Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Noordwijkerhout houdende regels omtrent leges Legesverordening 2018

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Noordwijkerhout houdende regels omtrent leges Legesverordening 2018

De raad van de gemeente Noordwijkerhout;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2017;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

gezien het advies van de Commissie Bestuurlijke Aangelegenheden en Middelen van 30 november 2017;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van leges 2018.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ‘maand’:het tijdvak dat loopt van 1e dag in een kalendermaand tot en met de laatste dag in een kalendermaand;

  • d.

    ‘jaar’:het tijdvak dat loopt van de 1e dag in een kalenderjaar tot en met de laatste dag in een kalenderjaar;

  • e.

    ‘kalenderjaar’:de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam “leges” worden rechten geheven voor:

    • a.

      het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

    • b.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

      een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

  • 2. Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Geen rechten worden geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.

  • c.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • d.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);

  • e.

    het in behandeling nemen van een aanvraag voor een collectevergunning indien de aanvrager een instelling betreft die geregistreerd staat bij het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) of een plaatselijke non-profit instelling die blijkens haar statuten de uitoefeningen ten doel stellen van maatschappelijke, sociale of culturele aard.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening, behorende tarieventabel.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis – en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis – en herstelwet.

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Tijdstip van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.6 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    • 5.

      onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 6.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1. De “Verordening op de heffing en invordering van Leges 2017” van 15 december 2017 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid van artikel 13 genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018..

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2018.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2017.

de griffier

de voorzitter

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2018

Indeling tarieventabel

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

Hoofdstuk 4 Basisregistratie Personen

Hoofdstuk 5 Gereserveerd  

Hoofdstuk 6 Wet bescherming persoonsgegevens

Hoofdstuk 7 Gereserveerd

Hoofdstuk 8 Gereserveerd

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

Hoofdstuk 11 Gereserveerd

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

Hoofdstuk 13 Gereserveerd

Hoofdstuk 14 Gereserveerd

Hoofdstuk 15 Gereserveerd

Hoofdstuk 16 Kansspelen

Hoofdstuk 17 Kinderopvang

Hoofdstuk 18 Telecommunicatie

Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 20 Diversen

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

 
 

1.1.1

Voor opsporingen van gemeentewege in de registers van de burgerlijke stand en het mondeling of schriftelijk meedelen van het resultaat hiervan, per kwartier of gedeelte daarvan

10,75

 
 
 
 
 

Huwelijksvoltrekking Met inachtneming van de Algemene termijnenwet en het Reglement burgerlijke stand.

 
 
 
 
 
 

1.1.2

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het voltrekken van een huwelijk of het ceremonieel omzetten van een partnerschapregistratie in een huwelijk, met uitzondering van die, voltrokken op de ingevolge de wet Rechten burgerlijke stand van 23 april 1879, staatsblad nr. 72, aangewezen tijden voor kosteloze huwelijksvoltrekking in het gemeentehuis of in De Duinpan:

 
 
 

- op zaterdagen en zondagen en daarmee gelijk gestelde dagen

542,00

 

- op maandagen tot en met vrijdagen niet zijnde feestdagen

 
 
 

van 09.00 tot 17.00 uur

409,00

 

- op maandagen tot en met vrijdagen niet zijnde feestdagen

 
 
 

van 17.00 tot 20.00 uur

542,00

 
 
 
 

1.1.2.1

Indien er bij 1.1.2 sprake is van een andere locatie dan gemeentehuis of De Duinpan zonder inschakeling van een gemeentelijke bode.

 
 
 

- op zaterdagen en zondagen en daarmee gelijk gestelde dagen

371,00

 

- op maandagen tot en met vrijdagen niet zijnde feestdagen

 
 
 

van 09:00 tot 17.00 uur

334,00

 

- op maandagen tot en met vrijdagen niet zijnde feestdagen

 
 
 

van 17.00 tot 20.00 uur

371,00

 
 
 
 

1.1.2.1.1

Indien er bij 1.1.2.1 sprake is van een van de zijde van de gemeente

 
 
 

Verstrekte bode wordt het tarief aangehaald bij 1.1.2.1 verhoogd met

 
 
 

-op zaterdagen en zondagen en daarmee gelijk gestelde dagen

129,00

 

-op maandagen tot en met vrijdagen niet zijnde feestdagen

 
 
 

van 09:00 tot 17.00 uur

€ 

86,00

 

-op maandagen tot en met vrijdagen niet zijnde feestdagen

 
 
 

van 17.00 tot 20.00 uur

€ 

129,00

 
 
 
 

1.1.2.2

Het tarief voor het beschikbaar stellen van gemeentelijke getuigen bij een huwelijksvoltrekking bedraagt per getuige

33,00

 
 
 
 

1.1.2.3

Het tarief voor het in behandeling nemen van een éénmalige benoeming bijzondere ambtenaar van de burgerlijke stand

€ 

67,00

 
 
 
 

1.1.2.4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van een zogenoemde kinderakte bedraagt

€ 

15,00

 
 
 
 
 

Registratie partnerschap Met inachtneming van de Algemene termijnenwet en het Reglement burgerlijke stand.

 
 
 
 
 
 

1.1.3

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het voltrekken van een partnerschap met uitzondering van die, voltrokken op de ingevolge de wet Rechten burgerlijke stand van 23 april 1879, staatsblad nr. 72, aangewezen tijden voor kosteloze registratie partnerschap in het gemeentehuis of in de Duinpan:

 
 
 

- op zaterdagen en zondagen en daarmee gelijk gestelde dagen

€ 

542,00

 

op maandagen tot en met vrijdagen niet zijnde feestdagen van 9:00 tot 17:00 uur

€ 

409,00

 

-op maandagen tot en met vrijdagen niet zijnde feestdagen van 17.00 tot 20.00 uur

€ 

542,00

 
 
 
 

1.1.3.1

Indien er bij 1.1.3 sprake is van een andere locatie dan gemeentehuis of De Duinpan zonder inschakeling van een gemeentelijke bode.

 
 
 

- op zaterdagen, zondagen en daarmee gelijk gestelde dagen 

€ 

371,00

 

- op maandagen tot en met vrijdagen niet zijnde feestdagen van 09:00 tot 17.00 uur

€ 

334,00

 

- op maandagen tot en met vrijdagen niet zijnde feestdagen van 17.00 tot 20.00 uur

€ 

371,00

 
 
 
 

1.1.3.1.1

Indien er bij 1.1.3.1 sprake is van een van de zijde van de gemeente verstrekte bode wordt het tarief aangehaald bij 1.1.3.1 verhoogd met

 
 
 

- op zaterdagen, zondagen en daarmee gelijkgestelde dagen

129,00

 

- op maandagen tot en met vrijdagen niet zijnde feestdagen van 09:00 tot 17.00 uur

86,00

 

-op maandagen tot en met vrijdagen niet zijnde feestdagen van 17.00 tot 20.00 uur

129,00

 
 
 
 

1.1.3.2

Het tarief voor het beschikbaar stellen van gemeentelijke getuigen bij een registratie partnerschap bedraagt per getuige

€ 

33,00

 
 
 
 

1.1.3.3

Het tarief voor het in behandeling nemen van een éénmalige benoeming bijzondere ambtenaar van de burgerlijke stand

67,00

 
 
 
 

1.1.3.4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van een zogenoemde kinderakte bedraagt

15,00

 
 
 
 
 

Trouw/partnerschapboekje

 
 
 
 
 
 

1.1.4

Voor het afgeven van luxe trouwboekjes of luxe partnerschapsboekjes voor:

44,80

 
 
 
 

1.1.5

Voor het kalligraferen in het trouwboekje van een ander gegeven dan de ambtelijke inschrijving van het huwelijk of de partnerschapsregistratie

10,80

 
 
 
 
 

Akten burgerlijke stand

 
 
 
 
 
 

1.1.6

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. Door te berekenen rijksleges bedragen nu:

 
 
 

-Artikel 23b, 1e en 2e lid, 1e boek BW (uittreksel/afschrift/attestatie)

13,20

 

-Artikel 49a, 1e boek BW (verklaring huwelijksbevoegdheid)

23,30

 

-Meertalig uittreksel uit akte burgerlijke stand

13,20

 
 
 
 

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 
 
 
 
 

1.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag

 
 
 
 
 
 

1.2.1

van een nationaal paspoort:

 
 
 
 
 
 

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

57,15

 
 
 
 

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 

42,15

 
 
 
 

1.2.2

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort bedoeld in 1.2.1. (zakenpaspoort):

 
 
 
 
 
 

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

57,15

 
 
 
 

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

42,15

 
 
 
 

1.2.3

Tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 
 
 
 
 
 

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

57,15

 
 
 
 

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

42,15

 
 
 
 

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

42,15

 
 
 
 

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

 
 
 
 
 
 

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

48,95

 
 
 
 

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

24,05

 
 
 
 

1.2.6

Voor een spoedlevering worden de legesbedragen, aangehaald in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5.2 genoemde legesbedragen vermeerderd met een bedrag aan rijksleges van

47,55

 
 
 
 

1.2.7

Voor het verstrekken van een ID-cover per stuk

1,25

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

 
 
 
 
 
 

1.3.1

Voor het in behandeling nemen van een reguliere aanvraag tot het afgeven,vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs inclusief rijksleges

25,50

 
 
 
 

1.3.1.1

Indien er onder 1.3.1 sprake is van een omwisseling van een rijbewijs wordt het legesbedrag met de dan geldende porto-/aanteken-kosten verhoogd.

 
 
 
 
 
 

1.3.1.2

Indien er sprake is van een behandeling van een spoedaanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs wordt het bedrag in 1.3.1 verhoogd en automatisch aangepast met het bedrag aangehaald in artikel 1.2 van de Regeling afdracht vergoeding afgifte rijbewijzen

 
 
 
 
 
 
 

- Deze rijksleges bedragen nu

34,10

 
 
 
 

1.3.2

Indien een aanvraag voor een nieuw rijbewijs wordt ingediend in verband met vermissing van het vorige document wordt het tarief als bedoeld in 1.3.1., tenzij er sprake is geweest van braak en/of geweld, verhoogd met

14,30

 
 
 
 

1.3.3

Voor het verstrekken van een ID-cover per stuk

1,25

 
 
 
 

Hoofdstuk 4 Basisregistratie personen

 
 
 
 
 
 

1.4.1

Voor de toepassing van dit lid, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de Basisregistratie Personen (BRP) moet worden geraadpleegd.

 
 
 
 
 
 
 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen uit Basisregistratie Personen (BRP) : voor elke mondelinge of schriftelijke toelichting

5,35

 
 
 
 

1.4.2

Voor de toepassing van dit lid wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de Basisadministratie Personen (BRP)

 
 
 
 
 
 
 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens: voor elke verstrekking

5,35

 
 
 
 

1.4.3

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het doornemen van de Basisadministratie Personen (BRP), voor ieder daaraan besteed kwartier

10,75

 
 
 
 

Hoofdstuk 6 Wet bescherming persoonsgegevens

 
 
 
 
 
 

(Legesbedragen kunnen door wijzigingen in het besluit kostenvergoeding rechten betrokkenen Wet bescherming persoonsgegevens tussentijds wijzigen)

 
 
 
 

1.6.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens:

 
 
 
 
 
 

1.6.1.1

bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit ten hoogste 100 pagina's, per pagina wordt het bedrag aangehaald in artikel 2 lid 1 van het Besluit kostenvergoeding rechten betrokkenen Wet bescherming Persoonsgegevens in rekening gebracht. Dit bedrag per pagina bedraagt nu

€ 

0,23

 
 
 
 
 

met een maximum bedrag per bericht genoemd in hetzelfde artikel en lid van hierboven aangehaald Besluit. Dit bedrag bedraagt nu

5,00

 
 
 
 

1.6.1.2

indien het afschrift bestaat uit meer dan 100 pagina’s wordt het bedrag genoemd in artikel 3 van het besluit aangehaald in 1.6.1.1 in rekening gebracht Dit bedrag bedraagt nu

€ 

22,50

 
 
 
 

1.6.1.3

indien het bericht op een andere gegevensdrager wordt verstrekt dan papier wordt het bedrag genoemd in artikel 2 lid 2 van het hierboven aangehaald besluit in rekening gebracht. Dit bedrag bedraagt nu

€ 

5,00

 
 
 
 

1.6.2

indien het afschrift, vanwege de aard van de verwerking, een moeilijk toegankelijk gegevensverwerking is wordt het bedrag genoemd in artikel 3 van het hierboven aangehaald besluit in rekening gebracht. Dit bedrag bedraagt nu

€ 

22,50

 
 
 
 

1.6.3

indien voor hetzelfde bericht op grond van de onderdelen 1.6.1 en 1.6.2 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd

 
 
 
 
 
 

1.6.4

Voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens wordt het bedrag genoemd in artikel 4 van het hierboven aangehaald besluit in rekening gebracht. Dit bedrag bedraagt nu

€ 

4,50

 
 
 
 

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

 
 
 
 
 
 

1.9.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een verklaring omtrent het gedrag wordt het bedrag aangehaald in artikel 1 lid 2 van de Regeling leges en afdracht vergoeding afgifte verklaring omtrent het gedrag voor natuurlijke personen in rekening gebracht.

41,35

 
 
 
 

1.9.2

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot de legalisatie van een handtekening,

5,35

 
 
 
 

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

 
 
 
 
 
 

1.10.1

Voor het doen verrichten van een nasporing in het archief van de gemeente, ongeacht het resultaat van die nasporing, voor zover deze dienst niet afzonderlijk en met name in deze verordening of in een andere belastingverordening van deze gemeente dan wel in andere rechtsregels is genoemd, voor elk daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan

10,75

 
 
 
 

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

 
 
 
 
 
 

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 
 
 
 
 
 

1.12.1

Tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

21,45

 
 
 
 

Hoofdstuk 16 Kansspelen

 
 
 
 
 
 

1.16.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning ingevolge artikel 30b van de Wet op de Kansspelen voor een periode van 12 maanden voor één kansspelautomaat

56,50

 
 
 
 

1.16.2

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning ingevolge artikel 30b van de Wet op de Kansspelen voor een periode van 12 maanden voor twee of meer speelautomaten:

 
 
 

Één speelautomaat

56,50

 

Twee of meer speelautomaten

34,00 +

 
 
 

aantal speelautomaten x € 22,50

 
 
 
 

1.16.3

Indien de in 1.16.1 of 1.16. 2 genoemde periode korter is dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden doch ten hoogste vier jaar gelden de in 1.16.1 en 1.6.2 aangehaalde bedragen naar evenredigheid

 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 17 Kinderopvang

 
 
 
 
 
 

1.17.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag registratie kinderdagverblijf/buitenschoolse opvang/gastouderbureau/peuterspeelzaal als bedoeld in de artikelen 45 en 46 van de Wet Kinderopvang

958,--

 
 
 
 

1.17.2

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag registratie gastouder als bedoeld in de artikelen 45 en 46 van de Wet Kinderopvang

453,--

 
 
 
 

1.17.2.1

Indien er bij 1.17.2 sprake is van een aanvraag registratie voor een tweede of volgende locatie

315,--

 
 
 
 

Hoofdstuk 18 Telecommunicatie

 
 
 
 
 
 

1.18.1

Voor een besluit in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats, werkwijze en tracé van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet of een aanvraag vergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Noordwijkerhout 2016.

86,10

 
 
 
 

1.18.1.1

Indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond en waarvoor geen nadere afspraken zijn gemaakt, wordt het onder 1.18.1 genoemde tarief per strekkende meter sleuf verhoogd met

1,57

 
 
 
 

1.18.1.2

Indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, wordt het onder 1.18.1 genoemde tarief

 
 
 

per strekkende meter sleuf verhoogd met

7,59

 

en per strekkende meter las verhoogd met

3,78

 
 
 
 

1.18.2

Indien over een melding overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, wordt het onder 1.18.1 genoemde tarief verhoogd met

150,70

 
 
 
 

1.18.3

Indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, wordt het onder 1.18.1 genoemde tarief verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of namens het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 
 
 
 
 
 

1.18.4

Indien een begroting als bedoeld in 1.18.3 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 
 
 
 
 

1.18.5

Het tarief bedoeld in onderdeel 1.18.1 wordt verminderd met de van de melder verkregen of te verkrijgen privaatrechtelijke vergoeding voor beheerskosten in verband met werkzaamheden, met dien verstande dat de uitkomst van de vermindering niet minder dan nihil kan bedragen.

 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer

 
 
 
 
 
 

1.19.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart via de ISD

84,00

 
 
 
 

1.19.2

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlenging of tot wijziging van de gehandicaptenparkeerkaart Is ten behoeve van de verlenging van de gehandicaptenparkeerkaart wederom een keuring vereist dan geldt het tarief genoemd in lid 1.19.1

84,00

 
 
 
 

1.19.2.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken, in geval van verlies of diefstal, van een duplicaat van de eerder verstrekte gehandicaptenparkeerkaart

30,30

 
 
 
 

1.19.2.2

Voor het verstrekken en verlengen van een zogenoemde instellingskaart

30,30

 
 
 
 

1.19.3

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerplaats

173,45

 
 
 
 

1.19.4

Vervallen

 
 
 
 
 
 

1.19.5

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (Stb. 459) voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten. Dit bedrag wordt automatisch aangepast aan besluiten van de Rijksdienst voor het Wegverkeer

 
 
 
 
 
 

1.19.6

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

42,95

 
 
 
 

1.19.7

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994, anders dan bedoeld in lid 1.19.3 en 1.19.8.

42,95

 
 
 
 

1.19.8

Op grond van artikel 149 Wegenverkeerswet 1994 en artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 is het College van burgemeester en wethouders bevoegd ontheffing te verlenen voor het verplicht gebruik van een parkeerschijf in de parkeerschijfzone (artikel 25, 2e lid van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990.

 
 
 
 
 
 

1.19.8.1

Voor het in behandeling nemen van een eerste aanvraag tot ontheffing van het verplicht gebruik van een parkeerschijf in de parkeerschijfzone

54,80

 
 
 
 

1.19.8.2

Voor het in behandeling nemen van een tweede ontheffing van het verplicht gebruik van een parkeerschijf in de parkeerschijfzone

42,95

 
 
 
 

1.19.8.3

Voor het in behandeling nemen van een wijziging kenteken voertuig van de aanvrager van een reeds verleende ontheffing van het verplicht gebruik van een parkeerschijf in de parkeerschijfzone

21,45

 
 
 
 

1.19.8.4

Voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een duplicaat van de reeds verleende ontheffing van het verplicht gebruik van een parkeerschijf in de parkeerschijfzone

21,45

 
 
 
 

1.19.9

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen Van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van de RVV 1990

€ 

21,45

 
 
 
 

Hoofdstuk 20 Diversen

 
 
 
 
 
 

1.20.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van scans, afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per geheel of gedeeltelijke pagina in A4 formaat zwart – wit enkelzijdig.

3,65

 
 
 
 

1.20.2

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van scans, afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per geheel of gedeeltelijke pagina in A4 formaat zwart – wit dubbelzijdig

3,70

 
 
 
 

1.20.3

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van scans, afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per geheel of gedeeltelijke pagina in A3 formaat zwart – wit enkelzijdig

3,70

 
 
 
 

1.20.4

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van scans, afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per geheel of gedeeltelijke pagina in A3 formaat zwart – wit dubbelzijdig

3,75

 
 
 
 

1.20.5

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van scans, afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per geheel of gedeeltelijke pagina in A4 formaat kleur per pagina

3,70

 
 
 
 

1.20.6

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van scans, afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per geheel of gedeeltelijke pagina in A3 formaat kleur per pagina

3,85

 
 
 
 

1.20.7

Voor elke volgende, gelijktijdig met de in de artikelen 1.20.1 tot en met 1.20.6 genoemde scans, afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, verstrekte pagina in

 
 
 

- A4 zwart/wit enkelzijdig – formaat

0,05

 

- A4 zwart/wit dubbelzijdig – formaat

0,10

 

- A3 zwart/wit enkelzijdig – formaat

0,10

 

- A3 zwart/wit dubbelzijdig – formaat

0,15

 

- A4 kleurenkopie/print per pagina

0,10

 

- A3 kleurenkopie/print per pagina

0,25

 
 
 
 

1.20.8

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van lichtdrukken van kaarten en tekeningen, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per lichtdruk

12,35

 
 
 
 

1.20.8.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in 1.20.8 waarbij de kaart of de tekening niet behoeft te worden opgezocht

7,00

 
 
 
 

1.20.9

Voor het verkrijgen van informatie over de bodemgesteldheid van een object wordt een daartoe vastgesteld recht geheven door de omgevingsdienst West-Holland.

 
 
 
 
 
 

1.20.10

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar voor de aankoop van een recreatiewoning

64,40

 
 
 
 

1.20.11

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gunstige beschikking op aanvraag of elk ander stuk in belang van de aanvrager opgemaakt, hierna niet afzonderlijk genoemd en voor zover in een ander algemeen verbindend voorschrift niet anders is bepaald

33,35

 
 
 
 

1.20.11.1

Indien de aanvraag of de beschikking, genoemd in lid 1.20.11, moet worden gepubliceerd, wordt het in lid 1.20.11. genoemde tarief verhoogd met

19,05

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 4 Vermindering

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

Hoofdstuk 9 Sloopmelding

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

 
 
 
 
 

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

 
 
 
 
 
 

2.1.1.1

aanlegkosten

 
 
 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012;Stcrt. 2012,1567), voor het uit te voeren werkof het bedrag waarvoor de aannemer zich verbonden heeft het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet inbegrepen of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet inbegrepen

 
 
 

 

 
 

2.1.1.2

bouwkosten

 
 
 

de aannemingssom bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, exclusief omzetbelasting of het bedrag waarvoor de aannemer zich verbonden heeft het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet inbegrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten, exclusief omzetbelasting, die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet inbegrepen.

 
 
 
 
 
 

2.1.1.3

sloopkosten

 
 
 

de aannemingsom exclusief omzetbelasting als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten , de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt. In deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

 
 
 
 
 
 

2.1.1.4

Wabo

 
 
 

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

 
 
 
 
 
 

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 
 
 
 
 
 

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

 
 
 
 
 

2.2

Het tarief bedraagt voor vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

 
 
 
 
 
 

2.2.1

In verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is

€ 

93,35

 
 
 
 

2.2.2

Indien er sprake is van het afwijken van het afwijken van het bestemmingsplan (projectafwijkingsbesluit of bestemmingsplanwijziging), dan bedragen de leges:

 
 
 
 
 
 

2.2.2.1

Voor het beoordelen van de ruimtelijke wenselijkheid

€ 

226,70

 
 
 
 

2.2.2.2.

Voor het beoordelen van een ruimtelijke onderbouwing

1.493,40

 
 
 
 

2.3.

De in voorgaande artikelen van dit hoofdstuk aangehaalde leges worden verrekend met de leges, die in rekening worden gebracht bij het in behandeling nemen van een definitieve aanvraag voor een omgevingsvergunning.

 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

 
 
 
 
 

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteiten, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 
 
 
 
 
 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 
 
 
 
 
 

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, waarbij onderdeel 2.3.6.1 van deze Legesverordening niet van toepassing is bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten.

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Begroting der bouwkosten van kassen (excl. b.t.w.)

Tarief

 

€ -,-- tot € 23.000,-

€ 37,35 vermeerderd met 33,9 ‰ der kosten

 

€ 23.000,- tot € 91.000,-

€ 820,00, vermeerderd met

 

25,5 ‰ der kosten boven € 23.000,-

 

€ 91.000,- tot € 182.000,-

€ 2.567,00, vermeerderd met

 

20,6 ‰ der kosten boven € 91.000,-

 

€ 182.000,-- en hoger

€ 5.429,00, vermeerderd met 15,1 ‰ der kosten boven € 182.000,--.

 

Begroting der bouwkosten van overige bouwwerken (excl. b.t.w.)

Tarief

 

€ -,-- tot € 4.600,-

€ 168,00

 

€ 4.600,-- tot € 23.000,--

€ 169,00, vermeerderd met

 

38,7 ‰ der kosten boven € 4.600,-

 

€ 23.000,- tot € 91.000,-

€ 882,00, vermeerderd met

 

33,3 ‰ der kosten boven € 23.000,-

 

€ 91.000,- tot € 182.000,-

€ 3.154,00, vermeerderd met 21,3 ‰ der kosten boven € 91.000,-

 

€ 182.000,-- en hoger

€ 6.207,00, vermeerderd met 16,8 ‰ der kosten boven € 182.000,-

 
 
 
 
 

2.3.1.2

Extra welstandstoets

 
 
 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:€ 141,00

 
 
 
 
 
 

2.3.1.3

Verplicht advies agrarische commissie 

 
 
 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld € 643,00

 
 
 
 
 
 

2.3.1.4

Achteraf ingediende aanvraag

 
 
 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit 110% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. 

 
 
 
 
 
 

2.3.1.5

Beoordeling aanvullende gegevens

 
 
 

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen € 33,35

 
 
 
 
 
 

2.3.1.6

Landschappelijke toetsing

 
 
 

Indien ter zake van de aanvraag tot verkrijging van een vergunning of een (principe-)verzoek tot verkrijging van een vergunning een extern advies dient te worden aangevraagd betreffende een landschappelijke toetsing dan worden de verschuldigde leges verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde externe advieskosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. Indien de werkelijke advieskosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.

 
 
 
 
 
 

2.3.2

Aanlegactiviteiten

 
 
 
 
 
 

2.3.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten. € 507,35

 
 
 
 
 
 

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit.

 
 
 
 
 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit of een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 
 
 
 
 
 

2.3.3.1

Binnenplanse afwijking

 
 
 

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast 

 
 
 

Op grond van onderdeel 2.3.1.1.

Tarief

 
 

Verschuldigd bedrag

 
 

€ -,-- tot en met € 20.000,-

€ 622,00

 
 
 
 

€ 20.000,01 tot en met € 50.000,-

€ 1.131,00

 
 
 
 

€ 50.000,01 tot en met € 100.000,-

€ 2.263,00

 
 
 
 

€ 100.000,01 tot en met € 200.000,--

€ 3.393,00

 
 
 
 
 
 

€ 200.000,01 en hoger

€ 4.977,00

 
 
 
 
 

2.3.3.2

Buitenplanse kleine afwijking

 
 
 

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º van de Wabo wordt toegepast een verhoging met een bedrag ad€ 346,80.

 
 
 
 
 
 

2.3.3.3

Buitenplanse afwijking (projectbesluit)  

 
 
 

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast

 
 
 

Op grond van onderdeel 2.3.1.1.

Tarief

 
 

Verschuldigd bedrag

 
 

€ -,-- tot en met € 20.000,-

€ 622,00

 
 
 
 

€ 20.000,01 tot en met € 50.000,-

€ 1.131,00

 
 
 
 

€ 50.000,01 tot en met € 100.000,-

€ 2.263,00

 
 
 
 

€ 100.000,01 tot en met € 200.000,--

€ 3.393,00

 
 
 
 
 
 

€ 200.000,01 en hoger

€ 4.977,00

 
 
 
 
 

2.3.3.4

Tijdelijke afwijking

 
 
 

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2° van de Wabo wordt toegepast een verhoging met een bedrag ad € 346,80

 
 
 
 
 
 

2.3.3.5

Afwijking van het exploitatieplan

 
 
 

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast een verhoging met een bedrag ad € 346,80

 
 
 
 
 
 

2.3.3.6

Afwijking van provinciale wetgeving

 
 
 

Indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerstel lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast.€ 373,35

 
 
 
 
 
 

2.3.3.7

Afwijking van nationale wetgeving 

 
 
 

Indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast wordt toegepast € 373,35.

 
 
 
 
 
 

2.3.3.8

Afwijking van voorbereidingsbesluit 

 
 
 

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast € 380,00.

 
 
 
 
 
 

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit.

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit of een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 
 
 
 
 
 

2.3.4.1

Binnenplanse afwijking

 
 
 

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast een bedrag ad

286,70

 
 
 
 

2.3.4.2

Buitenplanse kleine afwijking

 
 
 

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast een bedrag ad

286,70

 
 
 
 

2.3.4.3

Buitenplanse afwijking (projectbesluit)

 
 
 

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast een bedrag ad

2.813,45

 
 
 
 

2.3.4.4

Tijdelijke afwijking ‘

 
 
 

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2° van de Wabo wordt toegepast een bedrag ad

286,70

 
 
 
 

2.3.4.5

Afwijking exploitatieplan 

 
 
 

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast een bedrag ad:

€ 

380,00

 
 
 
 

2.3.4.6

Afwijking provinciale regelgeving 

 
 
 

Indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast een bedrag ad:

380,00

 
 
 
 

2.3.4.7

Afwijking van nationale wetgeving 

 
 
 

Indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast een bedrag ad:

380,00

 
 
 
 

2.3.4.8

Afwijking voorbereidingsbesluit 

 
 
 

Indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast. Een bedrag ad:

€ 

380,00

 
 
 
 

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 
 
 
 
 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, 1e lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten.:

 
 
 
 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 
 
 
 
 
 

2.3.5.1

Een gebruiksvergunning, als bedoeld in artikel 2.11.1 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken met een gebruiksoppervlakte van:

 
 
 

100 m² of minder

296,00

 

Meer dan 100 m² tot en met 500 m²

247,00

 

vermeerderd met € 0,49 per m², gebruiksoppervlakte

 
 
 

Meer dan 500 m² tot en met 2.000 m²

371,00

 

vermeerderd met € 0,25 per m² gebruiksoppervlakte

 
 
 

Meer dan 2.000 m² tot en met 5.000 m²

706,00

 

Vermeerderd met € 0,09 per m² gebruiksoppervlakte

 
 
 

Meer dan 5.000 m²

986,00

 

vermeerderd met € 0,04 per m² gebruiksoppervlakte

 
 
 
 
 
 

2.3.5.2

Indien de aanvraag van een vergunning als bedoeld in artikel 2.3.5.1 betrekking heeft op het uitbreiden dan wel wijzigen van een vergunning , bedraagt het legestarief, indien het gaat om:

 
 
 
 
 
 

2.3.5.3

uitbreiding van het bouwwerk, het legestarief vermeld in artikel 2.3.5.1 met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding.

 
 
 
 
 
 

2.3.5.4

herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik van het gehele bouwwerk, 50% van het legestarief vermeld onder artikel 2.3.5.1 met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik.

 
 
 
 
 
 

2.3.5.5

Indien een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2.3.5.1 betrekking heeft op het tijdelijk gebruik ten behoeve van een evenement voor maximaal vier weken, wordt het legestarief verminderd tot 10% van het legestarief op grond van artikel 2.3.5.1.

 
 
 
 
 
 

2.3.5.6

Indien een aanvraag om ontheffing of vergunning tijdens de behandeling door de aanvrager wordt ingetrokken of wordt geweigerd, worden de berekende leges met 50% verminderd.

 
 
 
 
 
 

2.3.5.7

Onder gebruiksoppervlakte wordt verstaan de gebruiksoppervlakte als bedoeld in NEN 2580.

 
 
 
 
 
 

2.3.5.8

Het overschrijven van een verleende gebruiksvergunning op naam van een ander

17,20

 
 
 
 

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads – of dorpsgezichten

 
 
 
 

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot eenrijks-, provinciaal of gemeentelijkmonument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening Noordwijkerhout 2010 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10, tweede lid van de Erfgoedverordening Noordwijkerhout 2010 een vergunning of ontheffing is vereist bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van in die onderdelen bedoelde activiteiten:

0,00

 
 
 
 

2.3.6.1.1

Voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

0,00

 
 
 
 

2.3.6.1.2

Voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

0,00

 
 
 
 

2.3.6.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads – of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening Noordwijkerhout 2010 aangewezen stads – of Dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10, tweede lid van de Erfgoedverordening Noordwijkerhout 2010 een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere activiteiten.:

€ 

0,00

 
 
 
 

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten. 2 % van de sloopkosten met een minimum van € 146,00

 
 
 
 
 
 

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

 
 
 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo, in samenhang met de provinciale wegenverordening of het provinciaal wegenreglement ofartikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten.€ 186,70

 
 
 
 
 
 

2.3.9

Uitweg/inrit

 
 
 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, in samenhang met de provinciale wegenverordening of het provinciaal wegenreglement of artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten. € 186,70

 
 
 
 
 
 

2.3.10

Kappen

 
 
 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, 1e lid, aanhef en onder g, van de Wabo, in samenhang met de provinciale bomenverordening ofartikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten.: € 81,60.

 
 
 
 
 
 

2.3.11

Reclame

 
 
 
 
 
 

2.3.11.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken en voeren van handelsreclame waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.7.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, 1e lid, aanhef en onder h en i van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten. € 64,40

 
 
 
 
 
 

2.3.11.2

Indien hiervoor ook een welstandsadvies is vereist

€ 

59,--

 
 
 
 

2.3.12

Natura 2000 – activiteiten

 
 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 

173,35

 
 
 
 

2.3.13

Flora- en fauna-activiteiten (beschermen van soorten)

 
 
 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten.

€ 

173,35

 
 
 
 

2.3.14

Andere activiteiten

 
 
 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 
 
 
 
 
 

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, 1e lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief , onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten. € 173,35

 
 
 
 
 
 

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten.:

 
 
 
 
 
 

2.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten.: € 12,90

 
 
 
 
 
 

2.3.14.2.2

Als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 
 
 
 
 

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

 
 
 
 
 
 
 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 
 
 
 
 
 

2.3.15.1

Voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstukvoor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 
 
 

Begroting der bouwkosten van kassen (excl. b.t.w.)

Tarief

 
 

€ -,-- tot € 23.000,-

€ 21,95, vermeerderd met

 
 

20,1 ‰ der kosten

 
 

€ 23.000,- tot € 91.000,-

€ 491,--, vermeerderd met

 
 

15,3 ‰ der kosten boven € 23.000,-

 
 

€ 91.000,- tot € 182.000,-

€ 1.538,--, vermeerderd met 12,3 ‰ der kosten boven € 91.000,-

 
 

€ 182.000,-- en hoger

€ 3.256,--, vermeerderd met 9,2 ‰ der kosten boven € 182.000,--.

 
 
 
 

 

 

 
 

Begroting der bouwkosten van overige bouwwerken (excl. b.t.w.)

Tarief

 
 

€ -,-- tot € 4.600,-

€ 100,90

 
 

€ 4.600,-- tot € 23.000,--

€ 102,20, vermeerderd met

 
 

23,1 ‰ der kosten boven € 4.600,-

 
 

€ 23.000,- tot € 91.000,-

€ 530,--, vermeerderd met

 
 

19,7 ‰ der kosten boven € 23.000,-

 
 

€ 91.000,- tot € 182.000,-

€ 1.894,--, vermeerderd met 12,8 ‰ der kosten boven € 91.000,-

 
 

€ 182.000,-- en hoger

€ 3.630,--, vermeerderd met

 
 

9,7 ‰ der kosten boven € 182.000,--

 
 
 
 
 

2.3.15.2

Voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. 

 
 
 
 
 
 
 

Begroting der bouwkosten van

Tarief

 
 

kassen (excl. b.t.w.)

 
 

€ -,-- tot € 23.000,-

€ 18,10 vermeerderd met

 
 

17,0 ‰ der kosten

 
 

€ 23.000,- tot € 91.000,-

€ 412,--, vermeerderd met

 
 

12,8 ‰ der kosten boven

 
 

€ 23.000,-

 
 

€ 91.000,- tot € 182.000,-

€ 1.284,--, vermeerderd met

 
 

10,5 ‰ der kosten boven

 
 

€ 91.000,-

 
 

€ 182.000,-- en hoger

€ 2.714,--, vermeerderd met

 
 

7,7 ‰ der kosten boven

 
 

€ 182.000,--.

 
 

 

 
 

Begroting der bouwkosten van

Tarief

 
 

overige bouwwerken (excl. b.t.w.)

 
 

€ -,-- tot € 4.600,-

€ 84,00

 
 

€ 4.600,-- tot € 23.000,--

€ 84,50, vermeerderd met

 
 

19,3 ‰ der kosten boven

 
 

€ 4.600,-

 
 

€ 23.000,- tot € 91.000,-

€ 442,--, vermeerderd met

 
 

16,5 ‰ der kosten boven

 
 

€ 23.000,-

 
 

€ 91.000,- tot € 182.000,-

€ 1.578,--, vermeerderd met

 
 

10,7 ‰ der kosten boven

 
 

€ 91.000,-

 
 

€ 182.000,-- en hoger

€ 3.103,-- vermeerderd met

 
 

8,4 ‰ der kosten boven

 
 

€ 182.000,-

 
 
 
 
 
 
 
 

2.3.16

Beoordeling bodemrapport

 
 
 

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 
 
 
 
 
 

2.3.16.1

een milieukundig bodemrapport wordt beoordeeld, verhoogd met € 226,70;

 
 
 
 
 
 

2.3.16.2

een archeologisch bodemrapport wordt beoordeeld, verhoogd met € 226,70

 
 
 
 
 
 

2.3.17

Advies

 
 
 
 
 
 

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 
 
 
 
 
 

2.3.17.2

Indien een begroting als bedoeld in artikel 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 
 
 
 
 

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

 
 
 
 
 
 

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 
 
 
 
 
 

2.3.18.1.1

Indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 

200,00

 
 
 
 

2.3.18.1.2

Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 
 
 
 
 
 

2.3.18.2

Indien een begroting als bedoeld in artikel 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 4 Vermindering

 
 
 
 
 
 

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

 
 
 
 
 
 

2.4.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering beloopt:

 
 
 
 
 
 

2.4.2.1

bij 5 tot 10 activiteiten

[2%]

 
 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 
 
 
 
 
 

2.4.2.2

bij 10 tot 15 activiteiten

[3%]

 
 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 
 
 
 
 
 

2.4.2.3

bij 15 of meer activiteiten

[5%]

 
 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

 
 
 
 
 
 

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw -, aanleg – of sloopactiviteiten en teruggaafregeling bijzondere procedures.

 
 
 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw -, aanleg – of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3.1, 2.3.3.2, 2.3.3.4 t/m 2.3.3.8, 2.3.4.1 t/m 2.3.4.2, 2.3.4.4, 2.3.4,5, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 
 
 
 
 
 

2.5.1.1

Indien de aanvraag wordt ingetrokken voordat een beslissing op de aanvraag is genomen maar:

 
 
 
 
 
 

2.5.1.1.

1 tot en met 2 weken na de datum van ontvangst van de aanvraag 75% van de onder 2.5.1 genoemde onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 
 
 
 
 
 

2.5.1.1.2

Van 2 tot en met 7 weken na ontvangst van de aanvraag 65% van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges

 
 
 
 
 
 

2.5.1.1.3

Later dan 7 weken na ontvangst van de aanvraag 55% van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 
 
 
 
 
 

2.5.1.2

Teruggaafregeling bijzondere procedures

 
 
 

Ingeval een aanvraag tot het verkrijgen van een bestemmingsplanherziening, wijzigingsplan of het verlenen van een omgevingsvergunning waarbij artikel 2.12, eerste lid, onder a onder 3° van de Wabo wordt toegepast als bedoeld in de onderdelen 2.3.3.3, 2.3.4.3, 2.8.1 en 2.8.2 wordt ingetrokken, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

 
 
 
 
 
 

2.5.1.2.1

Indien het verzoek is ingetrokken binnen 2 weken na de indiening van het verzoek en vóórdat op dat verzoek een beslissing is genomen 75% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 
 
 
 
 
 

2.5.1.2.2

Indien het verzoek is ingetrokken op een later tijdstip dan 2 weken na indiening van het verzoek, maar binnen 1 week na het einde van de ter –inzage -leggings termijn 50% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 
 
 
 
 
 

2.5.1.2.3

Indien het verzoek is ingetrokken op een later tijdstip dan 1 week na het einde van de ter – inzage – leggings – termijn maar voordat een beslissing op de aanvraag is genomen 25% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 
 
 
 
 
 

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking omgevingsvergunning voor bouw -, aanleg – of sloopactiviteiten 

 
 
 

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw -, aanleg – of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, wordt een deel van de leges teruggegeven, mits deze aanvraag is ingediend binnen één jaar na verlening van de vergunning en waarbij aangegeven is dat van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: 25% van de verschuldigde basisleges bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2.1, 2.3.6 en 2.3.7.

 
 
 
 
 
 

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw -, aanleg – of sloopactiviteiten 

 
 
 
 
 
 

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw -, aanleg – of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 al of niet beslissend op bezwaar weigert, bestaat aanspraak op 50 % teruggaaf van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 
 
 
 
 
 

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging bij rechterlijke uitspraak van de beschikking waarbij de vergunning is verleend.

 
 
 
 
 
 

2.5.4

Minimumbedrag voor teruggaaf

 
 
 

Is niet van toepassing.

 
 
 
 
 
 

2.5.5.

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen 

 
 

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.3 tot en met 2.3.4.8, -ingeval op het afwijkingsverzoek een besluit is genomen alsmede de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.

 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 6 Gereserveerd

 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning

 
 
 
 
 

2.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging vaneen omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project

133,30

 
 
 
 

2.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van een verleende bouw -, sloop – of aanlegvergunning

€ 

12,90

 
 
 
 

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen

 
 
 
 
 

2.8.1

(Partiële) herziening bestemmingsplan 

 
 
 
 
 
 

2.8.1.1

Het verschuldigde bedrag bedraagt onverkort het bepaalde onder 2.3.1, voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot herziening van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening: Het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 
 
 
 
 
 
 

Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 
 
 
 
 
 

Indien de werkelijke kosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.

 
 
 
 
 
 
 

De in dit artikel bedoelde aanvraag tot het starten van een bestemmingsplanprocedure dient noodzakelijk te zijn om een (bouw) plan c.q. project te kunnen realiseren, uitsluitend of overwegend in het belang van de aanvrager. Het bepaalde in dit artikel vindt geen toepassing indien de met het bestemmingsplan gepaard gaande krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald.

 
 
 
 
 
 

2.8.1.2

Het verschuldigde bedrag bedraagt onverkort het bepaalde onder 2.3.4, voor het in

 
 
 

behandeling nemen van een aanvraag tot herziening van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening in geval er geen bouw -/ aanlegplan aan ten grondslag ligt (wijziging gebruik): Het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 
 
 
 
 
 

2.8.1.3

Indien een begroting als bedoeld in 2.8.1.1. en 2.8.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 
 
 
 
 

2.8.2

Wijziging bestemmingsplan door burgemeester en wethouders 

 
 

Het verschuldigde bedrag bedraagt onverkort het bepaalde onder 2.3.1, voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening: Het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 
 
 
 
 
 

2.8.3

Indien een begroting als bedoeld in 2.8.2. is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager in kennis gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 9 Gereserveerd

 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 10 Wet Geluidhinder

 
 
 
 
 
 

2.10.1

Het tarief bedraagt voor het vaststellen van een hogere grenswaarde in het kader van de Wet Geluidhinder, voor zover dit voor het vaststellen van een bestemmingsplan of wijzigingsplan of het verlenen van een omgevingsvergunning waarbij artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo wordt toegepast, nodig is: Het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 
 
 
 
 
 

2.10.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.10.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 
 
 
 
 

Hoofdstuk 11 Woonschepen

 
 
 
 
 
 

2.11

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een vergunning tot het innemen van een ligplaats, het overschrijven van een ligplaatsvergunning op de naam van een nieuwe rechtsverkrijger, of het wijzigen van de ligplaatsvergunning.

€ 

64,40

 
 
 
 

Hoofdstuk 12 In deze titel niet benoemde beschikking

 
 
 
 
 

2.12.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 

33,35

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn niet vallend onder titel 2

Hoofdstuk 1 Horeca

Hoofdstuk 2 Overige geluidshinder

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

Hoofdstuk 4 Gereserveerd

Hoofdstuk 5 Gereserveerd

Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening vervallen Besluit brandveilig gebruik en Basishulpverlening overige plaatsen per 1 januari 2018 in werking (Stb. 2017, 373 en 391).

Hoofdstuk 7 Standplaatsvergunning

Hoofdstuk 8 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

Hoofdstuk 1 Horeca

 

 

 

 

 

 

 

3.1.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3, van de Drank- en

 

 

 

Horecawet

172,00

 

 

 

 

3.1.2

Vervallen

 

 

 

 

 

 

3.1.3

In afwijking van het in 3.1.1 bepaalde tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van de leidinggevende(n)

64,00

 

 

 

 

3.1.4

In het geval van een nieuwe vergunning op een pand/perceel wordt de vergunning gepubliceerd, waarbij het legesbedrag met wordt verhoogd.

19,05

 

 

 

 

Hoofdstuk 2 Overige geluidshinder

 

 

 

Geluidhinder

 

 

 

 

 

 

 

3.2

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag ter verkrijging van een ontheffing ingevolge artikel 4:6 van de Algemene Plaatselijke Verordening

21,45

 

 

 

 

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

 

 

 

Vestigen prostitutiebedrijf

 

 

 

 

 

 

 

3.3.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het vestigen van een prostitutiebedrijf

2.533,00

 

 

 

 

3.3.2

Indien, ingeval van 3.3.1, de GGD dient te worden ingeschakeld, wordt het onder 3.3.1 genoemde tarief verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan de aanvrager meegedeelde GGD-kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 7 Standplaatsvergunning

 

 

 

Standplaatsvergunning

 

 

 

 

 

 

 

3.7

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag ter verkrijging van een vergunning voor het innemen van een standplaats langs de openbare weg

€ 

172,00

 

 

 

 

Hoofdstuk 8 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

 

 

 

 

 

 

3.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 

33,35

Noordwijkerhout, 14 november 2017,

burgemeester en wethouders,

T. Heijsteeg

secretaris

drs. G. Goedhart

burgemeester