Reclamenota Nuenen c.a. 2019

Geldend van 06-08-2019 t/m heden

Intitulé

Reclamenota Nuenen c.a. 2019

De raad van de gemeente Nuenen c.a.;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 mei 2019

gelet op de desbetreffende bepalingen in de Gemeentewet;

B E S L U I T :

De Reclamenota Nuenen c.a. 2019 vast te stellen.

1. Inleiding

1.1 Vooraf

Reclame en uitstallingen in de openbare ruimte bepalen in grote mate het aanzien en de beleving van een gebied. Zij hebben echter de neiging om onder de druk van de concurrentie steeds groter en opzichtiger te worden. Zeker kwetsbare gebieden, zoals een beschermd dorpsgezicht of het buitengebied, zijn daarvoor gevoelig. Voor de reclamemaker heeft re-clame een belangrijke betekenis. Maar reclamemakers onderkennen steeds meer het belang van een aangename verblijfskwaliteit en beseffen dat het reguleren van reclame-uitingen daarop van positieve invloed kan zijn.

Het gemeentebestuur is zich bewust van de (economische) belangen van reclamevoering voor de reclamemaker, maar hecht ook waarde aan de kwaliteit en de uitstraling van de om-geving. De gemeente is er van overtuigd dat een aantrekkelijk en goed verzorgde omgeving het vestigingsklimaat versterkt. Dat betekent niet direct dat reclamevoering tot het minimum beperkt moet worden. Een bepaalde mate aan drukte en diversiteit aan reclame kan juist een gezellige omgeving bevorderen.

1.2 Doelstelling

Het reclamebeleid moet er voor zorgen dat er een balans ontstaat tussen een verzorgd straatbeeld en het economische belang van de ondernemers. Heldere richtlijnen voor recla-me-uitingen moeten aantasting van het straatbeeld voorkomen en bijdragen aan de kwaliteit van de omgeving en moeten gelijktijdig ruimte bieden voor (economische) levendigheid zodat ondernemers, verenigingen en dergelijke zich kunnen ontwikkelen. Het reclamebeleid moet makkelijk leesbaar zijn voor de ondernemers en burgers. Het beleid moet er toe leiden dat het plaatsen van een reclame-uiting eenvoudiger wordt met minder procedures.

Deze reclamenota geeft een beoordelingskader voor reclame-uitingen en uitstallingen. Onder reclame-uitingen wordt verstaan:

‘openbare aanprijzing van producten, diensten en bedrijven, waarvan het doel is de kennis, houding en mogelijk gedrag van de doelgroep in een voor de reclamemaker gunstige richting te beïnvloeden’.

Onder uitstallingen / uitstallen wordt verstaan:

‘Het plaatsen van koopwaar op het weggedeelte voor een winkelpand’.

Constructies waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard vallen buiten de strekking van deze nota (zie paragraaf 2.1, Grondwet).

1.2.1 Als het past, is geen omgevingsvergunning ‘reclame’ nodig.

Uitgangspunt van het beleid is dat voor reclame-uitingen en uitstallingen die passen binnen de voorschriften van deze nota geen omgevingsvergunning voor de activiteit Reclame vereist is. Voor reclame-uitingen die aan te merken zijn als bouwwerk is dan nog wel een om-gevingsvergunning voor de activiteit Bouw vereist. Voor die reclame-uitingen gelden de regels van deze reclamenota als sneltoetscriteria voor redelijke eisen van welstand. Voldoet een reclame-uiting niet aan de nota dan wordt deze voorgelegd aan de dorpsbouwmeester. De dorpsbouwmeester beoordeelt op basis van de reclamenota, in samenhang met de wel-standsnota, of de gevraagde reclame-uiting acceptabel is.

1.3 Status

De richtlijnen in deze nota zijn door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld als beleidsregels zoals bedoeld in artikel 4.81 van de Algemene wet bestuursrecht (als nadere uitwerking van de regels in art. 4:15 van de Algemene plaatselijke verordening) en door de gemeenteraad vastgesteld als onderdeel van de Welstandsnota conform artikel 12 van de Woningwet.

2. Wet- en regelgeving

De wet- en (plaatselijke) regelgeving is niet eenduidig wanneer het gaat om vergunningen voor reclame en uitstallingen. Om tegenstellingen duidelijk te maken is in deze nota een overzicht gemaakt van alle wetgeving.

2.1 Grondwet

Artikel 7 van de Grondwet regelt de vrijheid van meningsuiting. Lid 1 van dit artikel luidt: ‘Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet‘. Het verbinden van een reclamebeleid aan reclame-uitingen in de commerciële sfeer is niet in strijd met dit wetsarti-kel. In artikel 7, lid 4 van de Grondwet is namelijk geregeld dat de drukpersvrijheid niet van toepassing is op het maken van commerciële of handelsreclame in de openbare ruimte. De wet bepaalt wel dat de overheid bij ideële reclame slechts voorwaarden mag stellen aan de verspreiding, voor de bescherming van de openbare orde. Dit is geregeld in de Apv.

Het zal duidelijk zijn dat het reclamebeleid van de gemeente, verwoord in deze reclamenota, zich alleen richt op de reclame-uitingen waarbij geen gedachten of gevoelens worden ge-openbaard.

2.2 Wet ruimtelijke ordening (Wro)

Hoe overheden ruimtelijke plannen, die bepalen hoe gebieden er nu of in de toekomst uit komen te zien, kunnen opstellen en wijzigen, wordt geregeld in de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Deze wet bepaalt de taken van de overheid en de rechten en plichten van burgers. Iedereen die iets wil bouwen of verbouwen krijgt te maken met de Wro. Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning wordt het plan getoetst aan het bestemmingsplan. Reclame-uitingen worden niet afzonderlijk opgenomen in bestemmingsplannen. Wel zijn in de be-stemmingsplannen hoogtebepalingen opgenomen voor bouwwerken geen gebouw zijnde. Deze gelden ook voor reclame-uitingen.

2.3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

In de Wabo en het aanverwante Besluit omgevingsrecht (Bor) is vastgelegd voor welke acti-viteiten een omgevingsvergunning nodig is. Activiteiten die opgenomen zijn in artikel 2.1 van de Wabo zijn geïntegreerd vanuit andere wetgeving en zijn altijd vergunningsplichtig. Activi-teiten die opgenomen zijn in artikel 2.2 van de Wabo zijn geïntegreerd vanuit verordeningen. Deze activiteiten kunnen vergunningsplichtig zijn. Dit is de beleidsvrijheid van de gemeente en/of provincie.

De volgende activiteiten, waarvoor in de gemeente Nuenen een omgevingsvergunning vereist is, zijn voor reclame-uitingen relevant.

Op basis van artikel 2.1 van de Wabo:

• het bouwen van een bouwwerk. Hierna genoemd: activiteit Bouw;

• het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een beheersverordening, een exploitatieplan, de regels gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid of 4.3, derde lid, van de Wro of een voorbereidingsbesluit voor zover toepassing is gegeven aan artikel 3.7, vierde lid, tweede volzin, van die wet. Hierna genoemd: activiteit Gebruik Ruimtelijke ordening (RO);

• het slopen, verstoren, verplaatsen of enig opzicht wijzigen van een beschermd mo-nument of het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht. Hierna genoemd: activiteit Monument;

Op basis van artikel 2.2 van de Wabo:

• slopen, wijzigen, etc. van een monument dat op grond van de gemeentelijke of pro-vinciale monumentenverordening is aangewezen. Hierna genoemd: activiteit Monu-ment;

• op of aan (waaronder ook wordt verstaan: vlak achter een raam of gevelopening) een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats. Hierna genoemd: activiteit Reclame.

Artikel 2.10 van de Wabo geeft een dwingende en uitputtende opsomming van de toetsings-gronden voor een vergunning. De relevante toetsingsgronden zijn het Bouwbesluit, de Bouwverordening, het bestemmingsplan en redelijke eisen van welstand. Als een aanvraag niet in strijd is met één van de voorschriften en regels, moet de omgevingsvergunning worden verleend. De uitputtende opsomming in de Wabo betekent dat de in artikel 2.10 genoemde toetsingsgronden de enige toetsingsgronden voor een vergunning zijn. Een omge-vingsvergunning mag dus niet om een andere reden worden geweigerd.

2.4 Besluit omgevingsrecht (Bor)

In het Besluit omgevingsrecht komt een groot aantal onderwerpen aan de orde waaronder het aanwijzen van vergunningsvrije (bouw)activiteiten. In artikel 2 en 3 van bijlage II Bor is een lijst opgenomen van vergunningsvrije (bouw)activiteiten. Voor deze activiteiten is geen vergunning vereist voor de activiteit Bouw. Dit wil niet zeggen dat de (bouw)activiteit volledig vergunningvrij is. Het is mogelijk dat er op grond van artikel 2.1 en 2.2 van de Wabo wel een vergunning is vereist voor andere activiteiten.

2.5 Woningwet en welstand

Een van de toetsingsgronden voor omgevingsvergunningen is de vraag of de aanvraag vol-doet aan redelijke eisen van welstand. Sinds 1 juli 2004 is de gemeente verplicht een wel-standsbeleid op te stellen. De gemeente Nuenen heeft ervoor gekozen een welstandsnota vast te stellen met daarin de criteria voor welstandsbeoordeling. Dat betekent dat voor alle omgevingsvergunningplichtige plannen, dus ook reclame-uitingen, de dorpsbouwmeester zijn advies uitsluitend mag baseren op de welstandscriteria zoals die zijn opgenomen in de welstandsnota. Voorliggende reclamenota is vastgesteld als onderdeel van de Welstandsnota en dient daarom als toetsingskader voor welstand. Op deze manier kunnen alle omge-vingsvergunningplichtige reclame-uitingen getoetst worden aan de criteria zoals opgenomen in deze nota.

De welstandsnota van de gemeente Nuenen is in 2010 geëvalueerd, aangepast en opnieuw vastgesteld. In de welstandsnota is Nuenen opgedeeld in diverse gebieden. Per gebied zijn afzonderlijk beschrijvingen gemaakt en beoordelingsniveaus vastgesteld. Voor ieder gebied zijn specifieke criteria opgesteld. In het kader van de deregulering is, bij wijze van proef, een gebied aangewezen waarbinnen objecten welstandsvrij zijn. Voor wat betreft de toetsniveaus sluit de reclamenota aan bij de welstandsnota. Dit betekent dat reclame-uitingen, die voldoen aan de criteria van het welstandsvrij gebied, geen welstandstoets kennen en dus niet getoetst hoeven te worden aan de reclamenota.

2.6 Erfgoedwet en Erfgoedverordening

In de Erfgoedwet en Erfgoedverordening (en in het verlengde daar van de Wabo) is vastge-legd dat voor elke ingreep aan een monument een vergunning verplicht is. Dit kan een ge-meentelijk of beschermd rijksmonument zijn.

De gemeente Nuenen heeft een gemeentelijke monumentlijst, er zijn diverse rijksmonumen-ten en er is een rijksbeschermd dorpsgezicht. In bestemmingsplannen kunnen gebieden opgenomen worden met een cultuurhistorische bescherming. Voor al deze panden en ge-bieden wordt een bijzonder toetsingscriterium opgenomen.

2.7 Algemene plaatselijke verordening (Apv)

Apv bepalingen regelen de openbare orde en veiligheid. De onderwerpen die geregeld worden in de Apv zijn in de loop van de tijd steeds veranderd, omdat deze onderhevig zijn aan algemene maatschappelijke ontwikkelingen.

De regulering van de omgevingsvergunning voor de activiteit Reclame en het gebruik van de uitstallingen gebeurt in de Apv. Het betreffende artikel kent een welstandtoets. Voor alle vormen van reclame-uitingen, waarvoor geen omgevingsvergunning voor de activiteit Bouw en/of Monument en/of Gebruik RO vereist is, is in de Apv een artikel opgenomen. Daarin staat de verplichting tot een omgevingsvergunning voor de activiteit Reclame. Daarbij is ook aangegeven welke reclame-uitingen vrijgesteld zijn van een omgevingsvergunning. Voor de beoordeling van een aanvraag op redelijke eisen van welstand is in de Apv een verwijzing opgenomen naar deze reclamenota.

Reclame op terrasschermen/ -schotten en parasols die onderdeel uitmaken van terrassen vallen onder de regeling van de terrasvergunning, waarbij is bepaald dat de reclame-uitingen op terrassen moeten voldoen aan de welstandcriteria zoals opgenomen in deze reclamenota. Hetzelfde geldt voor uitstallingen met reclame, zoals stoepborden.

Voor wat betreft alle reclame-uitingen worden de richtlijnen uit deze reclamenota gehanteerd.

2.8 Privaatrecht

De gemeente kan privaatrechtelijke overeenkomsten aangaan voor zover de gemeente ei-genaar is van de betreffende grond, dan wel het betreffende bouwwerk. Voor het te voeren beleid is de contractvrijheid naar burgerlijk recht, zoals deze wordt aangegeven in artikel 6:1 van het Burgerlijk Wetboek, van grote betekenis. Dit artikel vermeldt dat alle verbintenissen of uit overeenkomst of uit de wet ontstaan. Dit impliceert dat de gemeente vrij is om een ver-bintenis aan te gaan, voor zover dat niet door de wet wordt geregeld. De gemeente is dus niet verplicht een (reclame)overeenkomst aan te gaan als dit niet in haar beleid past. Anderzijds kan de gemeente reclame-uitingen geplaatst op gronden waarvan zij eigenaar is op basis van het eigendomsrecht verwijderen of laten verwijderen, mits voldoende recht wordt gedaan aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur bij de uitoefening daarvan.

3. Vergunningen

Bij het plaatsen van een reclame-uiting krijgen burgers en ondernemers op grond van de Wabo te maken met een omgevingsvergunning. Voor welke activiteit een vergunning aan-gevraagd moet worden is afhankelijk van het soort reclame-uiting en de plaats daarvan. Een reclame-uiting die op grond van de Wabo gezien wordt als een bouwwerk wordt vanaf nu een reclameconstructie genoemd. In deze nota is een opsomming gemaakt van de verschillende omgevingsvergunningen waarmee men te maken kan krijgen. Om te bepalen voor welke activiteiten een omgevingsvergunning vereist is verwijzen wij u naar het stroomschema op pagina 11 van deze nota.

3.1 Omgevingsvergunning voor de activiteit Reclame

De gemeente heeft deze vergunningplicht voor reclame-uitingen geregeld in de Apv. Voor een reclame-uiting die voldoet aan de voorschriften van het Bor (omgevingsvergunningsvrij voor de activiteit Bouw) is een omgevingsvergunning voor de activiteit Reclame vereist als deze niet voldoet aan de voorschriften van deze reclamenota. Als in deze reclamenota staat dat een bepaalde reclame-uiting niet is toegestaan, wordt hiervoor in beginsel geen omge-vingsvergunning voor de activiteit Reclame verleend. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan de vergunning dan worden verleend.

3.2 Omgevingsvergunning voor de activiteit Bouw en Reclame

Als een reclameconstructie is aan te merken als vergunningplichtig bouwwerk is daarvoor een omgevingsvergunning voor de activiteit Bouw vereist. Als de reclame-uiting daarnaast niet voldoet aan de voorschriften van deze reclamenota is ook een omgevingsvergunning voor de activiteit Reclame vereist.

Is een reclameconstructie vergunningsvrij voor de activiteit Bouw dan wil dit niet zeggen dat deze constructie volledig vrij is van regels. De activiteit Bouw hoeft dan niet vooraf door de gemeente getoetst te worden. De eisen uit het Bouwbesluit en het Burenrecht, zoals vastge-legd in het Burgerlijk Wetboek, blijven van toepassing. De gemeente kan achteraf de eigenaar aanzetten om strijdigheden met het Bouwbesluit op te heffen. Voor de activiteit Reclame gelden de regels zoals hierboven omschreven.

3.3 Omgevingsvergunning voor de activiteit Monument

Is er sprake van een reclame-uiting / reclameconstructie aan een rijksmonument of een ge-meentelijk monument dan moet naast de activiteiten Bouw en Reclame ook de activiteit Mo-nument worden aangevraagd.

Dit betekent dat wordt beoordeeld in hoeverre de monumentale waarde van het pand beïn-vloedt wordt door de reclame. Deze beoordeling vindt plaats op basis van de zogenaamde redengevende omschrijving van het monument. Door de status” monument” is aangegeven dat het pand en de omgeving een uniek cultuurhistorisch karakter hebben en dat dit be-schermd moet worden. Het is dan ook van groot belang dat reclameobjecten op een harmo-nieuze manier opgenomen worden in de architectuur van het pand of daartoe zelfs aan bij-dragen. In deze reclamenota zijn voor monumenten en het beschermde dorpsgezicht speci-fieke richtlijnen opgenomen. Voor reclame-uitingen en reclameconstructies aan of bij een monument is een omgevingsvergunning vereist voor de activiteiten Monument, Reclame en eventueel Bouw.

3.4 Omgevingsvergunning voor de activiteit Gebruik RO

Voor reclame-uitingen / constructies die niet passen binnen de voorschriften van het be-stemmingsplan moet de activiteit Gebruik RO aangevraagd worden. Op basis van deze acti-viteit kunnen Burgemeester en Wethouders medewerking verlenen. Hiervoor wordt per geval een afweging gemaakt.

3.5 Benodigdheden voor een vergunningaanvraag

Een omgevingsvergunning kun je aanvragen via het Omgevingsloket online (Olo). In het Olo moeten door de aanvrager alle activiteiten worden aangegeven die van toepassing zijn.

3.6 Leges

Voor het aanvragen van een omgevingsvergunning worden voor alle activiteiten leges in rekening gebracht voor het in behandeling nemen van de aanvraag. Meer informatie hierover is te vinden in de Legesverordening van de gemeente Nuenen.

3.7 Stroomschema Procedure

afbeelding binnen de regeling

4. Soorten en vormen van reclame-uitingen

4.1 Algemeen

4.1.1 Bouwwerk

Onder bouwwerk wordt verstaan elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. Mobiele reclame met enige omvang met een permanent karakter moet ook worden gezien als een bouwwerk ingevolge de Wabo.

4.1.2 Reclame-uitingen

Openbare aanprijzing van producten, diensten en bedrijven, waarvan het doel is de kennis, houding en mogelijk gedrag van de doelgroep in een voor de reclamemaker gunstige richting te beïnvloeden.

4.1.3 Reclameconstructie

Een reclame-uiting op een vaste constructie die aan te merken is als een bouwwerk. Voor bouwwerken is op grond van de Wabo een omgevingsvergunning voor de activiteit Bouw vereist, tenzij deze op grond van het Bor vergunningsvrij zijn.

4.2 Gevelreclame

Reclame-uitingen aangebracht op, aan of in (direct achter een raam of gevelopening) een gebouw kunnen bestaan uit borden, losse belettering, lichtbakken, doeken en andere uitingen die loodrecht, evenwijdig of schuin aan de gevel zijn bevestigd.

4.2.1 Borden en losse letters

Een gevelbord of de losse letters worden meestal geplaatst boven de winkelpui of op dak-randen. Daarbij is onderscheid in vlak tegen de gevel geplaatste borden of dubbelzijdige (uithang)borden die haaks op de gevel worden bevestigd. Afhankelijk van de reclame is het karakter van de omgeving doorslaggevend of deze vorm van reclame een positieve of nega-tieve invloed heeft aan de omgeving. Bij losse letters blijft meer zichtbaar van de gevel dan bij omvangrijke borden.

4.2.2 Lichtreclames

Reclames in de vorm van: verlichte reclamebakken, verlichte losse letters, beeldschermen, (led-schermen), lichtkranten, etc. Deze vorm van reclame trekt sterk de aandacht door de aanwezige lichtvoorziening en is daardoor zeer beeldbepalend.

4.2.3 Vlaggen, banieren en zonweringen

Stofachtige materialen die loodrecht of vlak tegen de gevel zijn opgehangen. Doordat de vlaggen loodrecht aan de gevel worden geplaatst veroorzaken ze, ook door het wapperende karakter, een druk straatbeeld. Banieren zijn vlaggen waarvan de hoogte groter is dan de breedte. Ook zonweringen worden gebruikt voor reclamedoeleinden. Zowel op het uitgerolde doek als op de markies met hun volanten kan reclame voorkomen. De gemeente Nuenen kan als eis stellen dat de zonwering ingeklapt of ingerold moet kunnen worden om een per-manente luifel te voorkomen.

4.2.4 Reclamedoeken en steigerdoeken

Reclamedoeken zijn bevestigd in stalen frames. Steigerdoeken zijn reclamedoeken die tij-dens de uitvoering aan de gevel van een gebouw of op het steigerwerk zijn bevestigd daar waar bouwwerkzaamheden worden uitgevoerd. Door hun afmeting hebben deze enorme doeken (tijdelijk) een groot effect op de omgeving.

4.2.5 Overige gevelreclame aan gebouwen

Reclame zoals gevelbeschilderingen, billboards op gevels en (inpandige) raamplakkaten of raamfolie of belettering.

4.3 Reclame in de openbare ruimte of vrijstaand op eigen terrein

Naast de gevelreclames zijn er vele reclamevormen die zich in de openbare ruimte bevinden of op eigen terrein zijn geplaatst. Het gaat dus om vrijstaande reclame-uitingen.

4.3.1 Reclamemasten

Hoge masten met rondom vaak meerzijdige reclamevlakken. Deze masten staan naast snelwegen, bij meubelboulevards en bedrijventerreinen en/of in de nabijheid van de bedrijven waarop de reclame betrekking heeft.

4.3.2 Abri’s

Een abri is een bushaltehokje met een verlichte tweezijdige vitrine met de mogelijkheid om dubbelzijdige reclameposters te plaatsen.

4.3.3 Mupi’s

Een mupi is een dubbelzijdig reclamebord waarbij één zijde wordt gebruikt voor commerciële doeleinden en een zijde voor publicaties van informatieve aard van de gemeente.

4.3.4 Billboards

Billboards zijn grote reclamevlakken die los zijn opgesteld naast de weg. Door lamellen of oprolconstructies, die met korte tussenpozen ronddraaien kunnen er meerdere reclame-boodschappen worden getoond. Kenmerkend voor billboards is dat deze niet bedrijfsgebon-den zijn. Er wordt geadverteerd ten behoeve van meestal landelijke campagnes voor merken, artikelen of bedrijven. Billboards worden ook op hoge masten (reclamemasten) of aan blinde muren van een gebouw bevestigd.

4.3.5 Led-schermen

Led-schermen zijn reclamevlakken. Door verschillende beelden kunnen er meerdere (reclame)boodschappen worden getoond.

4.3.6 Lichtmastreclame

Verlichte of onverlichte reclamebakken, bevestigd aan een lichtmast. De reclamebakken hangen aan lichtmasten langs grote doorgaande wegen en in het industriegebied. De recla-mes verwijzen soms naar bedrijven in de omgeving maar vaak zijn het algemene reclame-uitingen. De gemeente bepaalt waar het mogelijk is de reclamebakken te plaatsen en stelt daarbij regels op betreffende de veiligheid en vormgeving van de reclamebak.

4.3.7 Permanente reclamezuilen of -constructies

Permanent aan de grond bevestigde zuilen of constructies in verschillende vormen en maten, veelal gesitueerd bij de entree van een bedrijf. De constructie bestaat veelal uit twee zijden met informatie/reclame over het bedrijf.

4.3.8 Vlaggenmasten

Een vlag of een banier aan een mast.

Net als reclamezuilen worden ook vlaggenmasten veelal bij de entree van een bedrijf gesitu-eerd. Vlaggenmasten worden vaak met meerdere gegroepeerd voor het bedrijf of activiteit waar de reclame betrekking op heeft. Vlaggen zijn er in verschillende formaten, waarbij de laatste tijd steeds meer gekozen wordt voor banieren in plaats van de standaard formaat vlaggen.

4.3.9 Reclameborden bij bouwwerken

Op bouwterreinen worden vaak ter informatie aan voorbijgangers grote borden geplaatst. Dit zijn tijdelijke reclame-uitingen en mogen niet buiten de bouwplaats worden geplaatst.

4.3.10 Projectborden

Identiek aan bouwborden worden deze borden tijdelijk geplaatst om bijvoorbeeld bedrijfsbe-bouwing te huur of te koop aan te bieden.

4.3.11 Driehoeks - en sandwichborden, stoepreclame en losse 3d-objecten

- Driehoeksborden bestaan uit 3 borden met affiches in een metalen frame rond lantaarn-palen of verkeerspalen.

- Sandwichborden zijn twee borden met affiches rond lantaarnpalen. Driehoeks- en sand-wichborden komen veelal in aanmerking voor aanduidingen van evenementen.

- 3D-objecten zijn stoepreclames die bestaan uit uitklapbare borden of andere object.

Deze objecten worden tijdens openingstijden voor de zaak op het trottoir geplaatst.

4.3.12 Reclame op terrasschermen en parasols

Op terrassen bij horeca wordt vaak gebruik gemaakt van parasols en terrasschermen. De reclame-uitingen hebben betrekking op het horecabedrijf zelf of bijvoorbeeld de bier-, frisdrank of ijsleverancier.

4.3.13 Mobiele reclameobjecten

Reclame op of aan voertuigen of aanhangers. Denk hierbij ook aan de ‘mobile’. Een recla-meauto met aan beide zijden een 20m² bord. De ‘mobile’ is ook actiematig inzetbaar en trekt met de bewegende, kleurrijke en goedverlichte panelen continu de aandacht!

4.3.14 Uitstallingen

Onder uitstalling wordt verstaan, een los voorwerp geplaatst voor een pand op de weg, dat een onmiskenbare relatie heeft met de handel van de in dat pand gevestigde onderneming.

4.3.15 Spandoeken

Onder een spandoek wordt verstaan een uitgespannen doek waarop een reclame-uiting is aangebracht.

5. Richtlijnen

5.1 Toelichting

In de richtlijnen is onderscheid gemaakt tussen algemene richtlijnen en gebiedsgerichte richtlijnen. De gebiedsindelingen zijn gelijk gesteld aan de gebiedsindeling van de wel-standsnota 2010 (vermeld tussen haakjes). Daarnaast is voor alle tijdelijke reclame-uitingen en uitstallingen een aparte set met richtlijnen opgenomen. De algemene criteria vormen de basis waaraan alle reclame-uitingen moeten voldoen. Deze richtlijnen bestaan uit functio-neel/technische eisen, verkeersveiligheidseisen en eisen ten aanzien van het uiterlijk (wel-standsaspecten). De gebiedsgerichte richtlijnen komen voort uit het beginsel dat reclame moet passen in het karakter en uitstraling van de omgeving. Hoe kwetsbaarder een gebied hoe groter de invloed van reclame op zijn omgeving. Het is dan ook vanzelfsprekend dat bij een kwetsbaar gebied, zoals een beschermd dorpsgezicht, minder mogelijkheden zijn voor het voeren van reclame.

5.1.1 Algemene richtlijnen

Deze algemene richtlijnen gelden ongeacht het gebied of de type reclame-uiting. Deze vor-men de basis bij de beoordeling van een vergunningaanvraag en bij handhaving van alle reclame-uitingen.

5.1.2 Functioneel/technisch

Reclames staan niet los van de activiteiten die met de reclame worden aangeprezen. Uit-gangspunt is dat een reclame altijd een rechtstreeks verband moet hebben met de activiteiten die in het pand of op het perceel plaatsvinden. Uitzondering daarop zijn de zogenaamde reclames op abri’s, lichtmastreclame, billboards en kleinere reclames. Deze reclame-uitingen kunnen verspreid in de gehele gemeente voor komen.

Een reclame-uiting heeft een duidelijke bedoeling en wordt in het algemeen voor langere periode gebruikt om een product of dienst aan te prijzen. Het is dan ook logisch dat een re-clame-uiting voldoet aan deugdelijke technische en constructieve eisen.

5.1.3 Verkeersveiligheid en hinder

Een reclame-uiting mag geen overlast of hinder veroorzaken voor derden en mag de ver-keersveiligheid niet in gevaar brengen. Er is sprake van verkeersonveiligheid als de zicht-baarheid (van de kleuren) van de openbare ruimte, de verkeerslichten of –borden en andere -aanduidingen wordt aangetast en als uitstallingen op de weg een belemmering vormen voor doorgaand verkeer en hulpverlenende diensten.

- Reclame-uitingen die geluidshinder veroorzaken, verblindend zijn of te veel knipperen en/of bewegen zijn niet toegestaan; bijvoorbeeld lichtkranten en lichtreclame met veranderlijk licht en lichtprikkabels zijn niet toegestaan.

- Lichtbakken dienen te worden uitgevoerd in een donker fond met heldere letters. Dit in verband met de verkeersveiligheid (verblindingseffecten).

- Reclameobjecten boven de weg mogen maximaal tot 1,25 meter buiten de gevel worden geplaatst, tenzij de breedte van de weg dit niet toestaat in verband met een vrije doorgangsstrook van minimaal 4.50 meter breed ten behoeve van het verkeer en hulpverlenende diensten.

- Reclames en uitstallingen op de weg of los aan de gevel (vlaggen e.d.) zijn alleen toegestaan gedurende de openingstijden van de winkel of het bedrijf. In de voetgan-gersgebieden bovendien alleen buiten de laad- en lostijden.

- Uitstekende reclameobjecten, die meer dan 0,25m¹ uit de gevel steken mogen niet lager dan 4,20m¹ boven een rijbaan of boven een strook ter breedte van 0,5m¹ langs een rijbaan worden geplaatst.

- Uitstekende reclameobjecten, die meer dan 0,25m¹ uit de gevel steken mogen niet lager dan 2,2m¹ boven het straatpeil, anders dan boven een rijbaan, worden geplaatst.

- Reclames op of boven de weg mogen de zichtbaarheid van de kleuren van verkeers-lichten of andere verkeersaanduidingen niet aantasten.

5.1.4 Uiterlijke verschijningsvorm (welstand)

Een reclame-uiting, inclusief huisstijlreclames, moet een verrijking zijn van de gevel of open-bare ruimte, of qua plaatsing, kleurstelling, materiaalgebruik en/of detaillering niet ontsierend te zijn voor het gevelbeeld en geen afbreuk doen aan de kwaliteit van de openbare ruimte.

- De vormgeving, afmetingen en kleuren van een reclame-uiting moeten niet detoneren met het karakter van de directe omgeving.

- Gevelreclames moeten qua vormgeving, afmetingen en plaatsing op de gevelopzet worden afgestemd. De samenhang en structuur van de gevel moeten behouden blij-ven (geen scheiding winkelpui en verdieping). De ruimte tussen bovenzijde etalege en onderzijde gevelopeningen verdieping moet als zodanig ervaarbaar blijven, de re-clame-uiting op deze plaats moet dus van beperkte opvang zijn.

- Bij nieuwbouw moet de reclame-uiting geïntegreerd worden in het ontwerp/de archi-tectuur (samen in omgevingsvergunning aanvragen). Hierdoor is de kans op ontsiering van de gevel door later aangebrachte reclames een stuk kleiner.

- Bij bestaande bebouwing is de bestaande samenhang en ritmiek van de gevel en straatwand essentieel voor een passende reclame. Als de (historische) architectuur van bestaande bebouwing reeds voorziet in specifieke reclamemogelijkheden, zoals koofboorden of velden tussen raamkozijnen en –bogen, zijn dat de aangewezen plaatsen waar reclame-uitingen aangebracht moeten worden.

- Te veel en frequente herhaling van dezelfde tekst of te grote hoeveelheid tekst per reclame moet voorkomen worden. Tekst beperken tot de hoofdboodschap (product-aanduiding, bedrijfsnaam of andere aanduiding).

- De reclame-uiting zelf moet grafisch goed verzorgd zijn. De opschriften eventueel in combinatie met een afbeelding moeten zijn samengesteld uit esthetisch verantwoorde letters en tekens. Het reclameteken mag niet groter zijn dan voor een goede lees-baarheid voor die situering noodzakelijk is.

- Gevelbeschilderingen zijn alleen mogelijk als er sprake is van oorspronkelijk in het metsel - of stucwerk van de gevel verwerkte belettering of als er sprake is van herstel van een historisch geschilderde gevelreclame.

- Geen reclames in reflecterende en/of fluorescerende kleuren.

5.1.5 Led-schermen

Voor led-schermen gelden altijd de volgende voorwaarden. Het college kan deze voorwaarden in een specifieke situatie wijzigen als hiervoor aanleiding bestaat.

1. Op een led-scherm op, aan of in een gebouw mag geen reclame worden gemaakt voor iets dat geen relatie heeft met het gebouw of het daar gevestigde bedrijf. Reclame voeren voor zaken die niet ter plaatse worden gemaakt, geleverd of verkocht is niet toegestaan.

2. Een led-scherm mag geen overlast veroorzaken voor het verkeer of aan- en omwo-nenden.

3. Het bevoegd gezag ontvangt de instellingen van het led-scherm en kan deze controle-ren.

4. Er wordt aangetoond dat de lichtsterkte acceptabel is. De maximaal toelaatbare licht-sterkte is bepaald in de richtlijn Lichthinder, NSVV (Nederlandse Stichting Voor Ver-lichtingskunde).

5. Het scherm moet te dimmen zijn. Het scherm moet voorzien zijn van een zelfregelende lichtuittreding, middels ingebouwde sensor en ingeschakelde regeling. De schermen mogen niet verblindend zijn voor de weggebruikers en/of omwonenden.

6. De kleuren moeten afzonderlijk te regelen zijn.

7. Afbeeldingen mogen maximaal 50% wit bevatten.

8. Het scherm staat uit tussen 23.00 en 06.00 uur. De lichtsterkte moet worden gedimd gedurende de tijd dat de straatverlichting brandt.

9. Als het bevoegd gezag in verband met bijzondere gelegenheden, zoals dodenherden-king, de opdracht verstrekt om het scherm uit te zetten, wordt hieraan direct voldaan.

10. Geluid toepassen is niet toegestaan.

11. Op het scherm mogen geen aanstootgevende of provocatieve beelden worden getoond.

12. De instellingen van het led-scherm worden aangepast als daar naar het oordeel van het bevoegd gezag aanleiding voor is.

13. Het pand heeft per gevel maximaal één scherm. Bij meerdere bedrijven per pand is ook maar één scherm per gevel per pand toegestaan.

14. De totale oppervlakte van de reclame moet in verhouding staan tot de schaal en maat van de gevel waarop de reclame is aangebracht. Hierbij gelden de volgende maxima:

a. Aan winkelpanden 10% van het geveloppervlak van de winkelpui.

b. Aan kantoorpanden en bedrijfsgebouwen 5% van het geveloppervlak.

15. Een led-scherm moet qua welstand passen in zijn omgeving en, als geplaatst in de gevel, in de architectuur van de gevel.

16. Led-schermen mogen niet op het dak worden geplaatst.

17. Het aantal seconden per spot is afgestemd op de aard van de omgeving. Een afbeel-ding moet minimaal 10 seconden blijven staan voordat die gewisseld wordt.

5.2 Nuenen Park (gebied 1), monumenten

5.2.1 Algemeen

Nuenen Park is een rijks beschermd dorpsgezicht. Beschermde stads - of dorpsgezichten zijn gebieden die als samenhangend geheel van algemeen belang zijn door schoonheid of geschiedenis, belangrijk zijn voor de wetenschap en/of een cultuurhistorische betekenis hebben. Deze gebieden worden door het Rijk, provincie of gemeente als zodanig aangewe-zen, en genieten daarmee een beschermde status waarvoor extra regels gelden met betrek-king tot bouwen en verbouwen. Uitgangspunt voor het beoordelen van vergunningaanvragen is het behoud van het karakteristieke historische straatbeeld. Voor reclame-uitingen in het rijks beschermd dorpsgezicht en op, aan of in monumenten buiten het rijks beschermd dorpsgezicht is, naast een mogelijke omgevingsvergunning voor Reclame, een omgevings-vergunning voor de activiteit Monument vereist.

5.2.2 Richtlijnen gevelreclame

Per bedrijf/winkel zijn maximaal 2 zichtbare reclame-uitingen aan de voorgevel toegestaan. Aan de zijgevel is geen reclame toegestaan, tenzij er sprake is van een hoekpand met twee winkelpuien. Dan is er sprake van twee voorgevels. De vormgeving en kleurstelling van de reclame-uiting moet passen bij de (traditionele) architectuur van het pand. Als dit naar het oordeel van het college niet het geval is, moet u voor de reclame-uiting een omgevingsver-gunning voor de activiteit Reclame aanvragen. De reclame-uiting wordt ter beoordeling voorgelegd aan de dorpsbouwmeester en monumentencommissie.

De reclame-uitingen kunnen bestaan uit:

a. enkelzijdig reclamebord of –object en plat op de gevel

hoeveel

- maximaal 1

waar

- boven de entree, gecentreerd in de gevel of passend in de structuur van de gevel/winkelpui

- bij meerdere verdiepingen onder de onderdorpel van de kozijnen op de eerste verdieping

- niet boven een luifel, zonwering of markies

- bij plaatsing tegen de voorkant van een luifel binnen de contouren van het boeiboord

- historische ornamenten moeten in hun waarde worden gelaten

hoe

- maximaal 0.50 meter hoog en maximaal 60% breed t.o.v. de totale gevel-/luifelbreedte met een maximum van 4.00 meter

- maximaal 0.25 meter uit de gevel stekend, inclusief bevestigingsconstructie en technische benodigdheden (bv trafo)

- uitgevoerd met losse letters in één enkele regel

b. dubbelzijdig reclamebord of -object loodrecht op de gevel

hoeveel

- maximaal 1

waar

- passend in de structuur van de gevel/winkelpui

- bij meerdere verdiepingen: geplaatst onder de onderdorpel van de kozijnen op de eerste verdieping

- minimaal 0.50 meter van zijmuur, naburige pand of perceelsgrens geplaatst

hoe

- maximaal 0.80 m², grootste lengte maximaal 1.20 meter

- maximaal 0.80 meter uit de gevel stekend, inclusief bevestigingsconstructie en trafo’s

c. reclamebord of - object op het dak

Niet toegestaan

d. lichtgevende of aangelichte reclame

Niet toegestaan zonder omgevingsvergunning voor de activiteit Reclame.

e. Led-schermen

Niet toegestaan zonder omgevingsvergunning voor de activiteit Reclame.

f. vlag, vaandel, wimpel of banier

hoeveel

- maximaal 1 bij gevelbreedte < 6 meter;

- maximaal 2 bij gevelbreedte > 6 meter < 12 meter;

- maximaal 3 bij gevelbreedte > 12 meter < 18 meter; etc.

waar

- vlaggenstok: bevestigd onder de vloer van de eerste verdieping

- banier plat of loodrecht: bevestigd onder de bovendorpel van de kozijn op de eerste verdieping

- minimaal 0.50 meter van zijmuur, naburige pand of perceelsgrens geplaatst

hoe

- banier maximaal 1,80 meter hoog, 0.60 meter breed en bij loodrechte plaatsing maximaal 0.80 meter uit de gevel stekend, inclusief bevestigings connstructie

- bij meerdere exemplaren identiek uitgevoerd

g. reclamebord of - object op het dak

Niet toegestaan

h. raamplakkaten of plakfolie

hoeveel

- tot maximaal 15% van de ramen is bedekt

waar

- geplaatst aan de binnenkant van de ramen op de begane grond. Op de verdieping is dit niet toegestaan.

hoe

- uitgevoerd met losse plakbelettering van maximaal 0.15 meter hoog en/of semi–transparante plakfolie

i. reclame op zonwering en markiezen

hoeveel

- maximaal 1 reclameopdruk (tekst) per zonwering/markies

waar

- geplaatst op de volant of op onderste segment van de markies

hoe

- bestaande uit de bedrijfsnaam of een thematische benaming van het ter plaatse uitgeoefende ambacht

- uitgevoerd in éénkleurige letteropdruk

- maximaal 0,25 meter hoog op volant

- passend in 1 segment van markies

5.2.3 Richtlijnen overige reclame-uitingen

a. stoepbord of los 3D -object

Niet toegestaan zonder omgevingsvergunning voor de activiteit Reclame.

b. reclame op terrasafscheidingen/ -schotten

hoeveel

- op maximaal 2 terrasschotten

waar

- geplaatst op het niet transparante gedeelte van het terrasschot

hoe

- maximaal 0,25 meter hoog

- bestaat uit de naam, het beeldmerk of logo van het bedrijf of product dat in een horecabedrijf wordt verkocht

c. reclame op parasols

waar

- geplaatst op de volant

hoe

- uitgevoerd in éénkleurige letteropdruk van maximaal 0.25 meter hoog

- bestaat uit de naam, het beeldmerk of logo van het bedrijf of product dat in een horecabedrijf wordt verkocht

5.3 Nuenen Centrum (gebied 2) en Kernkwartier (gebied 8)

5.3.1 Algemeen

Winkelgebieden hebben een uitgesproken winkel - en/of promenadekarakter en zijn vaak gelegen in grotere woonwijken of vormen een aanvulling op de kern van de gemeente. In het algemeen vindt de gemeente dat reclame bij winkels op de begane grond moet worden ge-plaatst. Daardoor ontstaat een logische relatie tussen de commerciële aanprijzing en het bedrijf. Bovendien wordt de overlast beperkt voor woningen boven de winkel. Voor deze ge-bieden zijn vanwege de diversiteit aan aanwezige functies en de gewenste uitstraling meer mogelijkheden voor reclamevoering dan in historische gebieden of woonwijken. Uitgangspunt voor het beoordelen van vergunningaanvragen is het behoud van de architectonische en stedenbouwkundige samenhang van het winkelgebied.

5.3.2 Richtlijnen gevelreclame

Per bedrijf/winkel zijn maximaal 3 zichtbare reclame-uitingen aan de voorgevel toegestaan. Aan de zijgevel is maximaal 1 zichtbare reclame-uiting toegestaan, tenzij er sprake is van een hoekpand met twee winkelpuien. Dan is er sprake van twee voorgevels.

De reclame-uitingen kunnen bestaan uit:

a. enkelzijdig reclamebord of –object en plat op de gevel

hoeveel

- maximaal 2

waar

- boven de entree, gecentreerd in de gevel of passend in de structuur van de gevel/winkelpui

- bij meerdere verdiepingen onder de onderdorpel van de kozijnen op de eerste verdieping

- bij plaatsing tegen de voorkant van een luifel binnen de contouren van het boeiboord

hoe

- bij horizontale plaatsing maximaal 0,50 meter hoog en maximaal 60% breed t.o.v. de totale gevel-/luifelbreedte met een maximum van 4.00 meter

- bij verticale plaatsing maximaal 0,80 meter breed en maximaal 1.20 meter hoog

- maximaal 0.30 meter uit de gevel stekend, inclusief bevestigingsconstructie en technische benodigdheden

- uitgevoerd met losse letters, een passend vormgegeven reclamebord of lichtbak

- kokers, uitsluitend bestemd voor het opbergen van elektrische leidingen en andere hulpconstructies, zijn geschilderd in een donkere kleur of in dezelfde kleur als het gevelvlak

b. dubbelzijdig reclamebord of -object loodrecht op de gevel

hoeveel

- maximaal 1

waar

- passend in de structuur van de gevel/winkelpui

- bij meerdere verdiepingen geplaatst onder de onderdorpel van de kozijnen op de eerste verdieping

hoe

- maximaal 1.20 meter hoog, 0.80 meter breed en 0.30 meter dik

- maximaal 1.00 meter uit de gevel stekend, inclusief bevestigingsconstructie en technische benodigdheden (bv trafo)

- uitgevoerd met losse letters, een passend vormgegeven reclamebord of lichtbak

- kokers, uitsluitend bestemd voor het opbergen van elektrische leidingen en andere hulpconstructies, zijn geschilderd in een donkere kleur of in dezelfde kleur als het gevelvlak

c. reclamebord of - object op het dak

Niet toegestaan

d. lichtgevende of aangelichte reclame

hoeveel

- maximaal 2

waar

- overeenkomstig de richtlijnen voor reclameborden/ -objecten aan de gevel

hoe

- door het aanlichten van een reclamebord op de gevel

- door een lichtbak of verlichte losse letters die voldoen aan de richtlijnen voor reclameborden/ -objecten aan de gevel

- verlichting in de vorm van geprojecteerde losse letters op de gevel, niet bewegend en maximaal 0.60 meter hoog en 1.20 meter breed

- buiten openingstijden uitgeschakeld

- kokers, uitsluitend bestemd voor het opbergen van elektrische leidingen en andere hulpconstructies, zijn geschilderd in een donkere kleur of in dezelfde kleur als het gevelvlak

e. Led-schermen

Niet toegestaan zonder omgevingsvergunning voor de activiteit reclame.

f. vlag, vaandel, wimpel of banier

hoeveel

- maximaal 2 bij gevelbreedte < 6 meter; maximaal 4 bij gevelbreedte > 6 meter < 12 meter; maximaal 6 bij gevelbreedte > 12 meter < 18 meter; etc.

waar

- vlaggenstok bevestigd onder de vloer van de eerste verdieping

- banier plat of loodrecht bevestigd onder de bovendorpel van de kozijn op de eerste verdieping

hoe

- banier maximaal 2.40 meter hoog, 0.60 meter breed en bij loodrechte plaatsing maximaal 0,80 meter uit de gevel stekend, inclusief bevestigingsconstructie;

- bij meerdere exemplaren identiek uitgevoerd

g. reclamedoek

Niet toegestaan

h. raamplakkaten of plakfolie

hoeveel

- tot maximaal 50% van de ramen is bedekt

waar

- geplaatst aan de binnenkant van de ramen op de begane grond

hoe

- uitgevoerd met losse plakbelettering, plakfolie of een plakkaat/reclamebord

i. reclame op zonwering en markiezen

hoeveel

- maximaal 1 reclameopdruk (tekst) per zonwering/markies

waar

- geplaatst op de hele zonwering of markies

hoe

- maximaal 0.25 meter hoog op volant

- maximaal 1.20 hoog en 2.40 meter breed op zonwering zelf

- passend in 1 segment van markies of zonnescherm

5.3.3 Richtlijnen overige reclame-uitingen

a. stoepbord of los 3D -object

waar

- geplaatst voor de zaak gedurende openingstijden

- vanaf de wegzijde en/of gemeten vanaf objecten aan de wegzijde moet een doorloopruimte van 1,20 meter gewaarborgd blijven.

hoe

- maximaal 1.20 meter hoog (uitgeklapt) en 0.80 meter breed

b. reclame op terrasafscheidingen/ -schotten

waar

- geplaatst op het niet transparante gedeelte van het terras schot

hoe

- bestaat uit de naam, het beeldmerk of logo van het bedrijf of product dat in een horecabedrijf wordt verkocht

c. reclame op parasols

waar

- geplaatst op de volant of parasol zelf

hoe

- maximaal 0.25 meter hoog op volant

- maximaal 0.50 bij 0.50 meter op parasol zelf

- bestaat uit de naam, het beeldmerk of logo van het bedrijf of product dat in een horecabedrijf wordt verkocht

d. vlaggenmasten

hoeveel

- maximaal 4

waar

- bij de hoofdentree van grotere gebouwen met één grotere winkelketen of meerdere winkels en op eigen grondgebied

hoe

- alle masten maximum 6.00 meter hoog

- uitgevoerd met identieke vlaggen (afmeting en opdruk)

5.4 Bedrijventerreinen (gebied 9, 16 en 17)

5.4.1 Algemeen

De bedrijventerreinen laten zich kenmerken door grootschalige gebouwen en een functionele uitstraling. In deze gebieden is de ruimtelijke beeldkwaliteit vaak ondergeschikt aan de functionaliteit of de gebruikswaarde van de ruimte. Toch is de balans tussen een verzorgd straatbeeld en het economische belang van de ondernemers ook hier een punt van aandacht. Gezien de grote schaal van de bebouwing en het utilitaire karakter is een ruime hoeveelheid reclame mogelijk. Uitgangspunt blijft dat de reclame op een logische plaats tegen het gebouw of op eigen terrein geplaatst moet worden.

5.4.2 Richtlijnen gevelreclame

Per bedrijf/winkel of bedrijfsverzamelgebouw zijn maximaal 4 zichtbare reclame-uitingen aan de voorgevel toegestaan. Aan de zijgevel is maximaal 1 zichtbare reclame toegestaan, tenzij er sprake is van een hoekpand dat duidelijk op twee zijden is georiënteerd. Dan is er sprake van twee voorgevels.

Reclame-uitingen kunnen bestaan uit:

a. enkelzijdig reclamebord of –object en plat op de gevel

hoeveel

- maximaal 2

waar

- boven de entree of passend in de structuur van de gevel/winkelpui

- bij plaatsing tegen de voorkant van een luifel binnen de contouren van het boeiboord

hoe

- uitgevoerd met losse letters, een passend vormgegeven reclamebord of lichtbak

- maximaal 1.00 meter hoog en 6.00 meter breed

- maximaal 0.50 meter vanuit de gevel stekend, inclusief bevestigingsconstructie

- kokers, uitsluitend bestemd voor het opbergen van elektrische leidingen en andere hulpconstructies, zijn geschilderd in een donkere kleur of in dezelfde kleur als het gevelvlak

b. dubbelzijdig reclamebord of -object loodrecht op de gevel

hoeveel

- maximaal 2

waar

- passend in de structuur van de gevel/winkelpui

hoe

- maximaal 1.00 meter hoog, 1.00 meter breed en 1.00 meter dik

- maximaal 1.20 meter uit de gevel stekend, inclusief bevestigingsconstructie

- uitgevoerd met losse letters, een passend vormgegeven reclamebord,

- object of lichtbak

- kokers, uitsluitend bestemd voor het opbergen van elektrische leidingen en andere hulpconstructies, zijn geschilderd in een donkere kleur of in dezelfde kleur als het gevelvlak

c. reclamebord of - object op het dak

Niet toegestaan

d. lichtgevende of aangelichte reclame

hoeveel

- maximaal 2

waar

- overeenkomstig de richtlijnen voor reclameborden/ -objecten aan de gevel of op het dak

hoe

- door het aanlichten van een reclamebord op de gevel

- door een lichtbak of verlichte losse letters die voldoen aan de richtlijnen voor reclameborden/ -objecten aan de gevel of op het dak

- verlichting in de vorm van geprojecteerde losse letters op de gevel, niet bewegend en maximaal 1.00 meter hoog en 6.00 meter breed

- kokers, uitsluitend bestemd voor het opbergen van elektrische leidingen en andere hulpconstructies, zijn geschilderd in een donkere kleur of in dezelfde kleur als het gevelvlak

e. Led-schermen

Voor Led-schermen gelden de voorwaarden uit paragraaf 5.1.5.

f. vlag, vaandel, wimpel of banier

hoeveel

- maximaal 4

waar

- vlaggenstok bevestigd onder de vloer van de eerste verdieping

- banier plat of loodrecht bevestigd onder de bovendorpel van de kozijn op de eerste verdieping

hoe

- banier maximaal 6.00 meter hoog, 1.50 meter breed en bij loodrechte plaatsing maximaal 2.00 meter uit de gevel stekend, inclusief bevestigingsconstructie;

- bij meerdere exemplaren identiek uitgevoerd

g. reclamedoek

hoeveel

- maximaal 1

waar

- geplaatst in een daarvoor bestemde vaste frameconstructie op blinde gevels

hoe

- minimaal 5 m² en maximaal 20 m² oppervlakte

h. raamplakkaten of plakfolie

hoeveel

- tot maximaal 50% van de ramen is bedekt

waar

- geplaatst aan de binnenkant van de ramen

hoe

- uitgevoerd met losse plakbelettering, plakfolie of een plakkaat/reclamebord

i. reclame op zonwering en markiezen

waar

- geplaatst op de hele zonwering of markies

hoe

- maximaal 0.25 meter hoog op volant

- maximaal 2.00 hoog en 4.00 meter breed op zonwering zelf

- passend in 1 segment van markies

5.4.3 Richtlijnen overige reclame-uitingen

a. permanente reclamezuil of –constructie

hoeveel

- maximaal 1

waar

- geplaatst voor de hoofdentree van het bedrijf

- geplaatst als gezamenlijke presentatie bij de hoofdentree van het bedrijventerrein

hoe

- maximaal 4 meter hoog, 2.00 meter breed en 0.50 meter dik

b. stoepbord of los 3D -object

waar

- geplaatst voor de zaak gedurende openingstijden

- vanaf de wegzijde en/of gemeten vanaf objecten aan de wegzijde moet een doorloopruimte van 1,20 meter gewaarborgd blijven.

- maximaal 1,5 meter uit de voorgevel geplaatst

hoe

- maximaal 1.20 meter hoog (uitgeklapt) en 0.80 meter breed

c. vlaggenmasten

hoeveel

- maximaal 4

waar

- bij de hoofdentree van het bedrijf

- op eigen grondgebied

hoe

- alle masten maximum 6.00 meter hoog

d. lichtmastreclame

hoeveel

- afhankelijk van beschikbaarheid en visuele capaciteit van de betreffende weg.

waar

- het aanbrengen van een lichtbak aan een gemeentelijke lichtmast wordt alleen toegestaan langs door ons college aangewezen wegen (Met groen aangegeven locaties. Zie bijlage 1).

hoe

- de lichtbakken worden haaks op de as van de weg, boven trottoir of berm, aangebracht, met de onderkant op een hoogte van 4.20 meter. De afstand tot de rijweg bedraagt minimaal 0,5 meter.

- de lichtbak heeft een vast formaat van 1.05 meter breed, 1.05 meter hoog en maximaal 0.20 meter dik

- van reclame-uitingen met een identieke boodschap mogen er maximaal vijf per straat geplaatst worden

5.5 Randen bedrijventerreinen (gebied 9, 16 en 17)

5.5.1 Algemeen

De bedrijventerreinen zijn gelegen aan doorgaande wegen die de toegang tot Nuenen vormen. De doorgaande wegen zijn: Collsehoefdijk, Europalaan en De Tienden (toegang tot het Dierenrijk). De randen van de bedrijventerreinen laten zich kenmerken door grootschalige gebouwen en een functionele uitstraling. Voor ondernemers is dit de ideale plek om hun be-drijven kenbaar te maken terwijl voor de gemeente het verzorgd straatbeeld op deze plaatsen van groot belang is. Reclame-uitingen op eigen terrein blijven mogelijk echter in beperktere vorm dan op het bedrijventerrein zelf. Uitgangspunt blijft dat de reclame op een logische plaats tegen het gebouw of op eigen terrein geplaatst moet worden.

5.5.2 Richtlijnen gevelreclame

Per bedrijf/winkel of bedrijfsverzamelgebouw zijn maximaal 3 zichtbare reclame-uitingen aan de voorgevel toegestaan. Aan de zijgevel is maximaal 1 zichtbare reclame-uiting toegestaan, tenzij er sprake is van een hoekpand dat duidelijk op twee zijden is georiënteerd. Dan is er sprake van twee voorgevels. Aan de achterzijde (naar de doorgaande weg gekeerd) is maximaal 1 zichtbare reclame-uiting toegestaan.

Reclame-uitingen kunnen bestaan uit:

a. enkelzijdig reclamebord of –object en plat op de gevel

hoeveel

- maximaal 2

waar

- boven de entree of passend in de structuur van de gevel/winkelpui

- bij plaatsing tegen de voorkant van een luifel binnen de contouren van het boeiboord

hoe

- uitgevoerd met losse letters, een passend vormgegeven reclamebord of lichtbak

- maximaal 0,50 meter hoog en 4.00 meter breed

- maximaal 0.50 meter vanuit de gevel stekend, inclusief bevestigingsconstructie

- kokers, uitsluitend bestemd voor het opbergen van elektrische leidingen en andere hulpconstructies, zijn geschilderd in een donkere kleur of in dezelfde kleur als het gevelvlak

b. dubbelzijdig reclamebord of -object loodrecht op de gevel

hoeveel

- maximaal 2

waar

- passend in de structuur van de gevel/winkelpui

hoe

- maximaal 1.00 meter hoog, 1.00 meter breed en 1.00 meter dik

- maximaal 1.20 meter uit de gevel stekend, inclusief bevestigingsconstructie

- uitgevoerd met losse letters, een passend vormgegeven reclamebord, - object of lichtbak

- kokers, uitsluitend bestemd voor het opbergen van elektrische leidingen en andere hulpconstructies, zijn geschilderd in een donkere kleur of in dezelfde kleur als het gevelvlak

c. reclamebord of - object op het dak

Niet toegestaan

d. lichtgevende of aangelichte reclame

hoeveel

- maximaal 2

waar

- overeenkomstig de richtlijnen voor reclameborden/ -objecten aan de gevel of op het dak

hoe

- door het aanlichten van een reclamebord op de gevel

- door een lichtbak of verlichte losse letters die voldoen aan de richtlijnen voor reclameborden/ -objecten aan de gevel of op het dak

- verlichting in de vorm van geprojecteerde losse letters op de gevel, niet bewegend en maximaal 0,50 meter hoog en 4.00 meter breed

- kokers, uitsluitend bestemd voor het opbergen van elektrische leidingen en andere hulpconstructies, zijn geschilderd in een donkere kleur of in dezelfde kleur als het gevelvlak

e. Led-schermen

Voor Led-schermen gelden de voorwaarden uit paragraaf 5.1.5.

f. vlag, vaandel, wimpel of banier

hoeveel

- maximaal 2

waar

- vlaggenstok bevestigd onder de vloer van de eerste verdieping

- banier plat of loodrecht bevestigd onder de bovendorpel van de kozijn op de eerste verdieping

hoe

- banier maximaal 6.00 meter hoog, 1.50 meter breed en bij loodrechte plaatsing maximaal 2.00 meter uit de gevel stekend, inclusief bevestigingsconstructie;

- bij meerdere exemplaren identiek uitgevoerd

g. reclamedoek

Niet toegestaan

h. raamplakkaten of plakfolie

hoeveel

- tot maximaal 50% van de ramen is bedekt

waar

- geplaatst aan de binnenkant van de ramen

hoe

- uitgevoerd met losse plakbelettering, plakfolie of een plakkaat/reclamebord

i. reclame op zonwering en markiezen

waar

- geplaatst op de hele zonwering of markies

hoe

- maximaal 0.25 meter hoog op volant

- maximaal 2.00 hoog en 4.00 meter breed op zonwering zelf

- passend in 1 segment van markies

5.5.3 Richtlijnen overige reclame-uitingen

a. permanente reclamezuil of –constructie

hoeveel

- maximaal 1

waar

- geplaatst voor de hoofdentree van het bedrijf

- geplaatst als gezamenlijke presentatie bij de hoofdentree van het bedrijventerrein

hoe

- maximaal 4 meter hoog, 2.00 meter breed en 0.50 meter dik

b. stoepbord of los 3D -object

waar

- geplaatst voor de zaak gedurende openingstijden

- vanaf de wegzijde en/of gemeten vanaf objecten aan de wegzijde moet een doorloopruimte van 1,20 meter gewaarborgd blijven.

- maximaal 1,5 meter uit de voorgevel geplaatst

hoe

- maximaal 1.20 meter hoog (uitgeklapt) en 0.80 meter breed

c. vlaggenmasten

hoeveel

- maximaal 2

waar

- bij de hoofdentree van het bedrijf

- op eigen grondgebied

hoe

- alle masten maximum 6.00 meter hoog

d. lichtmastreclame

hoeveel

- afhankelijk van beschikbaarheid en visuele capaciteit van de betreffende weg.

waar

- het aanbrengen van een lichtbak aan een gemeentelijke lichtmast wordt alleen toegestaan langs door ons college aangewezen wegen (Met groen aangegeven locaties. Zie bijlage 1).

hoe

- de lichtbakken worden haaks op de as van de weg, boven trottoir of berm, aangebracht, met de onderkant op een hoogte van 4.20 meter. De afstand tot de rijweg bedraagt minimaal 0,5 meter.

- de lichtbak heeft een vast formaat van 1.05 meter breed, 1.05 meter hoog en maximaal 0.20 meter dik

- van reclame-uitingen met een identieke boodschap mogen er maximaal vijf per straat geplaatst worden.

5.6 Woongebieden (gebieden 3, 4, 5, 6, 8, 10, 11, 12, 13, 14 en 15)

5.6.1 Algemeen

Het uitgangspunt is dat voor gebieden met hoofdzakelijk een woonfunctie geen reclame-uitingen passen. Een uitzondering hierop zijn de kleinere praktijkruimten. Voor deze gevallen is een bescheiden aanduiding aan de gevel of in de tuin aanvaardbaar.

Voor grotere panden met een bedrijfs-, winkel- of horecabestemming volgens het geldende bestemmingsplan in een woonomgeving gelden andere richtlijnen. Uitgangspunt is dat voor woongebieden de reclame-uitingen beperkt moeten zijn tot wat minimaal nodig wordt geacht.

5.6.2 Richtlijnen voor praktijkruimten aan huis

Per woning met praktijkruimte is maximaal 2 zichtbare reclame-uitingen aan de voorgevel toegestaan.

Deze reclame-uiting kan bestaan uit:

a. reclamebordje op de gevel

hoeveel

- maximaal 1

waar

- naast de voordeur of entree van de praktijkruimte in ieder geval onder de vloer van de eerste verdieping

hoe

- maximaal 0.30 meter hoog en 0.30 meter breed

- maximaal 0.15 meter vanuit de gevel, inclusief bevestigingsconstructie

- uitgevoerd met losse letters of een passend vormgegeven naambord

b. permanent reclamezuiltje of –constructie in voortuin

hoeveel

- maximaal 1

waar

- naast de inrit of toegang tot het perceel in ieder geval op het maaiveld geplaatst

hoe

- bord met reclame maximaal 0.30 meter hoog en 0.30 meter breed

- ondersteuningsconstructie inclusief bord maximaal 1.00 meter hoog en 0.30 breed en 0.30 diep

- uitgevoerd met losse letters of een passend vormgegeven naambord

c. lichtgevende of aangelichte reclame

Niet toegestaan.

d. Led-schermen

Niet toegestaan.

5.6.3 Richtlijnen gevelreclame voor bedrijven, winkels en horeca in woongebieden

Per bedrijf, winkel of horecagelegenheid zijn maximaal 2 zichtbare reclame-uitingen aan de voorgevel toegestaan. Aan de zijgevel is geen reclame toegestaan, tenzij er sprake is van een hoekpand met twee winkelpuien. Dan is er sprake van twee voorgevels.

De reclame-uitingen kunnen bestaan uit:

a. reclamebord of –object op de gevel

hoeveel

- maximaal 1

waar

- boven de entree, gecentreerd in de gevel of passend in de structuur van de gevel/winkelpui

- bij meerdere verdiepingen onder de onderdorpel van de kozijnen op de eerste verdieping

- niet boven een luifel, zonwering of markies

- bij plaatsing tegen de voorkant van een luifel binnen de contouren van het boeiboord

hoe

- enkelzijdig en plat op de gevel, maximaal 0.60 m hoog en maximaal 75% breed t.o.v. de totale gevel-/luifelbreedte met een maximum van 4.00 meter, en maximaal 0,25 meter vanuit de gevel, inclusief bevestigingsconstructie

- dubbelzijdig en loodrecht op de gevel maximaal 1,20 meter hoog, 0,80 meter breed en 0,25 meter dik en maximaal 1,00 meter vanuit de gevel, inclusief bevestigingsconstructie; minimaal 0,50 meter van zijmuur, naburige pand of perceelgrens geplaatst

- uitgevoerd met losse letters of een passend vormgegeven reclamebord/ - object

- kokers, uitsluitend bestemd voor het opbergen van elektrische leidingen en andere hulpconstructies, zijn geschilderd in een donkere kleur of in dezelfde kleur als het gevelvlak

b. vlag, vaandel, wimpel of banier

hoeveel

- maximaal 1 bij gevelbreedte < 6 meter;

- maximaal 2 bij gevelbreedte > 6 meter < 12 meter;

- maximaal 3 bij gevelbreedte > 12 meter < 18 meter; etc.

waar

- vlaggenstok bevestigd onder de vloer van de eerste verdieping

- banier plat of loodrecht bevestigd onder de bovendorpel van de kozijn op de eerste verdieping

- minimaal 0.50 meter van zijmuur, naburige pand of perceelsgrens geplaatst

hoe

- banier maximaal 2.40 meter hoog, 0.60 meter breed en bij loodrechte plaatsing maximaal 0.80 meter uit de gevel stekend, inclusief bevestigingsconstructie meter uit de gevel stekend, inclusief bevestigingsconstructie

- bij meerdere exemplaren identiek uitgevoerd (geen verschillende vlaggen)

c. raamplakkaten of plakfolie

hoeveel

- tot maximaal 50% van de ramen is bedekt

waar

- geplaatst aan de binnenkant van de ramen op de begane grond

hoe

- uitgevoerd met losse plakbelettering of plakfolie met het beeld merk of logo van het bedrijf

d. reclame op zonwering en markiezen

waar

- geplaatst op de volant of op onderste segment van de markies

hoe

- maximaal 0.25 meter hoog op volant

- maximaal 1.20 hoog en 2.40 meter breed op zonwering zelf

- passend in 1 segment van markies of zonnescherm

e. lichtgevende of aangelichte reclame

Niet toegestaan.

f. Led-schermen

Niet toegestaan.

5.6.4 Richtlijnen overige reclame-uitingen voor bedrijven, winkels en horeca in woon-gebieden

a. reclame op terrasafscheidingen/ -schotten

waar

- geplaatst op het niet transparante gedeelte van het terras schot

hoe

- maximaal 0,25 meter hoog

- bestaat uit de naam, het beeldmerk of logo van het bedrijf of product dat in een horecabedrijf wordt verkocht

b. reclame op parasols

waar

- geplaatst op de volant en op de parasol zelf

hoe

- uitgevoerd in éénkleurige letteropdruk van maximaal 0.25 meter hoog

- bestaat uit de naam, het beeldmerk of logo van het bedrijf of product dat in een horecabedrijf wordt verkocht

c. reclamezuiltje of –constructie

hoeveel

- maximaal 1

waar

- uitsluitend geplaatst op eigen terrein

hoe

- bord met reclame maximaal 0.30 meter hoog en 0.30 meter breed

- ondersteuningsconstructie inclusief bord maximaal 1.00 meter hoog en 0.30 breed en 0.30 diep

- uitgevoerd met losse letters of een passend vormgegeven naambord

d. stoepbord of los 3D -object

Niet toegestaan zonder omgevingsvergunning voor de activiteit Reclame.

5.7 Sport- en recreatieterreinen (gebied 18)

5.7.1 Algemeen

Onder dit gebiedstype vallen sportcomplexen en de recreatiegebieden die verspreid in en rondom de kernen zijn gesitueerd. De openbare ruimte is overdag openbaar toegankelijk maar het gebruik van de voorzieningen is veelal gelimiteerd tot leden en toeschouwers. Naamsaanduidingen voor de sportvereniging zelf is goed mogelijk. Overige reclame–uitingen dienen beperkt te blijven tot enkele objecten aan de gevel van het verenigingsgebouw of de kantine en reclameborden langs sportvelden die gericht zijn op het veld.

5.7.2 Richtlijnen gevelreclame

Per hoofdgebouw (geen kleedruimten en andere ondergeschikte bijgebouwen) zijn maximaal 2 zichtbare reclame-uitingen aan de voorgevel toegestaan. Aan de zijgevel is maximaal 1 reclame-uiting toegestaan.

De reclame-uitingen kunnen bestaan uit:

a. reclamebord of –object op de gevel

hoeveel

- maximaal 1

waar

- uitsluitend bij het hoofdgebouw van het terrein

- boven de entree, gecentreerd in de gevel of passend in de structuur van de gevel/winkelpui

- bij meerdere verdiepingen onder de onderdorpel van de kozijnen op de eerste verdieping

- niet boven een luifel, zonwering of markies

- bij plaatsing tegen de voorkant van een luifel binnen de contouren van het boeiboord

hoe

- enkelzijdig en plat op de gevel, maximaal 0,60 meter hoog, 2,00 meter breed en maximaal 0,30 meter vanuit de gevel, inclusief bevestigingsconstructie

- dubbelzijdig en loodrecht op de gevel maximaal 1,20 meter hoog, 0,80 meter breed en 0,25 meter dik en maximaal 1,00 meter vanuit de gevel, inclusief bevestigingsconstructie; minimaal 0,50 meter van zijmuur, naburige pand of perceelgrens geplaatst

- uitgevoerd met losse letters, een passend vormgegeven reclamebord/ -object of lichtbak

- kokers, uitsluitend bestemd voor het opbergen van elektrische leidingen en andere hulpconstructies, zijn geschilderd in een donkere kleur of in dezelfde kleur als het gevelvlak

b. lichtgevende of aangelichte reclame

hoeveel

- maximaal 1

waar

- overeenkomstig de richtlijnen voor reclameborden/ -objecten aan de gevel

hoe

- door het aanlichten van een reclamebord op de gevel

- door een lichtbak of verlichte losse letters (geen neon) die voldoen aan de richtlijnen voor reclame borden/ -objecten aan de gevel

- verlichting in de vorm van geprojecteerde losse letters op de gevel, geprojecteerd in wit licht, niet bewegend en maximaal 0.80 meter hoog en 4.00 meter breed

- buiten openingstijden uitgeschakeld

- kokers, uitsluitend bestemd voor het opbergen van elektrische leidingen en andere hulpconstructies, zijn geschilderd in een donkere kleur of in dezelfde kleur als het gevelvlak

c. Led-schermen

Voor Led-schermen gelden de voorwaarden uit paragraaf 5.1.5.

d. vlag, vaandel, wimpel of banier

hoeveel

- maximaal 1 bij gevelbreedte < 4 meter;

- maximaal 2 bij gevelbreedte > 4meter < 8 meter;

- maximaal 3 bij gevelbreedte . 8 meter < 12 meter, etc.

waar

- vlaggenstok bevestigd onder de vloer van de eerste verdieping

- banier plat of loodrecht bevestigd onder de bovendorpel van de kozijn op de eerste verdieping

- minimaal 0.50 meter van zijmuur, naburige pand of perceelsgrens geplaatst

hoe

- banier maximaal 2.40 meter hoog, 0.80 meter breed en bij loodrechte plaatsing maximaal 1.00 meter uit de gevel stekend, inclusief bevestigingsconstructie

- bij meerdere exemplaren identiek uitgevoerd (geen verschillende vlaggen)

e. reclamedoek

Niet toegestaan

5.7.3 Richtlijnen overige reclame-uitingen

a. reclame op terrasafscheidingen/ -schotten

waar

- geplaatst op het niet transparante gedeelte van het terrasschot

hoe

- maximaal 0,50 meter hoog

- bestaat uit de naam, het beeldmerk of logo van het bedrijf of product dat in een horecabedrijf wordt verkocht

b. reclame op parasols

waar

- geplaatst op de volant en op de parasol zelf

hoe

- uitgevoerd in éénkleurige letteropdruk van maximaal 0.25 meter hoog

- bestaat uit de naam, het beeldmerk of logo van het bedrijf of product dat in een horecabedrijf wordt verkocht

c. reclamezuiltje of –constructie

hoeveel

- maximaal 1

waar

- geplaatst voor de hoofdentree van een groter sportcomplex

- geplaatst bij de hoofdentree van het terrein

hoe

- bij een gebouw maximaal 2.00 meter hoog, 1.00 meter breed en 0.30 meter dik

- bij de hoofdentree van het sport- of recreatieterrein complex maximaal 3.50 meter hoog, 2.00 meter breed en 0.30 meter dik

d. vlaggenmasten

hoeveel

- maximaal 4

waar

- geplaatst voor de hoofdentree van een groter sportcomplex

- geplaatst bij de hoofdentree van het terrein of langs de hoofdweg naar het terrein toe

hoe

- alle masten even hoog en niet hoger dan het pand of complex waarbij de vlaggenmasten komen te staan met een maximum van 6.00 meter

e. reclameborden

waar

- geplaatst langs en georiënteerd op het sportveld of –baan

hoe

- in de vorm van scoreborden mag 4.00 m² gebruikt worden voor reclamedoeleinden

- in de vorm van borden langs het sportveld of –baan met een maximum van 1.20 meter hoog vanaf het maaiveld

f. stoepbord of los 3D -object

hoeveel

- maximaal 2

waar

- geplaatst bij de kantine gedurende openingstijden

hoe

- maximaal 1.20 meter hoog (uitgeklapt) en 0.80 meter breed

- maximaal 2 stuks

5.8 Buitengebied (gebied 19 en 20)

5.8.1 Landschapsverordening

De eisen voor reclame in het buitengebied, stonden voorheen in de Landschapsverordening van de provincie. De Landschapsverordening is door de provincie ingetrokken. Daarmee heeft zij aan de Brabantse gemeenten de vrijheid gegeven om zelf een beleid te ontwikkelen over, onder andere, reclame in het buitengebied. De regels in de Landschapsverordening waren voor onze gemeente bruikbaar en handhaafbaar. Wij hebben ze daarom in deze paragaaf overgenomen.

5.8.2 Regels

De volgende vormen van reclame-uitingen zijn toegestaan:

1. borden, vlaggen en spandoeken die kennelijk tot de meubilering of stoffering van een gebouw behoren, mits

a. deze tegen het gebouw zijn geplaatst;

b. borden en spandoeken niet boven het gebouw uitsteken;

c. vlaggen niet meer dan 2 meter uitsteken boven de nokhoogte van het gebouw;

d. er een relatie bestaat tussen de borden, vlaggen en spandoeken en de functie van het gebouw.

2. borden, vlaggen, spandoeken en objecten die zich in het inwendig gedeelte van een onroerende zaak bevinden;

3. borden die moeten worden aangebracht ter voldoening aan een wettelijk voorschrift, mits de wettelijk voorgeschreven maten niet worden overschreden; worden er geen maten vermeld, dan mag de oppervlakte ten hoogste 0,50 m2 en de grootste afmeting in één richting ten hoogste 1 meter bedragen;

4. borden, vlaggen en spandoeken die betrekking hebben op enig beroep, enig bedrijf of enige dienst, uitgeoefend in een gebouw, mits niet meer dan twee borden of span-doeken en maximaal vier vlaggen bij het gebouw of bij de inrit naar het gebouw toe zijn aangebracht;

5. borden en spandoeken die op of in de onmiddellijke nabijheid bij een onroerende zaak zijn aangebracht, waarbij deze onroerende zaak te koop, te huur of te pacht wordt aangeboden:

a. zolang zij feitelijke betekenis hebben en

b. het aantal borden of spandoeken niet groter is dan twee;

6. borden die betrekking hebben op een werk in uitvoering, mits;

a. deze in de onmiddellijke nabijheid van het werk zijn geplaatst en

b. deze niet langer aanwezig zijn dan de uitvoering van dat werk duurt en

c. het aantal niet meer bedraagt dan twee;

7. borden, spandoeken en vlaggen die zijn geplaatst in verband met een openbare wedstrijd, manifestatie, evenement of tentoonstelling, mits

a. niet behorend tot de gebruikelijke commerciële uitoefening van een beroep, bedrijf of dienst;

b. niet eerder dan twee weken daaraan voorafgaand geplaatst;

c. zij een week na afloop van de openbare wedstrijd, manifestatie, evenement of tentoonstelling worden weggehaald;

d. niet meer dan twee borden of spandoeken en maximaal vier vlaggen zijn aan-gebracht op het terrein waar het evenement et cetera plaatsvindt, en

e. niet meer dan twee borden of spandoeken zijn geplaatst bij invalswegen, con-form de voorschriften van de betrokken wegbeheerder.

8. borden voor de verkoop van agrarische streekproducten, mits niet meer dan drie borden worden geplaatst, waarvan

a. twee in de onmiddellijke nabijheid van het verkooppunt of het agrarisch bouw-blok van het bedrijf waar de verkoop plaatsvindt, en

b. één elders, binnen een straal van 1 km gemeten vanaf het bedrijf waar de verkoop plaatsvindt, en dit derde bord geen bedrijfsnaam of reclame bevat;

9. borden en spandoeken die zijn geplaatst voor een campagne ten behoeve van de verkeersveiligheid, mits de borden en spandoeken geen handelsreclame bevatten;

10. borden die zijn aangebracht op een wachtruimte bij een halteplaats voor het openbaar vervoer;

11. borden en informatiezuilen die educatieve en/of geografische informatie bevatten over een bezienswaardigheid, een gebied of daarin aanwezige primaire watergangen:

a. geplaatst bij de bezienswaardigheid, het gebied of de watergang

b. mits de handels- c.q. bedrijfsreclame, indien noodzakelijk, niet meer dan 5% van de totale oppervlakte van het bord beslaat;

c. borden bij watergangen mogen maximaal 35 centimeter hoog en 100 centime-ter breed zijn, en alleen de naam van de watergang, en daarnaast eventueel een calamiteitennummer en logo bevatten, waarbij het logo niet meer dan 5% van de totale oppervlakte van het bord beslaat;

12. borden, spandoeken en vlaggen die op of in de onmiddellijke nabijheid van tankstations en ANWB Wegenwachtstations op eigen grond zijn aangebracht, mits

a. naast het bord met brandstofprijzen als bedoeld in het hiernavolgende onder-deel 3, niet meer dan twee borden of spandoeken en maximaal vier vlaggen bij het tankstation zijn aangebracht;

b. die borden direct betrekking hebben op de aldaar uitgeoefende activiteiten;

c. De totale hoogte van het bord bij tankstations waarop de brandstofprijzen worden aangeduid mag maximaal 7,50 meter boven het maaiveld zijn, de breedte maximaal 2,40 meter;

13. borden, spandoeken en vlaggen die dienen tot het openbaren van gedachten en ge-voelens als bedoeld in artikel 7 van de Grondwet, waaronder verkiezingsborden; mits deze borden geen handelsreclame bevatten;

14. borden die langs de provinciale of gemeentelijke weg de weg wijzen naar enig beroep, enig bedrijf of enige dienst, uitgeoefend in of op een onroerende zaak in de nabijheid van het desbetreffende bord, of borden die verwijzen naar toeristische be-zienswaardigheden, mits;

a. de borden conform de voorschriften van de betrokken wegbeheerder zijn ge-plaatst;

b. de borden feitelijke betekenis hebben; en

c. verwezen wordt door middel van borden, behorende tot de reguliere beweg-wijzering (RVV1990) of door middel van strokenborden.

15. borden die tijdelijk geplaatst zijn langs een weg teneinde het verkeer naar een open-bare wedstrijd, manifestatie, evenement, tentoonstelling of een werk in uitvoering te geleiden dan wel borden die geplaatst zijn ten behoeve van een omleidingsroute, mits:

a. de borden conform de voorschriften van de betrokken wegbeheerder zijn ge-plaatst;

b. niet eerder dan drie dagen daaraan voorafgaand geplaatst;

c. de borden uiterlijk een week na afloop van de openbare wedstrijd, de manifes-tatie, het evenement, tentoonstelling of beëindiging van het werk worden weggehaald.

16. borden die geplaatst zijn ten behoeve van recreatieve en toeristische routebewegwij-zering, mits

a. de oppervlakte van routeoverzichtsborden maximaal 1,5 m2 bedraagt;

b. de oppervlakte van de overige borden maximaal 0,2 m2 bedraagt; en

c. de handels- c.q. bedrijfsreclame, indien noodzakelijk, niet meer dan 15% van de totale oppervlakte van het bord beslaat;

d. zolang zij feitelijk onderdeel uitmaken van de route.

5.9 Openbare ruimte

5.9.1 Algemeen

De openbare ruimte, zoals de doorgaande verkeersroutes, winkelstraten, parkeerterreinen en pleinen in de kernen, biedt veel ruimte voor reclame-uitingen. Het gaat dan om billboards, lichtmastborden, driehoeks- en sandwichborden, abri’s en mupi’s. De gemeente heeft als eigenaar en beheerder van de openbare ruimte langdurige contracten afgesloten met bedrij-ven om langs aangegeven wegen en routes reclame te plaatsen.

Voor reclame op voertuigen is in de Apv aangegeven dat het verboden is om een voertuig die voorzien is van handelsreclame op de weg te parkeren met het kennelijke doel om daarmee reclame te maken. De gemeente kan weliswaar ontheffing verlenen, maar hiervan zal alleen in uitzonderlijke gevallen en voor een vooraf bepaalde korte periode gebruik van worden gemaakt.

5.9.2 Richtlijnen

a. lichtmastreclame

hoeveel

- afhankelijk van beschikbaarheid en visuele capaciteit van de betreffende invalsweg.

Waar

- het aanbrengen van een lichtbak aan een gemeentelijke lichtmast wordt alleen toegestaan langs door ons college aangewezen invalswegen (Met groen aangegeven locaties. Zie bijlage 1).

hoe

- de lichtbakken worden haaks op de as van de weg, boven trottoir of berm, aangebracht, met de onderkant op een hoogte van 4.20 meter. De afstand tot de rijweg bedraagt minimaal 0,5 meter.

- de lichtbak heeft een vast formaat van 1.05 meter breed, 1.05 meter hoog en maximaal 0.20 meter dik

- van reclame-uitingen met een identieke boodschap mogen er maximaal vijf per straat geplaatst worden

b. driehoeks- en sandwichborden (niet zijnde tijdelijke reclame)

Niet toegestaan

c. abri’s

hoeveel

- één verlichte vitrine per abri

waar

- uitsluitend in abri’s met vitrine

hoe

- aan twee zijden voorzien van affiches met commerciële reclame, ideële reclame, cultureel maatschappelijke aankondiging of andersoortige publieksinformatie

- het afficheformaat heeft een maximale afmeting van 1.25 meter breed en 1.85 meter hoog (standaardafmeting);

- geen uitstraling naar ramen van woningen, afstand minimaal 10 meter

d. Vrijstaande Led-schermen

waar

- uitsluitend op door de gemeente aangewezen locaties (zie bijlage 2)

hoe

- aan één zijde voorzien van Led-scherm waarop activiteiten en evenementen in de gemeente Nuenen worden aangekondigd.

- 20 % van het beeld mag gebruikt worden voor handelsreclame.

- maximaal 6 boodschappen van 10 seconden per minuut.

- lichtopbrengst mag maximaal 3500 Candela per m2.

- lichtkranten en lichtreclame met veranderlijk licht zijn niet toegestaan.

e. kleinere reclame-uitingen op haltepalen

hoeveel

- maximaal 20% van de mededelingsborden mag bedrukt worden met commerciële reclame

5.9.3 Tijdelijke reclame

Algemeen

Voorbeelden van tijdelijke reclame zijn de aanprijzing van een (commercieel) evenement, opening van een bedrijf, verhuur of verkoop van onroerend goed of een bouwproject. In het buitengebied wordt tijdelijke reclame gebruikt voor het aanprijzen van landbouwproducten die op het agrarisch bedrijf zelf worden geproduceerd.

Voor een goede doorstroming van bouwverkeer kunnen tijdelijk verwijzingsbordjes in open-baar gebied worden geplaatst.

Tijdelijke reclames zijn niet lichtgevend en/of worden niet aangelicht

a. borden voor aankondiging van en tijdens evenementen

hoeveel

- maximaal 20% van het bord bestaat uit commerciële reclame

- er kan maximaal één vergunning per evenement verleend worden (geen overlap van aanvragen)

hoelang

- maximaal 14 dagen voorafgaand aan het evenement tot uiterlijk twee dagen na het plaatsvinden van het evenement

waar

- burgemeester en wethouders hebben hiervoor specifieke locaties aangewezen (zie bijlage 2)

- voor bijzondere voorlichtingscampagnes vanuit de (rijks)overheid zijn burgemeester en wethouders bevoegd af te wijken van de genoemde locaties

- de borden mogen alleen worden geplaatst tegen speciaal daarvoor bestemde palen (flespalen).

hoe

- uitsluitend voor aankondiging van evenementen die plaatsvinden in de gemeente Nuenen

- de gemeente stelt speciale borden ter beschikking die gebruikt mogen worden voor aankondigingen.

b. spandoeken en reclamebogen voor aankondiging van evenementen

Niet toegestaan

Tijdens de evenementen zijn deze wel toegestaan op het afgesloten evenemententerrein.

c. spandoeken voor ideële reclame

hoeveel

- maximaal 2 spandoeken per aangewezen locatie.

hoelang

- maximaal 5 weken

waar

- burgemeester en wethouders hebben hiervoor specifieke locaties aangewezen (zie bijlage 2)

hoe

- uitsluitend voor ideële reclame (campagnes van de overheid, zoals bijv. "wij gaan weer naar school").

- Spandoeken mogen niet boven de openbare weg worden opgehangen.

- Spandoeken mogen niet zodanig zijn aangebracht dat zij – met name op kruispunten – het verkeer hinderen of in gevaar brengen;

- De spandoeken dienen deugdelijk te worden bevestigd; ze mogen de verkeersveiligheid niet in gevaar brengen;

- het plaatsen en/of verwijderen van de spandoeken geschiedt zodanig dat de verkeersveiligheid niet in gevaar wordt gebracht;

- als spandoeken worden opgehangen aan particuliere eigendommen, moet de eigenaar hiervoor toestemming te verlenen.

d. raamplakkaten of 3-hoeksbordjes

hoeveel

- één plakkaat of bordje per pand

hoe lang

- vanaf het te koop of te huur zetten van het pand tot 2 weken na de oplevering, dan wel zodra het bouwwerk is verkocht of verhuurd

waar

- uitsluitend bij panden die te koop of te huur zijn of bij verpachting

hoe

- plakkaat: enkelzijdig, geplaatst achter het raam

- 3-hoeksbordje: dubbelzijdig, geplaatst aan de buitenzijde op het raam van de betreffende verdieping

- maximaal 0.80 meter hoog

- maximaal 40% van de plakkaat bestaat uit commerciële reclame

e. uitverkoopreclame

hoeveel

- maximaal 2 reclame-uitingen meer dan reeds wordt toegestaan voor het betreffende gebied.

hoe lang

- tijdens de uitverkoop met een maximum van 10 weken en met minimaal 10 weken tussen de perioden in.

waar

- overeenkomstig de overige gestelde richtlijnen van het betreffende gebied

hoe

- niet verlichte platte objecten, betrekking hebbend op gehele of gedeeltelijke uitverkoop

f. steigerdoeken

hoeveel

- maximaal 1 doek per het te renoveren of verbouwen gebouw

hoe lang

- tijdens de periode dat de er werkzaamheden plaatsvinden

waar

- uitsluitend op steigers bij het te renoveren of verbouwen gebouw

hoe

- in cultuurhistorisch waardevolle gebieden of bij een monument, uitsluitend niet commerciële opdruk in niet opvallende kleuren

- niet verlicht

g. bouw- en projectborden

hoeveel

- maximaal één bouw -/projectreclame per project en de bordjes van de adviseurs, onderaannemers ed.

- verwijzingsbordjes voor bouwverkeer zijn niet bevestigd op of aan bomen, verkeersborden, lantaarnpalen of ander straatmeubilair.

hoe lang

- tijdens de bouwwerkzaamheden en/of tot maximaal 2 maanden na de oplevering

waar

- geplaatst achter de hekken op het bouwterrein of op het terrein van het betreffende bedrijf

hoe

- rechthoekig formaat met een maximale oppervlakte van12.00 m², maximale hoogte 6.00 meter inclusief ondersteuningsconstructie

- gedegen constructie die verankerd is aan de bodem

h. reclame op bouwhekken en bouwafscheidingen

hoeveel

- maximaal 50 % van de oppervlakte van de bouwafscheiding

hoe lang

- tijdens de bouwwerkzaamheden tot en met oplevering

hoe

- gedegen constructie die verankerd is aan de bodem (omwaaien voorkomen)

i. driehoeksborden tijdelijke reclame

Niet toegestaan.

j. verkiezingsborden (zie bijlage 2)

hoe lang

- maximaal 6 weken voor de verkiezingsdatum en maximaal 2 weken daarna

waar

- op door de gemeente aangewezen plaatsen (zie bijlage 2)

hoe

- rechthoekig formaat

- gedegen constructie die verankerd is aan de bodem

5.10 Uitstallingen

Het plaatsen van uitstallingen is toegestaan wanneer wordt voldaan aan de voorwaarden die zijn gesteld in dit beleid. In overige gevallen is het verboden een uitstalling te plaatsen.

5.10.1 Richtlijnen

De uitstallingen moeten voldoen aan de volgende voorschriften:

a. algemene voorwaarden winkelgebied

1. Een uitstalling mag uitsluitend worden geplaatst op de strook grenzend aan de voor-gevel van het pand en niet breder dan de ter plaatse gevestigde onderneming.

2. Vanaf de wegzijde en/of gemeten vanaf objecten aan de wegzijde moet een door-loopruimte van 1,20 meter gewaarborgd blijven.

3. Een uitstalling mag maximaal 1,80 meter hoog zijn.

4. Een uitstalling mag de toegang naar een woning of winkel niet blokkeren.

5. Een uitstalling mag alleen worden geplaatst gedurende de openingstijden van de winkel.

6. Een uitstalling moet passen bij het branchepatroon van de winkel.

b. algemene voorwaarden overdekt winkelcentrum

1. Een uitstalling mag uitsluitend worden geplaatst aan de voorgevel van het pand en niet breder dan de ter plaatse gevestigde onderneming.

2. Wanneer aan beide zijden van een pad bestemd voor voetgangers winkels zijn, dan moet in het midden van het pad 1.20 meter doorloopruimte gewaarborgd zijn.

3. Een uitstalling mag maximaal 1,80 meter hoog zijn.

4. Een uitstalling mag de toegang naar een woning of winkel niet blokkeren.

5. Een uitstalling mag alleen worden geplaatst gedurende de openingstijden van de winkel.

6. Een uitstalling moet passen bij het branchepatroon van de winkel.

c. overige bepalingen

1. de uitstalling mag geen hinder of gevaar opleveren voor het verkeer.

2. de uitstalling mag niet worden geplaatst op de weg.

3. de uitstalling mag geen scherpe of uitstekende onderdelen hebben.

4. de bereikbaarheid voor hulpdiensten moet gewaarborgd blijven.

5. nooduitgangen en vluchtroutes moeten worden vrijgehouden.

6. de uitstalling mag geen schade toebrengen aan de openbare plaats waar deze is ge-stald.

7. door de uitstalling mag geen verontreiniging ontstaan of worden veroorzaakt. Even-tuele ontstane verontreiniging moet dagelijks worden verwijderd.

8. bevelen van de politie, brandweer, ambulance, toezichthouders handhaving en boa’s in dienst van de gemeente dienen te worden opgevolgd.

6. Handhaving

6.1 VTH-beleid

Een gemeente geeft met het opstellen van reclamebeleid spelregels voor het aanbrengen van reclame-uitingen. Regelgeving alleen is uiteraard niet voldoende om er ook voor te zorgen dat de regels goed worden nageleefd. In de eerste plaats is daarvoor duidelijke informa-tievoorziening en voorlichting naar de ondernemer en reclamemakers vereist. Zij weten daardoor in welke situaties een vergunning nodig is en aan welke voorwaarden moet worden voldaan om daarvoor in aanmerking te komen.

Daarnaast is ook goed toezicht op straat nodig. Na een geconstateerde overtreding zal een snelle en adequate handhaving moeten volgen. In gevallen waarin men zich niet aan de regels houdt is het van groot belang dat hiertegen snel wordt opgetreden. Dit om onder andere precedentwerking te voorkomen.

Tot handhaving zal worden overgegaan bij vergunningplichtige reclames waarvoor geen omgevingsvergunning is aangevraagd, maar ook voor reclames die afwijken van de vergun-ning. De eigenaar wordt, als de reclame-uiting legaliseerbaar is, in de gelegenheid gesteld om (alsnog of opnieuw) een vergunning aan te vragen voor de gerealiseerde reclame. Als niet voldaan wordt aan het reclamebeleid kan deze vergunningaanvraag worden geweigerd. Burgemeester en wethouders schrijven de eigenaar in dat geval aan, om binnen een door hen te bepalen termijn de strijdigheid op te heffen. Tegen de vergunningplichtige reclame-uitingen die al aanwezig zijn en waarvoor geen omgevingsvergunning is verleend, kan alsnog worden opgetreden.

6.2 Buitensporige reclame-uitingen (excessen)

Ook bouwwerken waarvoor geen omgevingsvergunning hoeft te worden aangevraagd moeten aan minimale welstandseisen voldoen. In de welstandsnota is daarvoor een excessenregeling opgenomen. Reclame-uitingen en uitstallingen die ‘in ernstige mate’ in strijd zijn met het reclamebeleid, zullen worden aangepakt. Dit betekent het actief begeleiden en aansporen van de ondernemer tot een reclameobject en/of uitstalling die voldoet aan de reclame- of uitstallingvoorschriften en vereiste beeldkwaliteit.

Bestuursrechtelijke handhaving vormt daarbij een nadrukkelijke stok achter de deur. Of er sprake is van een exces, zal door de dorpsbouwmeester of het Team Ruimtelijke Kwaliteit worden bepaald.

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 4 juli 2019

DE RAAD VOORNOEMD,

de voorzitter, M.J. Houben MBA

de griffier, M.C.P. Laurenssen Msc

Bijlagen

Bijlage 1 Gebiedskaart incl. straatnaamregister

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2 Locaties lichtmastreclame

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 3 Straatnamenregister

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Ondertekening