Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2009

Geldend van 31-12-2008 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2009

De raad van de gemeente Nunspeet;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 november 2008;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2009.

Hoofdstuk 1 Nieuw Hoofdstuk

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a. Vakantieonderkomens

Woningen en andere verblijven, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in

hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantiedoeleinden en andere recreatieve

doeleinden;

b. Mobiele kampeeronderkomens

Tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel

soortgelijke voertuigen die bestemd zijn voor dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie

en andere recreatieve doeleinden;

c. Niet-beroepsmatig verhuurde ruimten

Woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens

of stacaravans, die niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere

recreatieve doeleinden, maar wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden

verhuurd dan wel te huur aangeboden;

d. Vaste standplaats

Een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar

plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan.

Artikel 2 Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions,

conferentieoorden, opleidingscentra, vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet

beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan

ook door personen die niet in het persoonsregister van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder

de naam 'toeristenbelasting' een directe belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1 Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter

    beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

  • 2 De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van

    wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3 Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig

    degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het houden van verblijf met overnachten door degene

die:

a. als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen,

van hulpbehoevenden of van bejaarden verblijft;

b. als gehandicapte - afkomstig uit een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van

gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van bejaarden, dan wel onder auspiciën van een van

overheidswege erkende stichting of vereniging werkzaam op het gebied van zorg van zieken,

gebrekkigen, hulpbehoevenden of bejaarden - in groepsverband en onder leiding verblijft;

Nr. 81

c. als gebruiker van een woonwagen of woonschip als bedoeld in de Woonwagenwet, onderscheidenlijk

in de wet op de Woonwagens en Woonschepen, daarin overnacht;

d. als een asielzoeker, zijnde een vreemdeling als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de

Vreemdelingenwet, die een asielverzoek heeft ingediend waarover nog geen onherroepelijke

beslissing is genomen, van degene die een asielverzoek heeft ingediend waarop negatief is

beslist en van een verblijfsgerechtigde, die op basis van artikel 9, 10 of 15 van voornoemde

wet een verblijfsvergunning heeft, voor zover deze personen verblijf houden in een gelegenheid

als bedoeld in artikel 2, in het kader van de centrale opvang onder verantwoordelijkheid

van het ZBO Centrale Opvang Asielzoekers:

e. over dat belastingjaar voor het object waarin wordt overnacht een aanslag inzake forensbelasting

is of wordt opgelegd.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de heffingsmaatstaf

  • 1 Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:

    a. vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens en stacaravans, op vaste standplaatsen

    en in hoofdzaak bestemd voor het verblijf houden door een of meer leden van

    een zelfde huishouden gedurende de periode 1 maart tot en met 31 oktober bepaald op:

    2,73;

    b. vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens en stacaravans, op vaste standplaatsen

    en in hoofdzaak bestemd voor het verblijf houden door een of meer leden van

    eenzelfde huishouden gedurende de periode 1 januari tot en met 31 december bepaald

    op 2,4.

  • 2 Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht, wordt:

    a. ingeval verblijf wordt gehouden in vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens

    en stacaravans op vaste standplaatsen gedurende de periode 1 maart tot en met 31 oktober,

    bepaald op 60;

    b. ingeval verblijf wordt gehouden in vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens

    en stacaravans op vaste standplaatsen gedurende de periode 1 januari tot en met

    31 december, bepaald op 80.

Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire heffingsmaatstaf

In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane

aanvraag de heffingsmaatstaf vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt

dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal.

Artikel 8 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per overnachting € 0,70.

Artikel 9 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 10 Wijze van belastingheffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 11 Aanslaggrens

Geen belastingaanslag wordt vastgesteld indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid

wordt of is gegeven, gedurende het belastingjaar minder dan 100 zal of heeft belopen.

Artikel 12 Termijnen van betaling

De voorlopige aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt

op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet

is vermeld en de tweede twee maanden later.

Nr. 81

De aanslagen, niet zijnde voorlopige aanslagen, moeten worden betaald in één termijn welke vervalt

op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet

is vermeld.

Artikel 13 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal

na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks

schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen

ambtenaren zoals bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de gemeentelijke

belastingen.

Artikel 14 Nachtverblijfregister

  • 1 De belastingplichtige is gehouden per belastingjaar een vanwege de gemeente kosteloos ter

    beschikking te stellen nachtverblijfregister bij te houden.

  • 2 Het nachtverblijfregister bevat met betrekking tot ieder aan wie gelegenheid tot overnachten

    wordt verschaft, gegevens ten minste betreffende:

    a. namen en woonplaats;

    b. samenstelling van het gezin of de groep waarmee men reist;

    c. datum van aankomst en datum van vertrek;

    d. het aantal overnachtingen ter zake waarvan belasting verschuldigd is.

  • 3 Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd voor bepaalde gevallen of groepen

    van gevallen van de in het eerste lid bedoelde verplichting gehele of gedeeltelijke ontheffing te

    verlenen, zonodig onder door hen te stellen voorwaarden.

  • 4 Met betrekking tot verblijf, ter zake waarvan de belasting wordt geheven naar een forfaitaire

    regeling, is de in het eerste lid genoemde verplichting beperkt tot de in het tweede lid, onder a,

    genoemde gegevens

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De 'Verordening toeristenbelasting 2006' van 8 september 2005 wordt ingetrokken met ingang

    van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij

    van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3 De datum van ingang van heffing is 1 januari 2009.

  • 4 Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening toeristenbelasting 2009'.

Ondertekening

Vastgesteld ter openbare vergadering
van,
de griffier, de voorzitter,