Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2011

Geldend van 25-11-2010 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2011

De raad van de gemeente Noordoostpolder,

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 september 2010, no. 16486-1;

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

B E S L U I T:

vast te stellen de

VERORDENING op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2011.

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

een set mini-containers:

  • a.

    een mini-container met een inhoud van 240 liter en een mini-container met een inhoud van 140 liter welke beide voorzien zijn van de inscriptie "Noordoostpolder", alsmede de vermelding van het jaar van levering, het registratienummer en het kenmerk, danwel;

  • b.

    twee mini-containers met beide een inhoud van 140 liter welke beide voorzien zijn van de inscriptie "Noordoostpolder", alsmede de vermelding van het jaar van levering, het registratienummer en het kenmerk.

Artikel 2. Aard van de belasting en belastbaar feit.

  • 1. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven terzake van het feitelijke gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3. Belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit of beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief.

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5. Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6. Wijze van heffing

  • 1. De belasting bedoeld in Hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De belasting bedoeld in Hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

  • 3. Per belastbaar feit kan afzonderlijk worden geheven.

Artikel 7. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting bedoeld in Hoofdstuk 1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in Hoofdstuk 1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als bedoeld in Hoofdstuk 1 van de tarieventabel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

  • 5. De belasting als bedoeld in Hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 7A. Lokale lastenvermindering

  • 1. Voor diegenen die bij het begin van het kalenderjaar belastingplichtig zijn, wordt het bedrag van de belasting, bedoeld in Hoofdstuk 1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, verminderd met een bedrag van € 25.

  • 2. Het bedrag van de lokale lastenvermindering wordt afzonderlijk op het aanslagbiljet vermeld.

  • 3. De in artikel 7 bedoelde heffing naar tijdsgelang wordt berekend alsof de lokale lastenvermindering niet zou zijn toegepast.

Artikel 8. Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt voor aanslagen die worden opgelegd in het belastingtijdvak waarop zij betrekking hebben, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, en het bedrag daarvan groter is dan € 25 maar minder is dan € 3.000 en het totaalbedrag van dat aanslagbiljet door middel van automatische incasso kan worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingtijdvak resteren. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. Indien de verschuldigde bedragen als genoemd in het tweede lid tweemaal achtereen niet kunnen worden geïncasseerd, vervalt met betrekking tot het betreffende aanslagbiljet de mogelijkheid tot automatische incasso en geldt de betaaltermijn als genoemd in het eerste lid.

  • 4. De belasting bedoeld in artikel 6, tweede lid, moet worden betaald op het moment van het doen van de kennisgeving.

  • 5. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10. Overgangsrecht

De "Verordening afvalstoffenheffing 2010" van 12 november 2009, no. 18929-9, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening afvalstoffenheffing 2011.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 november 2010.
De griffier, de voorzitter,

Tarieventabel, behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing 2011.

Algemeen.

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

 

Hoofdstuk 1. Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing.

 

1.1

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar

232,56

1.2

De belasting als bedoeld in onderdeel 1.1 wordt:

1.2.1

indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door één persoon vermeerderd met

0,00

1.2.2

indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door twee of meer personen vermeerderd met

41,04

1.3

De belasting als bedoeld in de onderdelen 1.1 en 1.2 wordt vermeerderd voor het in bruikleen hebben van een extra:

1.3.1

container van 240 liter, boven een set mini-containers, per container met

172,80

1.3.2

container van 140 liter, boven een set mini-containers, per container met

100,80

Hoofdstuk 2. Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

2.1

Onverminderd het bepaalde in Hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het achterlaten van afvalstoffen op het gemeentelijk afvalscheidingstation boven het aantal van twee bezoeken per aansluiting per jaar

2.1.1

voor het 3e tot en met het 5e bezoek, per bezoek

5,00

2.1.2

voor het 6e tot en met het 10e bezoek, per bezoek

10,00

2.1.3

voor ieder volgend bezoek boven het aantal van 10, per bezoek

15,00

2.2

Bij vermissing van het perceelgebonden pasje wordt voor de aanvraag van een nieuw pasje een bedrag in rekening gebracht van

10,00

Behoort bij raadsbesluit van 11 november 2010.

De griffier van de gemeente Noordoostpolder,