Regeling vervallen per 18-07-2023

Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Noordwijk houdende regels omtrent Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet

Geldend van 18-10-2019 t/m 17-07-2023

Intitulé

Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Noordwijk houdende regels omtrent Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet

Inleiding

Op grond van artikel 13b Opiumwet is de burgemeester bevoegd om een last onder bestuursdwang op te leggen indien in woningen of lokalen dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II, behorende bij deze Wet, wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is.

 

Het toepassen van de bevoegdheid van artikel 13b Opiumwet is een discretionaire bevoegdheid van de burgemeester waarbij moet zijn voldaan aan eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Om aan deze eisen te kunnen voldoen, is het wenselijk om beleidsregels op te stellen waarbij sprake is van het inzetten van verschillende middelen, bij verschillende overtredingen die in zwaarte oplopen, de zogenaamde “getrapte sanctionering”. Het vaststellen van beleidsregels bevordert tevens de rechtszekerheid omdat hierdoor eenduidig en transparant wordt gehandhaafd tegen overtredingen van de Opiumwet.

 

In deze beleidsregels is een stappenplan opgenomen met betrekking tot de sluiting van woningen en lokalen en bijbehorende erven wegens overtreding van de Opiumwet.

Wettelijk kader

Opiumwet

In de Opiumwet zijn straf- en verbodsbepalingen opgenomen met betrekking tot middelen als bedoeld in lijst I (harddrugs) en lijst II (softdrugs) behorende bij deze Wet.

 

Zoals in de inleiding reeds vermeld is de burgemeester op grond van artikel 13b Opiumwet bevoegd om een last onder bestuursdwang op te leggen indien in woningen of lokalen dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II, behorende bij deze Wet, wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is.

 

Uit vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State volgt dat voor het ontstaan van de bevoegdheid om op grond van artikel 13b Opiumwet bestuursdwang toe te passen, niet is vereist dat daadwerkelijk harddrugs dan wel softdrugs zijn verhandeld, maar volgt uit het woord “daartoe” in deze bepaling dat de enkele aanwezigheid van een handelshoeveelheid drugs bestemd voor verkoop, aflevering of verstrekking de bevoegdheid verschaft tot sluiting van de woning of lokaal waar de drugs zijn aangetroffen. Met andere woorden: als meer drugs wordt aangetroffen dan de hoeveelheid die wordt aangemerkt als zijnde voor eigen gebruik, dan wordt de drugs geacht te zijn bedoeld voor verkoop, aflevering of verstrekking waarmee de sluitingsbevoegdheid op grond van artikel 13b Opiumwet vaststaat.

 

Het College van Procureurs-Generaal van het Openbaar Ministerie heeft in de “Aanwijzing Opiumwet” bepaald dat maximaal 0,5 gram harddrugs of 5 ml GHB (=harddrugs), 5 gram softdrugs en 5 hennepplanten of minder wordt aangemerkt als geringe hoeveelheid voor eigen gebruik. Indien de aangetroffen hoeveelheid de hoeveelheid voor eigen gebruik overtreft, is sprake van een handelshoeveelheid dan wel van bedrijfsmatige teelt van hennep (of de cannabis plant).

 

Uit de wetgeschiedenis van artikel 13b Opiumwet blijkt dat het doel van deze bepaling is: de preventie en beheersing van de uit drugsgebruik voortvloeiende risico’s voor de volksgezondheid, het voorkomen van nadelige effecten van de handel in en het gebruik van drugs op het openbare leven en andere lokale omstandigheden en het beschermen van de rechten van anderen (omwonenden).

Bestuursdwang

De in artikel 13b Opiumwet neergelegde (sluitings)bevoegdheid betreft een bestuursrechtelijke bevoegdheid, geen strafrechtelijke.

 

De Opiumwet zelf bevat geen procedure en geen regels voor het opleggen van een last onder bestuursdwang. Voor het opleggen van een last onder bestuursdwang ex artikel 13b Opiumwet worden regels en de procedure uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) toegepast.

 

Een last onder bestuursdwang dient altijd te strekken tot het herstel van de onrechtmatige situatie. Het toepassen van bestuursdwang is er op gericht om de handel in of vanuit een woning of lokaal te beëindigen en beëindigd te houden. Bij een sluitingsbevel op grond van artikel 13b Opiumwet is er maar één manier om dat te doen: sluiting. De termijn die betrokkene krijgt, dient er niet toe om zodanige maatregelen te treffen dat sluiting wordt voorkomen, maar om zelf te sluiten.

Beleidsregels

ALGEMEEN

In deze beleidsregels wordt aangesloten bij de “Aanwijzing Opiumwet” van het Openbaar Ministerie ten aanzien van de beoordeling of sprake is van een handelshoeveelheid drugs dan wel van beroeps- of bedrijfsmatige teelt van hennepplanten.

Er wordt in beginsel alleen over gegaan tot het treffen van de in artikel 1 en 2 van de handhavingsmatrix (pagina 4 ev.) neergelegde maatregelen als:

  • een handelshoeveelheid harddrugs en/of softdrugs wordt aangetroffen tenzij er sprake is van een dealerindicatie;

  • meer dan 5 hennepplanten worden aangetroffen tenzij er sprake is van beroeps-of bedrijfsmatige teelt.

 

In het geval dat sprake is van een dealerindicatie of van beroeps- of bedrijfsmatige teelt van hennepplanten wordt, ongeacht de hoeveelheid aangetroffen drugs of planten, de hieronder in artikel 1 en 2 neergelegde handhavingsmatrix toegepast.

 

Er is in ieder geval sprake van een dealerindicatie indien één van de volgende indicatoren zich voordoet:

  • de wijze waarop de aangetroffen drugs zijn verpakt;

  • aantreffen handelsgeld op een persoon (veel contant geld);

  • persoon staat bekend als dealer bij de politie;

  • verklaringen van gebruikers, omwonenden, dealers en getuigen e.d.;

  • eventuele politieobservaties in/rondom het lokaal;

 

Bij het vaststellen van hetgeen beroeps- of bedrijfsmatige teelt is, spelen de volgende factoren (opgenomen in bijlage 1 bij de Aanwijzing Opiumwet van het Openbaar Ministerie) een rol:

  • de mate van professionaliteit, afgemeten aan het soort perceel waar wordt geteeld, belichting, verwarming, bevloeiing etc. (zie verder bijlage 1 bij de Aanwijzing Opiumwet);

  • indien sprake is van het telen van hennep om geldelijke gewin wordt, ongeacht de hoeveelheid planten, aangenomen dat er sprake is van beroeps- of bedrijfsmatige teelt.

 

Als algemeen beleidsuitgangspunt geldt voorts dat een last onder bestuursdwang tot sluiting van de woning of het lokaal dan wel de daarbij behorende erven wordt opgelegd en geen last onder dwangsom.

 

Anders dan een last onder dwangsom leidt een last onder bestuursdwang op iets langere of kortere termijn tot daadwerkelijke beëindiging van de overtreding en voorkoming van verdere overtreding(en). Bovendien zal -gelet op de in de drugsscene gemaakte winsten- het opleggen van een dwangsom niet snel leiden voldoende financiële prikkel opleveren om de overtreding onmiddellijk te beëindigen en beëindigd te houden.

 

Indien bijkomende feiten en/of omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan worden afgeweken van de in deze notitie geformuleerde beleidsregels.

HANDHAVINGSMATRIX

Artikel 1: LOKALEN

1.1. HARDDRUGS

  • indien er sprake is van het verkopen, afleveren of verstrekken dan wel daartoe aanwezig zijn van een handelshoeveelheid van een middel als bedoeld in lijst I van de Opiumwet dan wordt het lokaal gesloten voor de duur van 12 maanden.

  • indien binnen 3 jaar na het verstrijken van de 1e sluiting een 2e overtreding wordt geconstateerd, dan wordt het lokaal gesloten voor onbepaalde tijd.

1.2. SOFTDRUGS

  • indien er sprake is van het verkopen, afleveren of verstrekken dan wel daartoe aanwezig zijn van een handelshoeveelheid van een middel als bedoeld in lijst II van de Opiumwet dan wordt het lokaal gesloten voor de duur van 3 maanden.

  • indien er binnen 3 jaar na het verstrijken van de 1e sluiting een 2e overtreding wordt geconstateerd, dan wordt het lokaal gesloten voor de duur van 6 maanden.

  • indien binnen 3 jaar na het verstrijken van de 2e of een daarop volgende sluiting een volgende overtreding wordt geconstateerd, dan wordt het lokaal gesloten voor de duur van 12 maanden.

1.3 BEROEPSMATIGE/BEDRIJFSMATIGE HENNEPTEELT

  • in afwijking van het bepaalde in artikel 1.2 wordt een lokaal gesloten voor de duur van 6 maanden als er sprake is van meer dan 5 hennepplanten.

  • indien er binnen 3 jaar na het verstrijken van de 1e sluiting een 2e overtreding wordt geconstateerd, dan wordt het lokaal gesloten voor de duur van 12 maanden.

  • indien binnen 3 jaar na het verstrijken van de 2e sluiting een 3e overtreding wordt geconstateerd, dan wordt het lokaal gesloten voor onbepaalde tijd.

ARTIKEL 2: WONINGEN

2.1. HARDDRUGS

  • indien er sprake is van het verkopen, afleveren of verstrekken dan wel daartoe aanwezig zijn van een handelshoeveelheid van een middel als bedoeld in lijst I van de Opiumwetdan wordt de woning gesloten voor de duur van 3 maanden.

  • indien binnen 3 jaar na het verstrijken van de 1e sluiting een 2e overtreding wordt geconstateerd, dan wordt de woning gesloten voor de duur van 6 maanden.

  • indien binnen 3 jaar na het verstrijken van de 2e of een daarop volgende sluiting een volgende overtreding wordt geconstateerd, dan wordt de woning gesloten voor de duur van 12 maanden.

 

2.2. SOFTDRUGS

  • indien er sprake is van het verkopen, afleveren of verstrekken dan wel daartoe aanwezig zijn van een handelshoeveelheid van een middel als bedoeld in lijst II van de Opiumwet dan wordt een waarschuwing gegeven.

  • indien binnen 3 jaar hierna een 2e overtreding wordt geconstateerd, dan wordt de woning gesloten voor de duur van drie maanden.

  • indien binnen 3 jaar na het verstrijken van de 1e sluiting of daarop volgende sluiting een volgende overtreding wordt geconstateerd, dan wordt de woning gesloten voor zes maanden.

2.3. BEROEPSMATIGE/BEDRIJFSMATIGE HENNEPTEELT 

  • in afwijking van het bepaalde in artikel 2.2 wordt een woning gesloten voor de duur van 3 maanden als er sprake is van meer dan 5 hennepplanten.

  • indien binnen 3 jaar na het verstrijken van de 1e sluiting een 2e overtreding wordt geconstateerd, dan wordt de woning gesloten voor de duur van 6 maanden.

  • indien binnen 3 jaar na het verstrijken van de 2e of een daarop volgende sluiting een volgende overtreding wordt geconstateerd, dan wordt de woning gesloten voor de duur van 12 maanden.

ARTIKEL 3: AFWIJKING HANDHAVINGSMATRIX

In afwijking van het in de handhavingsmatrix neergelegde stappenplan zoals genoemd in de artikelen 1 en 2 kan onmiddellijk worden overgaan tot de laatste stap van de matrix indien de volgende bijkomende feiten en/of omstandigheden zich voordoen:

  • er zich andere strafbare feiten voordoen zoals bijvoorbeeld wapenbezit als bedoeld in de Wet wapens en munitie of geweldsdelicten;

  • het pand wordt gebruikt als gebruikerspand en staat ook als zodanig bekend;

  • de mate van gevaar of risico voor het woon- en leefklimaat in de omgeving en/of voor de omwonende(n) hiertoe aanleiding geven.

TOEPASSEN BESTUURSDWANG

  • bestuursdwang wordt toegepast in de vorm van sluiting van de woning of lokaal.

  • belanghebbenden worden in beginsel -alvorens definitief tot het opleggen van een last onder bestuursdwang wordt besloten- in de gelegenheid gesteld zijn/haar zienswijze naar voren te brengen over het voorgenomen besluit. Hiertoe wordt het voorgenomen besluit uitgereikt of toegezonden aan belanghebbenden.

  • voor het geven van zienswijze wordt in beginsel 5 werkdagen aangehouden;

  • in beginsel wordt als begunstigingstermijn 5 werkdagen gegeven;

  • het sluitingsbevel wordt op grond van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken binnen 4 dagen ingeschreven in de landelijke voorziening;

  • feitelijke sluiting vindt plaats door het pand voor het publiek ontoegankelijk te maken door vervanging van de sloten én verzegeling van de (toegangs)deuren tot het pand;

  • de sloten worden vervangen door een veiligheidsbeslag SKG drie sterren ® met cilindertrekbeveiliging of door een cilinder SKG drie sterren ®;

  • de kosten van het toepassen van bestuursdwang worden verhaald op de overtreder;

  • als belanghebbende binnen de gegeven begunstigingstermijn zelf tot sluiting van het pand overgaat dan dient hij/zij in aanwezigheid van en in overleg met een medewerker van de gemeente Noordwijk zoals aangegeven in de beschikking, de sloten van alle (toegangs)deuren te vervangen door een veiligheidsbeslag SKG drie sterren ® met cilindertrekbeveiliging of door een cilinder SKG drie sterren ® en alle sleutels aan de medewerker van de gemeente te overhandigen. De gemeente houdt de sleutels tot het verstrijken van de voorgeschreven sluitingstermijn onder zich;

  • als belanghebbende zelf tot sluiting is over gegaan, dan wordt het pand na ontvangst van de sleutels door de medewerker van de gemeente verzegeld.

INWERKINGTREDING

  • 1.

    De huidige beleidsregels worden ingetrokken, te weten:

    • a.

      Noordwijk: Beleidsregel Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet, vastgesteld door Burgemeester;

    • b.

      Noordwijkerhout: Beleidsregels Sluitingsbeleid ex artikel 13b, vastgesteld door Burgemeester.

  • 2.

    Het onderhavige beleidsstuk; “Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet”,

    treedt in werking op de dag na de dag van bekendmaking hiervan.

Ondertekening

Noordwijk, 3 januari 2019

De burgemeester van Noordwijk,

J.H.M. Hermans - Vloedbeld

Toelichting

Lokalen

Onder lokalen wordt in deze regeling verstaan: alle, al dan niet voor publiek toegankelijke lokalen zoals bijvoorbeeld onder meer vergunningplichtige inrichtingen in de zin van de Drank- en Horecawet, winkels, bedrijfspanden/loodsen en dergelijke.

Woningen

Onder woningen wordt in deze regeling verstaan: bewoonde woningen, leegstaande woningen alsmede onzelfstandige woonruimte.

Overtreding

Onder overtreding wordt in dit beleid verstaan: het verkopen, afleveren of verstrekken dan wel daartoe aanwezig hebben van een middel als bedoeld in lijst I of II van de Opiumwet.