Regeling vervallen per 01-02-2019

Verordening cliëntenparticipatie ISD Bollenstreek 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-01-2019

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie ISD Bollenstreek 2015

Verordening cliëntenparticipatie ISD Bollenstreek 2015

De raad van de gemeente Noordwijk;

Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek van……………………………………;

Gelet op de Gemeenschappelijke Regeling van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek;

Gelet op artikel 47 van de Participatiewet;

BESLUIT

vast te stellen de:

Verordening cliëntenparticipatie ISD Bollenstreek 2015

onder intrekking van de Verordening cliëntenparticipatie ISD Bollenstreek 2009

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: de Participatiewet, de Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk

    arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wetinkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • b.

    cliënt: persoon als bedoeld in artikel 7 eerste lid van de Participatiewet

  • c.

    uitkeringsgerechtigde: de persoon, die een uitkering ontvangt op grond van de wet;

  • d.

    dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de ISD Bollenstreek

  • e.

    ISD Bollenstreek: de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek;

    Artikel 2. Opdracht aan het dagelijks bestuur

    Het dagelijks bestuur neemt bij de uitvoering van artikel 47 van de Participatiewet de regels gesteld bij of krachtens deze verordening in acht.

    Artikel 3. Verantwoordelijkheid dagelijks bestuur

  • 1.

    Het dagelijks bestuur stelt een cliëntenraad in om gestalte te geven aan de wettelijke

    verplichting van cliëntenparticipatie.

  • 2.

    De leden van de cliëntenraad worden door het dagelijks bestuur op voordracht benoemd.

  • 3.

    De leden van de cliëntenraad worden benoemd op grond van hun ervaringsdeskundigheid en vertegenwoordigen geen achterban. Zij hebben op individuele titel zitting in de cliëntenraad.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de totstandkoming en vaststelling van een

    huishoudelijk reglement voor de cliëntenraad. Het huishoudelijke reglement geeft in ieder geval een nadere invulling aan de samenstelling, werkwijze van de cliëntenraad en al hetgeen dat van belang is voor het goed functioneren van de cliëntenraad.

  • 5.

    Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat alle noodzakelijke faciliteiten aan de cliëntenraad beschikbaar worden gesteld om te bewerkstelligen dat de cliëntenraad naar behoren invulling kan geven aan zijn functie.

  • 6.

    Het dagelijks bestuur kan besluiten om een persoon van verdere deelname aan de

    cliëntenraad uit te sluiten als tegen deze persoon ernstige bezwaren bestaan.

  • 7.

    Het in het zesde lid bedoeld besluit is een beschikking in de zin van 1:3 eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht.

    Artikel 4. Zittingsduur leden cliëntenraad

  • 1.

    De zittingsduur van de leden is, behoudens tussentijds aftreden, in beginsel, maximaal 4 jaar.

  • 2.

    Het lidmaatschap van de cliëntenraad wordt in principe beëindigd na afloop van de cliëntrelatie, maar kan nog met maximaal een jaar worden voortgezet zolang nog niet in vervanging is voorzien.

  • 3.

    Het lidmaatschap eindigt met onmiddellijke ingang op het moment dat het lid daar zelf

    schriftelijk om verzoekt.

  • 4.

    De benoeming ter voorziening in een tussentijdse vacature geschiedt bij voorkeur binnen 2 maanden na het ontstaan van de vacature.

  • 5.

    Bij benoeming ontvangen de leden van de cliëntenraad een verklaring van het dagelijks bestuur waaruit ondubbelzinnig blijkt, dat de leden op geen enkele wijze nadelige effecten zullen ervaren vanwege het lidmaatschap van de cliëntenraad.

    Tevens ontvangen zij bij de benoeming deze verordening.

    Artikel 5. Taken en bevoegdheden onderdeel inkomen

  • 1.

    De cliëntenraad heeft tot taak om het dagelijks bestuur gevraagd en ongevraagd te adviseren over zijn dienstverlening en de beleidsterreinen die direct verband houden met, of verwant zijn aan de wet, voor wat betreft het onderdeel inkomen.

  • 2.

    Tot de in het eerste lid bedoelde aangelegenheden behoren niet:

    klachten, bezwaarschriften en andere zaken die op individuele personen betrekking hebben voor zover deze geen algemene strekking hebben; onderwerpen van interne organisatie, voor zover deze geen aanwijsbare gevolgen heeft voor de dienstverlening aan de cliënten; onderwerpen die een landelijke regeling betreffen, voor zover bij de uitvoering geen keuzes zijn gelaten aan het dagelijks bestuur, dit behoudens de vraag of het dagelijks bestuur volledig de ruimte benut die de wettelijke regeling biedt.

  • 3.

    Om te kunnen voldoen aan het in lid 1 gestelde dient de cliëntenraad door het dagelijks bestuur tijdig van tevoren te worden geïnformeerd en/of om advies gevraagd.

  • 4.

    Voor wat betreft beleidsaangelegenheden wordt de cliëntenraad in het participatieproces betrokken op het moment dat het ambtelijk stuk is voorbereid en is voor besproken met de directeur van de ISD Bollenstreek.

    Artikel 6. Taken en bevoegdheden onderdeel werk

  • 1.

    De cliëntenraad heeft tot taak om het dagelijks bestuur gevraagd en ongevraagd te adviseren over zijn dienstverlening en de beleidsterreinen die direct verband houden met of verwant zijn aan de wet, voor wat betreft het onderdeel werk.

  • 2.

    Daartoe werkt de cliëntenraad samen met de cliëntenraden van die organisaties die deel

    • a.

      uitmaken van het Servicepunt Werk (i.o.) indien en voor zover:

      de uitvoering van het onderdeel Werk is ondergebracht in het Servicepunt Werk (i.o.);

    • b.

      en het Servicepunt werk geen juridische zelfstandigheid bezit.

  • 3.

    Zodra het Servicepunt Werk juridisch zelfstandig is, kan een subregionale cliëntenraad werk worden ingesteld wiens taken en bevoegdheden kunnen worden geregeld in een nog vast te stellen subregionale verordening op de cliëntenparticipatie. Leden van de cliëntenraad kunnen als afgevaardigden deelnemen aan die subregionale cliëntenraad.

  • 4.

    Tot de in het eerste en tweede lid bedoelde aangelegenheden behoren niet:

    • o

      klachten, bezwaarschriften en andere zaken die op individuele personen betrekking hebben voor zover deze geen algemene strekking hebben;

    • o

      onderwerpen van interne organisatie, voor zover deze geen aanwijsbare gevolgen heeft voor de dienstverlening aan de cliënten;

    • o

      onderwerpen die een landelijke regeling betreffen, voor zover bij de uitvoering geen keuzes zijn gelaten aan het dagelijks bestuur, dit behoudens de vraag of het dagelijks bestuur volledig de ruimte benut die de wettelijke regeling biedt.

  • 5.

    Om te kunnen voldoen aan het in lid 1 en lid 2 gestelde dient de cliëntenraad door het

    dagelijks bestuur tijdig van tevoren te worden geïnformeerd en/of om advies gevraagd.

  • 6.

    Voor wat betreft beleidsaangelegenheden wordt de cliëntenraad in het participatieproces betrokken op het moment dat het ambtelijk stuk is voorbereid en is voor besproken met de directeur van de ISD Bollenstreek.

    Artikel 7. Onkostenvergoeding

  • 1.

    De leden van de cliëntenraad ontvangen een onkostenvergoeding per bijgewoonde

    vergadering.

  • 2.

    De hoogte van de onkostenvergoeding wordt door het dagelijks bestuur per kalenderjaar vastgesteld.

  • 3.

    De onkostenvergoeding wordt uitbetaald in de maand volgend op de maand waarin de vergadering heeft plaatsgevonden.

    Artikel 8. Onvoorziene omstandigheden

    Het dagelijks bestuur zal besluiten in gevallen en omstandigheden waarin in deze verordening niet is voorzien.

    Artikel 9. Intrekken oude verordening en huishoudelijk reglement

    De Verordening cliëntenparticipatie ISD Bollenstreek 2009 wordt ingetrokken per 1 januari 2015.

    Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening cliëntenparticipatie ISD Bollenstreek 2015.

    Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 december 2014

    De voorzitter,

    De griffier,

    Toelichting op de verordening cliëntenparticipatie ISD Bollenstreek 2015

    Algemeen

    Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan artikel 47 van de Participatiewet. Dit artikel draagt de gemeenteraad op bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de ontwikkeling van het gemeentelijke beleid. Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet zijn personen:

    - die algemene bijstand ontvangen;

    - als bedoeld in artikel 34a, vijfde lid onderdeel b van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: WIA), artikel 35, vierde lid, onderdeel b, van de WIA en artikel 36, derde lid, onderdeel b van de WIA tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet is verleend;

    - personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Participatiewet;

    - personen met een nabestaanden- of wezen uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet;

    - personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    - personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    - personen zonder uitkering;

    en, die voor de arbeidsinschakeling zijn aangewezen op een door het college aangeboden voorziening.

    Om een goede werking van de cliëntenraad te waarborgen worden de leden van de cliëntenraad ondersteund en gefaciliteerd door de gemeente (ISD). De regering hecht sterk aan actieve betrokkenheid van burgers die met de Participatiewet te maken krijgen.

    Een en ander wordt geformaliseerd door de verordening cliëntenparticipatie ISD Bollenstreek 2009 in te trekken en daarvoor onderhavige verordening in de plaats te stellen.

    Beide verordeningen komen overigens sterk met elkaar overeen.

    (Inhoudelijk) verschil wordt gevonden in de artikelen 5 en 6. Anders dan de oude verordening maakt deze verordening een onderscheid tussen inkomen en werk. Zie daarvoor de artikelsgewijze toelichting.

    Het daarbij behorend huishoudelijk reglement (zie de bijlage) behoeft evenmin (grote) aanpassing

    Het reglement is op een enkel punt in overeenstemming gebracht met de huidige werkwijze.

    Artikelsgewijze toelichting

    Artikel 1. Begripsbepalingen

    Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

    Artikel 2. Opdracht aan het dagelijks bestuur

    Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

    Artikel 3. Verantwoordelijkheid dagelijks bestuur

    In dit artikel wordt de verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur geformuleerd. Deze reikt verder dan alleen gestalte geven aan de cliëntenparticipatie door middel van het instellen van een cliëntenraad.

    Omdat deze verordening op hoofdlijnen is geformuleerd, zal het dagelijks bestuur er bijvoorbeeld ook zorg voor dragen dat er een huishoudelijk reglement wordt opgesteld en vastgesteld.

    In de verordening is aangegeven wat er in ieder geval in het huishoudelijke reglement geregeld dient te worden. Daarbij is gekozen voor een ruime formulering, maar in concreto zullen in het huishoudelijke reglement zaken worden geregeld die verband houden met bijvoorbeeld de wijze van selectie van de leden, de wijze van benoeming, redenen voor beëindigen van het lidmaatschap, de taken van de voorzitter en de secretaris en de vergaderorde van de cliëntenraad.

    In dit artikel is ook aangegeven dat de leden op individuele titel zitting in de cliëntenraad hebben en alleen zichzelf en niet een achterban vertegenwoordigen. In die zin was en is de cliëntenraad eerder een cliëntenpanel dan een raad. Bij een cliëntenraad denkt men immers vooral aan een collectieve belangenbehartiging waarbij een achterban wordt vertegenwoordigd. Bij de vaststelling van een oudere verordening hebben de ISD gemeenteraden echter uitdrukkelijk gekozen voor een lichtere vorm van participatie naar het idee van een cliëntenpanel. Tijdens het besluitvormingsproces is echter wel de naam “panel” vervangen door “raad” zonder dat men hiermede een zwaardere vorm van participatie beoogde. Ook deze verordening brengt hierin geen wijziging.

    Artikel 4. Zittingsduur leden cliëntenraad

    De ervaring leert dat er onder de cliëntenraadsleden sprake is van een groot verloop. Daarom is ook niet nodig om de zittingsduur van de raadsleden (te zeer) in tijdsduur te beperken voor de doorstroom.

    Artikel 5. Taken en bevoegdheden onderdeel inkomen

    In de artikelen 5 en 6 wordt onderscheid gemaakt tussen werk en inkomen.

    Dat is nieuw en heeft te maken met de voorgenomen splitsing bij de uitvoering van de Participatiewet:

    Inkomen wordt lokaal uitgevoerd (d.w.z. door de ISD Bollenstreek, voor de 5 ISD gemeenten),

    Werk subregionaal (door het Servicepunt werk i.o., voor de 5 ISD gemeenten en vermoedelijk voor Katwijk, en SW-bedrijf ‘De Maregroep’).

    Dit artikel bepaalt de reikwijdte en bevoegdheden van de cliëntenraad voor het onderdeel inkomen.

    De cliëntenraad functioneert als adviesorgaan van het dagelijks bestuur. Behalve adviserende taken heeft de cliëntenraad ook recht op initiatief. De cliëntenraad kan op verzoek van het dagelijks bestuur advies uitbrengen over aangelegenheden op het terrein van Werk en Inkomen, maar kan zeker ook zelf het initiatief nemen. Het dagelijks bestuur moet de adviezen laten meewegen in zijn besluitvorming. Mocht de cliëntenraad het overigens niet eens zijn met het “gewogen” voorstel van het dagelijks bestuur aan de gemeenteraden dan kunnen leden van de cliëntenraad nog altijd de weg van de reguliere inspraak bewandelen.

    In het artikel wordt ook nadrukkelijk geregeld ten aanzien van welke aangelegenheden de cliëntenraad geen adviesrecht of recht op initiatief heeft. Zo is het niet de bedoeling dat de cliëntenraad zich bezighoudt met bijvoorbeeld interne, de organisatie van de ISD Bollenstreek betreffende zaken of met de behandeling van individuele zaken en klachten. Hiervoor zijn immers andere procedures in het leven geroepen. Beleidsterreinen buiten de Participatiewet om, maar die wel de positie van de cliënt kunnen beïnvloeden (bijvoorbeeld de WMO) vallen buiten de reikwijdte van de advisering.

    In de verordening is ook neergelegd dat de cliëntenraad niet reeds bij de eerste start van de beleidsvorming wordt betrokken. In verband met vaak aanwezige belangentegenstellingen zou dit een moeizaam beleidsproces kunnen opleveren. Evenmin zou het goed zijn als de cliëntenraad pas participeert nadat het beleid is uitgewerkt en het dagelijks bestuur besloten heeft. Dan zou de participerende cliënt geconfronteerd worden met een beslissing van de ISD Bollenstreek waarop hij op grond van de huidige gemeenschappelijke regeling ISD Bollenstreek slechts via het inspreekrecht bij de raadscommissie nog invloed kan uitoefenen. De keuze is gemaakt om de cliëntenraad in het beleidsproces te betrekken op het moment dat het beleid ambtelijk is uitgewerkt (niet eerder) maar voordat het dagelijks bestuur zich hierover heeft uitgesproken. Wel is het wenselijk dat het uitgewerkte ambtelijk stuk eerst wordt voor besproken met de directeur van de ISD Bollenstreek, alvorens dit te laten adviseren door de participerende cliënten. In de praktijk zal dit het management team (MT) zijn waarvan de directeur de voorzitter is.

    Door deze handelswijze wordt enerzijds inhoud gegeven aan cliëntenparticipatie en wordt anderzijds

    geen nodeloos tijdsverlies geleden, indien bijvoorbeeld het dagelijks bestuur van de ISD Bollenstreek in plaats van de directeur (MT) zou moeten besluiten tot het “vrijgeven voor de participatie”.

    Artikel 6. Taken en bevoegdheden onderdeel werk

    Het is op dit moment nog onduidelijk in hoeverre de uitvoering van de Participatiewet daadwerkelijk gescheiden wordt uitgevoerd, zoals aangegeven bij de toelichting op artikel 5. Het is mogelijk dat het Servicepunt werk, zeker in het begin, nog geen juridische status heeft en in mandaatsvorm het onderdeel werk van de Participatiewet uitvoert. Dan behoeft er niet zoveel te veranderen. De cliëntenraad kan dan (in overleg met de cliëntenraden van de gemeente Katwijk, en SW-bedrijf ‘De Maregroep’) advies uitbrengen aan het DB over werk.

    Anders wordt het evenwel als het Servicepunt werk bijvoorbeeld ondergebracht wordt in een gemeenschappelijke regeling met een eigen takenpakket, dus juridische status krijgt.

    Dan zal niet langer meer onze cliëntenraad kunnen adviseren over werk. Het ligt voor de hand dat het Servicepunt werk in dat geval een eigen (subregionale) cliëntenraad opricht die adviseert aan het Servicecentrum werk. Dit zal dan nader geregeld moeten worden in een (subregionale) verordening.

    Artikel 7. Onkostenvergoeding

    De cliëntenraad heeft de status van een adviesorgaan. Daarbij dienen de onkosten voor het bijwonen van vergaderingen ook te worden vergoed. Daarnaast dienen deze vergoedingen te worden gekwalificeerd als onkostenvergoedingen. Deze vergoedingen dienen niet te worden gezien als middelen, zoals vermeld in artikel 31, eerste lid van de Participatiewet. Het dagelijks bestuur stelt per kalenderjaar de hoogte van de onkostenvergoeding vast. De cliëntenraadsleden worden geacht hiervan alle onkosten te kunnen betalen, met uitzondering van de kosten die verband houden met het (eventueel) volgen van de (introductie)cursus cliëntenparticipatie en het(eventueel) bijwonen van vergaderingen van het landelijke cliëntenplatform. Daarnaast is het de verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur om de cliëntenraad zoveel mogelijk te faciliteren. Daarbij kan gedacht worden aan het beschikbaar stellen van vergaderruimte, het gebruik mogen maken van de (kleuren)printer etc.

    Artikel 8. Onvoorziene omstandigheden

    Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

    Artikel 9. Intrekken oude verordening

    Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

    Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

    Dit artikel behoeft geen toelichting.