Optie- en uitgiftebeleid bedrijventerreinen

Geldend van 01-02-2006 t/m heden

Intitulé

Optie- en uitgiftebeleid bedrijventerreinen

Hoofdstuk 1. Inleiding

Het formuleren van optie- en uitgiftebeleid is een nadere uitwerking van de raamwerknota economisch beleid. Dit beleidsstuk heeft een dwarsverband met de nota grondbeleid. De reden voor het opstellen van dit beleidsstuk is gelegen in de behoefte aan duidelijke kaders voor het uitgeven van kavels in optie dan wel voor de verkoop. Deze behoefte is niet alleen aanwezig binnen de gemeente maar ook zeker bij het bedrijfsleven. De “Algemene voorwaarden voor de verkoop van grond”, voor het laatst vastgesteld op 15 september 1992, no. 9027-1, blijft onverkort van kracht.

Binnen Noordoostpolder is de gemeente uitgever van het merendeel van de bedrijventerreinen. Bij de ontwikkeling van de polder was de uitgifte een taak van de Domeinen (Zwolse Vaart en Industrieweg). Nu bieden naast de gemeente enkele projectontwikkelaars terreinen aan; Bedrijventerrein A6 en Ecopark. Deze notitie over het optie- en uitgiftebeleid beperkt zich tot de door de gemeente uit te geven terreinen. Ook het nut of de noodzaak van het projectmatig verkopen van terreinen aan projectontwikkelaars komt in dit stuk niet aan de orde.

Hoofdstuk 2. Verkoopproces

2.1 Intake

De ondernemer en een medewerker van taakveld economische zaken (EZ) wisselen informatie uit. EZ maakt een gespreksnotitie en onderhoudt de contacten.

2.2 Optie

Aan de hand van de plannen en de wensen van de ondernemer en de beschikbaarheid van kavels wordt de meest geschikte plaats bepaald. Hierbij houdt de gemeente rekening met een logische opvulling van het terrein. De plannen moeten voldoen aan de bestemmingsplanbepalingen. De ondernemer ontvangt vervolgens een schriftelijke bevestiging van de optie. De optieperiode heeft een duur van 3 maanden. Het optieformulier met de bijlagen geeft ook informatie over de ligging en oppervlakte van de kavel en over het betreffende bestemmingsplan. Verder is er informatie bijgesloten over de nutsbedrijven en formulieren voor de bouw- en milieuvergunningaanvraag. Gelijktijdig met het verstrekken van een optie stelt de gemeente de naastliggende ondernemer op de hoogte van het feit dat de aangrenzende kavel in optie is gegeven.

2.3 Verlenging van de optie

Na de optieperiode vervalt de optie, tenzij de optienemer voor het eind van de optieperiode verzoekt de optie te verlengen. Het is aan de gemeente of en onder welke voorwaarden de optie wordt verlengd. Dit is mede afhankelijk van andere gegadigden voor de betreffende kavel en de vordering van de plannen van de ondernemer. Verlenging van de optie is niet van toepassing op de grondprijs.

2.4 Aankoopprocedure

Voorafgaande aan de aankoop dient de ondernemer een ondernemersplan in. Het ondernemersplan geeft duidelijkheid over o.a. bedrijfsactiviteiten, globale vormgeving en afmetingen van het te bouwen pand, bouwperiode, inrichting van het terrein, etc. Hierbij mag men volstaan met het plan wat men ook bij de bank indient voor de financiering. Op het moment van aankoop is tevens duidelijk dat de onderneming op die plaats kan worden uitgeoefend.

Gemeente stelt een voorlopige koopakte op. Deze gaat in viervoud naar de koper met het verzoek deze te tekenen en drie exemplaren te retourneren. Bij de voorlopige koopakte is tevens een rekening gevoegd zijnde 5% van de koopsom. Met het tekenen van de voorlopige koopakte dient ook deze aanbetaling te worden gedaan. Voor het tekenen en aanbetalen staat een termijn van maximaal 6 weken.

Nadat de getekende akten en de 5% aanbetaling zijn ontvangen gaan ze via het college van burgemeester en wethouders naar een notaris. De notaris stelt de definitieve koopakte op en maakt met de koper een afspraak voor de notarië le overdracht.

2.5 Bijkopen door een gevestigde ondernemer

Indien de gevestigde ondernemer bij wil kopen dient dat schriftelijk aan de gemeente te worden gemeld, de ondernemer krijgt hiervoor vier weken de tijd. In geval van bijkopen schuift de nieuwe ondernemer op c.q. er wordt voor zover mogelijk een andere kavel aangeboden. Indien de te verkopen kavel ingeklemd ligt tussen twee bedrijven, dan worden beide bedrijven in de gelegenheid gesteld bij te kopen. Gemeente houdt minimaal een verkoopbare kavel over, dan wel de laatste kavel wordt in zijn geheel verkocht.

Hoofdstuk 3. Aanvullende bepalingen

3.1 Lijst van geïnteresseerden

In bepaalde gevallen kan een lijst van geïnteresseerden voor kavels op een bedrijventerrein worden aangelegd. Onder andere bij de aanleg van een nieuw bedrijventerrein. Zodra de opleveringsdatum van het nieuwe terrein bekend is worden deze geïnteresseerden uitgenodigd om hun wensen kenbaar te maken.

3.2 Bouwrijpe grond

Kavels worden bouwrijp verkocht. Dit houdt in dat de kavels ontsloten zijn door openbare wegen, de kavels zijn geëgaliseerd en vrij van obstakels. Het terrein is aangelegd conform het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Voor elk bedrijventerrein is een geldig bodemonderzoeksrapport aanwezig.

3.3 In- en uitrit

Gemeente verleent toestemming voor het aanleggen van een in- en uitrit. De in- en uitrit dient te voldoen aan een aantal voorwaarden. Het document met daarin de voorwaarden en de te volgen procedure wordt door de gemeente verstrekt.

3.4 Bouwplicht

Voor zowel nieuw te vestigen ondernemers als voor gevestigde ondernemers die aangrenzend bijkopen geldt een bouwplicht. De bestemmingsplannen gaan uit van een minimum bebouwingspercentage van 20% van de aan te kopen oppervlakte. Een gevestigde ondernemer mag deze 20% bebouwingsplicht realiseren door het bestaande pand op zijn bestaande kavel uit te breiden.

De ondernemer dient binnen 6 maanden na de datum waarop het college tot de verkoop heeft besloten met de bouw van het bedrijfspand te starten, binnen 20 maanden na de datum waarop het college tot de verkoop heeft besloten dient het perceel door de koper te zijn bebouwd en ingericht overeenkomstig de bestemming.

3.5 Vergunningen

Voor het bouwen van een bedrijfspand is een bouwvergunning en in bepaalde gevallen ook een milieuvergunning nodig. Voordat met de bouw wordt begonnen dienen alle benodigde vergunningen te zijn verleend. Aan de vergunningen zijn leges verbonden. Gemeente stelt, bij het in optie nemen van een kavel of bij de aankoop van een kavel, de aanvraagformulieren voor de vergunningen beschikbaar.

3.6 Antispeculatiebeding

Het is de koper niet toegestaan de aangekochte kavel onbebouwd door te verkopen.

3.7 Parkmanagement

Vooruitlopend op het opzetten van vormen van parkmanagement zal wat de nieuwe bedrijventerreinen bij Emmeloord betreft een verplichting tot deelname in het koopcontract worden opgenomen. Deze verplichting heeft betrekking op deelname aan collectieve terreinbeveiliging en collectieve bewegwijzering.

3.8 Onderhoudsplicht

Met de overdracht van de kavel aan een ondernemer krijgt deze ondernemer ook de onderhoudsplicht voor de kavel. De niet bebouwde delen van de kavel dienen er goed onderhouden bij te liggen.

3.9 Grondprijs

De grondprijs wordt door de gemeenteraad vastgesteld. Normaal gesproken vindt steeds per 1 januari een prijsaanpassing plaats. Notariële grondtransacties die voor 1 maart daarop volgend passeren, vinden plaats tegen de "oude" grondprijs. Binnen een optieperiode blijft de grondprijs ongewijzigd.

3.10 Nutsvoorzieningen

Behoudens de aansluiting op de riolering dient de ondernemer/eigenaar voor de overige nutsvoorzieningen afspraken te maken met het betreffende nutsbedrijf. Informatie hierover wordt door de gemeente verstrekt.

3.11 Notaris

Wettelijk is bepaald dat de koper de notariskeuze mag maken. Vanwege praktische voordelen heeft de gemeente een voorkeur voor de plaatselijke notarissen; die zijn goed op de hoogte van de bijzondere voorwaarden en beperkingen. Wanneer de koper geen voorkeur aangeeft maakt de gemeente een keuze voor één van de twee plaatselijke notariskantoren.

Ondertekening

Emmeloord, 17 januari 2007
het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester