Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

De raad van de gemeente Nuenen;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26 september 2017;

gelet op het artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet en de artikelen 10.33 en 15.33 van de Wet milieubeheer;

B E S L U I T :

Vaststellen de Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

(Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018)

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1. Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening wordt geheven:

a. een afvalstoffenheffing;

b. reinigingsrechten.

Artikel 2. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1. container: de door de gemeente uitgezette afvalverzamelbak met een bepaald volume;

2. gft-afval: groente-, fruit- en tuinafval;

3. restafval: huishoudelijke afval, niet zijnde gft-afval;

4. grof huishoudelijk afval: huishoudelijke afvalstoffen die met enige regelmaat in een particulier huishouden vrijkomen, doch die te groot of te zwaar zijn om op dezelfde wijze als andere huishoudelijke afvalstoffen aan de periodieke inzameldienst te worden aangeboden;

5. bedrijfsafval: afvalstoffen afkomstig van bedrijven en instellingen, die naar aard, omvang en samenstelling gelijk zijn te stellen aan huishoudelijke afvalstoffen, aan de periodieke inzameldienst in minicontainers worden aangeboden en tegelijkertijd met de inzameling van de huishoudelijke afvalstoffen kunnen worden meegenomen;

6. gebruik maken: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing

Artikel 3. Aard van de belasting en belastbaar feit

1. Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4. Belastingplicht

1. De afvalstoffenheffing wordt geheven van degene die al dan niet gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

a. degene, die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel;

b. ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan, degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief

De afvalstoffenheffing wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening opgenomen tarieventabel onder hoofdstuk 1.

Artikel 6 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1, en 1.2 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

1. De belasting, bedoeld in hoofdstuk 1, sub 1.1 van de tarieventabel, is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1, sub 1.1 van de tarieventabel, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als bedoeld in hoofdstuk 1, sub 1.1 van de tarieventabel, als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

5. De belasting, bedoeld in hoofdstuk 1, sub 1.2 van de tarieventabel, is verschuldigd bij het ter lediging aanbieden van de door de gemeente verstrekte container zoals aangegeven in artikel 5.

Artikel 9 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen bedoeld onder 1.1 en 1.2 van de tarieventabel worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.

Hoofdstuk III Reinigingsrechten

Artikel 10. Belastbaar feit

Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 11. Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 12. Maatstaf van heffing en belastingtarief

1. De reinigingsrechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening opgenomen tarieventabel.

2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 13 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 14 Wijze van heffing

Het recht bedoeld in hoofdstuk 2.1, 2.2 en 2.3 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

1. De belasting, bedoeld in hoofdstuk 2, sub 2.1 van de tarieventabel, is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting als bedoeld in hoofdstuk 2, sub 2.1 van de tarieventabel, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als bedoeld in hoofdstuk 2, sub 2.1, van de tarieventabel, als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

5. De belasting, bedoeld in hoofdstuk 2, sub 2.2 en 2.3, van de tarieventabel, is verschuldigd bij het ter lediging aanbieden van de door de gemeente verstrekte container zoals aangegeven in artikel 12.

Artikel 16 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen bedoeld onder 2.1, 2.2 en 2.3 van de tarieventabel worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

2. In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden geïnd, dat het totaalbedrag van het aanslagbiljet moet worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op of omstreeks de laatste werkdag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen een maand later.

3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.

Hoofdstuk IV Gebruik Milieustraat

Artikel 17. Ontstaan van de belastingschuld voor de heffing ter zake van de niet met de periodieke inzameldienst ingezamelde afvalstoffen

De belasting bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 18 Wijze van heffing

De belasting, bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen, en kan plaatsvinden door middel van een mondelinge kennisgeving dan wel toezending of uitreiking van een schriftelijke kennisgeving.

Artikel 19 Termijnen van betaling

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen bedoeld onder 3.1 van de tarieventabel worden betaald op het moment van de mondelinge kennisgeving of indien er sprake is van de uitreiking van een aanslagbiljet in één termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

Hoofdstuk V Aanvullende bepalingen

Artikel 20. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten.

Artikel 21. Overgangsbepaling 

De 'Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017' van 9 november 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 22 in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 22. Inwerkingtreding 

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

Artikel 23. Citeertitel 

Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018'.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2017.

DE RAAD VOORNOEMD,

de voorzitter, M.J. Houben MBA

de griffier, M.C.P. Laurenssen Msc

Tarieventabel behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

*

Behorende bij raadsbesluit van 14 december 2017

De griffier van de gemeente Nuenen


Noot
*

[Tabel]

[Rij 1]

[Cel 1]

 

[Cel 2]

Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

[Cel 3]

 

[Rij 2]

[Cel 1]

1.1

[Cel 2]

Het vastrecht tarief bedraagt per perceel per belastingjaar Het vastrecht tarief bedraagt per perceel per maand

[Cel 3]

€ 107,04 € 8,92

[Rij 3]

[Cel 1]

1.2

[Cel 2]

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1. bedraagt het tarief per

[Cel 3]

 

[Rij 4]

[Cel 1]

1.2.1

[Cel 2]

lediging van een container van 240 liter, bestemd voor gft-afval

[Cel 3]

€ 1,00

[Rij 5]

[Cel 1]

1.2.2

[Cel 2]

lediging van een container van 140 liter, bestemd voor gft-afval

[Cel 3]

€ 1,00

[Rij 6]

[Cel 1]

1.2.3

[Cel 2]

lediging van een container van 80 liter, bestemd voor gft-afval

[Cel 3]

€ 1,00

[Rij 7]

[Cel 1]

1.2.4

[Cel 2]

lediging van een container van 25 liter, bestemd voor gft-afval

[Cel 3]

€ 0,00

[Rij 8]

[Cel 1]

1.2.5

[Cel 2]

lediging van een container van 240 liter, bestemd voor restafval

[Cel 3]

€ 15,75

[Rij 9]

[Cel 1]

1.2.6

[Cel 2]

lediging van een container van 140 liter, bestemd voor restafval

[Cel 3]

€ 9,45

[Rij 10]

[Cel 1]

1.2.7

[Cel 2]

lediging van een container van 80 liter, bestemd voor restafval

[Cel 3]

€ 5,25

[Rij 11]

[Cel 1]

1.2.8

[Cel 2]

lediging van een container van 25 liter, bestemd voor restafval

[Cel 3]

€ 1,60

[Rij 12]

[Cel 1]

1.2.9

[Cel 2]

keer gebruik van een ondergrondse container bestemd voor rest afval

[Cel 3]

€ 2,00

[Rij 13]

[Cel 1]

1.2.10

[Cel 2]

aanbieding van 1 bundel van max. 0,5 m x 0,5 m x 1,5 m grofvuil

[Cel 3]

€ 20,00

[Rij 14]

[Cel 1]

1.2.11

[Cel 2]

aanbieding van 1 bundel van max. 0,5 m x 0,5 m x 1,5 m snoeihout

[Cel 3]

€ 7,70

[Rij 15]

[Cel 1]

1.2.12

[Cel 2]

omruiling van een container als bedoeld in onderdeel 1.2.1 tot en met 1.2.8

[Cel 3]

€ 18,45

[Rij 16]

[Cel 1]

 

[Cel 2]

 

[Cel 3]

 

[Rij 17]

[Cel 1]

 

[Cel 2]

Hoofdstuk 2 Maatstaven en tarieven reinigingsrechten

[Cel 3]

 

[Rij 18]

[Cel 1]

2.1

[Cel 2]

Het vastrecht tarief bedraagt per perceel per belastingjaar Het vastrecht tarief bedraagt per perceel per maand

[Cel 3]

€ 107,04 € 8,92

[Rij 19]

[Cel 1]

2.2

[Cel 2]

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.1. bedraagt het tarief per

[Cel 3]

 

[Rij 20]

[Cel 1]

2.2.1

[Cel 2]

lediging van een container van 240 liter, bestemd voor gft-afval

[Cel 3]

€ 1,00

[Rij 21]

[Cel 1]

2.2.2

[Cel 2]

lediging van een container van 140 liter, bestemd voor gft-afval

[Cel 3]

€ 1,00

[Rij 22]

[Cel 1]

2.2.3

[Cel 2]

lediging van een container van 80 liter, bestemd voor gft-afval

[Cel 3]

€ 1,00

[Rij 23]

[Cel 1]

2.2.4

[Cel 2]

lediging van een container van 25 liter, bestemd voor gft-afval

[Cel 3]

€ 0,00

[Rij 24]

[Cel 1]

2.2.5

[Cel 2]

lediging van een container van 240 liter, bestemd voor restafval

[Cel 3]

€ 15,75

[Rij 25]

[Cel 1]

2.2.6

[Cel 2]

lediging van een container van 140 liter, bestemd voor restafval

[Cel 3]

€ 9,45

[Rij 26]

[Cel 1]

2.2.7

[Cel 2]

lediging van een container van 80 liter, bestemd voor restafval

[Cel 3]

€ 5,25

[Rij 27]

[Cel 1]

2.2.8

[Cel 2]

lediging van een container van 25 liter, bestemd voor restafval

[Cel 3]

€ 1,60

[Rij 28]

[Cel 1]

2.2.9

[Cel 2]

lediging van container van 180 liter, bestemd voor oud papier en karton

[Cel 3]

€ 10,00

[Rij 29]

[Cel 1]

2.2.10

[Cel 2]

keer gebruik van een ondergrondse container bestemd voor rest afval

[Cel 3]

€ 2,00

[Rij 30]

[Cel 1]

2.3

[Cel 2]

De tarieven genoemd onder 2.1 en 2.2. zijn exclusief BTW. De heffing wordt verhoogd met het geldende BTW percentage.

[Cel 3]

 

[Rij 31]

[Cel 1]

 

[Cel 2]

Hoofdstuk 3 gebruik milieustraat

[Cel 3]

 

[Rij 32]

[Cel 1]

3.1

[Cel 2]

Het tarief bedraagt voor:

[Cel 3]

 

[Rij 33]

[Cel 1]

3.1.1

[Cel 2]

de 1e t/m 5e aanbieding

[Cel 3]

 

[Rij 34]

[Cel 1]

3.1.1.1

[Cel 2]

per fiets(kar)/voetganger

[Cel 3]

€ 3,00

[Rij 35]

[Cel 1]

3.1.1.2

[Cel 2]

vervallen

[Cel 3]

 

[Rij 36]

[Cel 1]

3.1.1.3

[Cel 2]

per auto / auto met aanhanger / bestelauto / busje voor grof huishoudelijk afval

[Cel 3]

€ 7,00

[Rij 37]

[Cel 1]

3.1.1.4

[Cel 2]

per auto / auto met aanhanger / bestelauto / busje voor 0-1 m3 bouw- en sloopafval

[Cel 3]

€ 7,00

[Rij 38]

[Cel 1]

3.1.1.5

[Cel 2]

per auto / auto met aanhanger / bestelauto / busje voor 1-2 m3 bouw- en sloopafval

[Cel 3]

€ 14,00

[Rij 39]

[Cel 1]

3.1.2

[Cel 2]

Meer dan 5 aanbiedingen

[Cel 3]

 

[Rij 40]

[Cel 1]

3.1.2.1

[Cel 2]

per fiets(kar)/voetganger

[Cel 3]

€ 3,00

[Rij 41]

[Cel 1]

3.1.2.2

[Cel 2]

vervallen

[Cel 3]

0

[Rij 42]

[Cel 1]

3.1.2.3

[Cel 2]

per auto / auto met aanhanger / bestelauto / busje voor grof huishoudelijk afval

[Cel 3]

€ 20,00

[Rij 43]

[Cel 1]

3.1.2.4

[Cel 2]

per auto / auto met aanhanger / bestelauto / busje voor 0-1 m3 bouw- en sloopafval

[Cel 3]

€ 20,00

[Rij 44]

[Cel 1]

3.1.2.5

[Cel 2]

per auto / auto met aanhanger / bestelauto / busje voor 1-2 m3 bouw- en sloopafval

[Cel 3]

€ 40,00

[Rij 45]

[Cel 1]

 

[Cel 2]

 

[Cel 3]

 

[Rij 46]

[Cel 1]

3.1.3

[Cel 2]

De tarieven genoemd in onderdelen 3.1.1.1 tot en met 3.1.2.5 gelden per aanbieding van afval.

[Cel 3]

 

[Rij 47]

[Cel 1]

3.1.4

[Cel 2]

Aanbieding van: - groenafval (zoals blad, gras, snoeihout, kerstbomen en tuinafval), - luiers/incontinentiemateriaal, - PMD (plastic, metaal en drankkartons), - tempex, oud papier en karton, - glas, textiel en schoeisel, - KCA en afgewerkte olie (max. 5 liter), - vetten en oliën, - wit- en bruingoed, - metaal, kadavers, asbest (max. 35 m2), gasflessen, harde plastics, autobanden van personenauto’s (met of zonder velg), en - kringloopgoederen; is gratis.

[Cel 3]