Regeling vervallen per 01-02-2019

Verordening tot wijziging van diverse artikelen Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Noordwijk 2017

Geldend van 15-12-2017 t/m 31-01-2019 met terugwerkende kracht vanaf 30-11-2017

Intitulé

Verordening tot wijziging van diverse artikelen Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Noordwijk 2017

Besluit van de raad van de gemeente Noordwijk van 30 november 2017

De raad van de gemeente Noordwijk;

gelezen het voorstel van het college van 17 oktober 2017;

gelet op het bepaalde in artikel 139 Gemeentewet en 3:40 Algemene wet bestuursrecht;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende:

Verordening tot wijziging vandiverse artikelen Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Noordwijk 2017:

De Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Noordwijk 2017 te hernoemen in

Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Noordwijk

Artikel I: Artikel 1 krijgt als toevoeging lid f en lid j en komt te luiden:

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a. A lgemeen gebruikelijke voorziening: voorziening die niet speciaal is bedoeld voor mensen met een beperking en die algemeen verkrijgbaar is en niet of niet veel duurder is dan vergelijkbare producten;

  • b. algemene voorziening: aanbod van diensten of activiteiten dat, zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers, toegankelijk is en dat is gericht op maatschappelijke ondersteuning;

  • c. Andere voorziening: voorziening anders dan in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

  • d. Bijdrage: bijdrage als bedoeld in artikel 2.1.4, eerste lid, van de wet;

  • e. Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek Hillegom, Lisse, Teylingen, Noordwijkerhout, Noordwijk, zoals samengesteld conform de Gemeenschappelijke Regeling ISD Bollenstreek

  • f. Gesprek: gesprek in het kader van het onderzoek als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid,van de wet

g. H ulpvraag: behoefte aan maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van de wet;

h. Mantelzorger: een persoon, die mantelzorg verleent als bedoeld in artikel 1, lid 1 van de wet.

i. Meerkosten: kosten van een mogelijk krachtens de wet te verlenen voorziening, voorzover dit deel van de kosten uitgaat boven voor die persoon als algemeen gebruikelijk te beschouwen kosten van een dergelijke voorziening

j. Melding: melding aan het college als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van de wet

  • k. P gb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 1.1.1 van de wet;

  • l. V oorliggende voorziening: elke voorziening buiten deze wet waarop de persoon of het gezin aanspraak kan maken, dan wel een beroep kan doen waarmee aan de hulpvraag wordt tegemoetgekomen;

  • m. Psychosociaal probleem: een situatie van verlies van zelfstandigheid en, met name, een gebrek aan mogelijkheden tot deelname aan het maatschappelijk verkeer, als gevolg van problemen die iemand op grond van zijn psyche ondervindt in zijn relatie met anderen, met zijn sociale omgeving

  • n. Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

Artikel II: Artikel 2 krijgt als toevoeging lid 1 en luidt als volgt:

Aanvraag

  • 1. Procedureregels aanvraag maatschappelijke ondersteuning

    Het college bepaalt met inachtneming van de artikelen 2.3.1 tot en met 2.3.5 van de wet bij nadere regeling op welke wijze in samenspraak met de cliënt wordt vastgesteld of de cliënt voor een maatwerkvoorziening voor zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen of opvang in aanmerking komt.

  • 2. De aanvraag om een maatwerkvoorziening kan worden ingediend op een door het Dagelijks Bestuur beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

  • 3. Het Dagelijks Bestuur kan een ondertekend verslag van het gesprek (artikel 2.3.2 achtste lid Wet) aanmerken als aanvraag als de cliënt dat op het verslag heeft aangegeven.

  • 4. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd de beslistermijn als bedoeld in artikel 2.3.5. tweede lid van de wet op te schorten indien dit voor de beoordeling van aanspraak op, dan wel welke maatwerkvoorzieningen een passende bijdrage kan leveren een deskundigenadvies nodig is.

  • 5. Het Dagelijks Bestuur merkt een aanvraag vergezeld van een schriftelijke weergave van de uitkomsten van het onderzoek, welke naar oordeel van het Dagelijks Bestuur gedateerde informatie bevat, aan als een melding

Artikel III: Artikel 3 komt te luiden:

Criteria voor een maatwerkvoorziening

  • 1. Het Dagelijks Bestuur neemt het verslag als uitgangspunt voor de beoordeling van een aanvraag om een maatwerkvoorziening.

  • 2. Een cliënt die zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben in de ISD Bollenstreek gemeenten komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt ondervindt, voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur niet

    • a.

      op eigen kracht;

    • b.

      met gebruikelijke hulp;

    • c.

      met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk; dan wel

    • d.

      met gebruikmaking van algemeen gebruikelijke voorzieningen of algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen.

  • 3. De maatwerkvoorziening als bedoeld in het tweede lid levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 2.3.2 van de wet bedoelde onderzoek en indien aanwezig persoonlijk plan, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven

  • 4. Een cliënt met psychische of psychosociale problemen en de cliënt die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving voor zover de cliënt met voor zover de cliënt deze problemen naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur niet:

    • a.

      op eigen kracht;

    • b.

      met gebruikelijke hulp;

    • c.

      met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk; dan wel

    • d.

      met gebruikmaking van algemeen gebruikelijke voorzieningen of algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen.

  • 5. De maatwerkvoorziening als bedoeld in het vierde lid levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 2.3.2 van de wet bedoelde onderzoek en indien aanwezig het persoonlijk plan, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zo zich snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.

  • 6. Ten aanzien van een maatwerkvoorziening met betrekking tot zelfredzaamheid en participatie geldt dat een cliënt alleen voor een maatwerkvoorziening in aanmerking komt als de noodzaak tot ondersteuning:

    • a.

      voor de cliënt redelijkerwijs niet vermijdbaar was, en

    • b.

      voorzienbaar was, maar van cliënt redelijkerwijs niet verwacht kon worden maatregelen te hebben getroffen die de hulpvraag overbodig had gemaakt.

  • 7. Er bestaat slechts aanspraak op een maatwerkvoorziening voor zover:

    • a.

      Deze noodzakelijk is om de cliënt in staat te stellen tot zelfredzaamheid en participatie mede met het oog op het zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven wonen en deze noodzaak tot ondersteuning voor de cliënt redelijkerwijs niet vermijdbaar was;

    • b.

      Deze als goedkoopst adequate bijdrage aan te merken is;

    • c.

      Deze in overwegende mate op de cliënt is gericht

  • 8. Als een maatwerkvoorziening noodzakelijk is ter vervanging van een eerder door het Dagelijks Bestuur verstrekte voorziening, wordt deze slechts verstrekt als de eerder verstrekte voorziening technisch is afgeschreven,

    • a.

      tenzij de eerder verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de cliënt zijn toe te rekenen;

    • b.

      tenzij de cliënt geheel of gedeeltelijk tegemoet komt in de veroorzaakte kosten, of

    • c.

      als de eerder verstrekte voorziening niet langer een oplossing biedt voor de behoefte van de cliënt aan maatschappelijke ondersteuning.

Artikel IV: Artikel 4 komt te luiden:

Advisering

  • 1. Het Dagelijks Bestuur kan om deskundigenadvies vragen indien:

    • a.

      het onduidelijk is of en zo ja, welke beperkingen de cliënt ondervindt en wat de prognose daarvan is;

    • b.

      het Dagelijks Bestuur voornemens is de aanvraag om medische redenen af te wijzen;

    • c.

      het Dagelijks Bestuur dat overigens gewenst vindt.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd om, voor zover dit van belang is voor de beoordeling van de aanspraak op een maatwerkvoorziening, de cliënt of bij gebruikelijke hulp de personen die tot de leefeenheid van de cliënt behoren:

    • a.

      Uit te nodigen om nadere informatie te verstrekken op een door het Dagelijks Bestuur te bepalen plaats en tijdstip;

    • b.

      Uit te nodigen voor een (nader) onderzoek door een of meer daartoe aangewezen medische- of andere deskundigen op een door het Dagelijks Bestuur te bepalen plaats en tijdstip

Artikel V: Artikel 5 komt te luiden:

Inhoud beschikking

  • 1. Bij het verstrekken van een maatwerkvoorziening in natura wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd:

    • a.

      welke de te verstrekken voorziening is en wat het beoogde resultaat daarvan is;

    • b.

      wat de ingangsdatum en duur van de verstrekking is;

    • c.

      hoe de voorziening wordt verstrekt en hoe met de voorziening moet worden omgegaan.

    • d.

      Indien andere voorzieningen relevant zijn kan dit in de beschikking worden aangegeven.

  • 2. Bij het verstrekken van een maatwerkvoorziening in de vorm van een pgb wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd:

    • a.

      voor welk resultaat het pgb kan worden aangewend;

    • b.

      welke kwaliteitseisen gelden voor de besteding van het pgb;

    • c.

      wat de hoogte van het pgb is en hoe hiertoe is gekomen;

    • d.

      wat de duur is van de verstrekking waarvoor het pgb is bedoeld

    • e.

      hoe met de voorziening moet worden omgegaan, en

    • f.

      de wijze van verantwoording van de besteding van het pgb.

  • 3. Als sprake is van een te betalen bijdrage wordt de cliënt daarover in de beschikking geïnformeerd.

Artikel VI: Artikel 6 lid 4 en 5 wordt vervangen door:

Lid 4 De hoogte van een pgb voor:

  • 1. een voorziening wordt bepaald op ten hoogste de kostprijs van de voorziening die de aanvrager op dat moment zou hebben ontvangen als de voorziening in natura zou zijn verstrekt. Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de voorziening technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Als de naturaverstrekking een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de ISD Bollenstreek te ontvangen korting - voorzover de klant daar ook aanspraak op kan maken- en rekening houdend met onderhoud en verzekering;

  • 2. hulp bij het huishouden:

    • 1.

      categorie 1, 2 en 3 door een daartoe opgeleid persoon in dienst bij een zorgaanbieder: op basis van het [laagste] toepasselijke tarief per uur of resultaat dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder; zogenoemde Zorginstellingstarief.

    • 2.

      categorie 1, 2 en 3 door een daartoe opgeleid persoon niet in dienst bij een zorgaanbieder op basis van het [laagste] toepasselijke tarief per uur of resultaat dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder met een korting van 20%, zogenoemde ZZP tarief.

    • 3.

      categorie 1,2 en 3 door een persoon uit het sociale netwerk of persoon met een arbeidsverhouding als bedoel in artikel 5, eerste lid van de Wet op de loonbelasting 1964, wel of niet daartoe opgeleid : op basis van [laagste] toepasselijke tarief per uur of resultaat dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder met een korting van 50% met een maximum tot het tarief genoemd in artikel 5.22 Regeling langdurige zorg, zogenoemde Sociaal Netwerk tarief.

  • 3. reguliere individuele begeleiding:

    • 1.

      uitgevoerd door een daartoe opgeleid persoon in dienst bij een zorgaanbieder: op basis van het [laagste] toepasselijke tarief per uur of resultaat dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder, zogenoemde Zorginstellingstarief.

    • 2.

      uitgevoerd door een daartoe opgeleid persoon niet in dienst bij een zorgaanbieder: op basis van het [laagste] toepasselijke tarief per uur of resultaat dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder met een korting van 20%, zogenoemde ZZP tarief.

    • 3.

      uitgevoerd door een persoon uit het sociale netwerk of door een niet daartoe opgeleid persoon wordt aangesloten bij het in het tweede lid van artikel 5.22 van de Regeling langdurige zorg genoemde gangbare tarief voor een persoon uit het sociaal netwerk, het zogenoemde Sociaal netwerk tarief.

  • 4. gespecialiseerde individuele begeleiding:

    • 1.

      uitgevoerd door een daartoe opgeleid persoon in dienst bij een zorgaanbieder: op basis van het [laagste] toepasselijke tarief per uur of resultaat dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder, zogenoemde Zorginstellingstarief.

    • 2.

      uitgevoerd door een daartoe opgeleid persoon niet in dienst bij een zorgaanbieder: op basis van het [laagste] toepasselijke tarief per uur of resultaat dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder met een korting van 20%, zogenoemde ZZP tarief.

    • 3.

      uitgevoerd door een persoon uit het sociale netwerk of door een niet daartoe opgeleid persoon wordt bij het in het tweede lid van artikel 5.22 van de Regeling langdurige zorg genoemde gangbare tarief voor een persoon uit het sociaal netwerk, het zogenoemde Sociaal netwerk tarief.

  • 5. reguliere dagbesteding:

    regulier dagbesteding met laag intensieve ondersteuning:

    • 1.

      uitgevoerd door daartoe opgeleide persoon in dienst van een zorgaanbieder: op basis van het toepasselijke tarief per uur of resultaat dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de ISD Bollenstreek gecontracteerde aanbieder, zogenoemde Zorginstellingstarief

    • 2.

      uitgevoerd door een daartoe opgeleid persoon niet in dienst bij een zorgaanbieder: op basis van het [laagste] toepasselijke tarief per uur of resultaat dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder met een korting van 20%, zogenoemde ZZP tarief;

  • 6. gespecialiseerde dagbesteding

    gespecialiseerde dagbesteding met hoog intensieve ondersteuning:

    • 1.

      uitgevoerd door daartoe opgeleide personen in dienst van een zorgaanbieder: op basis van het toepasselijke tarief per uur of resultaat dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de ISD Bollenstreek gecontracteerde aanbieder, zogenoemde Zorginstellingstarief.

    • 2.

      uitgevoerd door een daartoe opgeleid persoon niet in dienst bij een zorgaanbieder: op basis van het [laagste] toepasselijke tarief per uur of resultaat dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder met een korting van 20%, zogenoemde ZZP tarief;

  • 7. kortdurend verblijf- en respijtzorg

    • 1.

      uitgevoerd door een daartoe opgeleid persoon in dienst van een zorgaanbieder: op basis van het toepasselijke tarief per etmaal dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de ISD Bollenstreek gecontracteerde aanbieder, zogenoemde Zorginstellingstarief.

    • 2.

      uitgevoerd door een daartoe (niet) opgeleide persoon niet in dienst van een zorgaanbieder of door een persoon uit het sociale netwerk: op basis van het toepasselijke tarief per etmaal dat hiervoor zou worden gehanteerd door een door de ISD Bollenstreek gecontracteerde aanbieder met een korting van 20%

  • 8. vervoer van en naar de dagbesteding:

    op basis van het tarief dat hiervoor wordt gehanteerd bij de uitvoering van de Wet langdurige zorg;

  • 9. een autoaanpassing:

    op basis van de laagste kostprijs van de noodzakelijke aanpassingen die hiervoor zou worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde leverancier;

  • 10. aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel:

    op basis van de laagste prijs en het laagste tarief die hiervoor zouden worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde leverancier;

Lid 5. Een cliënt aan wie een pgb wordt verstrekt, kan diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen onder de volgende voorwaarden betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk als:

  • a. deze persoon hiervoor een tarief hanteert dat niet hoger is dan het op grond van het derde en vierde lid gehanteerde tarief, en

  • b. tussenpersonen of belangenbehartigers niet uit het pgb worden betaald.

Artikel VII: Artikel 8a krijgt als toevoeging lid 2 en lid 3 en komt te luiden:

Opschorting betaling uit het pgb

  • 1. Het Dagelijks Bestuur kan de Sociale verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een geheel of gedeeltelijke opschorting voor ten hoogste dertien weken van betalingen uit het pgb als er ten aanzien van een cliënt een ernstig vermoeden is gerezen dat er sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 2.3.10, eerste lid, onder a, d of e van de wet.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur kan de Sociale verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het pgb voor de duur van de opname als sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 9, derde lid, onder d.

  • 3. Het Dagelijks Bestuur stelt de pgb-houder schriftelijk op de hoogte van het verzoek op grond van het eerste en tweede lid.

Artikel VIII: Artikel 10 komt te luiden:

Verhouding prijs en kwaliteit levering dienst door derden

  • 1. Ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van een dienst door een derde als bedoeld in artikel 2.6.4 van de wet en de eisen die gesteld worden aan de kwaliteit van de dienst stelt het Dagelijks Bestuur vast:

    • a.

      een vaste prijs, die geldt voor een inschrijving als bedoeld in de Aanbestedingswet 2012 en het aangaan overeenkomst met derde; of

    • b.

      een reële prijs die geldt als ondergrens voor:

      • I.

        een inschrijving en het aangaan overeenkomst met de derde, en

      • II.

        de vaste prijs, bedoeld in onderdeel a.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur stelt de prijzen, bedoeld in het eerste lid, vast:

    • a.

      overeenkomstig de eisen aan de kwaliteit van die dienst, waaronder de eisen aan de

      deskundigheid van de beroepskracht, bedoeld in artikel 2.1.3, tweede lid, onderdeel c, van de wet, en

    • b.

      rekening houdend met de continuïteit in de hulpverlening, bedoeld in artikel 2.6.5,

      tweede lid, van de wet, tussen degenen aan wie de dienst wordt verstrekt en de

      betrokken hulpverleners.

  • 3. Het Dagelijks Bestuur baseert de vaste prijs of de reële prijs op de volgende kostprijselementen:

    • a.

      de kosten van de beroepskracht;

    • b.

      redelijke overheadkosten;

    • c.

      kosten voor niet productieve uren van de beroepskrachten als gevolg van verlof, ziekte, scholing, werkoverleg;

    • d.

      reis en opleidingskosten;

    • e.

      indexatie van de reële prijs voor het leveren van een dienst;

    • f.

      overige kosten als gevolg van door de gemeente gestelde verplichtingen voor aanbieders waaronder rapportageverplichtingen en administratieve verplichtingen.

Artikel IX: Artikel 13a wordt toegevoegd:

Jaarlijkse waardering mantelzorgers

Het college bepaalt bij nadere regeling waaruit de jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers van cliënten in de gemeente bestaat. En legt dit voor ter besluitvorming aan de raad.

Artikel X: citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening tot wijziging van diverse artikelen Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Noordwijk 2017.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadvergadering van 30 november 2017

G.C.I. Kager, griffier J. Rijpstra, voorzitter