Beleidsregels voor het vestigen van het recht van opstal en het bepalen van de (jaarlijks) verschuldigde vergoeding

Geldend van 27-01-2011 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels voor het vestigen van het recht van opstal en het bepalen van de (jaarlijks) verschuldigde vergoeding.

Het college van burgemeester en wethouders,

Overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen voor het vestigen van het recht van opstal op gemeentegrond en het bepalen van de verschuldigde vergoeding;

Gelet op artikel 160, lid 1 onder e Gemeentewet in samenhang met artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

Besluit de volgende Beleidsregels recht van opstal vast te stellen.

Artikel 1. Geen uitgifte op verkoopgrond

Op gronden, die nog moeten worden uitgegeven en waarvoor in een exploitatieopzet een uitgifteprijs is opgenomen, kan geen recht van opstal worden gevestigd.

Artikel 2. Berekeningsmethodiek

  • 1. De jaarlijks verschuldigde vergoeding voor het recht van opstal, voor commerciële gebruikers, wordt als volgt berekend:

    • -

      het aantal bebouwde/te bebouwen m waarvoor het recht van opstal wordt gevestigd, wordt vermenigvuldigd met de factor 1,1 (a);

    • -

      de resterende (onbebouwde) m worden vermenigvuldigd met de factor 0,2 (b);

    • -

      deze m2 (a + b) worden bij elkaar opgeteld en vormen samen het aantal toerekenbare m (c);

    • -

      de grondprijs (per m, waarover geen BTW is verschuldigd) waarmee wordt gerekend, wordt jaarlijks opgenomen in de vast te stellen grondprijzenbrief (d);

    • -

      het rentepercentage waarmee wordt gerekend bedraagt 5% en is gerelateerd en gekoppeld aan de rente die wordt gehanteerd bij het vaststellen van de begrotingsrichtlijnen, startpunt is rentepercentage begroting 2010 (e);

    • -

      de jaarlijks verschuldigde vergoeding wordt bepaald door de uitkomst van c te vermenigvuldigen met d en e.

  • 2. Bij de vestiging van het recht van opstal, wordt de vergoeding voor het eerste jaar naar rato van de resterende tijd in rekening gebracht.

Artikel 3. Prijs voor vijf jaar

  • 1. De berekende vergoeding wordt vastgesteld voor een periode van vijf jaar. Na vijf jaar wordt de vergoeding aangepast als de rente (e) of de grondprijs is gewijzigd.

  • 2. De vergoeding wordt tussentijds wel aangepast als het aantal bebouwde m wijzigt.

Artikel 4. Niet commerciele instellingen

  • 1. Voor niet commerciële instellingen waaronder verstaan wordt maatschappelijke instellingen zonder winstoogmerk, is gekozen voor een vast (laag) tarief van € 25,00 per jaar. Dit tarief is niet afhankelijk van het aantal bebouwde/onbebouwde m en ook niet van de grondprijs per m.

  • 2. In de jaarlijkse grondprijzenbrief wordt een overzicht opgenomen van deze instellingen. De vergoeding wordt tussentijds wel aangepast als blijkt dat de gronden of de daarop gestichte gebouwen geheel of gedeeltelijk voor commercieel gebruik worden aangewend.

Artikel 5

Eerder gemaakte afspraken, lopende onderhandelingen e.d. kunnen aanleiding zijn om van de richtlijnen af te wijken.

Artikel 6. Bijzondere gevallen

In bijzondere gevallen, bijvoorbeeld een gebouw met meerdere verdiepingen, kan het college besluiten van deze richtlijnen af te wijken.

Artikel 7. Notariële kosten

De verschuldigde overdrachtbelasting en de kosten die verbonden zijn aan het notarieel vastleggen van het recht van opstal zijn voor rekening van de opstaller.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder op 18 januari 2011.