Regeling vervallen per 01-09-2016

Heronderzoeksplan Sociale Zaken 2014 Gemeente Nuenen c.a. en Son en Breugel

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-08-2016

Intitulé

Heronderzoeksplan Sociale Zaken 2014 Gemeente Nuenen c.a. en Son en Breugel

In verband met de vorming van de Dienst Dommelvallei per 1 januari 2014 treft u hierbij aan het gezamenlijk heronderzoeksplan van de gemeenten Son en Breugel en Nuenen c.a..

Beiden gemeenten maken sinds enkele jaren gebruik van de zogenaamde DPS-matrix met de daarbij behorende klantprofielen. Sinds 1 januari 2013 hanteren beiden gemeenten dezelfde heronderzoekstermijnen.

Het heronderzoeksplan omvat de volgende regelingen:

  • -

    de Wet werk en bijstand (WWB),

  • -

    de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW),

  • -

    de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)

  • -

    het Bijstandsbesluit zelfstandigen 2004 (BBZ).

De heronderzoekstermijnen voor debiteuren zijn afzonderlijk opgenomen in de beleidsregels terug- en invordering.

Naast dit heronderzoeksplan maken beide gemeenten gebruik van het handhavingsprotocol genaamd ‘’handhaving is van ons allemaal’’. In dit protocol zijn handvatten/instrumenten opgenomen voor klantmanagers om bijvoorbeeld bij een heronderzoek op een correcte en efficiënte manier te handhaven.

Leeswijzer

In hoofdstuk 2 leest u in het kort het onderscheid tussen een doelmatigheids- en rechtmatigheidsonderzoek. In hoofdstuk 3 wordt uiteengezet wat het werken aan de hand van de DPS-matrix inhoudt. Tot slot leest u in bijlage 1 de klantprofielen A t/m D en B+ en D+ met de daarbij behorende heronderzoekstermijnen.

2. Heronderzoek

Als een klant een uitkering aanvraagt zal een consulent beoordelen of er recht bestaat op een uitkering. Als een uitkering eenmaal is toegekend, blijft de gemeente regelmatig beoordelen of de klant er nog recht op heeft. Dit kan op twee manieren; aan de hand van een rechtmatigheidsonderzoek en een doelmatigheidsonderzoek. De bevindingen van de heronderzoeken komen in het klantdossier.

a) Rechtmatigheidsonderzoek

  • -

    voor dit onderzoek maakt de gemeente gebruik van eigen bestanden, suwinet, hetinternet, signalen van het inlichtingenbureau en gesprekken met de klant.

  • -

    Een consulent heeft tijdens een uitkeringstraject regelmatig contact met de klant. Hoe vaak hangt af van het type klant en het risicoprofiel (zie hoofdstuk 4). Afhankelijk van dat risicoprofiel is een heronderzoek meer of minder urgent. Daarnaast kunnen er op grond van vermoedens van fraude, bijv. door een anonieme tip, extra rechtmatigheidsonderzoeken plaatsvinden, waarbij er gebruik kan worden gemaakt van bijvoorbeeld een (onaangekondigd) huisbezoek.

  • -

    Bij het niet correct verstrekken van gegevens, wordt een boete-traject ingezet.

  • -

    Bij beëindiging van een uitkering, is er standaard een afsluitend onderzoek.

b) Doelmatigheidsonderzoek

  • -

    In een heronderzoek wordt ook aandacht besteed aan de doelmatigheid: welke arbeids- en re-integratieverplichtingen heeft de klant en welke mogelijkheden tot re-integratie of participatie in de samenleving?

  • -

    Indien een klant bijvoorbeeld onvoldoende gesolliciteerd heeft, wordt een maatregelentraject ingezet.

3. DPS-matrix

Zoals gezegd maken de gemeenten Son en Breugel en Nuenen gebruik van de DPS-matrix. In een matrix maakt de consulent aan de hand van ‘kans – en risicovragen’ een analyse van de klant. Deze analyse geeft inzicht in de kansen op werk en de risico’s op fraude. DPS staat voor diagnosticeren, plannen en sturen.

De drie fasen van de DPS-matrix:

Fase 1: De D van DIAGNOSE

De diagnose is afhankelijk van de omstandigheden van een gemeente. Naast externe omstandigheden zijn natuurlijk de persoonlijke omstandigheden van belang. Deze worden door de consulent in de matrix gezet na de persoonlijke intake met de klant.

Fase 2: De P van PLAN

Nadat je een goede diagnose hebt gesteld, is het maken van een goed plan een stuk eenvoudiger. Want doordat de matrix rekening houdt met specifieke omstandigheden, kun je een plan op maat maken. Je vergroot de kans dat inspanningen tot het beoogde resultaat leiden. In de aandacht voor diagnose en plan, zie je het grote voordeel van de DPS-methode terug: het richt zich naast rechtmatigheid ook op doelmatigheid, oftewel het verkrijgen van maximaal resultaat met zo min mogelijk middelen.

Bij het vullen van de matrix vragen we informatie op bij de klant. Het spreekt voor zich dat de klant maar ook de gemeente, er enorm mee geholpen zijn als die informatie automatisch in de matrix wordt opgenomen door koppelingen met andere organisaties waaronder het inlichtingenbureau.

Fase 3: De S van STUREN

De matrix geeft inzicht in de workload waardoor leidinggevenden sneller kunnen bijsturen waar nodig. Bovendien leent de matrix zich prima voor het uitvoeren van metingen waarmee interne controleurs en accountants voorzien worden van ‘verantwoordingsinformatie’.

Hoe werkt het?

De DPS-matrix bestaat uit vier klantprofielen en een B+ en een D+ klantenprofiel. Er wordt vastgesteld welke omstandigheden (indicatoren) bepalend zijn voor welk profiel.

afbeelding binnen de regeling  

Naast de gebruikelijke A, B, C en D profielen zitten er 2 extra profielen bij, te weten een B+ en een D+ profiel. Dit betreft profielen waarbij de kans op uitstroom in eerste instantie laag geschat wordt, maar wanneer een aantal beïnvloedbare factoren positief verandert, de kans op uitstroom hoog wordt. Voorbeelden: leeftijd en gezondheid zijn niet beïnvloedbaar. Het hebben van een diploma of het beheersen van de Nederlandse taal is wel beïnvloedbaar. Hierdoor krijgt de consulent door de profielverdeling meer inzicht op welke klantgroep inzet gepleegd moet worden om de uitstroom te verhogen.

De consulent beantwoordt de ‘kans- en risicovragen’ met een simpel ja of nee. De matrix laat zien in welke categorie de klant valt. De categorie geeft een eerste indicatie van het in te zetten traject: scoort een klant bijvoorbeeld hoog op zowel uitstroom als regelovertreding (profiel C), dan zal het plan zich richten op begeleiding naar werk. Het omgekeerde geldt voor klanten in profiel D. Zij hebben weinig kans snel uit de uitkering te raken en grote kans op regelovertreding. Een groep die je als consulent nauwlettend in de gaten moet houden en bij wie het plan zich zal richten op participatie en zorg in plaats van werk.

BIJLAGE 1

De klantprofielen A t/m D en B+ en D+ met de daarbij behorende heronderzoekstermijnen.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling