Regeling vervallen per 02-08-2016

Regeling financieel maatwerk compensatie meerkosten door een chronische ziekte, beperking of aandoening Nuenen c.a. 2015

Geldend van 05-06-2015 t/m 01-08-2016

Intitulé

Regeling financieel maatwerk compensatie meerkosten door een chronische ziekte, beperking of aandoening Nuenen c.a. 2015

1.Inleiding

Vanaf 2014 heeft het Rijk twee landelijke financiële regelingen afgeschaft: de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en de regeling compensatie eigen risico (CER). Deze maatregelen hadden tot doel om burgers te compenseren voor kosten door chronische ziekte, beperking of aandoening. Dat wat werd beoogd met deze regelingen is als taak overgeheveld naar gemeenten. De onderbouwing hiervoor is dat de landelijke regelingen te ongericht waren en niet terecht kwam bij de mensen die het echt nodig hebben en werkelijk meerkosten hebben ten gevolge van chronische ziekte en/of handicap. Omdat gemeenten dichter bij de mensen staan, zijn zij beter in staat om gericht maatwerk te leveren. De gemeente heeft van het CAK , als de inwoner hiervoor toestemming heeft gegeven, de persoonsgegevens ontvangen.

Wtcg

De Wtcg was bedoeld voor chronisch zieken of gehandicapten die als gevolg van hun ziekte of handicap extra kosten hebben. Voorbeelden van zulke extra kosten zijn hogere energiekosten of kosten voor extra beddengoed of kleding. Het gaat hierbij om kosten die niet worden vergoed door de zorgverzekeraar of via de AWBZ of de Wmo. Sinds 2012 telden voor het recht op een Wtcg toelage ook hulpmiddelen mee die duiden op een levenslange beperking. Hierin zijn ook de levenslange hulpmiddelen voor slechtzienden, blinden en auditief beperkten opgenomen.

De Wtcg kende zowel een hoge als een lage tegemoetkoming. De hoogte van de tegemoetkoming hing onder andere af van de leeftijd en het zorggebruik. De categorie 65+ kreeg een lagere tegemoetkoming omdat die onder een gunstiger fiscaal regime vallen.

65-

65+

Laag

€ 290,-

€ 145,-

Hoog

€ 484,-

€ 399,-

Vanaf 2012 was de Wtcg inkomensafhankelijk. Vanaf dat moment kwamen alleen alleenstaanden met een inkomen tot € 24.570,- en (echt)paren met een inkomen tot € 35.100,- met extra kosten als gevolg van hun aandoening nog in aanmerking voor een tegemoetkoming vanuit de Wtcg. Huishoudens met een inkomen boven deze grens, maar met meer dan één tegemoetkoming, hielden de tegemoetkoming op één na. In 2013 kwamen 1,3 miljoen mensen in aanmerking voor de Wtcg.

Naast deze tegemoetkoming konden chronisch zieken en gehandicapten ook een korting op hun eigen bijdrage voor zorg met verblijf, zorg zonder verblijf of Wmo ontvangen. Deze korting bedroeg voor mensen jonger dan 65 jaar 16% en voor mensen ouder dan 65 jaar 8%. Deze korting werd door het CAK automatisch op de factuur van de geleverde zorg in mindering gebracht.

Cer

Iedere verzekerde van 18 jaar en ouder betaalt vanaf 1 januari 2008 een verplicht eigen risico voor de zorgverzekering. Zijn de zorgkosten hoog, dan is de veronderstelling dat de klant vaak zijn volledige eigen risico van de zorgverzekering betaalt. Ter compensatie kon men uit het Cer een geldbedrag ontvangen. De overheid betaalde hiermee een deel van het eigen risico terug.

De hoogte van de compensatie was voor 2013 vastgesteld op € 99,-. In 2013 kwamen 2,2 miljoen mensen in aanmerking voor de compensatie.

Omvang van de doelgroep

Het wegvallen van de Wctg en Cer treft mensen met een laag inkomen het hardst; meer dan 38% ervaart een inkomensachteruitgang met meer dan 2%. Slechts 3% van mensen met een inkomen tussen modaal en 1,5 maal modaal heeft en inkomensachteruitgang tussen de 2% en 5%.

Het aantal bestaande cliënten dat aangewezen is op financieel maatwerk is moeilijk in te schatten. Aangezien het financieel maatwerk zich niet hoeft te beperken tot uitsluitend cliënten op bijstandsniveau zal het aantal cliënten afhankelijk zijn van de te hanteren norm(en).

2.Budget

Gemeenten krijgen extra (financiële) mogelijkheden om gericht maatwerk te bieden aan mensen met een chronische ziekte of een beperking. Gemeenten ontvangen hiervoor een aanvullend budget van € 45 miljoen 2014, oplopend tot structureel € 268 miljoen vanaf 2017. Dit betekent echter een aanzienlijke financiële versobering ten opzichte van de oude regelingen. Ter illustratie: Voor 2013 was alleen al voor de algemene tegemoetkoming Wtcg een budget van €350 miljoen gemoeid. Voor de CER was het budget in 2013 €215 miljoen. Het aandeel in de transitieuitkering Wmo voor Nuenen c.a. hiervoor bedraagt voor 2015: € 100.000,- .

Gemeenten kunnen met het aanvullend budget niet alle mensen, die aanspraak konden maken op de CER en/of Wtcg, met lokaal maatwerk ondersteunen. Dit is nadrukkelijk ook niet de bedoeling aangezien die oude regelingen zoals gezegd ongericht waren en vaak niet terecht kwamen bij de mensen die het echt nodig hadden. Bovendien gaat het volledige macrobudget niet ongekort over naar de gemeenten. Het 1 op 1 compenseren van alle inwoners die op grond van de Wtcg en/of Cer een toelage kregen zou het overgehevelde budget zeer ruim overschrijden.

3.Scenario’s

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft verschillende scenario's uitgewerkt voor de invulling van de compensatieregeling meerkosten. De gemeente is vrij om te bepalen of zij een tegemoetkoming ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en participatie wil verstrekken aan specifieke inwoners met een beperking of chronische ziekte en op welke wijze deze voorziening vorm moet worden gegeven. Wanneer de gemeente echter van die mogelijk gebruik wil maken dient dat in de Verordening Wmo 2015 te zijn vastgelegd. Dat is als zodanig ook gebeurd in onze verordening.

Uitgangspunt:

Het gaat om het verstrekken van een tegemoetkoming vanwege aantoonbare meerkosten waarvan niet aannemelijk is dat burgers over voldoende financiële draagkracht beschikken om die meerkosten te kunnen dragen. Onder meerkosten vallen niet die kosten die door een reguliere voorliggende voorziening gedekt kunnen worden.

Dit uitgangspunt is niet van toepassing op de jeugdzorg. Ouders betalen hiervoor namelijk geen eigen bijdrage, met uitzondering van verblijf extern. Verwacht wordt dat er bij de jeugdzorg geen sprake zal zijn van aantoonbare meerkosten.

De handreiking van VWS beschrijft verschillende opties die een gemeente heeft om de afschaffing Wtcg en Cer te compenseren. Elke variant heeft voor- en nadelen.

  • 1.

    (Verruiming van) van de (individuele) bijzondere bijstand;

  • 2.

    (Verruiming van) de collectieve (aanvullende) zorgverzekering van gemeenten;

  • 3.

    Een verlaging van de eigen bijdrage voor de Wmo;

  • 4.

    Een forfaitaire vergoeding vanuit de Wmo;

  • 5.

    Subsidie aan een fonds inkomensondersteuning (gerund door particuliere stichting).

Op basis van de volgende uitgangspunten is een afweging gemaakt over de inzet en haalbaarheid van de hiervoor genoemde scenario’s.

  • -

    De in omvang beperkte middelen dienen met zo min mogelijk uitvoeringskosten te worden ingezet;

  • -

    Ook bij het treffen van een financiële compensatie geldt dat er ook een eigen verantwoordelijkheid in de vorm van een eigen financieel aandeel wordt gevraagd. Volledige compensatie van meerkosten is niet het vertrekpunt;

  • -

    Uitgangspunt is maatwerk. Dat kan overigens zowel individueel als collectief (m.u.v. bijzondere bijstand) worden toegekend;

  • -

    Beheersbaarheid van de uitgaven. Een regeling met een te open-eind karakter is niet gewenst;

  • -

    Er kan sprake zijn van een of meer ontwikkelscenario’s. De te maken keuze(s) zijn nog niet definitief;

  • -

    Het financieel maatwerk dient zo eenvoudig mogelijk en daardoor zo praktisch mogelijk toepasbaar te zijn waarmee de uitkeringslasten van burgers zo veel mogelijk vermeden worden en de uitvoeringslasten voor de gemeente zo beperkt mogelijk zijn;

  • -

    Regeling heeft betrekking op alle inwoners met aantoonbare meerkosten en beperkt zich niet tot alleen de inwoners met een inkomen tot de maximale grens van de bijzondere bijstand;

  • -

    Er is sprake van een ontwikkelmodel;

  • -

    Het vermogen van cliënten wordt buiten beschouwing gelaten. Het is niet gewenst dat opgebouwd vermogen moet worden aangewend voor meerkosten.

4. Regeling gemeente Nuenen c.a.

Rekening houdend met genoemde uitgangspunten heeft de gemeente Nuenen c.a. een voorkeur voor de variant van een financiële tegemoetkoming vanuit de Wmo (variant 4). Dit is vastgelegd in onze Wmo beleidsuitgangspunten.

Met een aanpassing van de huidige Wmo wordt het voor gemeenten uitdrukkelijk mogelijk gemaakt om personen met een chronische ziekte en/of beperking een tegemoetkoming te verstrekken, onder de noemer maatwerkvoorziening inkomensondersteuning. Met deze bevoegdheid kan de gemeente naast en in samenhang met het al bestaande gemeentelijk instrumentarium voor ondersteuning binnen het sociaal domein (zoals de individuele bijzondere bijstand), gericht een tegemoetkoming op maat bieden.

Start 2015

Voor 2015 wordt gestart met een met een zo eenvoudig mogelijke regeling (eenduidig en goed toepasbaar). Daarbij wordt aangesloten bij de systematiek die het CAK hanteert voor de berekening van de eigen bijdrage bij een individuele Wmo-voorziening (maatwerkvoorziening). Voor de regeling financieel maatwerk Wmo geldt dat we uitgaan van gestapelde vergoedingen. Daarbij is er nooit een volledige vergoeding (100%), men betaalt altijd een eigen aandeel (eigen verantwoordelijkheid), afhankelijk van het inkomen.

Daarbij hebben wij het naar beneden afgeroomde gemiddelde genomen van de maximale (hoge) Wtcg bijdrage 65- en 65+ en de Cer. Dat is respectievelijk € 420,- en € 99,- en naar beneden afgerond € 500,-. Een en ander is uitgewerkt in bijlage A

De volgende meerkosten kunnen worden opgevoerd om gecompenseerd te worden:

  • -

    Extra stookkosten

  • -

    Extra waskosten

  • -

    Extra kosten schoenen, kleding, beddengoed (slijtage)

  • -

    Dieetkosten

  • -

    Wettelijke Eigen bijdragen

  • -

    Lidmaatschap patiëntenvereniging

  • -

    Medicijnen zonder recept

  • -

    Pedicure

Er vindt geen compensatie plaats van kosten die via een (collectieve) aanvullende verzekering gedekt kunnen worden. In dat verband is er voor mensen met een inkomen tot 110% van het bijstandsniveau de mogelijkheid gebruik te maken van de collectieve aanvullende zorgverzekering. In die zin is een aanvullende zorgverzekering dan ook een voorliggende voorziening.

Het dient dus te gaan om aantoonbare (jaarlijkse) meerkosten. Idealiter wordt niet alleen een relatie gelegd met het inkomen maar vooral met de uitgaven. We willen echter voorkomen dat ons beschikbare budget voor het grootste deel opgaat aan uitvoeringkosten, door het opvragen en controleren van bonnetjes.

Om toch een drempel in te bouwen wordt de volgende werkwijze gehanteerd:

De tegemoetkoming kan alleen schriftelijk worden aangevraagd. Het aanvraagformulier met toelichting kan worden gedownload van de website van het CMD. In de plaatselijke kranten wordt de regeling aangekondigd. Daarnaast worden alle mensen (circa 850) die in 2014 gebruik hebben gemaakt van de Wtcg aangeschreven. Daarbij wordt wel expliciet vermeld dat in 2015 andere regels en voorwaarden gelden , waardoor het niet op voorhand zeker is dat men ook in 2015 in aanmerking komt voor een financiele tegemoetkoming.

Om te kunnen beoordelen of de aanvrager recht heeft op een financiele tegemoetkoming moet men zelf aannemelijk maken dat men te maken heeft met extra kosten als gevolg van een chronische ziekte. Daarnaast worden inkomensgegevens opgevraagd.

Alleen als dat nodig is, wordt de aanvrager uitgenodigd voor een gesprek, of wordt gevraagd nog ontbrekende gegevens te verstrekken. Pas als alle noodzakelijke gegevens bekend zijn, wordt binnen 8 weken een beslissing genomen. Wanneer er onvoldoende gegevens bij ons bekend zijn wordt er een hersteltermijn van 2 weken gehanteerd. Wanneer de hersteltermijn is verlopen en de gegevens niet zijn aangeleverd wordt de aanvraag afgewezen.

De beoordeling van de aanvragen geschiedt door de medewerkers van het CMD, met inzet van tijdelijke hulpkrachten (studenten). De feitelijke betaling laten we verrichten door de dienst Dommelvallei.

Personele inzet

Het gaat om beoordeling en toekenning van aanvullend financieel maatwerk. In de gesprekken met cliënten kijken de CMD-consulenten ook naar de mogelijkheid voor financiële compensatie van meerkosten. Dat is per cliënt weliswaar meer tijd mee gemoeid maar is in het totaal van het gesprek een beperkt onderdeel.

Met de Dienst Dommelvallei moet nog wel een werkproces worden opgesteld voor de administratieve verwerking van de financiële compensatie.

Financiële gevolgen

Het aantal cliënten dat een beroep zal doen op de aanvullende maatwerkvoorziening is onbekend. Het valt niet te herleiden tot de gebruikers van de huidige Wtcg en de voormalige Cer omdat die voorzieningen voor een hele grote groep toegankelijk was. In beginsel is voor de regeling financieel maatwerk een bedrag van € 100.000,- opgenomen in de begroting 2015. Daarnaast is voor 2015 eenmalig een bedrag van €56.000 beschikbaar vanuit de resultaatbestemming 2014 (dit bedrag is over van de Wtcg regeling 2014).

BIJLAGE A Tabel compensatie meerkosten chronische ziekte en/of beperking

Inkomsten

< 18000

18000-20000

20000-22000

22000-24000

24000-26000

26.000-28000

28000-31000

31000-34000

34000-38000

38000-42000

Alleenstaand

jonger 65

€500

€500

€450

€250

€250

€250

€125

€125

-

-

Meerpersoons

jonger 65

€500

€500

€450

€375

€375

€375

€250

€125

-

-

Alleenstaand pensioengerechtigd

€500

€500

€375

€250

€125

€125

-

-

-

-

Meerpersoons pensioengerechtigd

€500

€500

€450

€375

€250

€250

€125

-

-

-

Maximale bedrag waarover compensatie wordt berekend is € 500,--. Dit bedrag is gebaseerd op de voormalige Cer (€ 99,--) en de voormalige maximale Wtcg vergoeding voor mensen jonger dan 65 jaar (€ 420,-) .

Er is geen rekening gehouden met inkomsten uit vermogen.