Regeling vervallen per 08-01-2019

Verordening klachtbehandeling gemeente Noordwijkerhout

Geldend van 01-08-2000 t/m 07-01-2019

Intitulé

Verordening klachtbehandeling gemeente Noordwijkerhout

De raad der gemeente Noordwijkerhout; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 mei 2000; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; gezien het advies van de commissie voor algemene bestuurlijke aangelegenheden/algemene zaken en de ondernemingsraad;

overwegende dat het, mede gelet op artikel 9:2 van de Algemene wet bestuursrecht, wenselijk is bij verordening in een interne klachtenprocedure te voorzien; besluit vast te stellen de Verordening klachtbehandeling gemeente Noordwijkerhout.

Hoofdstuk 1 Behandeling van klachten

Artikel 1.1 Mondelinge klachten

  • 1. Een mondelinge klacht dient – behoudens het hierna bepaalde – te worden ingediend bij de in artikel 1.3 genoemde klachtbehandelaar. In geval van een mondelinge klacht tegen een bestuursorgaan, de griffier of de gemeentesecretaris dient deze bij de burgemeester te worden ingediend, of in geval van een klacht tegen de burgemeester bij de loco-burgemeester.

  • 2. Wordt de klacht in het gesprek met de klachtbehandelaar niet tot tevredenheid van de klager opgelost, dan dient hem te worden gewezen op de mogelijkheid de klacht schriftelijk in te dienen. De klachtbehandelaar vult in elk geval een klachtformulier in en biedt dit ter vertrouwelijke registratie aan de eenheid Interne zaken aan.

Artikel 1.2 Schriftelijke klachten

  • 1. Een schriftelijke klacht wordt ingediend bij het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. Het klaagschrift en alle overige stukken met betrekking tot de klacht en haar behandeling worden vertrouwelijk geregistreerd door de eenheid Interne zaken. Zij bevestigt terstond en schriftelijk de ontvangst van de klacht.

  • 3. De eenheid Interne zaken stelt vervolgens het klaagschrift en alle overige stukken met betrekking tot de klacht in handen van de klachtbehandelaar.

  • 4. De klachtbehandelaar zendt aan het bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.6 en aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft een afschrift van het klaagschrift toe.

  • 5. De klachtbehandelaar verstrekt aan de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft schriftelijke informatie met betrekking tot de procedure.

Artikel 1.3 Klachtbehandelaar

  • 1. Een klacht wordt behandeld door:

    • a.

      de gemeentesecretaris, gehoord het afdelingshoofd of de commandant brandweer, indien het een gedraging van een medewerker van een afdeling respectievelijk een lid van de vrijwillige brandweer betreft;

    • b.

      de gemeentesecretaris indien het een gedraging van een afdelingshoofd of de commandant brandweer betreft;

    • c.

      het college van burgemeester en wethouders indien het een gedraging van de gemeentesecretaris betreft;

    • d.

      de commissie bezwaarschriften indien het een gedraging van de griffier betreft;

    • e.

      de klachtadviescommissie, zoals gevormd door de commissie bezwaarschriften, indien het een gedraging van een bestuursorgaan betreft. Op laatstgenoemde gedraging is afdeling 9.3 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

  • 2. De klachtbehandelaar legt het klaagschrift en alle verder op de zaak betrekking hebbende stukken voorafgaand aan het horen voor de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft ter inzage. Op verzoek worden daarvan aan partijen afschriften verstrekt.

Artikel 1.4 Tussentijds beëindigen procedure

  • 1. Ingeval het bestuursorgaan naar tevredenheid van de klager aan diens klacht is tegemoetgekomen, wordt van verdere toepassing van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht door het bestuursorgaan afgezien indien degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft daartegen geen bezwaar heeft.

  • 2. Het bestuursorgaan bevestigt de beëindiging van de procedure schriftelijk aan de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft.

Artikel 1.5 Onderzoek en horen

  • 1. De klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft worden in elkaars aanwezigheid door de klachtbehandelaar gehoord. Hij stelt hen in de gelegenheid op elkaars standpunten te reageren.

  • 2. Ambtshalve of op verzoek kunnen partijen afzonderlijk worden gehoord, indien aannemelijk is dat gezamenlijk horen een zorgvuldige behandeling zal belemmeren of tijdens het horen feiten of omstandigheden bekend zullen worden waarvan geheimhouding om gewichtige redenen geboden is.

  • 3. Wanneer partijen afzonderlijk zijn gehoord, wordt ieder van hen door middel van toezending van het verslag op de hoogte gesteld van het verhandelde tijdens het horen buiten zijn aanwezigheid en wordt ieder van hen in de gelegenheid gesteld daarop te reageren.

  • 4. Behoudens enige wettelijke bepaling is degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft gehouden aan het onderzoek en het horen mee te werken en de klachtbehandelaar de gevraagde inlichtingen en bescheiden te verschaffen.

  • 5. Het bestuursorgaan kan zich door een lid van het orgaan laten vertegenwoordigen.

  • 6. De klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft kunnen zich doen bijstaan door getuigen, raadslieden en deskundigen. De kosten zijn voor rekening van de partij die de bijstand heeft ingeroepen.

  • 7. Het horen vindt plaats achter gesloten deuren.

Artikel 1.6 Afhandeling

  • 1. Het bestuursorgaan op wiens gedraging de klacht betrekking heeft of de gedraging dient te worden toegerekend, is belast met de afhandeling van de klacht.

  • 2. De klachtbehandelaar brengt aan het bestuursorgaan, uiterlijk twee weken voor de afloop van de behandelingstermijn zoals opgenomen in artikel 9:11, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, schriftelijk verslag uit van de bevindingen alsmede, ingeval de klachtbehandelaar de klachtadviescommissie is, het advies.

  • 3. Op verzoek van de klachtbehandelaar verdaagt het bestuursorgaan de afhandeling voor ten hoogste vier weken.

  • 4. Het bestuursorgaan stelt de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft schriftelijk en gemotiveerd in kennis van de bevindingen van het onderzoek naar de klacht, de beslissing op de klacht, alsmede de eventuele conclusies die het eraan verbindt.

  • 5. Het bestuursorgaan wijst op de mogelijkheid de klacht in tweede instantie aan de Nationale ombudsman voor te leggen.

Hoofdstuk 2 Rapportage

Artikel 2.1 Jaaroverzicht

  • 1. Jaarlijks wordt een geanonimiseerd verslag gemaakt van het aantal geregistreerde klachten in het afgelopen kalenderjaar, de aard van de klachten, de wijze van afdoening en de eventuele maatregelen die naar aanleiding van de behandeling zijn getroffen.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders stelt het jaarverslag vast, gehoord de commissie Bestuurlijke Aangelegenheden en Middelen en de ondernemingsraad.

  • 3. Het jaaroverzicht of een samenvatting daarvan wordt jaarlijks in een huis-aan-huisblad gepubliceerd.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 3.1 Onvoorziene situaties

In gevallen waarin de Algemene wet bestuursrecht en deze verordening niet voorzien beslist het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 3.2 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening klachtbehandeling gemeente Noordwijkerhout.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 augustus 2000.

  • 3.

    Op de in het tweede lid genoemde datum wordt de Verordening klachtenregeling gemeente Noordwijkerhout, vastgesteld bij raadsbesluit van 17 februari 1997, ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 juni 2000.
In deze verordening is ook de 1e wijziging van 14 november 2005 doorgevoerd, omdat het in het kader van de dualisering wenselijk was de verordening te actualiseren.