Regeling vervallen per 27-03-2012

Verordening bijdrageregeling maatschappelijke deelname

Geldend van 01-07-2007 t/m 26-03-2012

Intitulé

Verordening bijdrageregeling maatschappelijke deelname

Artikel 1

Onderwerp:Verordening bijdrageregeling maatschappelijke deelnameDe Raad van de gemeente Nuenen ca.;gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 april 2007;gelet op de desbetreffende bepalingen in de Gemeentewet;

BESLUIT:

I. vast te stellen de Verordening bijdrageregeling maatschappelijke deelname, in werking treding per 1 juli 2007;II. met ingang van 1 juli 2007 de Verordening bijdrageregeling Welzijnsvoorzieningen 2004 in trekken.

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 24 mei 2007.

DE RAAD VOORNOEMD,

, voorzitter.

, griffier.

 

Verordening bijdrageregeling maatschappelijke deelnameAlgemene bepalingenArtikel 1In deze verordening wordt verstaan onder:a. alleenstaande: de ongehuwde die geen tot zijn last komende kinderen heeft engeen gezamenlijke huishouding voert met een ander tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad;b. alleenstaande ouder: de ongehuwde die de volledige zorg heeft voor een of meer tot zijn last komende kinderen en geen gezamenlijke huishouding voert met een ander tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad;c. gezin:1°. De gehuwden tezamen,2°. De gehuwden met de tot hun last komende kindere n,3°. De alleenstaande ouder met de tot zijn last kom ende kinderen;d. kind: het in Nederland woonachtige eigen kind of stiefkind;e. ten laste komend kind: het kind jonger dan 18 jaar voor wie de alleenstaande ouder of de gehuwde aanspraak op kinderbijslag kan maken;f. huishouden: alleenstaande, alleenstaande ouder en gezin zoals genoemd in onderdeel a, b en c van dit artikel;g. inkomen op minimum niveau: een inkomen dat netto inclusief vakantietoeslag niet meer bedraagt dan de van toepassing zijnde normen, verlagingen en verhogingen, zoals genoemd in artikel 20 tot en met 30 van de Wet werk en bijstand;h. woonplaats: de woonplaats zoals bedoeld in de artikelen 10. eerste lid, en 11 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;i. maatschappelijke deelname: het geheel van voorzieningen en activiteiten dat bijdraagt aan maatschappelijke deelname en betrekking heeft op het gebied van maatschappelijke activiteiten, sport en recreatie, educatie en (sociaal-) culturele activiteiten, zoals uitgewerkt in bijlage I.Artikel 21. In deze verordening wordt met gehuwden gelijkgesteld: de als partners geregistreerden;2. In deze verordening wordt:a. als gehuwd mede aangemerkt de ongehuwde die met een ander een gezamenlijke huishouding voert, tenzij het betreft een bloedverwantschap in de eerste graad;b. als ongehuwd mede aangemerkt degene die duurzaam gescheiden leeft van de persoon met wie hij gehuwd is.3. Van een gezamenlijke huishouding is sprake indien 2 personen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben en zij blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding dan wel anderszins.4. Een gezamenlijke huishouding wordt in ieder geval aanwezig geacht indien de belanghebbenden hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning en:a. zij met elkaar gehuwd zijn geweest of eerder voor de verlening van bijstand als gehuwden zijn aangemerkt,b. uit hun relatie een kind is geboren of erkenning heeft plaatsgevonden van een kind van de een door de ander;c. zij zich wederzijds verplicht hebben tot een bijdrage aan de huishouding, worden aangemerkt als een gezamenlijke huishouding die naar aard en strekking overeenkomt met de gezamenlijke huishouding, bedoeld in het derde lid.

RechthebbendenArtikel 3Burgemeester en wethouders kennen een bijdrage in het kader van deze regeling toe aan dealleenstaande die of het gezin dat:Op datum aanvraag:a. de woonplaats heeft in Nuenen; énb. inkomen geniet ingevolge:1° de Wet werk en bijstand in de vorm van een periodieke uitkering bestemd voorlevensonderhoud of; 2° enig ander inkomen op minimum niveau als genoemd in artikel 20 tot en met artikel 30 van de Wet werk en bijstand: énc. het vermogen minder bedraagt dan het vermogen als genoemd in artikel 34 lid 3 van de Wet werk en bijstand.d. Indien de financiële draagkracht ontbreekt, dan wordt de tegemoetkoming genoemd in artikel 7 eerste en/of tweede lid volledig uitbetaald. Voor zover draagkracht aanwezig is, wordt 35% van de draagkracht, berekend op jaarbasis, in mindering gebracht op de werkelijke gemaakte kosten.Artikel 4Niet tot het inkomen wordt gerekend:a. de middelen zoals genoemd in artikel 31 tweede lid van de Wet werk en bijstand;b. inkomsten uit kostgeld van inwonende kinderen;c. inkomsten uit onderhuur of het houden van kostgangers;d. inkomsten uit vermogen.Artikel 5Geen recht op een bijdrage in het kader van deze regeling hebben:a. belanghebbenden jonger dan 18 jaar (met uitzondering van ten laste komende kinderen jonger dan18 jaar behorende tot een huishouden);b. vreemdelingen die niet worden gelijkgesteld met Nederlanders zoals bedoeld in artikel 11, tweede en derde lid van de Wet werk en bijstand;c. degenen aan wie rechtens zijn vrijheid is ontnomen.

De aanvraagArtikel 6 De aanvraag1. Een aanvraag voor een bijdrage kan meerdere malen (met een maximum van 3 maal) per kalenderjaar worden ingediend door of namens een huishouden.2. Een aanvraag over een kalenderjaar kan worden ingediend tot en met de maand januari van het jaar erop volgend.3. Een aanvraag dient te geschieden op een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.4. Bij een aanvraag voor de kosten van de in bijlage I genoemde voorzieningen dient de aanvrager gegevens en bewijsstukken aan te leveren zoals aangegeven op het aanvraagformulier.5. Een onvolledige aanvraag wordt niet in behandeling genomen, mits de aanvrager schriftelijk in de gelegenheid is gesteld om het verzuim te herstellen. Een besluit om de aanvraag niet in behandeling te nemen wordt conform het gestelde in artikel 4:5 lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht aan de aanvrager bekendgemaakt binnen 4 weken nadat de aanvrager het niet (volledig) heeft aangevuld of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken. TegemoetkomingArtikel 71. De tegemoetkoming bedraagt per kalenderjaar 100% van de in aanmerking komende kosten van welzijnsvoorzieningen genoemd in bijlage I, met een maximum van € 150,00 per persoon.2. Bij toegangskaartjes (al dan niet op naam) met betrekking tot welzijnsvoorzieningen genoemd in bijlage I onder 4 komen tot een bedrag van maximaal € 50,00 in aanmerking voor vergoeding. Met dien verstande dat er voor de overige welzijnsvoorzieningen een tegemoetkoming van maximaal€ 100,00 mogelijk is.3. De tegemoetkoming wordt verstrekt voor de kosten gemaakt in het kalenderjaar, waarvoor het verzoek plaatsvindt.4. De tegemoetkoming in de kosten wordt betaalbaar gesteld na overleg van betalingsbewijzen zoals aangegeven op het aanvraagformulier.5. Uitzondering op het gestelde in het vierde lid; indien de aanvrager financiële problemen ondervindt ten aanzien van het voorschieten van de kosten genoemd in de bijlage I onder 1 tot en met 3 genoemde voorzieningen. In deze situatie is achteraf overleg van betalingsbewijzen mogelijk.

SlotbepalingenAh kei 81. Indien de omstandigheden en mogelijkheden van een aanvrager daartoe aanleiding geven, kunnen burgemeester en wethouder afwijken van voorgaande bepalingen.2. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders.3. Burgemeester en wethouders kunnen besluiten de bedragen genoemd in artikel 7 jaarlijks te indexeren.4. De verordening treedt in werking op 1 juli 2007.5. De verordening kan worden aangehaald als "Verordening bijdrageregeling maatschappelijke deelname".6. De verordening "Gemeentelijke Bijdrageregeling Welzijnsvoorzieningen 2004" wordt gelijktijdig ingetrokken.

Bijlage IDe volgende categorieën van activiteiten en voorzieningen komen voor vergoeding in aanmerking:1. Sporten recreatiea) Zwemkaartjes, zwemabonnementen, zwemles;b) Lidmaatschap sport- en hobbyvereniging;c) Kindervakantie activiteiten;d) Sportieve recreatieactiviteiten;e) Lidmaatschap speeltuin- en tuindersvereniging;f) Deelname aan fitness-, sportcentra, etc.2. (Sociaal-) culturele activiteitena) Museumjaarkaart;b) CJP;c) Deelname aan cursussen en / of activiteiten op cultureel terrein;d) Lidmaatschap bibliotheek;e) Peuterspeelzaalopvang;f) Deelname kunstzinnige / creatieve vorming;g) Volgen muziekonderwijs (Muziekschool Geldrop-Heeze-Nuenen);h) Deelname activiteiten buurt- / wijkvereniging;i) Deelname activiteiten jeugdclub, scouting, etc;j) Deelname activiteiten ouderenorganisaties en ouderenbonden;k) Deelname activiteiten (overige) welzijninstellingen (zoals koren, gilden, en vrouwen-, muziek-en carnavalsverenigingen.3. Educatiea) Deelname aan cursussen en / of activiteiten op educatief terrein;b) Deelname vormingsweek;c) Deelname natuur- en milieueducatie;d) Schoolreizen/excursies;e) Ouderbijdrage/lesgeld.4. Toegangskaartjes (al dan niet op naam, vergoeding tot maximaal € 50,00)a) Culturele voorstellingen (toneel, popconcerten, dans, cabaret), etc;b) Pretparken, bioscoopbezoek eet.