Parkeren van grote voertuigen in bebouwde kommen.

Geldend van 01-04-1997 t/m heden

Intitulé

Parkeren van grote voertuigen in bebouwde kommen.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder,

 

overwegende, dat hun college op grond van artikel 5.1.7., lid 1, van de Algemene plaatselijke verordening Noordoostpolder bevoegd is plaatsen aan te wijzen waar het verboden is voertuigen te parkeren, die met inbegrip van de lading een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2.4 meter, indien dit parkeren naar hun oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente;

 

dat zij, mede gelet op ingekomen klachten, van oordeel zijn dat dit parkeren schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente;

 

dat zij bij besluit van 17 december 1996 het voornemen hebben uitgesproken om alle in de gemeente gesitueerde bebouwde kommen, met uitzondering van de industrie-/ bedrijventerreinen aan te wijzen als plaats waar het parkeren met grote voertuigen als bedoeld in artikel 5.1.7., lid 1, verboden is;

 

dat een aantal belanghebbenden van de gelegenheid gebruik heeft gemaakt hun zienswijze met betrekking tot dit voornemen naar voren te brengen;

 

dat deze zienswijzen voornamelijk betrekking hebben op de vrees, dat als gevolg van het parkeren op industrieterreinen schade zal worden toegebracht aan de auto en dat kostbare zaken uit de besbetreffende auto's eerder op industrieterreinen dan in woonwijken, nabij de woningen van de betrokken chauffeurs, zullen worden gestolen;

 

dat hun college, na afweging van alle betrokken belangen, van oordeel is dat het algemeen belang - zijnde bescherming van het uiterlijk aanzien van de gemeente - voor het persoonlijk belang van de desbetreffende chauffeurs dient te gaan;

B E S L U I T E N:

  • 1.

    alle in de gemeente gesitueerde bebouwde kommen, met uitzondering van de industrie-/ bedrijventerreinen, aan te wijzen als plaats waar het parkeren met grote voertuigen als bedoeld in artikel 5.1.7., lid 1, van de Algemene plaatselijke verordening Noordoostpolder is verboden;

  • 2.

    te bepalen, dat onder bebouwde kommen dienen te worden verstaan de kommen waarvan gedeputeerde staten de grenzen hebben vastgesteld overeenkomstig artikel 27, lid 2, van de Wegenverkeerswet;

  • 3.

    te bepalen, dat dit besluit in werking treedt met ingang van 1 april 1997.

Ondertekening

Emmeloord, 18 februari 1997.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
de secretaris,               de burgemeester,