Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Noordwijk houdende regels omtrent het integraal veiligheidsplan

Geldend van 06-01-2021 t/m heden

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Noordwijk houdende regels omtrent het integraal veiligheidsplan

1. Inleiding

Dit nieuwe veiligheidsbeleid schetst onze koers op het integrale veiligheidsterrein in de periode 2021-2024. Het benoemt prioritaire veiligheidsthema’s, hoofdlijnen van de aanpak en de doelen die we ons stellen. De aanpak wordt gedetailleerd in het ‘Uitvoeringsplan Integrale Veiligheid 2021-2024’ (eind 2020 in het college). De prioriteiten zijn in juli van dit jaar besproken met de gemeenteraad1. De voorgestelde koers is daarbij onderschreven en in deze nota vastgelegd en verder uitgewerkt.

Met deze nota beschikken we als gemeente Noordwijk over een actueel strategisch veiligheidskompas. Deze nota vervangt het veiligheidsbeleid van de voormalige gemeenten Noordwijk en Noordwijkerhout. Ook voldoen we aan artikel 38b van de Politiewet 2012, dat stelt dat gemeenten tenminste een maal in vier jaar veiligheidsdoelen vaststellen.

Dit beleid is in nauwe samenwerking met de partners tot stand gekomen. Politie, Openbaar Ministerie en Veiligheidsregio zijn betrokken. Maar ook vertegenwoordigers van de Noordwijkse ondernemers. Intern is afgestemd met domeinen zoals toerisme en recreatie, sociaal domein, jeugd en onderwijs, handhaving en omgevingsbeleid. Deze participatieve aanpak is bij veiligheidsbeleid extra belangrijk vanwege de brede relevantie en strekking daarvan – veiligheidsbeleid heeft tal van verbindingen met andere bestuurlijke opgaven en vraagt om bijdragen van veel partijen. Door het interactieve proces is een goede basis gelegd voor de gezamenlijke inzet op veiligheidsvraagstukken in de komende tijd.

De inhoudelijke lijn van dit beleid onderstreept de brede betekenis van het thema ‘veiligheid’. Onze prioriteiten zijn de veiligheid rond evenementen en toerisme, sociaal kwetsbare personen/huishoudens, jeugd en veiligheid, ondermijnende criminaliteit. Thema’s met evidente raakvlakken met andere beleidsdomeinen – en thema ’s ook die de verschillende gezichten van Noordwijk laten zien: badplaats en woongemeente, met mondaine én dorpse trekken, met een diverse lokale economie maar ook sociale vraagstukken. We zetten integraal, samen met de interne en externe, publieke en private partners in op deze belangrijke thema’s.

Tegelijk is dit veiligheidsbeleid ook ‘eigenstandig’, vanuit de veiligheidstaken beschouwd, integraal: naast de strategische prioriteiten behandelt het overige, niet-prioritaire veiligheidsthema’s. Hierdoor dekt dit beleid consequent het integrale veiligheidsterrein af.

Leidraad in het beleidsproces was de VNG-methode Kernbeleid Veiligheid. Deze methode geldt als standaard voor lokaal integraal veiligheidsbeleid.

Leeswijzer

  • In hoofdstuk 2 wordt het vertrekpunt van dit beleid geschetst: hoe ziet het veiligheidsbeeld er nu, in 2020, uit? Wat valt op aan de huidige aanpak?

  • In hoofdstuk 3 formuleren we onze ‘overstijgende’ doelstelling voor 2024: waar willen we ‘staan’ in dat jaar? Wat is onze missie op het integrale veiligheidsterrein? Dit hoofdstuk concentreert zich op het ‘WAT?’

  • In hoofdstuk 4 beschrijven we de ‘constanten’ in onze aanpak, introduceren partners en benoemen flankerend beleid en verbindende beleidsthema’s. Dit hoofdstuk handelt over het ‘HOE?’

  • In hoofdstuk 5 worden de prioriteiten uitgewerkt. Dit zijn de thema’s waarop we intensiveren in komende jaren. We beschrijven hoofdlijnen van de aanpak en formuleren onze doelen.

  • Hoofdstuk 6 geeft een overzicht van de going concern- ofwel niet-prioritaire veiligheidsthema’s. Op deze thema’s continueren we onze inzet.

  • In hoofdstuk 7 ten slotte wordt ingegaan op de coördinatie van het beleid, de beleidscyclus en verantwoording en de begroting.

2. Waar staan we nu?

Ter voorbereiding van dit beleid is een brede inventarisatie van de stand van zaken op de vijf veiligheidsvelden van Kernbeleid Veiligheid uitgevoerd. De inventarisatie richtte zich zowel op het ‘veiligheidsbeeld’ ofwel aard en omvang van veiligheidsvraagstukken, als de lopende aanpak van die vraagstukken inclusief de aandachts- en verbeterpunten daarbij. Interne en externe ketenpartners zijn nauw betrokken bij deze inventarisatie. Belangrijke bronnen waren politiecijfers en de Veiligheidsmonitor 2019. Daarnaast zijn interne en externe veiligheidspartners geconsulteerd. In dit hoofdstuk worden de bevindingen kort samengevat.

Een positieve hoofdlijn

Het algemene beeld is behoorlijk positief. Bij meerdere veiligheidsthema’s is er een gunstige trend in zowel de objectieve veiligheid (politiecijfers) als de subjectieve ofwel ‘ervaren’ veiligheid (Veiligheidsmonitor). Bij de delicten woninginbraak en diefstal uit auto bijvoorbeeld was er in de afgelopen jaren een substantiële afname van het aantal aangiften.

 

gemiddeld p/j

2017-2019

2019

september 2019 t/m augustus 2020

Totaal misdrijven

1.776

1.650

1.716

Diefstal/inbraak woning

89

78

69

Bedreiging

45

44

47

Mishandeling

114

93

97

Diefstal fiets

148

137

139

Diefstal uit/vanaf motorvoertuigen

71

55

35

Overlast personen met verward gedrag

229

253

306

Overlast jeugd

237

235

260

Fraude met online-handel

91

112

140

Tabel 2.1: Incidenten/misdrijven gemeente Noordwijk (bron: Politie).

De door inwoners ervaren veiligheid en leefbaarheid zijn eveneens van een goed niveau, met rapportcijfers van respectievelijk een 7,6 en een 7,8. Ook bij indicatoren zoals sociale overlast en veiligheidsgevoel in de eigen buurt zijn scores én trend gunstig.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 2.1: Rapportcijfer veiligheid van de eigen buurt (bron: Veiligheidsmonitor).

afbeelding binnen de regeling

Figuur 2.2: Sociale overlast in de eigen buurt (% ‘ervaart veel overlast’) (bron: Veiligheidsmonitor).

afbeelding binnen de regeling

Figuur 2.3: Veiligheidsgevoel in de eigen buurt (% ‘wel eens onveilig’) (bron: Veiligheidsmonitor).

De inzet op belangrijke veiligheidsthema’s in de afgelopen jaren door gemeente en partners heeft bijgedragen aan dit positieve beeld. Nieuwe wet- en regelgeving, nieuwe instrumenten en maatregelen zijn geïmplementeerd en hebben hun doorwerking gehad. Er zijn verbindingen met flankerend beleid op domeinen als zorg/sociaal domein en recreatie en toerisme gelegd. Ook is de samenwerking met de maatschappelijke partners en instellingen verbeterd. Dit laat allemaal overigens onverlet dat er bij vrijwel elk veiligheidsthema nog verbetermogelijkheden zijn, dat we nog kunnen aanscherpen, aan effectiviteit kunnen winnen. Dat is ook de opgave van het veiligheidsbeleid: blijvende alertheid op veiligheidsrisico’s en de werking van de gekozen aanpak – en intensivering/doorontwikkeling waar nodig.

Maar toch aandachts- en verbeterpunten ...

Niet bij alle veiligheidsthema’s is het beeld gunstig. Bij enkele zien we nog zorgelijke veiligheidsrisico’s en blijvende aandachtspunten zo niet uitdagingen in de aanpak. Het betreft vooral de volgende thema’s:

  • Veiligheid rond uitgaan, evenementen en toerisme

    Het horecaprofiel van Noordwijk is al enige tijd in transitie, met een groeiend accent op onder meer restaurants en verblijfstoerisme. De nieuwe kuuroordstatus onderstreept dit. Het aanbod van bars en dancings neemt af, Noordwijk heeft niet meer de functie van regionale ‘uitgaanshotspot’ voor met name jeugd en jongvolwassenen. Toch is er een blijvend risico van incidenten rond het uitgaan. Het evenementenaanbod ontwikkelt zich eveneens, vanuit andere mechanismen, maar blijft daarentegen substantieel, met bijbehorende, min of meer ‘vaste’ veiligheidsvraagstukken. Ook het grootschalige strandtoerisme en onderdelen van het verblijfstoerisme (- specifiek in de vorm van vakantieparken) impliceren onverminderd risico’s op het vlak van handhaving en veiligheid.

  • Problematische huishoudens/zorg- & veiligheidscasuïstiek

    Het aantal meldingen van overlast van personen met verward gedrag neemt sterk toe. Dit hangt samen met zowel institutionele als maatschappelijke ontwikkelingen. Het veiligheidsvraagstuk is evident, zowel voor de betreffende personen/huishoudens als de maatschappelijke omgeving. De gezamenlijke, integrale aanpak van partijen is ook nog niet uitgekristalliseerd, kent verbeterpunten.

  • Jeugdoverlast en –criminaliteit

    Zowel het aantal meldingen bij de politie van jeugdoverlast als de ervaren jeugdoverlast (Veiligheidsmonitor) blijft substantieel in Noordwijk. Specifieke aandachtspunten in relatie tot jeugd zijn risico’s rond alcohol en drugs, individuele problematiek/gezinsproblematiek, het risico van ‘doorgroeien’ in de criminaliteit. Veilig opgroeien vergt onverminderde aandacht en inzet, óók vanuit het veiligheidsbeleid.

  • Ondermijnende criminaliteit

    Ondermijning in de zin van verweving van onderwereld en bovenwereld, het aangetast raken van legale onderdelen van de samenleving, is een oprukkend verschijnsel. Ook Noordwijk is er kwetsbaar voor, onder meer door haar krachtige economische profiel, de aanwezige voorzieningen, de investeringsmogelijkheden. De samenleving wordt in algemene zin kwetsbaarder voor ondermijning door internationalisering, digitalisering, groeiende mobiliteit, afnemende sociale controle. Onze aanpak kan en moet nog effectiever, zowel wat betreft het basisinstrumentarium (waaronder regelgeving en interventies) als de maatschappelijke en bestuurlijke weerbaarheid.

  • Gedigitaliseerde criminaliteit

    Gedigitaliseerde criminaliteit (waaronder online-fraude) neemt sterkt toe. We zijn er als samenleving duidelijk nog onvoldoende weerbaar tegen. We moeten onze kennis en expertise, maatregelen en interventies verbeteren.

3. Waar willen we staan in 2024?

• Een nóg veiliger Noordwijk

We willen een aantrekkelijke gemeente zijn waar inwoners, ondernemers en bezoekers zich welkom, thuis en veilig voelen. Een gemeente met weinig overlast en criminaliteit, een gemeente ook die in staat is om complexe veiligheidsproblematiek effectief het hoofd te bieden. We werken met energie, samen met onze ketenpartners én maatschappelijke partners, slim en efficiënt aan de verdere verbetering van de veiligheid én het veiligheidsgevoel.

Bij veel veiligheidsthema’s is de veiligheid in Noordwijk momenteel van een goed niveau. Bij deze thema’s is het vooral de uitdaging dit positieve beeld vast te houden in komende jaren. Dit zijn onze zogenaamde ‘going concern-thema’s’ (zie hoofdstuk 6).

Bij andere veiligheidsthema’s echter zijn prioritaire aandacht en inzet nodig. Het veiligheidsniveau is nog onvoldoende, of de aanpak vraagt speciale aandacht, moet op onderdelen geïntensiveerd worden. Het betreft de thema’s:

  • 1.

    Veilig uitgaan, evenementen en toerisme.

  • 2.

    Overlast, geweld op het snijvlak van Zorg & Veiligheid.

  • 3.

    Jeugd en veiligheid.

  • 4.

    Ondermijning.

Deze vier thema’s vormen onze prioriteiten in de periode 2021 tot 2024. In 2024 hebben we een robuuste aanpak staan rond deze thema’s en is het veiligheidsniveau tenminste acceptabel.

In hoofdstuk 5 formuleren we onze doelen bij deze prioritaire thema’s. Naast deze ‘thema-specifieke’ doelen werken we met een overkoepelende meetbare veiligheidsdoelstelling. Dit doen we aan de hand van de indicatoren ‘totaal aantal misdrijven’ (exclusief cybercrime)2 en ‘rapportcijfer veiligheid van de buurt’. Deze indicatoren geven een goede, algemene indicatie van de objectieve en subjectieve veiligheid van Noordwijk. In onderstaande tabel zijn onze doelen (streefwaarden) op deze indicatoren weergegeven.

indicator

bron

uitgangswaarde 2019

doelstelling 2024

totaal misdrijven

politie

1.538 [2019]

≤ 1.400

rapportcijfer veiligheid van de buurt

Veiligheidsmonitor

7,6 [2019]

≥ 7,7

  • Burgers en ondernemers ‘in positie’

We willen de veiligheidsparticipatie van burgers en ondernemers verder vergroten. Zowel in de zin van ‘eigen’ veiligheidsmaatregelen en meldings- en aangiftebereidheid als meedenken over de aanpak van belangrijke veiligheidsvraagstukken en vertaling naar de uitvoering daarvan. Deze actieve betrokkenheid van burgers en ondernemers geeft op termijn de beste garantie voor een solide, veerkrachtige veiligheid. De veiligheid raakt dan immers geborgd in de samenleving – zij vermaatschappelijkt. Zowel de objectieve als subjectieve veiligheid vaart daar wel bij. In Noordwijk ligt er al een basis voor veiligheidsparticipatie, vanuit het veiligheidsdomein en vanuit andere domeinen. Deze basis is verstevigd tijdens de corona-crisis, onder meer door de instelling van een breed veiligheidsoverleg met maatschappelijke partners. We houden deze lijn vast en pakken er op door, zowel overkoepelend (strategische afstemming met de alliantie/partners) als bij afzonderlijke veiligheidsthema’s. Deze ambitie vanuit dit veiligheidsbeleid sluit aan bij die van flankerend beleid en raakt aan de kern van de veranderende verhouding tussen bestuur en samenleving. We willen zelfredzaamheid en samenredzaamheid stimuleren, als bestuur maatschappelijke partners ‘verleiden’ en ondersteunen.

4. Hoe gaan we te werk?

4.1 De rode draad

Hoe gaan we te werk om de hiervoor beschreven ambities waar te maken? Wat zijn onze algemene, strategische uitgangspunten in de aanpak?

  • Regie We voeren consequent regie, brengen partijen bij elkaar, bevorderen en bewaken verbindingen tussen partners, informeren hen over urgenties en hun rol. We anticiperen op nieuwe opgaven, interveniëren waar het niet goed loopt, zijn alert en ‘hands on’.

  • Participatief Bij elk thema, bij elke veiligheidsopgave zetten we in op actieve participatie van burgers en ondernemers. Hierbij trekken we samen op met andere beleidsdomeinen en met onze externe partners. Ook op strategisch niveau werken we samen met de maatschappelijke partners. We continueren de als onderdeel van de COVID-19-aanpak ingerichte ‘maatschappelijke alliantie’, benutten dit voor afstemming en samenwerking ook rond andere veiligheidsthema’s.

  • Integraal werken We combineren consequent preventieve en repressieve maatregelen, benutten daarbij de mogelijkheden van alle partners (- intern en extern, publiek en privaat). Zo maken we met elkaar effectief en efficiënt ‘werk’ van de gehele veiligheidsketen.

  • Inzet van de bestuurlijke instrumenten Ons bestuurlijk instrumentarium is in de afgelopen jaren stevig uitgebreid. Dit strekt zich uit tot meerdere veiligheidsthema’s. We maken hier optimaal gebruik van, geven ferm invulling aan de bestuurlijke aanpak.

  • Dynamisch beleid We volgen kritisch de voortgang van dit veiligheidsbeleid, houden oog voor ontwikkelingen in het veiligheidsbeeld en eventueel benodigde aanscherpingen/bijstellingen van de koers. Die pakken we vlot op. Via het Uitvoeringsplan kunnen bijstellingen worden vastgelegd.

  • Informatiegestuurd We werken op basis van solide informatie – informatie over trends in het veiligheidsbeeld, voortgang van de aanpak, risicovolle situaties en casuïstiek. Daardoor zijn scherpe keuzes en acties mogelijk, kunnen we koers houden én tijdig bijsturen. We realiseren benodigde voorzieningen/tools en maken effectief gebruik van de informatie die al ‘in huis’ is. Waar nodig wordt informatie gedeeld, met inachtneming van de privacyregels.

  • Digitale component Criminaliteit digitaliseert in hoog tempo – bij vrijwel elk veiligheidsvraagstuk is er een digitale component. We monitoren de ontwikkelingen rond dit fenomeen in komende tijd. Bij de veiligheidsthema’s waar digitalisering het meest speelt, geven we dit expliciet een plek in de aanpak (zie paragraaf 6.1).

  • Risico’s rond drugs Ook drugsproblematiek is een terugkerend element bij meerdere veiligheidsthema’s. Bij de aanpak per thema verifiëren we consequent de risico’s en mogelijke aanpak.

  • Leren van de corona-aanpak Sinds het begin van de COVID-19-crisis is het ‘alle hens aan dek’ - voor ons als gemeente, voor de veiligheidspartners en natuurlijk voor de inwoners en ondernemers. De druk is groot maar werkende weg worden oplossingen bedacht en weer doorontwikkeld. Hierdoor zijn de opgaven hanteerbaar, zetten we vereiste stappen. Nog steeds wordt veel van ons gevraagd en blijven we leveren wat nodig is. Tegelijk willen we leren van deze zware periode. We zullen nieuwe werkvormen die effectief zijn gebleken, vasthouden en benutten voor ook andere veiligheidsopgaven. Dit betreft onder meer de participatieve aanpak via de Maatschappelijke alliantie.

4.2 Partners

Belangrijke partners in dit veiligheidsbeleid zijn politie, Openbaar Ministerie en Veiligheidsregio. Maar ook het Zorg- en Veiligheidshuis, RIEC Den Haag, zorg- en welzijnsinstellingen, onderwijsinstellingen, reddingsbrigades, woningcorporaties, omgevingsdienst. En natuurlijk de maatschappelijke partners, in het bijzonder burgers en ondernemers: zij zijn keyplayers in dit beleid want kunnen veiligheid de noodzakelijke maatschappelijke borging geven.

Preciezer over onze kernpartners:

  • Politie (Basisteam Katwijk-Noordwijk) Cruciale partner bij vrijwel alle IVP-thema’s. In de breedte actief op thema’s binnen integrale veiligheid. Wijkgerichte politiezorg is hierbij het uitgangspunt, met de wijkagenten als vooruitgeschoven posten. De politie voorziet de burgemeester van informatie ten behoeve van haar regierol. Belangrijk beleidskader voor de verdeling van politiecapaciteit is het Regionaal Beleidsplan van de eenheid Den Haag.

  • Openbaar Ministerie (parket Den Haag) Verantwoordelijk voor opsporing en vervolging van strafbare feiten ofwel het sluitstuk van integrale aanpak rond groepen en individuen. Het Openbaar Ministerie voert mede het gezag over de politie.

  • Veiligheidsregio/Regionale brandweer Hollands-Midden Voert de brandweertaken uit, met als accenten risicobeheersing en incidentbestrijding. De risicobeheersingstaak strekt zich uit tot IVP-thema’s als veilig uitgaan en evenementen maar ook ondermijning en advies externe veiligheid. De brandweer draagt via de ‘brandveilig leven’-lijn bij aan het in positie brengen van burgers, een strategische doelstelling in dit IVP.

4.3 Verbindingen met ander gemeentelijk beleid

Dit beleid heeft raakvlakken met ander gemeentelijk beleid op terreinen zoals Wmo/zorg, participatie, wijk- en kernenaanpak, jeugd, horeca en evenementen, verkeer en omgeving, wonen en openbare ruimte, vergunningen en handhaving, communicatie. In onze aanpak geven we consequent gestalte aan deze raakvlakken, benutten ze zo goed mogelijk.

Belangrijke verbindende thema’s zijn onder meer:

  • °

    Leefbaarheid De leefbaarheid van de woonomgeving werkt rechtstreeks door in de ‘ervaren’ veiligheid. En inzet op leefbaarheid samen met burgers – een rode draad in onze aanpak - bevordert sociale controle en netwerken in de kernen en wijken en draagt daarmee bij aan de veerkracht van de lokale gemeenschap. Dit raakt aan meerdere veiligheidsthema’s. We benutten de invalshoek ‘leefbaarheid’ dan ook zo veel mogelijk in onze aanpak, leggen consequent de verbinding met wijkgericht werken, kwaliteit openbare ruimte en burgerparticipatie.

  • °

    Toezicht en handhaving Bij veel veiligheidsthema’s zijn toezicht en handhaving onderdeel van de aanpak – denk aan ondermijning, overlast in de woonomgeving, vraagstukken op de vakantieparken, jeugdoverlast, veilige evenementen en agrarisch buitengebied. Toezicht en handhaving zijn zonder twijfel cruciale elementen van de integrale veiligheidsaanpak. We hebben dan ook bijzondere aandacht voor de effectieve inrichting en programmering ervan Waar nodig schakelen we bij.

  • °

    Zorg & Veiligheid Veel veiligheidsvraagstukken kennen mede een zorgkant - en andersom. Effectieve aanpak van deze vraagstukken vereist verbinding van partijen en instrumenten vanuit beide domeinen. Als gemeente hebben we daarbij een belangrijke regisserende rol. En dit begint ‘in huis’, bij de verbinding van zorg en veiligheid op ambtelijk en bestuurlijk niveau. We brengen dit verder op orde in komende jaren.

4.4 Bovenlokale beleidskaders

Belangrijke bovenlokale beleidskaders zijn het Regionaal Beleidsplan 2019-2022 Eenheid Den Haag en het Regionaal Beleidsplan Veiligheidsregio Hollands-Midden 2020-2023. Als gemeente zijn wij betrokken bij en partij in deze kaders.

Het Regionaal Beleidsplan Eenheid Den Haag is het gezamenlijke kader van de gemeenten binnen de eenheid, het Openbaar Ministerie en de politie voor de aanpak veiligheidsproblemen. Het concentreert zich op thema’s die nagenoeg overal (in alle basisteams/ gemeenten binnen de eenheid) spelen én waar regionale interventies noodzakelijk zijn. Thema’s en aanpak overlappen deels met keuzes in dit IVP, anderdeels worden vanwege de regionale scope andere keuzes gemaakt. Grosso modo geldt dat het IVP en het Regionaal Beleidsplan elkaar complementeren en versterken. Het Regionaal Beleidsplan is een belangrijk ijkpunt voor de regionale verdeling van politiesterkte.

Het Regionaal Beleidsplan van de veiligheidsregio bevat kaders voor de inzet op onder meer brandweertaken en crisisbeheersing door de veiligheidsregio. Onderdeel van de veiligheidsregio is de regionale brandweer. Zwaartepunten in het beleidsplan voor wat betreft brandveiligheid zijn risicobeheersing en incidentbestrijding. Via het programma ‘Brandveilig leven’ wordt in risicobewustzijn en handelingsperspectief van burgers en ondernemers geïnvesteerd. Dit sluit aan op het landelijke streven van de brandweer om het rendement van de schakels proactie en preventie verder te vergroten (‘meer naar de voorkant’).

5. Prioritaire thema’s

Onze prioritaire thema’s zijn ‘Veilig uitgaan, evenementen en toerisme’, ‘Overlast, geweld op het snijvlak van Zorg & Veiligheid’, ‘Jeugd en veiligheid’ en ’Ondermijning’. We intensiveren op deze thema’s. In dit hoofdstuk beschrijven we de hoofdlijnen van de aanpak en de doelstellingen bij deze thema’s. In het Uitvoeringsplan Integrale Veiligheid wordt de aanpak verder geconcretiseerd.

5.1 Veilig uitgaan, evenementen en toerisme

We hebben als gemeente een rijk en aantrekkelijk toeristisch profiel. Belangrijke ‘assets’ zijn het strand- en duingebied, de voorzieningen voor verblijfstoerisme en het evenementenaanbod. Deze dragen veel bij aan de levendigheid en economie van onze gemeente. Tegelijk brengen ze veiligheidsrisico’s met zich mee, op het vlak van openbare orde, fysieke veiligheid zoals brand- en waterveiligheid, overlast, alcohol en drugs, geweld. Om als gemeente, als inwoners en ondernemers optimaal te kunnen profiteren van de sterke kanten van toerisme en evenementen, moeten we de veiligheidsbasis daarvan blijvend bewaken en op peil houden. Dat is de inzet van dit veiligheidsbeleid bij dit prioritaire thema.

Hoofdlijnen 2021-2024

  • Voorop staat effectieve balans tussen ‘toerisme en uitgaan’ en ‘veiligheid’. Deze balans is niet statisch – we innoveren in de aanpak, blijven in pas met maatschappelijke ontwikkelingen. We hebben daarbij speciaal oog voor de bijzondere omstandigheden die de corona-crisis met zich meebrengt. Dit laat onverlet dat genoemde balans het overall-kompas vormt bij dit thema. We zijn hierover permanent in gesprek met veiligheidspartners, ondernemers, burgers.

  • Ook staat buiten kijf dat ondernemers de eerste verantwoordelijkheid dragen voor de veiligheid van bedrijfsmatige activiteiten op het vlak van toerisme, uitgaan en evenementen. Wij dragen dit actief en consistent uit in de samenwerking met ondernemers en organisatoren. Tijdens de voorbereiding van evenementen, via het horeca-overleg en op andere momenten. We verankeren dit solide in regels en procedures.

  • We zorgen dat onze veiligheidsinstrumenten - beleid, regelgeving, toezicht en handhaving – op peil zijn en blijven. Creëren daarvoor vereiste randvoorwaarden, onder meer op het vlak van capaciteit. We werken daarbij nauw samen met onze veiligheidspartners, in het bijzonder politie, Veiligheidsregio en GHOR.

  • De veiligheid rond evenementen is primair verankerd in het evenementenbeleid en bijbehorende uitvoeringsregels. In 2021 wordt een nieuw evenementenbeleid vastgesteld. Daarin zal veel aandacht zijn voor de borging van veiligheid. Belangrijke elementen zijn het vergunning-proces, het veiligheidsplan, toezicht en handhaving, verkeers- en brandveiligheid, preventie alcohol en drugs.

  • De veiligheid in strand- en duingebied is mede onderdeel van de strandnota. Ook deze wordt geactualiseerd in komende tijd. Specifiek aandachtspunt daarbij is de inzet(baarheid) van en samenwerking tussen reddingsbrigade en politie.

  • We houden speciaal zicht op de gezondsheids- en veiligheidsrisico’s rond alcohol, drugs en andere genotmiddelen, werken samen met ondernemers, veiligheidspartners en instellingen aan de beteugeling van deze risico’s. Via voorlichting en communicatie maar ook via interventies en handhaving.

  • Onderdeel van het verblijfstoerisme zijn de vakantieparken. Het recreatieve potentieel daarvan wordt ondersteund vanuit het toerismebeleid. Vanuit dit veiligheidsbeleid worden voorwaarden voor toezicht en handhaving van de recreatieve functies geëffectueerd.

Partners

Politie, Openbaar Ministerie, Veiligheidsregio/Regionale Brandweer, Omgevingsdienst, ondernemersverenigingen (KHN, NOV), reddingsbrigades.

Flankerend beleid

Toerisme en recreatie (specifiek Strand en Evenementen), Economie, Omgeving, Handhaving, Gezondheid, Cultuur, Kwaliteit Openbare ruimte, Natuur, Verkeer/Mobiliteit.

Doelstelling 2024

Een zodanige combinatie van procedures en veiligheidschecks en -instrumenten enerzijds en samenwerking met én initiatief van ondernemers en evenementenmakers anderzijds, dat de veiligheid rond uitgaan, evenementen en toerisme duurzaam beheersbaar is.

5.2 Overlast, geweld op het snijvlak van Zorg & Veiligheid

Het accent ligt bij dit thema op complexe sociale casuïstiek - individuen of gezinnen - waarbij sprake is van overlast en soms ook geweld (inclusief huiselijk geweld). De overlast kan betrekking hebben op geluid, stank, verbale uitingen. Psychiatrische factoren kunnen een rol spelen, net als alcohol en/of drugs. Zowel de veiligheid van de huishoudens/personen zelf als die van de omgeving kan in het geding zijn. Dit soort complexe, soms snel escalerende situaties trekken een stevige wissel op de veiligheid en leefbaarheid van de woonomgeving. Dit vraagstuk wordt steeds urgenter, niet alleen in Noordwijk. Verklarende factoren zijn onder meer extramuralisatie van de zorg en de groeiende complexiteit van de samenleving.

Hoofdlijnen 2021-2024

  • Kernbegrippen in onze aanpak zijn vroegtijdig, integraal en effectief. Problematiek wordt zoveel mogelijk ‘dichtbij huis’, dichtbij de burger én samen met burgers aangevat. Om problemen zo klein mogelijk te houden en de kracht van de samenleving te benutten. Waar dit geen oplossing biedt, schalen we op en zijn professionals aan zet. Die werken toe naar een stabiele en beheersbare situatie, waarna de samenleving weer een grotere rol kan hebben.

  • Cruciaal zijn goede voelsprieten in en verbindingen met de samenleving. Het sociaal team pakt casuïstiek als eerste op. Complexere casus worden opgeschaald naar het Zorgnetwerk, dat kan doorschakelen naar tweede lijnszorg, Zorg- en Veiligheidshuis, Veilig Thuis. Zo effectueren we voor elke casus een passende, systeemgerichte aanpak, met de juiste mixture van zorg- en veiligheidscomponenten.

  • We zorgen dat deze keten optimaal functioneert, geven invulling aan de condities daarvoor. Kritische punten zijn onder meer casusregie, tijdige op- en afschaling, verbinding zorg en veiligheid (- óók in de eerste lijn), GGZ-expertise in de wijk, goede informatiepositie (inclusief adequate juridische grondslag voor informatiedeling).

  • Ook zijn we voorbereid op acute sociale crises. We voorzien in crisisinterventie en –opvang en zetten stappen voor de realisatie van faciliteiten op het gebied van onder meer vervoer. We prepareren ons op sociale crises, mede aan de hand van de principes van de crisisorganisatie.

  • De aanpak staat in precieze wisselwerking met nazorg ex-gedetineerden, maatschappelijke opvang/passende woonvormen, aanpak huiselijk geweld, verslavingszorg. We zorgen dat we rond elk van deze thema’s een adequate keten hebben ‘staan’. We zetten de beschikbare instrumenten in (onder meer Wet Verplichte GGZ, Wet Aanpak Woonoverlast). Rond specifieke thema’s, zoals overlast van personen met verward gedrag, volgen we een daarop toegesneden aanpak, samen met lokale en bovenlokale partners.

  • Bijzondere aandacht hebben we voor preventie en aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Accenten in de aanpak zijn:

    • -

      Voorlichting en communicatie over signalen (‘awareness’) en hoe te handelen.

    • -

      Kennis en expertise in de ‘eerste lijn’, doorbreken van handelingsverlegenheid.

    • -

      Implementatie Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling.

    • -

      Integrale versteviging van de ‘nulde lijn’ ofwel de Noordwijkse gemeenschap zelf: werken aan het collectief en individueel ‘doorvoelen en uitdragen’ van risico’s en het belang van voorkomen.

    • -

      De ‘basis op orde’ ofwel: sluitende keten, voorzieningen voor acute opvang en zorg (o.m. de PEH: Psychiatrische Eerste Hulp), tijdige opschaling en doorschakeling, integraal ‘systeemgericht’ werken, effectieve samenwerking tussen de uitvoeringspartners én ‘in het gemeentehuis’ (zorg en veiligheid), inzet van de bestuurlijke instrumenten (Tijdelijk huisverbod).

  • We houden ‘voeling’ met problematiek en effectiviteit van de aanpak door frequente uitwisseling met professionals in de keten. We monitoren én verstevigen waar nodig de verbinding van zorg en veiligheid.

Partners

Politie, Openbaar Ministerie, Veiligheidsregio/Regionale Brandweer, GGZ- en welzijnsinstellingen, woningcorporaties, Zorg- en Veiligheidshuis, Veilig Thuis, verslavingszorg.

Flankerend beleid

Wmo, Participatie, Jeugd, Gezondheid, Wonen, Handhaving, Wijkgericht werken.

Doelstelling 2024

Een zodanige infrastructuur van samenwerkende professionals en voorzieningen in stand houden dat de veiligheid van en rond personen en gezinnen in alle gevallen van een aanvaardbaar niveau is of zo snel mogelijk weer wordt. Deze infrastructuur sluit aan op, maakt zo goed mogelijk gebruik van de mogelijkheden van de samenleving zelf.

5.3 Jeugd en veiligheid

Jeugd is enerzijds oorzaak van onveiligheid, anderzijds slachtoffer. Deze ambivalentie is onontkoombaar. Bij ‘oorzaak’ gaat het om overlast en soms ook criminaliteit. Dit kan zich concentreren op specifieke locaties in onze gemeente. Groepen kunnen intimiderend aanwezig zijn, richting burgers en richting professionals. Sommige jongeren groeien door, komen in aanraking met criminele netwerken. Aan de slachtofferkant zien we kwetsbaarheid door problematische omstandigheden thuis en op school, mogelijk GGZ-factoren, risico’s rond alcohol en drugs. Essentie: er is altijd een integrale, groeps- én persoonsgerichte aanpak nodig met preventieve en repressieve, strafrechts- én zorgelementen. Een aanpak die zich richt op de jongere in de groep maar ook de jongere thuis, op school en werk, bij sport en bij het uitgaan.

Hoofdlijnen 2021-2024

  • We zorgen voor een stevige ‘eerste lijn’, zijn aanwezig in de wijken, ‘kennen’ de jeugdgroepen, zeker de meer problematische. In deze eerste lijn zetten we in op preventie en activering maar signaleren we ook serieuzere problemen, acteren daar op en escaleren indien nodig. Belangrijke schakels zijn het jeugd- en jongerenwerk, wijk- en jeugdagenten, jeugd-BOA’s, Bureau Halt. We zorgen dat deze schakels op peil zijn en elkaar weten te vinden.

  • We rollen de PlusMinMee-methodiek verder uit, realiseren telkens passende combinaties van groeps- en persoonsgerichte maatregelen. De lessen van de Boerenburg-aanpak worden zodoende optimaal benut. Domeinen en partijen vinden en versterken elkaar binnen cruciale gremia zoals het Focusoverleg en het Werkersoverleg. Waar nodig wordt de Persoonsgerichte Aanpak (PGA) gevolgd, onder regie van het Zorg- en Veiligheidshuis. Uitgangspunt daarbij is altijd integraal en systeemgericht werken. Ook hier geldt dat de aanpak in nauwe verbinding staat met nazorg ex-gedetineerden, maatschappelijke opvang, aanpak huiselijk geweld, verslavingszorg.

  • We verstevigen de samenwerking met het onderwijs. Scholen zijn bij uitstek ‘vindplaatsen’ van en partners in zorg- en veiligheidsvraagstukken rond jeugd. We zetten stappen voor verankering van de samenwerking met onderwijsinstellingen in een convenant ‘School en Veiligheid’. De focus ligt daarbij in eerste instantie op het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs.

  • Speciale aandacht hebben we voor preventie van alcohol, drugs en andere genotmiddelen. Dit doen we vooral via voorlichting en communicatie, in samenwerking met onderwijs, jeugd- en jongerenwerk, horeca en evenementenorganisatoren. Daarnaast is handhaving cruciaal: we controleren systematisch de naleving van de Drank- en Horecawet, bij horeca, slijterijen, supermarkten en paracommercie.

Partners

Politie, Openbaar Ministerie, jeugd- en jongerenwerk, Halt, onderwijsinstellingen, GGZ- en welzijnsinstellingen, verslavingszorg, Zorg- en Veiligheidshuis, Veilig Thuis.

Flankerend beleid

Wmo, Participatie, Jeugd, Gezondheid, Onderwijs, Sport, Cultuur, Wijkgericht werken, Handhaving, Kwaliteit Openbare ruimte.

Doelstelling 2024

Samen met de partners onze verantwoordelijkheid voor veilig opgroeien mét perspectief zo goed mogelijk invullen, en daarmee problematisch gedrag – individueel en in groepsverband – verder terugdringen.

5.4 Ondermijning

Fenomenen als drugsproductie en -handel, fraude en witwassen en mensenhandel/arbeidsuitbuiting gaan óók aan Noordwijk niet voorbij. De precieze aard en omvang zijn, zoals gebruikelijk bij deze fenomenen, niet goed vast te stellen. Er zijn fijnmazige, diffuse verbindingen met de lokale samenleving en economie (- verweving onderwereld/bovenwereld). De werking van overheidsinstrumenten kan ondermijnd raken, de integriteit en veiligheid van de publieke taak aangetast. We hebben in afgelopen jaren al de nodige stappen gezet om deze ondermijnende criminaliteit aan te pakken, haar de speelruimte te ontnemen. Vervolgstappen zijn echter nadrukkelijk nodig.

Hoofdlijnen 2021-2024

  • Essentie van de bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit is ‘barrières opwerpen’, ‘hinderen’. Met ons instrumentarium kunnen we, in samenwerking met de partners, de criminele industrie verstoren. We scherpen onze instrumenten - beleid, regelgeving en vergunningen, toezicht en handhaving - daar op aan, zetten ze consequent in, innoveren waar nodig. Belangrijke elementen zijn het BIBOB-instrumentarium en het Damocles-beleid (aanpak drugspanden). We zetten stappen voor intensievere benutting en borging van het BIBOB-instrumentarium: we laten er meer domeinen onder vallen en scherpen aan op het punt van ‘zal’ versus ‘kan’.

  • Via consequent toezicht en handhaving signaleren, interveniëren én voorkomen we: we doorbreken anonimiteit, zitten ondermijning ‘in de weg’. Op locaties en in branches waar risico’s samenkomen, kiezen we voor integrale handhaving.

  • We versterken onze informatiepositie, benutten en verbinden reeds beschikbare informatie, analyseren en verrijken die. We borgen dit proces, structureren en innoveren onze ‘intelligence’. Het RIEC ondersteunt ons hierbij door casusanalyse, ondermijningsbeelden en bestuurlijke weerbaarheidsscans.

  • Effectieve bestuurlijke aanpak van ondermijnende criminaliteit begint met bewustwording van de risico’s en daaraan gekoppeld handelingsperspectief. Deze kwaliteiten dienen breed aanwezig te zijn, zowel ambtelijk als bestuurlijk. We investeren hierin, samen met partners en in wisselwerking met stappen rond onze informatiepositie.

  • Ook voorzien we in vereiste organisatorische voorwaarden voor de bestuurlijke aanpak. Dit omvat onder meer een solide programmatische uitwerking en borging, capaciteit voor regievoering en uitvoeringstaken, specifieke expertise op het juridische vlak en dat van intelligence.

  • Andere voorwaarde is bestuurlijke weerbaarheid. Het bestuurlijk handelen dient soeverein te zijn, niet beïnvloed te worden door ondermijnende krachten. We creëren accurate voorzieningen voor veilige publieke taakuitoefening en ambtelijke en bestuurlijke integriteit.

  • En we zetten minstens sterk in op de maatschappelijke weerbaarheid. We informeren en betrekken ondernemers, inwoners, instellingen. Werken samen met branches aan het opwerpen van barrières tegen ondermijning.

  • In komende tijd richten we ons in het bijzonder op de thema’s drugscriminaliteit, vastgoedfraude, witwassen, handhaving vakantieparken, arbeidsuitbuiting.

Partners

Politie, Openbaar Ministerie, Belastingdienst, RIEC, omgevingsdienst, woningcorporaties, verslavingszorg, Zorg- en Veiligheidshuis, omgevingsdienst, Veiligheidsregio/Regionale Brandweer, ondernemersverenigingen (KHN, NOV).

Flankerend beleid

Handhaving, Omgeving, Economie, Toerisme en recreatie, Participatie, Wonen, Omgeving, Wijkgericht werken.

Doelstelling 2024

Via consequente inzet van de bestuurlijke instrumenten, in samenwerking met onze partners de speelruimte en invloed van criminele netwerken/fenomenen verder verkleinen. We zijn bestuurlijk weerbaar en ondersteunen maatschappelijke weerbaarheid.

6. Going concern-thema’s

Naast de vier prioritaire thema’s hebben we zogenaamde going concern-thema’s vastgesteld. Bij deze thema’s is er, op basis van het actuele veiligheidsbeeld, geen bijzondere aanleiding voor intensivering. We consolideren de huidige aanpak van deze thema’s. Natuurlijk scherpen we gaandeweg aan waar nodig. Hieronder wordt de hoofdlijn per thema geschetst. In het Uitvoeringsplan Integrale Veiligheid wordt de inzet verder geconcretiseerd.

6.1 Vermogenscriminaliteit waaronder woninginbraak

Hoofdlijnen 2021-2024

  • De focus ligt ook bij dit thema op preventie. Burgers hebben een sleutelrol. Die is tweeledig: ten eerste het nemen van concrete maatregelen zoals goed hang- en sluitwerk en verlichting. Daarnaast ‘algemene alertheid’ als betrokken buurtbewoner. Op beide punten hebben wij een ondersteunende rol, die we voortzetten en waar nodig intensiveren. We organiseren voorlichting over risico’s en maatregelen, mede in het kader van landelijke campagnes zoals het Donkere Dagen-offensief. En we stimuleren en faciliteren buurtpreventie zoals WhatsApp-groepen. We leggen de verbinding met participatie-initiatieven vanuit andere domeinen en benutten het platform Samen.noordwijk.nl voor de versteviging van participatie.

  • Ook als professionals investeren we in preventie. We benutten de mogelijkheden van ‘veilig ontwerp’ bij herinrichting en gebiedsontwikkeling. Houden bij beheer en onderhoud van de openbare ruimte rekening met sociale veiligheid. Via communicatie investeren we in alertheid in de samenleving én ontmoedigen daders.

  • Aan de ‘achterkant’ zorgen we voor een stevige daderaanpak en investeren in heterdaadkracht. Samen met onze partners voorzien we in een integrale persoonsgerichte aanpak, inclusief nazorg en ‘doorzorg’ voor ex-gedetineerden. We ondersteunen opsporing en heterdaad via onder meer het Digitaal Opkoopregister (DOR).

  • We zorgen voor een integrale planmatige basis en voor plekken waar veel incidenten plaatsvinden, bevorderen we maatwerk met partners. We zorgen dat onze informatiepositie over ontwikkelingen in de criminaliteit accuraat is, benutten en voorzien in eventueel in de geëigende bronnen en instrumenten.

  • We hebben bijzondere aandacht voor gedigitaliseerde vormen van vermogenscriminaliteit. Sprake is van een verschuiving van ‘offline naar online’. Zo noemt het aantal gevallen van fraude via online-handel sterk toe. Accenten in de aanpak hiervan zijn:

    • a.

      Voorlichting en communicatie ter versteviging van risicobewustzijn en handelingsperspectief van inwoners, ondernemers, instellingen (met de focus op kwetsbare groepen).

    • b.

      Versteviging van de informatiepositie van risico’s, dadergroepen en slachtoffers.

    • c.

      Aandacht voor het fenomeen binnen publiek-private samenwerkingsverbanden zoals KVO-projecten (Keurmerk Veilig Ondernemen).

    • d.

      Beveiliging van onze eigen informatiehuishouding (zie ook thema 6.6).

6.2 Veilig winkelgebied, veilige bedrijventerreinen

Hoofdlijnen 2021-2024

  • °

    Samenwerking met ondernemers. We blijven in overleg met ondernemers over risico’s en preventieve maatregelen. Daarbij leggen we de link met economische kwaliteit en meerwaarde. We continueren de bestaande BIZ (Bedrijveninvesteringszones) en KVO’s (Keurmerk Veilig Ondernemen) en breiden deze uit naar andere terreinen/locaties bij voldoende draagvlak.

  • °

    Integrale aanpak We leggen verbindingen met onder meer de aanpak van ondermijnende criminaliteit, verkeersveiligheid, inrichting en beheer openbare ruimte.

6.3 Verkeersveiligheid

Hoofdlijnen 2021-2024

  • We voeren een integrale aanpak conform de principes van Duurzaam Veilig. In 2021 stellen we een nieuw strategisch verkeersveiligheidsplan vast. Zwaartepunten in de aanpak zijn:

    • -

      Engineering ofwel infrastructurele maatregelen. We continueren onze aanpak op het vlak van verkeersremmende maatregelen. Interventies worden zo veel mogelijk uitgevoerd als onderdeel van grootonderhoud. De hoofdinfrastructuur wordt gemonitord op blackspots. We hebben speciale aandacht voor de fietsveiligheid op rotondes.

    • -

      Education ofwel gedragsbeïnvloeding via voorlichting/communicatie en educatie. Dit doen we risicogericht: we concentreren ons op risicogroepen en -routes, in het bijzonder senioren, kinderen en jongeren, schoolfietsroutes, rotondes. We werken hierbij samen met partners zoals onderwijs, Veilig Verkeer Nederland (VVN) en sluiten aan op regionale, provinciale en landelijke campagnes.

    • -

      Enforcement ofwel handhaving, vooral op hotspots van overtredingen. Door politie (snelheid) en gemeente-Boa’s (parkeren).

  • Deze aanpak wordt gevolgd voor het gehele gemeentelijk grondgebied, inclusief bedrijventerreinen en buitengebied.

  • De regionale coördinatie loopt via de regio Holland Rijnland (dertien gemeenten).

6.4 Brandveiligheid, externe veiligheid en crisisbeheersing

De doelen en aanpak rond deze thema’s staan primair verwoord in bovenlokale beleidskaders en -programma’s, in het bijzonder het Regionaal Beleidsplan en Risicoprofiel van de veiligheidsregio en regionale brandweer en de uitvoeringsprogramma’s van de Omgevingsdienst .. . Als gemeente zijn wij partij in deze beleidskaders. In dit IVP vermelden wij kort enkele hoofdlijnen en duiden accentsgewijs onze regierol.

  • °

    Brandveiligheid

  • -

    Risicobeheersing. De focus in de aanpak ligt op preventie van brand. Uitvoerende partijen zijn omgevingsdienst, brandweer en gemeente. Door risicobewustzijn en handelingsperspectief van bewoners, ondernemers en andere maatschappelijke partijen te verbeteren, neemt de kans op incidenten af. Belangrijke activiteiten zijn voorlichting en communicatie (‘Brandveilig Leven’ en ‘Brandveilig Ondernemen’) en daarnaast vergunning, controle en handhaving. De focus ligt op risicogroepen zoals verminderd zelfredzame personen/huishoudens zoals senioren. Op wijk- en kernniveau wordt de samenwerking gezocht met andere professionals en bewonersinitiatieven. Professionals en bewoners kunnen een ondersteunende rol spelen bij brandveilig leven-activiteiten en daarnaast risico’s signaleren en daarop acteren.

  • -

    Incidentbestrijding Deze wordt uitgevoerd door de Veiligheidsregio Hollands-Midden. Belangrijke aandachtspunten zijn dekkingsgraad en aanrijtijden, vrijwilligerscapaciteit en informatiepositie. In de analyse van de dekkingsraad spelen mede risicobewustzijn en zelfredzaamheid, en daarmee risicocommunicatie, een rol.

  • -

    Lokale regierol Accenten in de regierol van de gemeente zijn, gegeven de opgaven op het vlak van risicobeheersing en incidentbestrijding:

    • Bevorderen dat wijk- en kernprofessionals en bewoners betrokken (kunnen) worden bij brandveilig leven-activiteiten.

    • Bevorderen van effectieve wisselwerking en wederzijdse versterking van de betrokken professionals bij de uitvoering van hun taken. Met als bijzonder aandachtspunt informatie-uitwisseling: informatie verkregen via preventieve taken vormt belangrijke input voor de repressie i.e. is medebepalend voor de effectiviteit daarvan.

    • Bevorderen dat de veiligheidsregio/regionale brandweer effectief, vroegtijdig in positie is bij planvorming en vergunningverlening.

  • °

    Externe veiligheid/risico’s gevaarlijke stoffen

  • -

    Beleid, regelgeving, vergunning en handhaving op orde. Dit doen we in nauwe samenwerking met de uitvoeringspartners. In onze ruimtelijke plannen houden we effectief rekening met de risico’s rond gevaarlijke stoffen. We handhaven consequent bij overschrijding van toegestane risico’s. En we werken toe naar een Omgevingsvisie die (mede) ziet op proactie en risicobeheersing.

  • -

    Risicocommunicatie. We zetten de beschikbare communicatie-instrumenten in en investeren daarmee in awareness en zelfredzaamheid van bewoners en ondernemers.

  • -

    Lokale regierol. We vertalen risico’s door in ruimtelijke ordening, leggen de verbinding met crisisbeheersing en met flankerend gemeentelijk beleid zoals evenementenbeleid. We bewerkstelligen dat de veiligheidsregio/regionale brandweer effectief in positie is bij planvorming en vergunningverlening.

  • °

    Crisisbeheersing/bevolkingszorg:

  • -

    Regionale samenwerking. We stemmen af en werken samen binnen de Veiligheidsregio Hollands-Midden.

  • -

    Lokale crisisorganisatie op peil. We zorgen dat de lokale sleutelfuncties en lokale faciliteiten en voorzieningen effectief ingevuld zijn. Hierbij werken we samen met de andere gemeenten binnen het cluster: Hillegom-Lisse-Teylingen (HLT) en Katwijk.

  • -

    Deskundigheidsbevordering. We leiden op, trainen en oefenen en zorgen zo dat de crisisbeheersingsorganisatie ‘klaar staat’. Thematiek en opzet van oefeningen worden bepaald op basis van actualiteit en behoefte. De veiligheidsregio voert periodiek een integrale systeemtest uit.

  • -

    Implementatie Beleidskader ‘Bevolkingszorg op orde 2.0’. We leggen de focus op niet-zelfredzamen en werken risicogericht. We houden rekening met ‘zelfredzaamheid’ in de vormgeving en doorontwikkeling van onze preparatie. We investeren in de verdere professionalisering van de crisisorganisatie en de aansluiting daarvan op de bestuurlijke organisatie.

  • -

    Preparatie op maatschappelijke onrust/sociale calamiteiten. We benutten de crisisbeheersingssystematiek voor opschaling en coördinatie van maatregelen bij maatschappelijke onrust en acute sociale crises.

6.5 Polarisatie en radicalisering

Hoofdlijnen van onze aanpak bij dit thema zijn:

  • Algemene preventie in de zin van het wegnemen van oorzaken via o.m. participatiebeleid, onderwijs- en arbeidsmarktbeleid, antidiscriminatiebeleid.

  • Deskundigheidsbevordering professionals/eerstelijnswerkers.

  • Adequate aanpak casuïstiek samen met lokale, regionale en landelijke partners (conform de CTER-aanpak: ContraTerrorisme, Extremisme en Radicalisering).

6.6 Informatieveiligheid

Hoofdlijnen van onze aanpak bij dit thema zijn:

  • Randvoorwaarden voor beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid informatie op peil. O.m. beveiliging, invulling privacyregels, effectief governancemodel.

  • Voldoen aan objectieve criteria. Toetsing aan Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten (BIG) en de ENSIA (Eenduidige Normatiek Single Information Audit).

  • Risicobewustzijn personeel via interne communicatie en regelmatige tests en controles.

6.7 VPT/Veilige Publieke Taak

Hoofdlijnen van onze aanpak bij dit thema zijn:

  • Randvoorwaarden op peil. Dit betreft onder meer agressieprotocollen, incidentregistratie, opvolging door leidinggevenden.

  • Bewustwording én ‘levend houden’ van het onderwerp door de collectieve norm (‘zero tolerance’) consequent uit te dragen.

  • Verbinding met ondermijningsaanpak.

  • Specifieke aandacht voor:

    • -

      Risico’s voor professionals in de eerste lijn (waaronder de Boa’s).

    • -

      Veiligheid in/van het gemeentehuis.

    • -

      Bewaking/beveiliging van bestuurders/raadsleden die bedreigd worden.

6.8 Ambtelijke en bestuurlijke integriteit

Hoofdlijnen van onze aanpak bij dit thema zijn:

  • Randvoorwaarden op peil. Dit betreft onder meer gedragscodes, vertrouwenspersonen, meldprocedures.

  • Bewustwording én ‘levend houden’ door het bespreekbaar houden en uitdragen van de collectieve norm (‘zero tolerance’).

  • Verbinding met de ondermijningsaanpak en VPT.

  • Innovatie/doorontwikkeling op basis van aanbevelingen en nieuwe inzichten (o.m. resultaten van het lokaal onderzoek in 2020 naar risico’s en preventie).

7. Coördinatie, verantwoording en begroting

7.1 Ambtelijke en bestuurlijke coördinatie

De ambtelijke coördinatie van het veiligheidsbeleid is belegd bij het team Veiligheid. Dit onderhoudt korte lijnen met andere, bij onderdelen van het veiligheidsbeleid betrokken domeinen. Eventueel vindt breder ambtelijk overleg over de voortgang van het IVP plaats, bijvoorbeeld ter voorbereiding van de jaarlijkse voortgangsrapportage (zie hieronder).

De bestuurlijke coördinatie van het veiligheidsbeleid ligt bij de portefeuillehouder (burgemeester). De voortgang van het IVP wordt periodiek besproken in het college en in de driehoek.

Burgemeester en beleidsadviseurs OOV voeren tweewekelijks overleg over veiligheids- en IVP-gerelateerde zaken.

7.2 Beleidscyclus en verantwoording

Aan dit veiligheidsbeleid is een vierjarig uitvoeringsplan gekoppeld. Dit uitvoeringsplan is tactisch-operationeel van aard: het geeft een overzicht van actiepunten/maatregelen bij de thema’s in het IVP. Dit uitvoeringsplan heeft een ‘dynamisch karakter’ in de zin dat het tussentijds bijgesteld kan worden wanneer omstandigheden daar aanleiding voor geven.

Monitoring vindt op verschillende manieren en momenten plaats. Jaarlijks wordt in het tweede kwartaal een beknopte voortgangsrapportage opgesteld op basis van onder meer politiecijfers. Daarnaast wordt in het jaarverslag van de begroting gerapporteerd over de BBV-indicatoren (Besluit Begroting & Verantwoording).

Op tactisch en operationeel niveau vindt tussentijds monitoring plaats aan de hand van politiecijfers en andere gegevens.

7.3 Begroting

Voor veel maatregelen en activiteiten die onder dit IVP vallen, geldt dat via de programmabegroting voorzien is in de bekostiging ervan voor komende jaren. Het betreft doorlopende activiteiten, deels met een wettelijke grondslag.

Daarnaast vloeien er nieuwe maatregelen en activiteiten voort uit dit veiligheidsbeleid, met mogelijk een nieuw financieel beslag. Dit kan zich met name voordoen bij de prioritaire thema’s en ten behoeve van generieke/thema-overstijgende voorwaarden voor effectief veiligheidsbeleid (zoals versteviging van informatiemanagement/-positie). In het eerste kwartaal van 2021 wordt nader bepaald welke extra financiële ruimte nodig is. Eventueel wordt daarop een claim ingebracht in de begrotingsronde 2022.

Ondertekening


Noot
1

Rondetafelgesprek (RTG) dd 7 juli 2020.

Noot
2

Cybercrime ofwel gedigitaliseerde criminaliteit neemt sterk toe (zie ook hoofdstuk 2), terwijl ‘traditionele criminaliteit’ juist afneemt. Combinatie van deze twee vormen van criminaliteit in één kwantitatieve doelstelling maakt het zowel lastig om er een steekhoudende ambitie op te formuleren als resultaten op termijn effectief te evalueren. In paragraaf 6.1 wordt ingegaan op de aanpak van gedigitaliseerde criminaliteit.