Regeling vervallen per 17-03-2004

Sociaal Statuut

Geldend van 20-07-2000 t/m 16-03-2004

Intitulé

Sociaal Statuut

Artikel 1. Definities

Begripsbepaling In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    ambtenaar:

    • 1.

      hij die overeenkomstig de bepalingen van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Noordoostpolder is aangesteld met uitzondering van de ambtenaar die in tijdelijke dienst is aangesteld krachtens artikel 2:4, lid 2, sub a, b of c van deze regeling;

    • 2.

      de werknemer waarmee een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is afgesloten;

  • b.

    werkgever: de gemeente Noordoostpolder;

  • c.

    organisatiewijziging: een belangrijke inkrimping of wijziging van de werkzaamheden van de gemeente (of een onderdeel daarvan) of een belangrijke wijziging van de laatst vastgestelde organisatiestructuur van de gemeente (of een onderdeel daarvan);

  • d.

    functie: het geheel van werkzaamheden dat door de ambtenaar is te verrichten;

  • e.

    passende functie: een functie die de ambtenaar redelijkerwijs in verband met zijn persoonlijkheid, zijn omstandigheden en de voor hem bestaande vooruitzichten kan worden opgedragen; onder persoonlijkheid, omstandigheden en vooruitzichten kunnen onder meer worden verstaan: interesse, capaciteiten, ervaring, leeftijd, gezondheidstoestand, gezinsomstandigheden, scholing, salaris, salarisaanspraken en vastgelegde promotiemogelijkheden;

  • f.

    passende werkzaamheden: werkzaamheden die de ambtenaar redelijkerwijs in verband met zijn persoonlijkheid, zijn omstandigheden en de voor hem bestaande vooruitzichten kunnen worden opgedragen;

  • g.

    geschikte functie: een functie die niet valt onder het begrip "passend" maar die de ambtenaar bereid is te vervullen en waarbij het belang van de dienst bij de vervulling van die functie door die ambtenaar wordt gediend;

  • h.

    geschikte werkzaamheden: werkzaamheden die niet vallen onder het begrip "passend" maar die de ambtenaar bereid is te vervullen;

  • i.

    plaatsing: het belasten van de ambtenaar met een functie;

  • j.

    directeur: de directeur van de bij de reorganisatie betrokken hoofdafdeling;

  • k.

    functieschaal: de voor de functie geldende salarisschaal, eventueel voorlopige functieschaal, volgens de geldende methode van functiewaardering;

  • l.

    formatie: een overzicht van de organisatiestructuur met de daarin te onderscheiden werkeenheden alsmede een aanduiding van de daarbinnen te onderscheiden functies naar aantal, aard en niveau zoals vastgesteld na toepassing van de in artikel 5 vastgelegde procedure;

  • m.

    personeelsplan: een overzicht van de personele invulling van de organisatiestructuur alsmede van de maatregelen om de gewenste personele invulling te bereiken;

  • n.

    coördinatieteam: de coördinatievergadering als bedoeld in artikel 15 van de Coördinatieverordening;

  • o.

    plaatsingscommissie: de commissie als bedoeld in artikel 8 en 9 van dit statuut;

  • p.

    bezwarencommissie: de commissie als bedoeld in artikel 11 en 12 van dit statuut;

  • q.

    huidige functie: de functie welke de ambtenaar bekleedt voor de plaatsing in het kader van de reorganisatie.

Artikel 2. Toepassingsgebied

Dit statuut is van toepassing op bij de gemeente Noordoostpolder uit te voeren ingrijpende reorganisaties aldus vastgesteld in de commissie voor georganiseerd overleg als bedoeld in artikel 12:1:5 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Noordoostpolder

Artikel 3. Algemene uitgangspunten

Dit statuut geeft uitvoering aan het personeelsbeleid waarbij het personeelsaspect een gelijkwaardige plaats inneemt naast technische, economische en andere aspecten. Teneinde zulks te waarborgen dient aan de volgende sociale, juridische en procedurele randvoorwaarden te worden voldaan:

  • a.

    de vormgeving van de nieuwe organisatie-onderdelen zal zodanig zijn dat aan de individuele ambtenaar voldoende mogelijkheden worden geboden om optimaal te kunnen functioneren;

  • b.

    iedere ambtenaar van het bij de reorganisatie betrokken organisatie-onderdeel heeft recht op plaatsing in een functie in de nieuwe organisatie-opzet. De reorganisatie zal geen gedwongen ontslagen tot gevolg hebben;

  • c.

    plaatsing zal zoveel mogelijk in een functie geschieden die dezelfde is als in de huidige situatie. Als uitgangspunt geldt het voldoen aan de profieleisen als een belangrijke voorwaarde:

  • d.

    plaatsing in een andere functie kan slechts geschieden in een functie die voor de amtbenaar passend of geschikt kan worden geacht. Hierbij wordt zo mogelijk rekening gehouden met de wensen van de ambtenaar;

  • e.

    voordat tot plaatsing in de nieuwe structuur wordt overgegaan wordt voor de ambtenaar de functieschaal van de huidige functie vastgesteld;

  • f.

    de geldende bepalingen met betrekking tot de rechtspositie blijvend onverminderd van toepassing, tenzij in dit statuut een afwijkende regeling is getroffen;

  • g.

    de algemene regels volgens welke het personeelsbeleid wordt gevoerd blijven onverminderd van toepassing, tenzij in dit statuut een afwijkende regeling is getroffen;

  • h.

    gedurende elke fase van het reorganisatieproces worden de direkt betrokken ambtenaren steeds tijdig over de voorgang geïnformeerd, opdat het proces voor een ieder inzichtelijk blijft en de ambtenaren de gelegenheid krijgen via de daarvoor aangegeven wegen hun inbreng te leveren;

  • i.

    iedere ambtenaar die te kennen geeft voor een andere - niet direct krachtens het bepaalde onder c. te vervullen - functie in de nieuwe organisatie-opzet in aanmerking te willen komen, wordt in de plaatsingsprocedure meegenomen.

Artikel 4. Algemene uitgangspunten

Bij de totstandkoming van de nieuwe structuur worden de volgende uitgangspunten en condities in acht genomen:

  • a.

    de organisatiestructuur zal doorzichtig en herkenbaar behoren te zijn;

  • b.

    de organisatiestructuur zal zoveel mogelijk ruimte bieden voor eigen inbreng en verantwoordelijkheid van de individuele ambtenaar;

  • c.

    de groepering van taken tot functies zal zodanig zijn dat inhoudsvolle functies ontstaan;

  • d.

    ten opzichte van de naar organisatiekundig inzicht wenselijke structuur van de organisatie kunnen teneinde plaatsingsproblemen te voorkomen in de marges wijzigingen worden aangebracht;

  • e.

    door de gemeentesecretaris zal met de ondernemingsraad over de nadere invulling van de in hoofdlijnen vastgestelde organisatiestructuur overleg worden gepleegd.

Artikel 5. Formatieplan

  • 1. Door de directeur wordt in samenspraak met de betrokken afdelingschefs en door de directeur Bedrijfsvoering en publiekszaken aangewezen ambtenaar een voorlopig formatieplan voorbereid. Dit plan omvat:

    • 1.

      gegevens omtrent de uitgewerkte nieuwe organisatie-opzet waar aangegeven welke motieven aan het plan ten grondslag liggen;

    • 2.

      de taakverdeling volgens de nieuwe functie-opzet met daarbij aangegeven aard en niveau van deze functies;

    • 3.

      een overzicht van de functies die - gelet op aard en niveau - ondanks de reorganisatie niet ingrijpend zijn gewijzigd ten opzichte van de huidige functies;

    • 4.

      een overzicht van functies die grotendeels gewijzigd of geheel nieuw zijn ten opzichte van de huidige functies.

  • 2. Bij het opstellen van het voorlopig formatieplan worden de uitgangspunten genoemd in artikel 3 in acht genomen.

  • 3. Het voorlopige formatieplan wordt ter kennis van de ambtenaar van de bij de reorganisatie betrokken werkeenheid gebracht.

  • 4. Over het voorlopig formatieplan wordt door de gemeentesecretaris overleg gevoerd met de ondernemingsraad.

  • 5. Burgemeester en wethouders stellen het formatieplan, gehoord de commissie voor georganiseerd overleg, vast.

Artikel 6. Plaatsingsbeleid: uitgangspunten en waarborgen

  • 1. Bij het plaatsingsbeleid gelden voor de ambtenaar de volgende uitgangspunten:

    • a.

      plaatsing van de ambtenaar dient zoveel mogelijk te geschieden in een functie die identiek is aan de huidige;

    • b.

      indien aan hetgeen onder a. is vermeld geen uitvoering kan worden gegeven geschiedt plaatsing in het algemeen in de volgende rangorde: plaatsing in een passende functie; plaatsing in een geschikte functie;

    • c.

      bij plaatsing zal uitgaande van bepaalde functievereisten en profielwensen niet alleen worden gelet op opleiding en ervaring maar ook op potentiële kwaliteiten

  • 4. Bij het plaatsingsbeleid gelden voor de ambtenaar de volgende waarborgen:

    • a.

      plaatsing geschiedt zo mogelijk in een functieschaal die tenminste gelijk is aan de functieschaal van de huidige functie;

    • b.

      na plaatsing zijn voor de ambtenaar de bezoldigingsvooruitzichten van toepassing zoals die gelden voor de nieuwe functie;

    • c.

      een te plaatsen ambtenaar kan niet worden verplicht tot het vervullen van een functie die meer dan een salarisschaal lager ligt dan die van zijn huidige functie;

    • d.

      de ambtenaar die niet kan worden geplaatst in een functie met een functieschaal die gelijk is aan die van zijn huidige functie en een functie aanvaardt met een lagere functieschaal, behoudt aanspraak op de functieschaal verbonden aan zijn huidige functie;

    • e.

      plaatsing wordt geen onderscheid gemaakt tussen voltijdwerkers en deeltijdwerkers;

    • f.

      de ambtenaar wordt in de gelegenheid gesteld een studie waarvoor krachtens de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Noordoostpolder faciliteiten zijn toegekend af te ronden. Op de ambtenaar rust geen terugbetalingsverplichting indien hij de studie staakt omdat het gezien de aard van de nieuwe werkzaamheden

      geen zin heeft de studie voort te zetten of omdat hij een andere studie gaat volgen die van belang is voor zijn nieuwe functie;.

    • g.

      indien de ambtenaar in zijn nieuwe functie geen aanspraak meer kan maken op enigerlei in zijn huidige functie structureel toegekende vergoeding of toelage bij of krachtens de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Noordoostpolder wordt hem onverminderd de normaal geldende regelingen een aflopende toelage van twee jaar toegekend, die in het eerste jaar na aanvang van de nieuwe werkzaamheden 100% bedraagt van de laatstelijk verleende vergoeding of toelage en in het daaropvolgende jaar 50%

Artikel 7. Voorlopig personeelsplan

  • 1. De afdeling personeel en organisatie stelt ten behoeve van de leden van de plaatsingscommissie een inventarisatie op van gegevens van de bij de reorganisatie betrokken ambtenaren. Deze inventarisatie omvat gegevens met betrekking tot:

    • a.

      de direct betrokken ambtenaren van de te reorganiseren sector (persoonsgegevens, aard van de dienstverbanden, bezoldigingsniveau's, opleiding en ervaring);

    • b.

      beschrijvingen van de huidige functies en functiewaarderingen;

    • c.

      vastliggende afspraken met betrekking tot promotie, functieverandering e.d.;

    • d.

      de belangstelling voor de functies voorkomende in het formatieplan;

    • e.

      ambtenaren die niet direct betrokken zijn bij de reorganisatie maar die belangstelling hebben getoond voor een functie voortvloeiende uit de reorganisatie. Het betreft hier dezelfde gegevens als hiervoor genoemd onder a tot en met c.

  • 2. De directeur ontwerpt - uitgaande van het formatieplan - in samenspraak met de betrokken afdelingschefs en een ambtenaar van de afdeling personeel en organisatie een voorlopig personeelsplan.

  • 3. Het personeelsplan omvat een opgave van:

    • a.

      de voorgenomen plaatsingen van de bij de plaatsingprocedure betrokken ambtenaren;

    • b.

      ambtenaren waarvoor niet zonder meer tot plaatsing in een functie kan worden overgegaan;

    • c.

      maatregelen welke getroffen moeten worden om plaatsing van de onder b. genoemde ambtenaren in een functie mogelijk te maken;

    • d.

      ambtenaren die in afwachting van plaatsing tijdelijk met andere werkzaamheden moeten worden belast.

  • 4. Het managementteam stelt het voorlopig personeelsplan vast.

Artikel 8. Plaatsingscommissie

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen een plaatsingscommissie in.

  • 2. De plaatsingscommissie brengt schriftelijk advies, waarin meerderheids- en minderheidsstandpunten kunnen worden verwoord, uit aan burgemeester en wethouders omtrent de plaatsing van de daarvoor in aanmerking komende ambtenaren aan de hand van het voorlopig personeelsplan.

Artikel 9. Plaatsingscommissie

De plaatsingscommissie is als volgt samengesteld:

  • a.

    de gemeentesecretaris als voorzitter;

  • b.

    de directeur van de bij de reorganisatie betrokken sector;

  • c.

    de chef van de afdeling personeel en organisatie;

  • d.

    twee vertegenwoordigers aangewezen door de in de commissie voor georganiseerd overleg vertegenwoordigde vakorganisaties;

  • e.

    een ambtenaar van de afdeling personeel en organisatie als secretaris (geen lid).

Artikel 10. Voorlopig plaatsingsbesluit

Burgemeester en wethouders nemen met inachtneming van de op grond van artikel 8, tweede lid, uitgebrachte adviezen een voorlopig plaatsingsbesluit en stellen de ambtenaar hiervan schriftelijk en met redenen omkleed op de hoogte. Bij dit besluit wordt een afschrift gevoegd van het advies van de plaatsingscommissie betreffende de ambtenaar.

Artikel 11. Bedenkingenprocedure

  • 1. De ambtenaar die bedenkingen heeft tegen het voorlopig plaatsingsbesluit wordt in de gelegenheid gesteld om zijn zienswijze binnen 10 dagen mondeling dan wel schriftelijk kenbaar te maken aan het afdelingshoofd.

  • 2. Indien de door de ambtenaar kenbaar gemaakte zienswijze burgemeester en wethouders ertoe leiden af te zien van de voorgenomen plaatsing, verzoeken zij de plaatsingscommissie opnieuw een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden tot plaatsing met inachtneming van de door hen bij dat verzoek te geven aanwijzingen.

  • 3. Naar aanleiding van een nieuw advies van de plaatsingscommissie wordt door burgemeester en wethouders een nieuw voorlopig plaatsingsbesluit aan de ambtenaar kenbaar gemaakt.

  • 4. Op het in het derde lid bedoelde voorlopige plaatsingsbesluit is het bepaalde in de leden 1 tot en met 3 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 12. Definitief besluit

  • 1. Burgemeester en wethouders gaan zo spoedig als mogelijk, doch niet eerder dan na inachtneming van een termijn van 17 dagen ter zaken van al de in artikel 10 genoemde voorlopige plaatsingsbesluiten tot definitieve besluitvorming over.

  • 2. Indien de door een ambtenaar overeenkomstig artikel 11, eerste lid kenbaar gemaakte bedenkingen niet leiden tot een van het voorlopige plaatsingsbesluit afwijkend definitieve beslissing, omvat het in het eerste lid genoemde definitieve besluit een gemotiveerde weerlegging van die bedenkingen.

  • 3. De ambtenaar kan tegen het in het eerste lid genoemde definitieve besluit binnen 6 weken een gemotiveerd bezwaarschrift indien bij burgemeester en wethouders.

Artikel 13. Beslissing op bezwaar

  • 1. Voordat burgemeester en wethouders op het bezwaar beslissen wordt de ambtenaar in de gelegenheid gesteld zijn bezwaren ten overstaan van het hoofd van dienst nader toe te lichten.

  • 2. Op de behandeling van het bezwaar zijn de hoofdstukken 6 en 7 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Artikel 14. Tijdelijke werkzaamheden

Hangende een onderzoek naar plaatsingsmogelijkheden of de behandeling van een bezwaar kan de ambtenaar - met toepassing van artikel 15:1:10 van de Collectieve Arbeidsvoorwaarden Noordoostpolder - worden verplicht tijdelijk andere werkzaamheden te verrichten of de functie te vervullen waartegen hij bezwaar heeft gemaakt.

Artikel 15. Introductie en scholing

  • 1. De ambtenaar heeft recht op een goede introductie en een adequate begeleiding op de nieuwe werkplek.

  • 2. De ambtenaar kan worden verplicht of in de gelegenheid gesteld tot het volgen van om-, her- en bijscholing indien dit door het bevoegd gezag voor het vervullen van de functie noodzakelijk c.q. wenselijk wordt geacht.

  • 3. De ambtenaar die de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt kan niet worden verplicht tot het volgen van om-, her- en bijscholing.

Artikel 16. Introductie en scholing

Burgemeester en wethouders kunnen na overleg met de commissie voor georganiseerd overleg van het bepaalde van dit statuut afwijken.

Artikel 17. Citeertitel en ingangsdatum

Deze regeling kan aangehaald worden als "Sociaal Statuut" en treedt in werking na officiële schriftelijke bekendmaking aan alle betrokkenen, maximaal 1 maand na vaststelling van dit besluit.

Ondertekening

Emmeloord, 20 juni 2000.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
de secretaris,              de burgemeester,