Regeling vervallen per 01-01-2022

Uitvoeringsregeling subsidies Peuteropvang en Voorschoolse Educatie Nuenen 2020

Geldend van 01-01-2020 t/m 31-12-2021

Intitulé

Uitvoeringsregeling subsidies Peuteropvang en Voorschoolse Educatie Nuenen 2020

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nuenen is, gelet op artikel 3 lid 1 van de Algemene subsidieverordening gemeente Nuenen, bevoegd nadere uitvoeringsregelingen vast te stellen;

overwegende dat het noodzakelijk en wettelijk verplicht is om regels te stellen voor de kwaliteit van en de tegemoetkoming in de kosten van voorschoolse educatie en peuteropvang;

teneinde te bereiken dat peuters gelijke ontwikkelkansen geboden krijgen door het verbeteren van de kwaliteit, het bereik en de toegankelijkheid van voorschoolse educatie en peuteropvang in de gemeente;

het college heeft besloten tot de volgende regeling over te gaan:

“Uitvoeringsregeling subsidies Peuteropvang en Voorschoolse educatie gemeente Nuenen 2020”.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: houder die een aanvraag indient voor een van de subsidies uit deze regeling;

  • b.

    ASV: de algemene subsidieverordening Gemeente Nuenen 2016;

  • c.

    wet: Wet kinderopvang;

  • d.

    VVE: voor- en vroegschoolse educatie;

  • e.

    VVE-peuteropvang: kortdurende opvang met voorschoolse educatie ter voorbereiding op het basisonderwijs voor peuters van 2,5 tot 4 jaar.

  • f.

    VVE-indicatie: indicatie afgegeven door ZuidZorg of Centrum Maatschappelijke Deelname op basis van de Nuenense VVE doelgroepdefinitie, waaruit blijkt dat het kind dat deze indicatie krijgt gebaat is bij en recht heeft op voorschoolse educatie;

  • g.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nuenen;

  • h.

    doelgroepkinderen: kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar die wonen in de gemeente Nuenen met een risico op (taal)(ontwikkelings)achterstand, vastgesteld met een VVE-indicatie;

  • i.

    houder: degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een kindercentrum exploiteert;

  • j.

    kindercentrum: een voorziening waar kinderopvang van een kind woonachtig in Nuenen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 1.1 van de wet en die is opgenomen in het landelijk register kinderopvang;

  • k.

    kinderopvang: de opvang van kinderen in de zin van de wet;

  • l.

    kinderopvangtoeslag: de toeslag vanuit het Rijk die ouders kunnen aanvragen bij de Belastingdienst, als een tegemoetkoming in de kosten voor kinderopvang;

  • m.

    kinderopvangtoeslagtabel: de inkomensafhankelijke tabel van de Belastingdienst die de hoogte van de kinderopvangtoeslag bepaalt op basis van de hoogte van het (gezamenlijke) toetsingsinkomen;

  • n.

    landelijk register kinderopvang: het landelijk register, als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;

  • o.

    ouder: ouder in de zin van de wet;

  • p.

    ouderbetrokkenheid: activiteiten van ouders gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van het kind;

  • q.

    ouderbijdrage: ouders betalen een inkomensafhankelijke bijdrage voor de uren die zij afnemen;

  • r.

    horizontale groep: een heterogene groep peuters in de leeftijd van 2 tot 4 jaar;

  • s.

    toezichthouder: de toezichthouder als bedoeld in artikel 1.61 van de wet;

  • t.

    erkend VVE-programma: VVE programma opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut;

  • u.

    inkomensverklaring: (voorheen IB60-verklaring) een officiële verklaring van de Belastingdienst met de inkomensgegevens (geregistreerd inkomen) van de ouder over een bepaald belastingjaar;

  • v.

    monitoring: de ontvanger van subsidie voor VVE peuteropvang levert inhoudelijke en cijfermatige bijdrage aan de monitoring door de gemeente, de Inspectie van het Onderwijs en de organisaties die in opdracht van de gemeente Nuenen optreden.

  

Artikel 2 Doel

Deze subsidieregeling is van toepassing op subsidies voor het uitvoeren van VVE-peuteropvang in Nuenen. Het doel van deze subsidieregeling is het faciliteren van deelname van alle kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar aan peuteropvang met voorschoolse educatie, door het subsidiëren van het gebruik van een kwalitatief hoogwaardig aanbod.

  

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Het college kan aan de houder van een VVE geregistreerd kindcentrum subsidie verlenen voor de uitvoering van VVE peuteropvang. Het betreft een kind-gebonden financiering.  

  • 1.

    Het aanbieden van VVE-peuteropvang aan kinderen zonder VVE-indicatie (reguliere peuters):

  • a.

    Een maximaal aantal van 320 uur per kalenderjaar vanaf 2,5 tot 4 jaar, verdeeld over minimaal 2 dagdelen per week;

  • b.

    aan elke Nuenense peuter die door ouders wordt aangemeld. 

  • 2.

    Het aanbieden van VVE-peuteropvang aan kinderen met een VVE-indicatie:

  • a.

    een maximaal aantal van 640 uur per kalenderjaar vanaf 2,5 tot 4 jaar, verdeeld over minimaal 3 dagdelen per week;

  • b.

    aan elke Nuenense peuter met een VVE-indicatie die door ouders wordt aangemeld.

Artikel 4 Subsidiecriteria

De aanvrager van subsidie voor VVE-peuteropvang voldoet aan de volgende criteria:

  • a.

    er mag bij de gemeente Nuenen geen voornemen bestaan om handhavend op te treden dan wel een handhavingsbesluit te zijn genomen naar aanleiding van een constatering van een overtreding door de toezichthouder;

  • b.

    voorschriften gesteld bij of krachtens het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;

  • c.

    staat als VVE-gecertificeerd in het Landelijk Register Kinderopvang;

  • d.

    inzet van een erkend VVE-programma van de NJI database.

  

Artikel 5 Verplichtingen

  • 1.

    De aanvrager van subsidie voor VVE-peuteropvang voldoet bij de uitvoering aan de volgende verplichtingen: 

  • a.

    alle voorschriften voor de basiskwaliteit van kindercentra, gesteld bij of krachtens de wet;

  • b.

    voorschriften gesteld bij of krachtens het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;

  • c.

    het aanbieden van VVE-peuteropvang in een eigen groep, niet gemengd met de reguliere dagopvang kinderopvang;

  • d.

    warme overdracht naar de basisschool van in ieder geval de doelgroepkinderen;

  • e.

    samenwerkingsafspraken met basisscholen;

  • f.

    per jaar wordt tenminste één bijeenkomst georganiseerd op coördinatie-niveau, met als doel de samenwerkingsafspraken te evalueren. Deze samenwerkingsafspraken hebben tenminste betrekking op de doorgaande leerlijn (begeleiding en zorg), ouderbetrokkenheid en de (warme) overdracht;

  • g.

    alle VVE-voorschoolse voorzieningen en basisscholen hebben een instrument/kindvolgsysteem waarmee ze de brede ontwikkeling van peuters kunnen volgen. Dit kindvolgsysteem voldoet aan de eisen die hieraan worden gesteld door de Inspectie van het Onderwijs;

  • h.

    bij kinderen waarbij sprake is van zorg over de ontwikkeling of het gedrag wordt afstemming gezocht bij de daarvoor aangewezen instanties.  

  • 2.

    De aanvrager van subsidie voor voorschoolse educatie voldoet aanvullend aan de voorwaarden onder lid 1 aan de volgende voorwaarden bij de uitvoering:

  • a.

    aanvullende samenwerkingsafspraken met basisscholen:

  • b.

    er is zichtbaar sprake van overleg en afstemming tussen de VVE voorschoolse voorziening en de basisschool met betrekking tot aanbod en aanpak;

  • c.

    per jaar wordt tenminste één bijeenkomst georganiseerd op coördinatie-niveau, met als doel de samenwerkingsafspraken te evalueren. Deze samenwerkingsafspraken hebben tenminste betrekking op de doorgaande leerlijn (begeleiding en zorg) en de (warme) overdracht;

  • d.

    een school kan met meerdere voorschoolse voorzieningen een koppel vormen;

  • e.

    alle VVE-doelgroepkinderen worden warm overgedragen aan de school.

  

Hoofdstuk 2 Hoogte subsidiebedrag en ouderbijdrage  

Artikel 6 Doelgroep 

1. Voor deze subsidieregeling worden de volgende doelgroepen gehanteerd:

  • a.

    peuters zonder VVE indicatie die naar de VVE-peuteropvang gaan en waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

  • b.

    peuters met VVE-indicatie die naar de VVE-peuteropvang gaan, waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

  • c.

    peuters met VVE-indicatie die naar de VVE-peuteropvang gaan waarvan de ouders wel recht hebben op kinderopvangtoeslag. 

  • 2.

    De doelgroepen zoals benoemd onder artikel 6 sub 1 ontvangen niet zelf de subsidie, de subsidie wordt uitgekeerd aan de houder die zij hebben uitgekozen voor hun kind en voldoet aan de gemeentelijke eisen. 

Artikel 7 Hoogte subsidiebedrag naar peuterplek

  • 1.

    Het college subsidieert de VVE-peuteropvang tot een maximum van € 9,84 met aftrek van de geldende ouderbijdrage. Doelgroepkinderen betalen geen ouderbijdrage over 8 uur per week (maximaal 320 uur per jaar). 

  • 2.

    Het college subsidieert per uur per bezette peuterplek. Voor de in artikel 6 genoemde doelgroepen gelden de volgende maximale subsidiebedragen voor de houder: 

  • a.

    voor de in artikel 6 lid 1 sub a genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: maximaal 320 uur * € 9,84 per uur minus de geldende ouderbijdrage;

  • b.

    voor de in artikel 6 lid 1 sub b genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: maximaal 320 uur * € 9,84 minus de geldende ouderbijdrage plus een extra 320 uur per jaar. Hierover wordt geen ouderbijdrage gevraagd;

  • c.

    voor de in artikel 6 lid 1 sub c genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: maximaal 320 uur * € 9,84 minus de geldende ouderbijdrage plus een extra 320 uur per jaar. Hierover wordt geen ouderbijdrage gevraagd.

  • 3.

    Het uurtarief genoemd in lid 1 en het aantal uren per week genoemd in lid 2 kan jaarlijks opnieuw worden bijgesteld door het college.

Artikel 8 Ouderbijdrage

  • 1.

    Ouders betalen een inkomensafhankelijke bijdrage voor de VVE-peuteropvang:

  • a.

    Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag en zonder VVE-indicatie betalen voor VVE- peuteropvang voor maximaal 8 uren per week (320 uur per jaar) een inkomensafhankelijke bijdrage tot het fiscaal maximum;

  • b.

    Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag en met een kind met een VVE-indicatie betalen voor VVE-peuteropvang voor maximaal 8 uren per week (320 uur per jaar) een inkomensafhankelijke bijdrage. Voor de overige uren voorschoolse educatie, tot maximaal 8 uur extra per week (320 uur per jaar), wordt in overeenstemming met gemeentelijk beleid geen ouderbijdrage in rekening gebracht;

  • c.

    Ouders met recht op kinderopvangtoeslag en met een kind met een VVE-indicatie betalen voor VVE-peuteropvang voor maximaal 8 uren per week (320 uur per jaar) het fiscaal maximum aan de aanbieder. Voor overige uren voorschoolse educatie, tot totaal maximaal van 8 uur extra per week (320 uur per jaar), wordt in overeenstemming met gemeentelijk beleid geen ouderbijdrage in rekening gebracht. 

  • 2.

    De gemeente werkt voor de door de houders vast te stellen ouderbijdrage voor niet-kinderopvangtoeslagouders met de ouderbijdragetabel van de Belastingdienst. Het inkomen wordt door de houder bepaald op basis van het verzamelinkomen over het voorgaande kalenderjaar. Dit inkomen wordt bepaald aan de hand van de door ouders te overleggen Inkomensverklaring.

  

Hoofdstuk 3 Procedure voor het indienen van aanvraag en beslistermijn  

Artikel 9 De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een houder die een kindercentrum heeft gevestigd in gemeente Nuenen, waar een kind woonachtig in gemeente Nuenen gebruik van maakt.

  

Artikel 10 Aanvraag voorschoolse voorzieningen

  • 1.

    Houders kunnen een aanvraag voor subsidie voor VVE peuteropvang indienen middels een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    Aanvragen kunnen tot en met 1 oktober 2019 ingediend worden.

  • 3.

    Bij deze aanvraag voegen zij voor VVE-peuteropvang het format inhoudelijk jaarplan toe. In dit inhoudelijk jaarplan wordt beschreven hoe in het subsidie(aanvraag)jaar wordt gewerkt/gewerkt gaat worden aan de subsidiedoelen.

  • 4.

    In de aanvraag geeft de houder het verwachte aantal peuters aan. 

 

Artikel 11 Weigerings- en intrekkingsgronden

In aanvulling op artikel 9 van de ASV 2016 en artikel 4:48 Awb kan het college weigeren subsidie te verlenen dan wel te besluiten om de subsidie in te trekken, indien de aanvrager niet voldoet aan de eisen van deze regeling, in het bijzonder aan de voorwaarden genoemd in artikel 4.

Hoofdstuk 4 Verantwoording en vaststelling subsidie

Artikel 12 Verantwoording peuteropvang

  • 1.

    De subsidieontvanger verantwoordt jaarlijks de peuteropvang en de ouderbijdrage.

  • 2.

    Daarnaast is voor VVE-peuteropvang een evaluatie van het inhoudelijk jaarplan onderdeel van de verantwoording.

  • 3.

    De aanvrager levert na afloop van ieder kwartaal een tussentijdse verantwoording af van het aantal peuters dat gebruik heeft gemaakt van de VVE-peuteropvang, de werkelijk ontvangen ouderbijdrage en het aantal uur.

  • 4.

    De aanvrager levert uiterlijk 15 juni een beknopte inhoudelijke tussentijdse verantwoording.

  • 5.

    De gemeente Nuenen behoudt zich het recht voor om steekproeven af te nemen. 

 

Artikel 13 Vaststelling van de subsidiebedrag

Het definitieve subsidiebedrag wordt na afloop van de subsidieperiode, op basis van de gegevens uit de verantwoording van de subsidieaanvrager, door het college vastgesteld. Deze vaststelling vindt plaats op basis van het werkelijke aantal contracturen en de totaal in rekening gebrachte ouderbijdragen en kan een terugvordering tot gevolg hebben als houder minder contracturen heeft gerealiseerd dan het aantal waarop de hoogte van de subsidieverlening was gebaseerd. Het aantal uur waarvoor subsidie wordt toegekend is gemaximeerd op de aantallen genoemd in artikel 7.

  

Artikel 14 Slotbepalingen 

  • 1.

    Deze regeling wordt na vaststelling door het college bekendgemaakt via de Gemeenschappelijke Voorziening Officiële Publicaties.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling Subsidies Peuteropvang en VVE gemeente Nuenen 2020.

Aldus besloten in de openbare vergadering van het college op 10 december 2019,

De burgemeester, M.J. Houben MBA

De secretaris, Mr. J.H.M. van Vlerken