Aanwijzingsbesluit stranden verboden voor honden​

Burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder;

overwegende dat de gemeente houder is van vier zwemgelegenheden in de open lucht, nl. het strand nabij Zwolse Hoek, de twee stranden bij Schokkerhaven, alsmede het strand bij het Vollenhovermeer;

dat regelmatig klachten binnenkomen over overlast van honden op enige van deze stranden, welke klachten betrekking hebben op overlast in het algemeen en klachten, die betrekking hebben op overlast als gevolg van onhygiënische situaties veroorzaakt door hondenuitwerpselen;

dat hun college, op grond van artikel 2.4.17., lid 1, sub b., van de Algemene plaatselijke verordening Noordoostpolder bevoegd is plaatsen aan te wijzen waar het de eigenaar of houder van een hond verboden is die hond te laten verblijven of te laten lopen;

dat, gelet op de kenbaar gemaakte klachten, naar hun oordeel redenen aanwezig zijn om met toepassing van dit artikel het strand nabij Zwolse Hoek, de twee stranden bij Schokkerhaven, alsmede het strand bij het Vollenhovermeer ter zake aan te wijzen;

dat zij van het voornemen om daartoe over te gaan, kennis hebben gegeven in De Noordoostpolder van 29 januari 1998, waarbij belanghebbenden in de gelegenheid zijn gesteld om terzake hun zienswijze kenbaar te maken tot 25 februari 1998;

dat van deze mogelijkheid gebruik is gemaakt door mevrouw C.T. Zelvelder te Nagele, die te kennen heeft gegeven een verbod voor honden op de desbetreffende stranden een goede maatregel te vinden, doch met dien verstande dat de maatregel zou moeten gelden voor de periode van 1 maart tot 1 november, zodat o.a. buurtbewoners gedurende de wintermaanden met hun hond de strandjes kunnen bezoeken;

dat zij, ten aanzien van deze zienswijze, overwegen dat aanleidingen om tot het instellen van een integraal verbod voor honden op de betreffende stranden zijn:

• a.

  overlast veroorzaakt door honden in het algemeen tijdens het badseizoen;

• b.

  overlast als gevolg van onhygiënische toestanden ten gevolge van hondenuitwerpselen op de stranden;

dat het toestaan van honden op de stranden gedurende de periode van 1 november tot 1 maart - zoals door mevrouw Zelvelder voorgestaan - gedurende deze periode niet zal leiden tot overlast voor badgasten van de stranden;

dat het toelaten van honden gedurende de periode van 1 november tot 1 maart wel inhoudt, dat de vervuiling van de stranden als gevolg van hondenuitwerpselen doorgaat, van welke vervuiling badgasten tot ver in het badseizoen hinder en overlast zullen ondervinden;

dat het algemeen belang, strandbezoek zonder overlast van honden en hondenuitwerpselen, dient te prevaleren boven het belang van de eigenaars/houders van honden om met hun honden de stranden te bezoeken;

gelet op artikel 2.4.17., lid 1., sub b., van de Algemene plaatselijke verordening Noordoostpolder;

B E S L U I T E N: