsmigranten in het landelijk gebied van Noordoostpolder.

Artikel 2 Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    arbeidsmigrant: een persoon die vanwege economische motieven tijdelijk naar gemeente Noordoostpolder komt om een inkomen te verwerven;

  • b.

    erf: het bebouwingsvlak van een agrarisch of voormalig agrarisch bedrijf, samen met aansluitende erfbeplanting tot aan het hart van de (denkbeeldige) erfsloot, plus de daarbij behorende gronden gelegen tussen het bebouwingsvlak en de weg;

  • c.

    huisvesting: het bedrijfsmatig aanbieden van woonruimte aan arbeidsmigranten die tijdelijke woonruimte nodig hebben;

  • d.

    landelijk gebied: het binnendijkse grondgebied van Noordoostpolder dat niet onder de bebouwde kom valt;

  • e.

    logiesgebouw: een gebouw waarin huisvesting voor arbeidsmigranten wordt aangeboden;

  • f.

    solitair erf: een erf dat geen onderdeel uitmaakt van een cluster van 2, 3 of 4 erven;

  • g.

    unit: een geprefabriceerde wooneenheid.

Paragraaf 2 Huisvesting in vier categorieën

Artikel 3 Vormen van huisvesting

De gemeente onderscheidt vier vormen van huisvesting:

  • a.

    huisvestingscategorie 0: huisvesting voor maximaal 20 arbeidsmigranten voor maximaal 12 weken aaneengesloten;

  • b.

    huisvestingscategorie 1: huisvesting voor maximaal 20 arbeidsmigranten;

  • c.

    huisvestingscategorie 2: huisvesting voor 21 tot en met 150 arbeidsmigranten;

  • d.

    huisvestingscategorie 3: huisvesting voor 151 tot en met 300 arbeidsmigranten.

Paragraaf 3 Algemene criteria

Artikel 4 Algemene toetsingscriteria

Een aanvraag voor of melding van huisvesting arbeidsmigranten in alle categorieën wordt in elk geval getoetst aan de volgende criteria:

  • a.

    huisvesting vindt plaats in gebouwen;

  • b.

    huisvesting in losse units of (sta)caravans is niet toegestaan. Uitzondering hierop zijn de tijdelijke losse units of (sta)caravans zoals bedoeld in artikel 5;

  • c.

    er is voldoende leefruimte met voldoende privacy voor de bewoners waarbij wordt uitgegaan van een gebruiksoppervlakte van minimaal 12 m2 per bewoner;

  • d.

    parkeren gebeurt op het erf of op gronden waar de huisvesting plaatsvindt;

  • e.

    de huisvesting belemmert omliggende erven niet onevenredig;

  • f.

    de wijze van ontsluiting van het perceel en de verkeersafwikkeling in relatie tot de toename van verkeer;

  • g.

    het aantal parkeerplaatsen, waarbij bij toetsing wordt uitgegaan van een parkeernorm van minimaal 1,5 parkeerplaats per twee te huisvesten arbeidsmigranten;

  • h.

    de verkeersveiligheid binnen en buiten het terrein en welke extra maatregelen eventueel worden genomen om die te borgen of te verbeteren;

  • i.

    de wijze waarop de brandveiligheid is gewaarborgd.

Paragraaf 4 Aanvullende criteria

Artikel 5 Aanvullende toetsingscriteria huisvestingscategorie 0

Een melding voor huisvestingscategorie 0 voldoet aanvullend aan de volgende vereisten:

  • a.

    huisvesting vindt uitsluitend plaats op erven met een agrarische bestemming in het landelijk gebied;

  • b.

    huisvesting vindt plaats in losse units of (sta)caravans;

  • c.

    huisvesting is enkel voor de werknemers, die werken voor het bedrijf dat behoort bij het betreffende erf;

  • d.

    huisvesting wordt maximaal 12 weken aaneengesloten per kalenderjaar ingezet. Na afloop van deze periode worden de units of (sta)caravans verwijderd en wordt de situatie op het perceel weer in oude staat hersteld;

  • e.

    huisvesting vindt plaats binnen het bestaande erf;

  • f.

    voor de melding wordt het meldingsformulier gebruikt dat hiervoor bedoeld is.

Artikel 6 Aanvullende toetsingscriteria huisvestingscategorie 1

Een aanvraag voor huisvestingscategorie 1 voldoet aanvullend aan de volgende vereisten:

  • a.

    huisvesting vindt plaats op een erf in het landelijk gebied met een agrarische, woon- of bedrijfsbestemming;

  • b.

    per cluster van erven is maximaal één huisvestingscategorie 1 toegestaan;

  • c.

    huisvesting vindt plaats in logiesgebouwen, in bestaande bebouwing of in de bedrijfswoning;

  • d.

    de huisvesting voldoet aan de actuele criteria voor huisvesting van Stichting Normering Flexwonen (SNF) of daaraan gelijk te stellen. De aanvrager toont dit aan door binnen drie maanden na ingebruikname van de huisvesting de certificatie volgens SNF of daaraan gelijk te stellen certificatie te overleggen aan de gemeente;

  • e.

    binnen een straal van 400 meter van een bestaande huisvestingscategorie 1, 2 of 3 wordt geen nieuwe huisvestingscategorie 1 gerealiseerd;

  • f.

    binnen glastuintuinbouwgebieden geldt de onder e genoemde afstand niet;

  • g.

    van huisvestingcategorie 1 mogen er binnen gemeente Noordoostpolder maximaal eenendertig (31) worden gerealiseerd.

Artikel 7 Aanvullende toetsingscriteria huisvestingscategorie 2

Een aanvraag voor huisvestingscategorie 2 voldoet aanvullend aan de volgende vereisten:

  • a.

    van huisvestingcategorie 2 mogen er binnen gemeente Noordoostpolder maximaal vijftien worden gerealiseerd;

  • b.

    huisvesting vindt plaats op een solitair erf in het landelijk gebied;

  • c.

    huisvesting vindt plaats in logiesgebouwen en wordt zoveel mogelijk in bestaande bebouwing gerealiseerd;

  • d.

    binnen een straal van 750 meter van een bestaande huisvestingscategorie 2 of 3 wordt geen nieuwe huisvestingscategorie 2 gerealiseerd;

  • e.

    huisvestingscategorie 2 wordt niet gerealiseerd binnen een straal van 400 meter van een huisvestingscategorie 1;

  • f.

    op het erf dat wordt gebruikt voor huisvestingscategorie 2 vinden geen andere bedrijfsmatige activiteiten plaats;

  • g.

    de huisvesting is stedenbouwkundig en landschappelijk goed ingepast. Dit blijkt uit het inrichtingsplan;

  • h.

    er is een gemeenschappelijke recreatieruimte en er zijn sport- en spelmogelijkheden aanwezig;

  • i.

    vóór de start van de te volgen procedure:

    • 1e

      voert de aanvrager overleg met de gemeente waarin afspraken worden gemaakt over de riolering;

    • 2e

      sluit de aanvrager een exploitatieovereenkomst met de gemeente. In deze overeenkomst worden afspraken gemaakt over het te realiseren initiatief en daarmee samenhangende kosten zoals bovenwijkse voorzieningen en riolering. Eventuele planschade wordt verhaald op de aanvrager;

    • 3e

      worden omwonenden per brief geïnformeerd over het initiatief. In deze informerende brief staat feitelijke informatie over in hoeverre dit initiatief gevolgen kan hebben voor de mogelijkheden op de naastgelegen percelen, informatie over riolering en waar men terecht kan met vragen;

    • 4e

      wordt een klankbordgroep om advies gevraagd. Het advies van de klankbordgroep weegt mee bij de besluitvorming.

  • j.

    de huisvesting voldoet aan de actuele criteria voor huisvesting van Stichting Normering Flexwonen (SNF) of daaraan gelijk te stellen. De aanvrager toont dit aan door binnen drie maanden na ingebruikname van de huisvesting de certificatie volgens SNF of daaraan gelijk te stellen certificatie te overleggen aan de gemeente.

Artikel 8 Aanvullende toetsingscriteria huisvestingscategorie 3

Een aanvraag voor huisvestingscategorie 3 voldoet aanvullend aan de volgende vereisten:

  • a.

    huisvesting vindt plaats binnen of in de nabijheid van de glastuinbouwgebieden van Noordoostpolder;

  • b.

    van huisvestingscategorie 3 mogen er maximaal drie gerealiseerd worden, waarvan twee bij Luttelgeest/Marknesse en één bij Ens;

  • c.

    er wordt gestart met de huisvesting voor maximaal 150 arbeidsmigranten, tenzij de klankbordgroep akkoord is met maximaal 300 ineens;

  • d.

    de huisvesting wordt verruimd naar maximaal 300 arbeidsmigranten als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

    • 1e

      minimaal een jaar na de start bedrijfsvoering van huisvestingscategorie 3 wordt een evaluatie gedaan;

    • 2e

      uit de evaluatie blijkt dat de huisvesting voldoet;

    • 3e

      een schriftelijk advies van de klankbordgroep over de doorgroei is bij de aanvraag om verruiming gevoegd. Het advies van de klankbordgroep weegt mee bij de besluitvorming;

  • e.

    huisvesting vindt plaats in logiesgebouwen;

  • f.

    bij ligging aan een erftoegangsweg: als de breedte van de erftoegangsweg minder dan 4,5 meter is, onderzoekt de aanvrager met een verkeersonderzoek of opwaardering van de weg nodig is;

  • g.

    bij ligging aan een gebiedsontsluitingsweg: als de locatie aan een provinciale gebiedsontsluitingsweg ligt, stemt aanvrager zijn initiatief af met Provincie Flevoland. Eventuele opwaarderingskosten zijn voor de aanvrager;

  • h.

    huisvestingscategorie 3 wordt niet gerealiseerd binnen een straal van:

    • -

      400 meter van een huisvestingscategorie 1;

    • -

      750 meter van een huisvestingscategorie 2;

    • -

      1000 meter van een andere huisvestingscategorie 3,

  • i.

    in het inrichtingsplan zijn de stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing van de huisvesting toegelicht;

  • j.

    maximaal één extra dienstwoning is toegestaan;

  • k.

    er is een gemeenschappelijke recreatieruimte en er zijn sport- en spelmogelijkheden aanwezig;

  • l.

    vóór de start van de procedure:

    • 1e

      voert de aanvrager overleg met de gemeente waarin afspraken worden gemaakt over de riolering;

    • 2e

      sluit de gemeente een exploitatieovereenkomst met de aanvrager. In deze overeenkomst worden afspraken gemaakt over het te realiseren initiatief en daarmee samenhangende kosten zoals bovenwijkse voorzieningen en riolering en waarbij in ieder geval eventuele planschade wordt verhaald op aanvrager;

    • 3e

      worden omwonenden per brief geïnformeerd over het initiatief. In deze informerende brief staat feitelijke informatie over in hoeverre dit initiatief gevolgen kan hebben voor de mogelijkheden op de naastgelegen percelen (verplichting tot een zogenaamde milieueffectenonderzoek), informatie over riolering en waar men terecht kan met vragen;

    • 4e

      wordt een klankbordgroep om advies gevraagd. Het advies van de klankbordgroep weegt mee bij de besluitvorming;

  • m.

    de huisvesting voldoet aan de actuele criteria voor huisvesting van Stichting Normering Flexwonen (SNF) of daaraan gelijk te stellen. De aanvrager toont dit aan door binnen drie maanden na ingebruikname van de huisvesting de certificatie volgens SNF of daaraan gelijk te stellen certificatie te overleggen aan de gemeente.

Paragraaf 5 Slotbepalingen

Artikel 9 Intrekken oude regeling

De Beleidsregel Huisvesting arbeidsmigranten landelijk gebied Noordoostpolder uit 2013 wordt ingetrokken.

Artikel 10 Overgangsbepaling

Als vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze beleidsregel een aanvraag is gedaan voor huisvesting arbeidsmigranten in het landelijk gebied waarop nog niet is beslist, dan is de Beleidsregel Huisvesting arbeidsmigranten landelijk gebied Noordoostpolder uit 2013 van toepassing op die aanvraag.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op 8 november 2018.

Artikel 12 Citeertitel

Deze regels worden aangehaald als Beleidsregel huisvesting arbeidsmigranten landelijk gebied Noordoostpolder 2018.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 30 oktober 2018,
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris,
de burgemeester,

Toelichting

Procedure

Voor bijna iedere vorm van de huisvesting van arbeidsmigranten in het landelijk gebied is een ruimtelijke procedure nodig. Die kan variëren van een tijdelijke afwijking op basis van de zogenaamde “kruimellijst” van de Wabo (bruikbaar voor huisvestingscategorie 1) tot een partiële herziening van het bestemmingsplan op basis van de Wro (te gebruiken voor huisvestingscategorie 3). Het is lastig op voorhand aan te geven welke procedure wordt gebruikt voor categorie 2 omdat het aantal te huisvesten personen binnen deze categorie nogal varieert. Per initiatief wordt daarom gezocht naar de meest passende procedure.

Gebruiksoppervlakte

Het minimale gebruiksoppervlak per bewoner is gebaseerd op het Bouwbesluit. In de NEN (NEderlandse Norm) 2580 staat hoe het gebruiksoppervlak berekend wordt. In de praktijk kan gebruik worden gemaakt van de meetinstructie Gebruiksoppervlakte woningen van de NVM, VBO, VNG. Deze wordt ook door de SNF gehanteerd.

Spreiding

De gemeente vindt het belangrijk dat de huisvestingsmogelijkheden verspreid zijn over Noordoostpolder. De gemeente wil geen concentratie van huisvesting van arbeidsmigranten maar een mix tussen wonen en opvang van arbeidsmigranten in het landelijk gebied. De gemeente hanteert daarom spreidingsregels. De straal die genoemd is, wordt gemeten vanaf het hart van het erf waarop de huisvesting plaats gaat vinden.

Riolering

In het grootste deel van het landelijk gebied is geen gemeentelijke riolering aanwezig. Bij de percelen in het landelijk gebied is er in het algemeen sprake van de aanwezigheid van beperkte lozingen van het stedelijk afvalwater (huishoudelijk afvalwater, al dan niet vermengd met industrieel afvalwater en/of afvloeiend hemelwater). Als bij een initiatief voor huisvesting categorie 1, 2 of 3 in het landelijk gebied, de hoeveelheid vrijkomend stedelijk afvalwater ten opzichte van de huidige situatie aanmerkelijk toeneemt, kan dit gevolgen hebben voor de wijze waarop dit afvalwater:

  • op locatie moet worden gezuiverd;

  • naar elders moet worden afgevoerd.

 

Dit kan betekenen dat de gemeente gevolg moet geven aan het uitvoeren van de wettelijke zorgplicht voor het inzamelen en transporteren van het vrijkomend stedelijk afvalwater bij percelen waarin de huidige lozing wijzigt van een beperkte naar een omvangrijke lozing.

 

In onderstaande tabel zijn de afstandscriteria opgenomen in relatie tot het aantal inwonerequivalenten, waarvoor een aansluitverplichting op de riolering geldt:

Inwoner equivalenten

Afstandscriterium

<10 i.e.

40 meter

10 i.e. - 25 i.e.

100 meter

25 i.e. - 50 i.e.

600 meter

50 i.e. - 100 i.e.

1.500 meter

100 i.e. - 200 i.e.

3.000 meter

De gemeente kan wettelijk gezien alle kosten voor de aan te leggen riolering en overige voorzieningen verhalen op de aanvrager. Het moet dan wel gaan om die percelen die zijn gebaat bij de aan te leggen openbare voorziening(en). De vraag is of dit altijd wenselijk is; de gemeente wil initiatieven in het landelijk gebied niet ontmoedigen, maar juist stimuleren. De gemeente en de aanvrager gaan over het aspect riolering al in een vroeg stadium in overleg. Als het initiatief leidt tot aansluitplicht voor een aantal inwoners, dan worden deze inwoners hiervan op de hoogte gesteld.

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1 Doel

Geen toelichting nodig.

Artikel 2 Begripsbepalingen

Cluster van erven/solitair erf

Wat de gemeente verstaat onder een cluster van erven staat verbeeld in hierna volgende tekeningen. Als de afstand gelijk of meer is dan 100 m, dan is het geen cluster.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Paragraaf 2 Huisvesting in vier categorieën

Artikel 3 Vormen van huisvesting

Geen toelichting nodig.

Paragraaf 3 Algemene criteria

Artikel 4 Algemene toetsingscriteria

De huisvesting van arbeidsmigranten mag er niet toe leiden dat (bedrijfsmatige) activiteiten, die op omliggende gronden uitgeoefend worden, niet meer uitgeoefend kunnen worden. Op basis van milieuwetgeving wordt bekeken of huisvesting van arbeidsmigranten op de aangevraagde locatie mogelijk is. We gebruiken hiervoor de VNG-brochure “Bedrijven en milieuzonering” van 2009. Hierin zijn aanbevolen richtafstanden opgenomen. De huisvesting van arbeidsmigranten is hier niet specifiek in benoemd. Daardoor sluit het college voor de richtafstanden ten opzichte van de omgeving aan bij de omschrijving van enigszins vergelijkbare recreatieve activiteiten, zoals kampeerterreinen en vakantiecentra.

Wettelijk gelden er al toetsingscriteria, die zijn hier niet dubbel in opgenomen (brandveiligheid, Bouwbesluit).

Verkeer

De verkeerskundige effecten van de ontwikkeling worden helder in beeld gebracht. De volgende punten komen daarbij aan de orde:

  • de toename van het verkeer door de ontwikkeling;

  • de gevolgen voor de verkeersveiligheid;

  • de gevolgen voor de verkeersafwikkeling;

  • hoe negatieve gevolgen opgelost worden;

  • hoe een verkeersveilige situatie op het terrein gewaarborgd is;

  • hoe een verkeersveilige ontsluiting van het terrein gewaarborgd is;

  • de benodigde parkeercapaciteit van de ontwikkeling en hoe deze gerealiseerd wordt.

 

Het uitgangspunt hierbij is het landelijke Duurzaam Veilig Verkeer principe, waarbij functie, vormgeving en gebruik van alle wegen in overeenstemming met elkaar moet zijn voor een uiteindelijk goed functionerend wegennet. Ook de subjectieve beleving van verkeer wordt meegenomen in de afweging. De gemeente kan de aanvrager om een onafhankelijk verkeersonderzoek vragen.

 

Paragraaf 4 Aanvullende criteria

Artikel 5 Aanvullende toetsingscriteria huisvestingscategorie 0

Als er geen erfsingel meer aanwezig is, worden met de gemeente afspraken gemaakt over de landschappelijke inpassing.

 

Meldingsformulier

Om gebruik te maken van tijdelijke huisvesting in units is melding bij de gemeente noodzakelijk. Het meldingsformulier tijdelijke huisvesting kunt u bij het woonloket van de gemeente digitaal en schriftelijk opvragen. Het meldingsformulier en de checklist moeten voorzien worden van een situatieschets en plattegrondtekening. De gemeente voert controle uit op naleving van de voorwaarden. Als units niet zijn gemeld en/of voldoen aan de voorwaarden wordt handhavend opgetreden. Daarnaast beoordelen we of het aantal personen per unit in redelijke verhouding staat tot de beschikbare ruimte.

  

Artikel 6 Aanvullende toetsingscriteria huisvestingscategorie 1

Certificaat

Om de bepaalde kwaliteit van huisvesting te garanderen stelt de gemeente verplicht dat huisvestingslocaties in de categorieën 1, 2 en 3 gecertificeerd worden. Dit certificaat is van de SNF of daarmee vergelijkbaar. De aanvrager van de huisvesting zorgt voor een adequaat beheer van het terrein. Dit houdt in elk geval in:

  • er is een aanspreekpunt dat 24 uur per dag bereikbaar is;

  • er vindt (nacht)registratie plaats van alle bewoners en bezoekers aan de locatie;

  • er zijn huis- en leefregels, die op een adequate manier aan de bewoners worden duidelijk gemaakt;

  • er is een communicatieprotocol en er vindt klachtenregistratie plaats;

  • er is sprake van adequaat parkeerbeheer.

 

Daarnaast is er voor de omwonenden van de huisvesting een duidelijk aanspreekpunt, waar zij met vragen, klachten etc. over de huisvesting terecht kunnen.

 

Artikel 7 Aanvullende toetsingscriteria huisvestingscategorie 2

Logiesgebouwen

Huisvestingscategorie 2 vindt zoveel mogelijk plaats in bestaande gebouwen. Uitgangspunt is namelijk om de oorspronkelijke agrarische bebouwing te hergebruiken. Wanneer de bestaande bebouwing onvoldoende ruimte biedt, is het ook mogelijk om zo’n gebouw uit te breiden of om naast de bestaande bebouwing nieuw te bouwen. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat de bestaande bebouwing wordt gesloopt en de huisvesting alleen plaatsvindt in nieuwbouw.

 

Klankbordgroep

Bij huisvestingscategorie 2 wordt een klankbordgroep om advies gevraagd. De klankbordgroep wordt in overleg met betrokkenen samengesteld. De klankbordgroep bestaat in ieder geval uit een aantal belanghebbenden/betrokkenen. Zij kunnen meepraten bij de uitwerking van de plannen. Belanghebbenden kunnen zo voorafgaand aan de procedure hun wensen, zorgen en ideeën kenbaar maken. Zij sturen hun advies naar de aanvrager en de gemeente. Dit advies wordt meegenomen bij de planvorming én betrokken bij de afweging van de gemeente bij het besluit over de aanvraag. De gemeente heeft de verantwoordelijkheid om alle (maatschappelijke) belangen die met een aanvraag gemoeid zijn af te wegen. Het advies maakt deel uit van de afweging.

 

Ontspanningsmogelijkheden

De gemeente vindt het belangrijk dat de arbeidsmigrant, die tijdelijk gehuisvest is in Noordoostpolder, ruimte heeft om te ontspannen zowel binnen als buiten. Dit betekent dat ruimte bij de huisvesting dient te zijn om sport- en spelactiviteiten te beoefenen. De gemeente neemt bij haar afweging de relatie tussen het aantal huisvestingsplekken ten opzichte van de beschikbare recreatie ruimte en mogelijkheden mee.

 

Certificaat

Zie artikel 6.

 

Artikel 8 Aanvullende toetsingscriteria huisvestingscategorie 3

Locatie

Veel arbeidsmigranten werken in de glastuinbouw. Daarom is er bij huisvesting categorie 3 voor gekozen deze alleen toe te staan in of in de nabijheid van de glastuinbouwgebieden (Luttelgeest/Marknesse en Ens). Met “in de nabijheid” wordt bedoeld dat een geschikte locatie op enkele kilometers afstand van een glastuinbouwgebied ook acceptabel is.

 

Doorgroei naar 300

Voor de doorgroei van 150 naar 300 is een evaluatie nodig. Deze wordt minimaal een jaar na start bedrijfsvoering gedaan. De evaluatie gaat in elk geval in op de bedrijfsvoering, geluid, verkeer, eventuele klachten en hoe hier mee omgegaan wordt. Uit de evaluatie moet blijken of de huisvesting voldoet.

 

Landschap

De huisvesting mag de karakteristiek van het landschap van Noordoostpolder niet onevenredig aantasten. Zo kan, wanneer de ligging van de nieuwe huisvestingslocatie daarom vraagt, de aanplant van een erfsingel als voorwaarde in het bestemmingsplan worden opgenomen.

 

Klankbordgroep

Zie artikel 7.

Ontspanningsmogelijkheden

De gemeente vindt het belangrijk dat de arbeidsmigrant, die tijdelijk gehuisvest is in Noordoostpolder, ruimte heeft om te ontspannen zowel binnen als buiten. Dit betekent dat ruimte bij de huisvesting dient te zijn om sport- en spelactiviteiten te beoefenen. De gemeente neemt bij haar afweging de relatie tussen het aantal huisvestingsplekken ten opzichte van de beschikbare recreatie ruimte en mogelijkheden mee.

 

Certificaat

Zie artikel 6.

 

Paragraaf 5 Slotbepalingen

Artikel 9 Intrekken oude regeling

Geen toelichting nodig.

 

Artikel 10 Overgangsbepaling

Geen toelichting nodig.

 

Artikel 11 Inwerkingtreding

Geen toelichting nodig.

 

Artikel 12 Citeertitel

Geen toelichting nodig.