Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2012

Geldend van 23-12-2017 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2012

De raad van de gemeente Nunspeet;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 december 2011;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2012. 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:a. Vakantieonderkomens Woningen en andere verblijven, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantiedoeleinden en andere recreatieve doeleinden;b. Mobiele kampeeronderkomens Tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen die bestemd zijn voor dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;c. Niet-beroepsmatig verhuurde ruimten Woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, die niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, maar wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;d. Vaste standplaats Een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan. 

Artikel 2 Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, conferentieoorden, opleidingscentra, vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet in het persoonsregister van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam 'toeristenbelasting' een directe belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1 Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

  • 2 De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3 Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het houden van verblijf met overnachten door degene die:a. als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van bejaarden verblijft;b. als gehandicapte – afkomstig uit een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van bejaarden, dan wel onder auspiciën van een van overheidswege erkende stichting of vereniging werkzaam op het gebied van zorg van zieken, gebrekkigen, hulpbehoevenden of bejaarden – in groepsverband en onder leiding verblijft;c. als gebruiker van een woonwagen of woonschip als bedoeld in de Woonwagenwet, onderscheidenlijk in de wet op de Woonwagens en Woonschepen, daarin overnacht;d. als een asielzoeker, zijnde een vreemdeling als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Vreemdelingenwet, die een asielverzoek heeft ingediend waarover nog geen onherroepelijke beslissing is genomen, van degene die een asielverzoek heeft ingediend waarop negatief is beslist en van een verblijfsgerechtigde, die op basis van artikel 9, 10 of 15 van voornoemde wet een verblijfsvergunning heeft, voor zover deze personen verblijf houden in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2, in het kader van de centrale opvang onder verantwoordelijkheid van het ZBO Centrale Opvang Asielzoekers:e. over dat belastingjaar voor het object waarin wordt overnacht een aanslag inzake forensbelasting is of wordt opgelegd. 

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de heffingsmaatstaf

  • 1 1. Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:a. vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens en stacaravans, op vaste standplaatsen en in hoofdzaak bestemd voor het verblijf houden door een of meer leden van een zelfde huishouden gedurende de periode 1 maart tot en met 31 oktober bepaald op: 2,73;b. vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens en stacaravans, op vaste standplaatsen en in hoofdzaak bestemd voor het verblijf houden door een of meer leden van eenzelfde huishouden gedurende de periode 1 januari tot en met 31 december bepaald op 2,4. 

  • 2 2. Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht, wordt:a. ingeval verblijf wordt gehouden in vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen gedurende de periode 1 maart tot en met 31 oktober, bepaald op 60;b. ingeval verblijf wordt gehouden in vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen gedurende de periode 1 januari tot en met 31 december, bepaald op 80. 

Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire heffingsmaatstaf

In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de heffingsmaatstaf vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal.

Artikel 8 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per overnachting € 1,05.

Artikel 9 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 10 Wijze van belastingheffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 11 Aanslaggrens

Geen belastingaanslag wordt vastgesteld indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, gedurende het belastingjaar minder dan 100 zal of heeft belopen.

Artikel 12 Termijnen van betaling

De voorlopige aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. De aanslagen, niet zijnde voorlopige aanslagen, moeten worden betaald in één termijn welke vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

Artikel 13 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren zoals bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b en d van de gemeentelijke belastingen.

Artikel 14 Nachtverblijfregister

  • 1 De belastingplichtige is gehouden per belastingjaar een vanwege de gemeente kosteloos ter beschikking te stellen nachtverblijfregister bij te houden.

  • 2 Het nachtverblijfregister bevat met betrekking tot ieder aan wie gelegenheid tot overnachten wordt verschaft, gegevens ten minste betreffende:a. namen en woonplaats;b. samenstelling van het gezin of de groep waarmee men reist;c. datum van aankomst en datum van vertrek;d. het aantal overnachtingen ter zake waarvan belasting verschuldigd is. 

  • 3 Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd voor bepaalde gevallen of groepen van gevallen van de in het eerste lid bedoelde verplichting gehele of gedeeltelijke ontheffing te verlenen, zo nodig onder door hen te stellen voorwaarden.

  • 4 Met betrekking tot verblijf, ter zake waarvan de belasting wordt geheven naar een forfaitaire regeling, is de in het eerste lid genoemde verplichting beperkt tot de in het tweede lid, onder a, genoemde gegevens.

Artikel 15 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De 'Verordening toeristenbelasting 2009' van december 2008 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3 De datum van ingang van heffing is 1 januari 2012.

  • 4 Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening toeristenbelasting 2012'.

Ondertekening

Vastgesteld ter openbare vergadering van 22 december 2011,
de griffier,                                 de voorzitter,