Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2011

Geldend van 25-11-2010 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2011

De raad van de gemeente Noordoostpolder,

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van

28 september 2010, no. 16486-1;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de

VERORDENING op de heffing en de invordering van leges 2011.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    maand: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    kwartaal: het tijdvak – binnen een aangesloten periode van drie maanden – dat loopt van de ne dag in een kwartaal tot de (n-1)e dag in het volgende kwartaal;

  • e.

    kalenderkwartaal: het aaneengesloten tijdvak van drie maanden, dat aanvangt op 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober van het jaar;

  • f.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • g.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “leges” worden rechten geheven terzake van het genot van, door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;

  • b.

    stukken, strekkende tot betaling van pensioenen, lijfrenten en andere periodieke uitkeringen;

  • c.

    het aan belanghebbenden verstrekken van minuten, afschriften of uittreksels van besluiten, akten en beschikkingen houdende:

    • a.

      de benoeming van ambtenaren en leden van colleges of commissies;

    • b.

      de verhoging van de bezoldiging van ambtenaren en leden van colleges of commissies.

  • d.

    het afgeven van stukken, alsmede voor het legaliseren van handtekeningen op stukken betreffende militaire zaken;

  • e.

    het afgeven van kwitanties voor geldsommen, alsmede van andere stukken, waarbij de ontvangst of de overneming van gelden of goederen wordt erkend of vermeld;

  • f.

    het afgeven van stukken en het verstrekken van inlichtingen, waarvan de kosteloze afgifte of verstrekking bij enig wettelijk voorschrift aan de gemeentebesturen is opgelegd;

  • g.

    het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften;

  • h.

    het verstrekken van invalidenparkeerkaart overeenkomstig artikel 49 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake Wegverkeer (Staatsblad 1990, 460);

  • i.

    het afgeven van ontheffingen ingevolge het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 indien deze het gevolg zijn van invaliditeit van de aanvrager;

  • j.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • k.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

  • 2. de Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.7 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.8.1.1 en 1.8.1.2 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      hoofdstuk 11 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1. De “Legesverordening 2010” van 12 november 2009, no. 18929-17, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 9 september 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten:

    a. die zich voor die datum hebben voorgedaan;

    b. waarop de Wet ruimtelijke ordening of de Woningwet zoals deze luidden voor inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht nog moeten worden toegepast, met dien verstande dat de van toepassing zijnde tarieven worden verhoogd met 2,5%, waarbij de uitkomst rekenkundig wordt afgerond op twee decimalen.

  • 2. Indien de inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsgevonden belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Legesverordening 2011.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 november 2010.
De griffier, de voorzitter,

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2011. Deel 1.

Indeling tarieventabel

 

Titel 1             Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1   Burgerlijke stand

Hoofdstuk 2   Reisdocumenten

Hoofdstuk 3   Rijbewijzen

Hoofdstuk 4   Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

Hoofdstuk 5   Verstrekkingen uit het Kiezersregister

Hoofdstuk 6   Bestuursstukken

Hoofdstuk 7   Kadaster

Hoofdstuk 8   Overige publiekszaken

Hoofdstuk 9   Gemeentearchief

Hoofdstuk 10 Winkeltijdenwet

Hoofdstuk 11 Wet op de kansspelen

Hoofdstuk 12 Leegstandswet

Hoofdstuk 13 Telecommunicatie

Hoofdstuk 14 Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 15 Diversen

Titel 2                        Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1   Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2   Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraag

Hoofdstuk 3   Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 4   Vermindering

Hoofdstuk 5   Teruggaaf

Hoofdstuk 6   Intrekking omgevingsvergunning

Hoofdstuk 7   Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Hoofdstuk 8   Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

Hoofdstuk 9   Sloopmelding

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

Titel 3             Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1   Horeca

Hoofdstuk 2   Organiseren evenementen of markten

Hoofdstuk 3   Brandbeveiligingsverordening

Hoofdstuk 4   In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

        

 

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand  

 1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap dan wel omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in het gemeentehuis te Emmeloord op:

 

 

1.1.1.1

dinsdag met een aanvang van 9.00 en 9.30 uur

 

kosteloos

1.1.1.2

maandag, woensdag, donderdag en vrijdag met een aanvang tussen 8.30 uur en 16.30 uur alsmede dinsdag met een aanvang tussen 10.00 uur  en 16.30 uur

335,00

1.1.1.3

Maandag, woensdag, donderdag en vrijdag met een aanvang tussen 8.30 uur en 16.30 uur alsmede dinsdag met een aanvang tussen 10.00 uur en 16.30 uur met een maximumduur van 15 minuten

88,00

1.1.1.4

zaterdag met een aanvang tussen 10.00 en 15.30 uur

535,00

1.1.2

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap dan wel omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op Schokland, in de Bantsiliek of in de Orchideeënhoeve

 

 

1.1.2.1

van maandag t/m vrijdag met een aanvang tussen 8.30 uur en 16.30 uur

410,00

1.1.2.2

zaterdag met een aanvang tussen 10.00 uur en 15.30 uur

657,00

1.1.3

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap dan wel omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een eenmalig aangewezen huis der gemeente op:

 

 

1.1.3.1

van maandag t/m vrijdag met een aanvang tussen 8.30 uur en 16.30 uur

410,00

1.1.3.2

zaterdag met een aanvang tussen 10.00 uur en 15.30 uur

657,00

1.1.4

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap dan wel omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

 410,00

1.1.5

Het tarief bedraagt voor de annulering van een reservering voor een huwelijk of registratie van een partnerschap dan wel omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk

16,65

1.1.6

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een huwelijksboekje of partnerschapsboekje

20,30

1.1.7

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

 

1.1.8

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een besluit tot uitstel van begraven of cremeren

22,15

 

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

1.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.2.1.1

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

52,10

1.2.1.2

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld onder 1.2.1.1 (zakenpaspoort)

58,20

1.2.1.3

tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander worden behandeld (faciliteitenpaspoort)

52,10

1.2.1.4

tot het bijschrijven van een kind in een reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 direct bij de aanvraag van dit nieuwe reisdocument

9,20

1.2.1.5

tot het bijschrijven van een kind middels een bijschrijvingssticker in een al uitgegeven reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3

21,50

1.2.1.6

tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) aan personen in de leeftijd tot en met dertien jaar (jeugdtarief NIK)

9,20

1.2.1.7

tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) aan personen in de leeftijd van veertien jaar en ouder

43,85

1.2.2

De tarieven genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.3 alsmede in 1.2.1.6 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van

45,00

1.2.3

Het tarief genoemd in 1.2.1 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 en het bijschrijven van één of meer kinderen als bedoeld in 1.2.1.4, slechts één keer per reisdocument berekend.

 

 

1.2.4

Het tarief genoemd in onderdeel 1.2.1.5 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag per bijschrijvingssticker van

21,40

1.2.5

Indien bij het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken, wijzigen en of aanvullen van een reisdocument als bedoeld onder 1.2.1 tot en met 1.2.2.1 een reeds eerder afgegeven reisdocument niet kan worden overlegd en niet reeds eerder is ingeleverd, dan worden de onder 1.2.1.1 tot en met 1.2.2 vermelde tarieven verhoogd met

16,25

1.2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een reisdocument dat niet leidt tot een verstrekking

10,40

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

 

 

1.3.1.1

het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs met een geldigheidsduur korter dan 10 jaar

 €

27,20

1.3.1.2

het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs met een geldigheidsduur van 10 jaar

36,06

1.3.1.3

het verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen

8,80

1.3.1.4

het verkrijgen van een formulier voor een eigen verklaring van de aanvrager van een rijbewijs omtrent zijn lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen van motorvoertuigen

3,15

1.3.2

Indien bij het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld onder 1.3.1.1, 1.3.1.2 en 1.3.5 een reeds eerder afgegeven rijbewijs niet kan worden overlegd en niet reeds eerder is ingeleverd, dan worden de onder 1.3.1.1 , 1.3.1.2 en 1.3.5 vermelde tarieven verhoogd met

   €

 

16,25

1.3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs dat niet leidt tot een verstrekking

10,40

1.3.5

Het tarief als genoemd in de onderdelen 1.3.1.1 en 1.3.1.2 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van

33,50

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd.

 

 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

9,10

1.4.2.2

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

 

 

1.4.2.2.1

voor 25 verstrekkingen

€ 

193,35

1.4.2.2.2

voor 100 verstrekkingen

682.50

1.4.2.2.3

voor 250 verstrekkingen

1.478,75

1.4.2.2.4

voor 500 verstrekkingen

€ 

2.275,00

1.4.3

De verstrekking van een gewaarmerkt afschrift aan de ingezetene, betreffende diens gehele of gedeeltelijke persoonslijst uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

€ 

29,65

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie of onderdeel daarvan, voor ieder daaraan besteed kwartier

16,25

1.4.5

De rechten voor het op verzoek verstrekken van schriftelijke verstrekkingen waarvoor de gehele gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, dan wel een gedeelte daarvan doorlopen moet worden en die moeten vervaardigd worden met behulp van het geautomatiseerde gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens(systeem), bedragen het bedrag der directe automatiseringskosten vermeerderd met 40% met een maximum van

1.830,45

1.4.6

Over de hoogte van de onder 1.4.5 bedoelde tarieven wordt de aanvrager voor het in behandeling nemen van de aanvraag door middel van een begroting van de kosten door of vanwege burgemeester en wethouders geïnformeerd. De betreffende aanvraag wordt eerst op de vijfde dag na de dag waarop de begroting van kosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht in behandeling genomen.

 

 

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer, bedoeld in artikel D4 van de Kieswet

9,10

Hoofdstuk 6 Bestuursstukken

1.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

 

1.6.1.1

een afschrift van de programmabegroting

€ 

116,75

1.6.1.2

een afschrift voor elk afzonderlijk deel van de programmabegroting

27,00

1.6.1.3

een afschrift voor de beleidsplanning

€ 

27,00

1.6.1.4

een afschrift van de programmarekening

116,75

1.6.1.5

een afschrift voor elk afzonderlijk deel van de gemeenterekening

27,00

1.6.1.6

een afschrift van een beleidsregel

8,20

1.6.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

 

1.6.2.1

een afschrift van een niet met name in deze verordening genoemde, in voorraad zijnde verordeningen, die:

 

 

1.6.2.1.1

niet meer dan 10 pagina's tellen, per verordening

11,55

1.6.2.1.2

niet meer dan 25 pagina's tellen, per verordening

23,10

1.6.2.1.3 

meer dan 25 pagina's tellen, per verordening

34,65

1.6.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

 

1.6.3.1

een bestemmingsplan zoals bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening of een uitwerkingsplan of wijzigingsplan zoals bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a en b van de Wet ruimtelijke ordening die:

 

 

 

niet meer dan 20 pagina's telt

34,00

 

niet meer dan 40 pagina's telt

51,25

 

meer dan 40 pagina's telt

77,15

 

toeslag voor kleurenkaarten, per kaartblad

34,00

1.6.3.2

een exemplaar van een structuurplan/structuurvisie

93,40

1.6.3.3

een exemplaar van een milieu-effectrapport (MER)

73,10

1.6.3.4

een exemplaar van een beeldkwaliteitsplan

50,25

1.6.3.5

een exemplaar van de toelichting op de Bouwverordening

36,05

1.6.3.6

digitale bestemmingsplannen:

 

 

 

a. voor een toelichting en voorschriften, per aangemaakt bestand

27,40

 

b. voor digitale kaarten, per aangemaakt bestand

27,40

1.6.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

 

1.6.4.1

een ontheffing, een vergunning, een gunstige beschikking op een verzoekschrift, of voor een ander stuk in het persoonlijk belang van de aanvrager opgemaakt, voor zover zij niet afzonderlijk in deze verordening of in een andere belastingverordening van de gemeente, dan wel in andere rechtsregels zijn genoemd, per vergunning, beschikking, ontheffing e.d.

22,15

1.6.4.2

een vergunning om te venten geldig voor

 

 

1.6.4.2.1

ten hoogste één week

22,15

1.6.4.2.2

één jaar, gedurende één dag per week

110,65

1.6.5

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van informatie aan makelaars/taxateurs van informatie over percelen en hun omgeving waarbij gebruik wordt gemaakt van een taxatieformulier ten behoeve van taxatie- en/of verkoopopdrachten per, kadastraal perceel of perceelsgedeelte (per adres)

55,40

1.6.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een ontheffing voor het verbranden van afval

42,45

 

 

Hoofdstuk 7 Kadaster

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van nasporingen in het gemeentelijk kadaster voor ieder daaraan besteed kwartier of deel daarvan

22,00

1.7.2

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

 

 

a. een hypothecair uittreksel, per object

14,80

 

b. een kadastraal uittreksel over een object, per object

14,80

 

c. een kadastraal uittreksel over een persoon, per object

14,80

 

d. een uittreksel kadastrale kaart

14,80

 

Hoofdstuk 8 Overige publiekszaken

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.8.1.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

31,25

1.8.1.2

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag ten behoeve van meerdere personen uit één gezin, indien die verklaringen nodig zijn voor één hetzelfde charitatieve of filantropische doel danwel adoptie

31,25

1.8.1.3

tot het verkrijgen van een attestatie de vita

9,10

1.8.1.4

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

9,10

1.8.1.5

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening of foto of andere stukken door een andere gemeente, inclusief de verzending ervan naar die gemeente

9,10

1.8.1.6

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent nationaliteit

9,10

1.8.1.7

tot het verkrijgen van een verklaring van voorgenomen vestiging

9,10

Hoofdstuk 9 Gemeentearchief

1.9.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van nasporingen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier of deel daarvan

16,25

1.9.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

 

 

1.9.2.1

een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina

0,35

1.9.2.2

een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk

5,10

 

Hoofdstuk 10 Winkeltijdenwet

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing ingevolge de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

22,15

Hoofdstuk 11 Kansspelen

1.11.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

 

1.11.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

56,50

1.11.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

 

 €

 

22,50

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat

34,00

1.11.1.3

voor een vergunning over een gedeelte van een periode van twaalf maanden wordt een evenredig deel van het onder 1.11.1.1 en 1.11.1.2 vermelde tarief geheven. Bij de berekening van het te betalen bedrag wordt een deel van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.

 

 

1.11.1.4

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd

226,50

1.11.1.5

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat

 

 

226,50

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat

136,00

1.11.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

22,15

Hoofdstuk 12 Leegstandswet

1.12.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.12.1

tot het verkrijgen van en vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

22,15

1.12.2

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet

22,15

 

Hoofdstuk 13 Telecommunicatie

1.13.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet

374,00

1.13.2

Het tarief bedraagt voor nagekomen individuele aansluitingen van CATV-signalen

129,30

1.13.3

Het tarief vermeld onder 1.13.1. en 1.13.2 wordt vermeerderd met de beheerskosten per strekkende meter sleuf (ongeacht het type ondergrond)

1,05

 

en per lasgat vermeerderd met

1,40

1.13.4

Indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, wordt het tarief genoemd onder 1.13.1 verhoogd met

299,45

 

Hoofdstuk 14 Verkeer en Vervoer

Niet van toepassing

Hoofdstuk 15 Diversen

1.15

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.15.1

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.15.1.1

per pagina op papier van A-4 formaat € 0,35 met een minimum van € 1,75;

1.15.1.2

per pagina op papier van A-3 formaat € 0,40 met een minimum van € 2,00;

1.15.1.3

per pagina op papier van A-2 formaat € 0,50 met een minimum van € 2,50;

1.15.1.4

per pagina op papier van A-1 formaat € 2,10;

1.15.1.5

per pagina op papier van A-0 formaat € 4,20.

1.15.2

kleuren fotokopieën, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.15.2.1

per pagina op papier van A-4 formaat

€ 

1,45

1.15.2.2

per pagina op papier van A-3 formaat

2,55

1.15.3

kaarten, tekeningen en afdrukken, al dan niet behorend bij de in het onderdeel 1.15.1 en/of 1.15.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of afdruk:

 

 

 

 

 

Voor automatisch vervaardigde analoge tekeningen e.d.

 

 

formaat

extra kopie

kleurenkopie

A0

€ 62,95

€ 4,80

A1

€ 41,95

€ 2,45

A2

€ 28,00

€ 1,20

A3

€ 18,65

€ 0,60

€ 2,55

A4

€ 12,45

€ 0,30

€ 1,45

voor het op verzoek ondersteuning te verlenen bij het vervaardigen van automatische tekeningen voor ieder daaraan besteed kwartier of deel daarvan € 22,00.

1.15.3.1

De tarieven vermeld onder 1.15.3 worden voor het vervaardigen van een PDF-bestand i.p.v. een analoge afdruk, vermeerderd per PDF-bestand met een bedrag van

10,-

1.15.4

a. een set huisnummerkaarten van Emmeloord

230,-

b. een set huisnummerkaarten van alle kernen

285,-

In bebouwd gebied:

kosten per aanvraag:

€ 26,00 administratiekosten vermeerderd met € 26,00 aanmaakkosten per bestand vermeerderd met € 16,00 per ha.

In landelijk gebied:

kosten per aanvraag:

€ 26,00 administratiekosten vermeerderd met € 26,00 aanmaakkosten per bestand vermeerderd met € 2,60 per ha.

Voor infrastructuur in landelijk gebied:

kosten per aanvraag:

€ 26,00 administratiekosten vermeerderd met € 26,00 aanmaakkosten per bestand vermeerderd met € 6,00 per ha.

1.15.6

Stukken of uittreksels welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

1,30

1.15.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gemeentelijke woonwagenstandplaats en/of woonwagen

14,45

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2011. Deel 2.

 

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijving

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten:

 

de aannemingssom inclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.2

bouwkosten:

 

de aannemingssom inclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, inclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.3

sloopkosten:

 

de aannemingssom inclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

 

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

Niet van toepassing

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten minder of gelijk bedragen dan € 113.446,-: 16,25‰ van die bouwkosten met een minimum van € 81,25;

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 113.446,- bedragen of meer, doch minder of gelijk dan € 453.781,-: € 1.843,49 vermeerderd met 11,05‰ van het bedrag waarmee die bouwkosten € 113.446,- te boven gaan;

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten € 453.781,- of meer, doch minder of gelijk dan € 10.000.000,00: € 5.604,19 vermeerderd met 5,85‰ van het bedrag waarmee die bouwkosten € 453.781,- te boven gaan;

2.3.1.1.4

indien de bouwkosten € 10.000.000,- of meer bedragen: € 61.449,57 vermeerderd met 1,‰ van de bouwkosten boven € 10.000.000,-

2.3.1.1.5

Ter bepaling van het verschuldigde bedrag moet door de aanvrager van de vergunning bij zijn aanvraag een begroting van de bouwkosten worden overgelegd. Indien deze begroting burgemeester en wethouders onjuist voorkomt, alsmede in het geval, dat de belanghebbende in gebreke blijft een behoorlijke opgaaf over te leggen, stellen zij vorenbedoelde kosten vast en worden de rechten naar de uitkomst daarvan geheven tot uit een kracht van gewijsde gedane uitspraak op een bezwaarschrift door belanghebbende ingediend blijkt, dat de schatting te hoog is geweest in welk geval het recht verschuldigd is naar de uit die uitspraak blijkende kosten van het werk.

2.3.1.2

Voor het inwinnen van het benodigde advies van een daartoe aangewezen welstandscommissie worden de onder 2.3.1.1.1 t/m 2.3.1.1.4 berekende rechten verhoogd,

 

indien de bouwkosten minder of gelijk dan € 10.000.000,- bedragen, met 3,0‰ van de bouwkosten met een minimum van € 10,-; 

 

indien de bouwkosten € 10.000.000,00 bedragen of meer, € 30.000,- vermeerderd met 0,125‰ van de bouwkosten boven € 10.000.000,-.

2.3.2

Aanlegactiviteiten

 

 

2.3.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief

 

 

 

 

323,-

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

 

 

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking), wordt het overeenkomstig 2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met

 323,-

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking), wordt het overeenkomstig 2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met:

 323,-

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) indien een (voor) ontwerpbestemmingsplan reeds aanwezig is, wordt het overeenkomstig 2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met:

 862,-

2.3.3.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking), wordt het overeenkomstig 2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met:

5.508,-

2.3.3.5

Indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking), wordt het overeenkomstig 2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met:

 323,-

2.3.3.6

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan), wordt het overeenkomstig 2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met

 862,-

2.3.3.7

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving), wordt het overeenkomstig 2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met:

 323,-

2.3.3.8

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving), wordt het overeenkomstig 2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met:

 323,-

2.3.3.9

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit), wordt het overeenkomstig 2.3.1.1 berekende bedrag verhoogd met:

 862,-

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

 

 

 

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

 323,-

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

 323,-

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) indien een (voor) ontwerpbestemmingsplan reeds aanwezig is:

 862,-

2.3.4.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

5.508,-

2.3.4.5

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

 323,-

2.3.4.6

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

 862,-

2.3.4.7

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

 

 

 

 

 

 

 

323,-

2.3.4.8

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

 323,-

2.3.4.9

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

 862,-

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

2.3.5.1

a. waarin alleen bouwkundige brandpreventieve voorzieningen zijn opgenomen. Hieronder vallend, compartimentering, vluchtwegen, vluchtwegaanduiding en handblusmiddelen.

€ 

 41,30

 

b. waarin zowel bouwkundige- als technische brandpreventieve voorzieningen zijn opgenomen. Hieronder vallend, brandmeldinstallaties, rook- en warmte afvoerinstallaties, sprinklerinstallaties, C02 installaties e.d.

328,-

2.3.5.2

beoordelen van een inrichting, met betrekking tot het brandveilig gebruik ervan, waarvoor:

 

 

 

een gebruiksvergunning ingevolge het Gebruiksbesluit nodig is indien het betreft een bouwwerk, als bedoeld in artikel 2.11.1 van het Gebruiksbesluit:

320,-

 

de rechten, als bedoeld in 2.3.5.2. worden verhoogd met een bedrag per m² oppervlakte van het bouwwerk, volgens de navolgende berekeningswijze

 

 

 

0 t/m 200 m²

een bedrag van € 0,00

201 t/m 500 m²

te verhogen met een bedrag van € 1,94 per m² boven het aantal van 200 m²

501 t/m 2000 m²

€ 582,00 en te verhogen met een bedrag van € 0,64 per m² boven het aantal van 500 m²

2.001 t/m 5.000 m²

€ 1.542,00 en te verhogen met een bedrag van € 0,17 per m² boven het aantal van 2.000 m²

5.001 t/m 50.000 m²

€ 2.052,00 en te verhogen met een bedrag van € 0,04 per m² boven het aantal van 5.000 m²

50.001 en meer m²

€ 3.852,00 en te verhogen met een bedrag van € 0,02 per m² boven het aantal van 50.000 m²

2.3.5.3

De rechten bedragen voor controlewerkzaamheden aan inrichtingen ingevolge het Gebruiksbesluit en Brandbeveiligingsverordening vanaf de tweede en iedere volgende controle van die inrichting, per controle:

 

 

 

€ 

 

 

 100,-

2.3.5.4

Behoudens het bepaalde in de voorgaande leden wordt bij overgang van een vergunningplichtig bouwwerk naar een nieuwe rechthebbende/gebruiker slechts het tarief, als bedoeld in 2.3.5.1 in rekening gebracht, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden: de inrichting houdt dezelfde bestemming; de inrichting ondergaat bouwkundig en qua inrichting geen wijzigingen.

 

 

2.3.5.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor zover daarvoor niet elders in dit artikel een tarief is opgenomen

€ 

 22,15

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten

 

 

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo,  of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens de gemeentelijke “Monumentenverordening 1996” aangewezen monument, waarvoor op grond van artikel 9, tweede lid, van deze verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

 

 

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

€ 193,- verhoogd met de kosten die voor een onderbouwing moeten worden opgesteld waarbij externe advieswerkzaamheden worden verricht (zoals adviezen van de Monumentencommissie), met een bedrag blijkend uit een kostenopgave die terzake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

 

2.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

 € 193,- verhoogd met de kosten die voor een onderbouwing moeten worden opgesteld waarbij externe advieswerkzaamheden worden verricht (zoals adviezen van de Monumentencommissie), met een bedrag blijkend uit een kostenopgave die terzake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

 

 

 

 

 

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

 

2.3.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening of artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

 

 

 

 € 

 

 

 

 

 

 

 

22,15

 

 

Aanleggen of veranderen weg

 

 

2.3.8

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 

 

 

 

 

 

 

 83,-

 

 

 

 

2.3.9

Uitweg/inrit

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 

 

 

 

 

 

 

22,15

 

 

 

 

2.3.10

Kappen

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2, lid 1 van de gemeentelijk Bomenverordening 2005 een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

 

 

 

€ 

 

 

 

 

 

 83,-

 

 

 

 

2.3.11

Opslag van roerende zaken

 

 

 

Niet van toepassing

 

 

 

 

 

 

2.3.12

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

 

 

2.3.12.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:

€ 

 

 

 

 

 

 

83,-

2.3.12.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998

€ 

 

 

 

 

 

83,-

 

 

 

 

2.3.13

Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief

€ 

 

 

 

83,-

2.3.14

Andere activiteiten

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 

 

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 22,15

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 22,15

2.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning:

 22,15

2.3.14.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

 

 

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

 

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

 

 

 

 

 

2.3.16

Advies

 

 

 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning:

 

 

 

 

€ 

 

 

 

 

83,-

 

 

 

 

2.3.17

Verklaring van geen bedenkingen

 

 

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

 

2.3.17.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 

 83,-

2.3.17.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 

 83,-

 

Hoofdstuk 4 Vermindering

 

 

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning  betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17. De vermindering bedraagt:

 

 

2.4.1.1

bij 5 tot 10 activiteiten:

 

 

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

2%

2.4.1.2

bij 10 tot 15 activiteiten:

 

 

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

3%

2.4.1.3

bij 15 of meer activiteiten:

 

 

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

 

5%

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor  bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken

100%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

 

 

 

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

 

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. Teruggaaf wordt alleen verleend indien de aanvraag om teruggaaf binnen zes weken na intrekking van de verleende vergunning wordt ingediend. De teruggaaf bedraagt:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

50%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, behoudens onderdeel 2.3.1.2  en de gemaakte kosten voor een onderbouwing die moet worden opgesteld waarbij externe advieswerkzaamheden moeten worden verricht uit onderdeel 2.3.6.1.1 en 2.3.6.1.2.

 

 

 

 

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

 

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit  bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

 

 

 

50%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, behoudens onderdeel 2.3.1.2  en de gemaakte kosten voor een onderbouwing die moet worden opgesteld waarbij externe advieswerkzaamheden moeten worden verricht uit onderdeel 2.3.6.1.1 en 2.3.6.1.2.

 

 

 

 

2.5.4

Minimumbedrag voor teruggaaf

 

 

Een bedrag minder dan € 81,25 wordt niet teruggegeven.

 

 

 

 

2.5.5

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

 

 

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17 wordt geen teruggaaf verleend.

 

 

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

 

 

Niet van toepassing

 

 

 

 

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

 

 

 

 

 

 

83,-

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening het bedrag van het voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten. Artikel 2.8.1 is van overeenkomstige toepassing.

2.8.1

Over de hoogte van de onder 2.8 bedoelde rechten wordt de aanvrager door middel van een begroting van de kosten door of vanwege burgemeester en wethouders geïnformeerd. De betreffende aanvraag wordt eerst op de vijfde dag, na de dag waarop de begroting van kosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht in behandeling genomen.

 

 Hoofdstuk 9 Sloopmelding

 

2.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in artikel 8.1.2 van de Bouwverordening

€ 

 22,15

 

 

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

 

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

 22,15

 

 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet

166,45

3.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

27,55

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een vergunning op grond van de Drank- en Horecawet

55,50

 

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

 

3.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning o.g.v. artikel 2.25 van de APV Noordoostpolder voor grote evenementen

€ 

111,-

 

Hoofdstuk 3  Brandbeveiligingsverordening

 

 

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening

95,70

3.3.1

de rechten, als bedoeld in 3.3. worden, behoudens het gestelde in 3.3.2, verhoogd met een bedrag naar tijdsgelang voor het opgericht hebben en houden van het tijdelijk bouwsel, dan wel voor de duur van het evenement inclusief de periode benodigd voor opbouw en demontage van het tijdelijk bouwsel of het evenement, volgens de navolgende berekeningswijze:

 

 

3.3.1.1

voor een periode van maximaal drie dagen

€ 

67,10

3.3.1.2

voor een periode van minimaal vier tot maximaal zeven dagen

€ 

134,20

3.3.1.3

voor een periode van meer dan zeven dagen

€ 

201,30

3.3.2

De rechten bedragen met betrekking tot kermissen, circussen en dorpsfeesten zonder - bedrijfsmatige - activiteiten per vergunningaanvraag:

 

 € 

 

 

95,70

 

Hoofdstuk 4  In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

 

€ 

 

 

22,15

 

Behoort bij raadsbesluit van 11 november 2010.

De griffier van de gemeente Noordoostpolder,