Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordwijk houdende regels omtrent verlofregelingen Verlofregeling gemeente Noordwijk 2019

Geldend van 17-04-2019 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordwijk houdende regels omtrent verlofregelingen Verlofregeling gemeente Noordwijk 2019

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordwijk besluit:

  • gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet;

  • gelet op artikel 160 van de Gemeentewet;

  • gelet op hoofdstuk 6 van de CAR/UWO gemeente Noordwijk;

  • na verkregen instemming van de (Bijzondere) Ondernemingsraad en het Bijzonder

    Georganiseerd Overleg;

tot het vaststellen van de navolgende:

Verlofregeling gemeente Noordwijk 2019

Artikel 1 Begripsbepaling

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Bovenwettelijk vakantieverlof: het toegekende verlof dat boven het wettelijk verlof uit stijgt.

  • b.

    Brugdag: een door de werkgever aangewezen verplichte vrije dag, die ligt tussen twee dagen waarop geen arbeid wordt verricht en waarvoor bij de medewerker verlofuren worden afgeschreven.

  • c.

    Dienstverband: de aanstelling, zoals bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, sub k, van de CAR/UWO.

  • d.

    Deeltijd dienstverband: een dienstverband met een arbeidsduur minder dan een volledig dienstverband.

  • e.

    Medewerker: de ambtenaar, zoals bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, sub a, van de CAR/UWO.

  • f.

    Volledig dienstverband: het dienstverband, zoals bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, sub mm, van de CAR/UWO.

  • g.

    Werkgever: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordwijk.

  • h.

    Wettelijk vakantieverlof: het verlof zoals bedoeld in artikel 6:2, eerste lid van de CAR/UWO.

Artikel 2 Algemene bepaling

Alle op grond van deze regeling toe te kennen verlofrechten gelden voor medewerkers met een volledig dienstverband. Voor medewerkers met een deeltijd dienstverband worden deze uren berekend conform de voor hen geldende deeltijdfactor.

Artikel 3 Wettelijk vakantieverlof

  • 1. Een medewerker met een volledig dienstverband heeft overeenkomstig artikel 6:2 van de CAR/UWO ten minste recht op 144 uur wettelijk vakantieverlof per jaar.

  • 2. Voor de berekening van het aantal verlofuren, waar een medewerker recht op heeft, wordt één werkdag bij een volledig dienstverband gelijk gesteld aan 7,2 verlofuren.

  • 3. Een medewerker die in de loop van een kalenderjaar wordt aangesteld of ontslagen, heeft conform artikel 6:2:3, eerste lid van de CAR/UWO recht op verlof naar rato van de tijd dat hij zijn betrekking vervult.

Artikel 4 Bovenwettelijk vakantieverlof

  • 1. Een medewerker met een volledig dienstverband heeft recht op 21,6 uur extra bovenwettelijk vakantieverlof wegens het vervallen van de leeftijds- en schaalverlofuren.

  • 2. Daarnaast worden aan het bovenwettelijke vakantieverlof voor medewerkers met een volledig dienstverband jaarlijks 18 uur extra toegevoegd ter compensatie voor lokale feestdagen en goede vrijdag.

Artikel 5 Overgangsrecht bovenwettelijk leeftijd- en schaalverlof

  • 1. De medewerker die op 31 december 2018 reeds in dienst is van de gemeente Noordwijk / Noordwijkerhout en op 1-1-2019 feitelijk de leeftijd van 45 jaar heeft bereikt en dan meer dan 165,6 uur vakantieverlof heeft behoudt hetgeen waar hij op dat moment recht op heeft. Er vindt geen verhoging meer plaats als betrokkene ouder wordt en/of naar een hogere schaal bevorderd wordt.

  • 2. De peildatum van 1-1-2019 bepaalt het aantal verlofuren voor de rest van de duur van het dienstverband.

  • 3. De medewerker met overgangsrecht heeft geen recht op 21,6 uur extra bovenwettelijk vakantieverlof zoals benoemd in artikel 4, lid 1.

Artikel 6 Vermeerdering bovenwettelijk vakantieverlof

  • 1. Een medewerker die regelmatig en in belangrijke mate op onregelmatige uren werkt, heeft conform artikel 6:2:1, lid 4 van de CAR/UWO recht op 14,4 uur extra bovenwettelijk vakantieverlof.

  • 2. Een medewerker kan op basis van artikel 6:2, tweede lid van de CAR/UWO jaarlijks voor 1 december een verzoek indienen om in het volgende kalenderjaar bij een volledig dienstverband maximaal 50,4 uur meer te werken en deze uren toe te voegen aan zijn verlofsaldo.

  • 3. Door het inzetten van het Individueel Keuzebudget (IKB) kan de medewerker conform artikel 3:29, lid 1a, tot 4 maal zijn dienstverband per week kopen en deze toevoegen aan zijn verlofsaldo.

  • 4. Voor ieder uur vakantieverlof gekocht via het IKB wordt een vergoeding ingehouden op het IKB overeenkomend met de hoogte van het salaris per uur dat hij geniet in de maand waarin de medewerker de keuze maakt.

  • 5. Vakantieverlof gekocht via het IKB kan niet meer worden verkocht op basis van artikel 3:36 van de CAR/UWO.

  • 6. Het college wijst een verzoek, als bedoeld in het tweede lid, af als de aanvrager op het moment van de aanvraag al een verlofsaldo heeft dat het aantal verlofuren in artikel 14, lid 1 overstijgt.

Artikel 7 Verkopen van verlofrechten

  • 1. Conform artikel 3:36 van de CAR/UWO kan de medewerker een verzoek doen maximaal 72 bovenwettelijke verlofuren te verkopen bij een volledig dienstverband. Bij een deeltijd dienstverband is dit naar rato.

  • 2. Maandelijks kan opgebouwd bovenwettelijk verlof van het lopende kalenderjaar verkocht worden. Het aantal te verkopen uren geeft de medewerker aan in Motion.

Artikel 8 Landelijke, lokale feestdagen en aangewezen brugdag

  • 1. Naast de landelijke feestdagen (nieuwjaarsdag, 2e paasdag, Koningsdag, Hemelvaartsdag, 2e pinksterdag en beide kerstdagen) geldt voor de gemeente Noordwijk 5 mei (Bevrijdingsdag) als feestdag.

  • 2. Medewerkers met een deeltijd dienstverband en medewerkers – die hun 36-urige werkweek verdelen, anders dan 5 x 7,2 uur – krijgen jaarlijks naar rato van de omvang van het dienstverband, uren toegevoegd aan het bovenwettelijk verlof als zij op een landelijke en/of lokale feestdag volgens hun werkschema niet werken of volgens rooster minder dan 7,2 uur. Medewerkers met een deeltijd dienstverband en medewerkers die hun 36-urige werkweek verdelen, anders dan 5 x 7,2 uur – en die volgens werkschema wel werkzaam zijn op een landelijke en/of lokale feestdag, worden naar rato, in uren gekort op het bovenwettelijk verlof als zij volgens rooster meer werken dan 7,2 uur.

  • 3. De vrijdag na Hemelvaartsdag is aangewezen als brugdag. Er wordt op deze dag niet gewerkt. Op deze dag wordt vakantieverlof ingehouden bij de medewerkers die op die dag volgens rooster werken.

  • 4. Mochten andere dagen voor een brugdag in aanmerking komen, dan worden deze in overleg met de OR vastgesteld.

  • 5. Indien op de brugdag, genoemd in lid 3 en 4, in dienstopdracht werkzaamheden worden verricht, vindt compensatie plaats zoals geregeld is voor een reguliere werkdag.

Artikel 9 Arts bezoek

  • 1. Doktersbezoek, tandartsbezoek, ziekenhuisbezoek, e.d. vinden zoveel mogelijk in eigen tijd plaats.

  • 2. De werkgever kan van het in het eerste lid bedoelde uitgangspunt afwijkende maatwerkafspraken met de medewerker maken.

Artikel 10 Diverse verlofvormen

Binnen de gemeente zijn diverse verlofvormen van toepassing, die geregeld zijn in de Wet arbeid en zorg en/of in de CAR/UWO.

Artikel 11 Opname verlof

  • 1. Bij het toekennen van verlof wordt, voor zover de belangen van de dienst en die van de andere medewerkers dit toelaten, zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen van de medewerker.

  • 2. Bij het opnemen van verlof wordt het aantal verlofuren afgeschreven, dat de medewerker op de desbetreffende dag(en) feitelijk zou moeten werken

  • 3. Iedere medewerker wordt ter bescherming van zichzelf en ten behoeve van zijn welzijn en welbevinden, geacht per kalenderjaar in elk geval vier weken verlof op te nemen.

  • 4. Bij vakantieverlofopname zullen de uren worden afgeschreven van het verlofsaldo. Bij het afschrijven zullen uren wettelijke vakantieverlof die het eerst vervallen worden aangewend.

Artikel 12 Verlof tijdens ziekte

  • 1. Voor verlof tijdens ziekte heeft de medewerker toestemming nodig van zijn leidinggevende.

  • 2. Conform artikel 6:2:3, lid 4 neemt de medewerker het aantal uren op dat hij zou werken, als hij niet arbeidsongeschikt zou zijn geweest.

  • 3. Conform artikel 6:1 van de CAR/UWO ontvangt de arbeidsongeschikte medewerker zijn volledige salaris en toelagen over de opgenomen verlofuren.

Artikel 13 Ziek tijdens vakantie

Als een medewerker ziek wordt tijdens zijn vakantie, dan worden de wegens die ziekte niet genoten vakantieverlofuren als niet opgenomen beschouwd, als de medewerker:

  • a.

    zich ziek heeft gemeld bij de werkgever en

  • b.

    door middel van een verklaring van een arts ter plaatse aannemelijk kan maken dat hij, als hij geen vakantie had gehad, wegens arbeidsongeschiktheid zijn betrekking niet had kunnen vervullen.

Artikel 14 Niet opgenomen verlof

  • 1. Indien de medewerker met een volledig dienstverband in een kalenderjaar zijn opgebouwde vakantieverlof geheel of gedeeltelijk niet heeft opgenomen en het aantal niet genoten vakantieverlofuren niet meer dan 72 uur bedraagt, worden deze uren automatisch overgeboekt naar het volgende kalenderjaar. De medewerker hoeft hiervoor geen verzoek in te dienen.

  • 2. Als er bij een volledig dienstverband meer dan 72 uren vakantieverlof resteren aan het eind van het kalenderjaar maken medewerker en werkgever afspraken over het opnemen van het meerdere verlof in het volgend kalenderjaar.

Artikel 15 Verval- en verjaringstermijn

  • 1. De werkgever stelt de medewerker in de gelegenheid om vakantieverlof dat resteert vanwege toepassing artikel 15 lid 2 van deze regeling in het kalenderjaar volgend waarop het is ontstaan op te nemen.

  • 2. Als de medewerker hier geen gebruik van maakt dan wordt toepassing gegeven aan de artikelen 6:2a en 6:2b van de CAR/UWO. Dit betekent dat het niet opgenomen vakantieverlof kan vervallen of verjaren.

Artikel 16 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere regeling treffen.

Artikel 17 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze regeling gaat in op 1 januari 2019 onder gelijktijdige intrekking van de Verlofregeling gemeente Noordwijk 2017 en de Verlofregeling gemeente Noordwijkerhout 2010 en kan worden aangehaald als “Verlofregeling gemeente Noordwijk 2019”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 26 januari 2019. Het college van burgemeester en wethouders van Noordwijk,

C. Hof

de secretaris

J.H.M. Hermans - Vloedbeld

de burgemeester

Toelichting

Algemeen

Artikel 6:2:1 van de CAR/UWO verplicht gemeenten een verlofregeling te hebben. De kaders hiervoor worden met name in hoofdstuk 3 en 6 van de CAR/UWO verwoord. In deze regeling is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de bepalingen opgenomen in de CAR/UWO.

Artikel 3Wettelijk vakantieverlof

De wettelijke vakantieverlofuren zijn de uren die een medewerker nodig heeft om 4 weken verlof op te kunnen nemen. Voor gemeenten zijn dat er 144 (4 x 36 uur).

Wettelijk vakantieverlof vervalt 12 maanden na afloop van het kalenderjaar waarvoor ze bedoeld waren.

In artikel 3:3 is opgenomen dat een medewerker, die in de loop van een kalenderjaar wordt aangesteld of ontslagen, naar rato van de tijd die hij zijn betrekking vervult, recht heeft op verlof. De verlofrechten worden ook toegekend over gedeeltelijk gewerkte maanden. Dit past bij de doelstelling van deze verlofregeling om iedere medewerker precies dat aantal verlofuren toe te kennen, waar hij recht op heeft.

Artikel 4Bovenwettelijk vakantieverlof

De Wet gelijke behandeling verbiedt het maken van onderscheid tussen medewerkers, tenzij er een objectieve rechtvaardigingsgrond voor is. In het kader hiervan is het leeftijd- en functieniveauverlof dat bij de gemeente Noordwijk en Noordwijkerhout bestond omgezet naar een bovenwettelijk vakantieverlof van 21,6 uur bij een volledig dienstverband voor medewerkers ongeacht leeftijd en/of schaalniveau. Hiermee komt het vakantieverlof op 165,6 uur per jaar. Medewerkers in dienst op 31 december 2018 met een hoger verlofrecht dan 165,6 uur per jaar behouden het recht op het hoger aantal vakantieverlofuren.

Ter compensatie van lokale feestdagen als Kermisdagen, Carnaval in Noordwijkerhout en 14,4 extra verlofuren in Noordwijk wordt jaarlijks bij elke medewerker met een volledig dienstverband 18,0 extra verlofuren toegevoegd.

Artikel 5Overgangsrecht bovenwettelijk leeftijd- en schaalverlof

In dit artikel wordt het verworven recht op reeds opgebouwd leeftijd en schaalverlof gegarandeerd. Het verlof wordt ‘bevroren’ naar de situatie op 1 januari 2019. De overgangsregeling geldt voor medewerkers met het minimum aantal bovenwettelijke verlofuren op basis van leeftijd- en schaalverlof van 21,6 uur bij een fulltime dienstverband. Zij behouden het recht op de meerdere uren. Medewerkers die per 31 december 2018 minder dan 21,6 uur bovenwettelijk leeftijd- en schaalverlof hebben bij een fulltime dienstverband, ontvangen per 1 januari 21,6 uur bovenwettelijk verlof bij een fulltime dienstverband.

Voor 2019 kende de gemeente Noordwijk leeftijd verlof voor medewerkers vanaf 30 jaar. Het leeftijd verlof werd bij het bereiken van 30 jaar, 40 jaar, 45 jaar, 50 jaar, 55 jaar en 60 jaar verhoogd. Daarnaast kende de gemeente Noordwijk voor 2019 schaalverlof voor medewerkers vanaf functieschaal 10.

Voor 2019 kende de gemeente Noordwijkerhout leeftijd verlof, diensttijdverlof en schaalverlof voor medewerkers. Hierbij werd een onderscheid gemaakt tussen medewerkers in dienst voor 1997 en na 1997.

Artikel 6Vermeerdering bovenwettelijk vakantieverlof

Artikel 6 benoemt redenen waarom een medewerker een hoger vakantieverlofrecht kan hebben met een grondslag in de CAR/UWO.

Op basis van artikel 6;2:1 vierde lid CAR/UWO hebben medewerkers die recht hebben op een toelage onregelmatige dienst en medewerkers die zich buiten de voor hen geldende werktijden, regelmatig en in belangrijke mate, beschikbaar moeten houden voor werkzaamheden recht op 14,4 uren extra vakantieverlof.

Alle medewerkers kunnen in overeenstemming met artikel 6:2, lid 2 CAR/UWO een verzoek indienen om in een daaropvolgend jaar maximaal 50,4 uur meer te werken. Deze meer te werken uren worden omgezet in uren vakantieverlof. Voor medewerkers met een deeltijdaanstelling geldt de mogelijkheid naar rato. In deze regeling is gekozen om verzoeken in principe alleen te honoreren als er voor de medewerker geen verlofstuwmeer aanwezig is.

Artikel 8Landelijke, lokale feestdagen en aangewezen brugdag

Dit artikel geeft de mogelijkheid om lokale feestdagen aan te wijzen. Het vastleggen van een lokale feestdag heeft tot gevolg dat het aantal werkbare uren op jaarbasis daalt.

De Wet gelijke behandeling verbiedt heet maken van onderscheid tussen medewerkers met een volledige en medewerkers met een deeltijd aanstelling. Door artikel 8, lid 2 ontvangen alle medewerkers het aantal verlofuren voor feestdagen waar zij recht op hebben.

Tevens is in dit artikel een jaarlijkse vaste brugdag aan te wijzen. Moet een medewerker op een brugdag arbeid verrichten dan zal dit niet anders dan op een reguliere werkdag beloond worden.

Artikel 9Arts bezoek

Bezoek aan een arts vindt zoveel als mogelijk in de eigen tijd plaats. Gelet op de gemiddelde arbeidsduur van 36 uur per week voor medewerkers met een volledig dienstverband en het voor de meeste medewerkers geldende ruime dagvenster, gaat dit artikel ervan uit dat medewerkers huisarts, tandarts, specialist e.d zoveel mogelijk in eigen tijd bezoeken. Uitgangspunt voor parttimers is, dat arts bezoek in eigen tijd plaatsvindt. Mocht dit in incidentele gevallen niet mogelijk zijn, dan vindt overleg plaats met de werkgever.

De werkgever kan afwijkende maatwerkafspraken met een medewerker maken, bijvoorbeeld als er sprake is van een chronische ziekte of een intensief behandeltraject, waarvoor de medewerker veelvuldig een arts of een specialist moet bezoeken. In dat geval zal bekeken worden of de medewerker zijn afspraken met de arts of specialist (zoveel mogelijk) aan het begin of aan het eind van de werkdag kan maken.

Artikel 10Diverse verlofuren

Onder diverse verlofvormen vallen onder meer: calamiteiten- en ander kort verzuimverlof, kraamverlof, langdurend zorgverlof, zwangerschaps- en bevallingsverlof en adoptie- en pleegverlof. Meer informatie daarover is te vinden in de Wet arbeid en zorg en in de CAR/UWO.

Artikel 11Opname verlof

Dit artikel zet de kaders voor de administratieve afspraken over de opname van verlof. Voor de meeste medewerkers is er als gevolg van de Werktijdenregeling meer ruimte om gedurende het jaar te wisselen in arbeidstijden en arbeidspatroon.

Een medewerker heeft het recht op het kopen van 4x de arbeidsduur per week aan verlof door het inzetten van zijn IKB. Dit betekent echter niet, dat de medewerker ook het recht heeft dit verlof in het betreffende jaar op te nemen. Ook hier geldt dat opname van verlof in overleg tussen werkgever, team en medewerker wordt opgenomen.

Artikel 14Niet opgenomen verlof

Dit artikel geeft aan hoeveel uren er automatisch meegenomen kunnen worden naar het volgende jaar. Overigens heeft dit niet (direct) tot gevolg dat een eventueel hoger resterend aantal uren vakantieverlof vervalt. Om te voorkomen dat er verlofstuwmeren ontstaan is het van belang om tijdig te sturen op planning van vakantieopname. Dit artikel voorziet hierin.