Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenhefing 2016

Geldend van 23-12-2015 t/m 31-12-2016

De raad van de gemeente Nunspeet;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 november 2015;

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2016.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    'gebruik maken': gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer;

  • 2.

    perceel: een onroerende zaak, als bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven zoals is bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven voor het gebruik maken van een perceel waarvoor de gemeente volgens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting heeft tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente, naar de omstandigheden beoordeeld, wel of niet door eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel waarvoor volgens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarieven

De afvalstoffenheffing bedraagt per perceel per belastingjaar:

  • a.

    als dat perceel wordt gebruikt door één persoon: € 159,36;

  • b.

    als dat perceel wordt gebruikt door twee personen: € 184,30;

  • c.

    als dat perceel wordt gebruikt door meer dan twee personen: € 205,92;

  • d.

    als dat perceel recreatief wordt gebruikt: € 159,36.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven via aanslag.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsduur

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, als dit later is, bij het begin van de belastingplicht.

  • 2. Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar begint, is de belasting verschuldigd over de in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, resterende volledige kalendermaanden. De hoogte van de belasting wordt berekend door het tarief per belastingjaar te delen door twaalf en de uitkomst te vermenigvuldigen met het resterende aantal volledige kalendermaanden.

  • 3. Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat recht op ontheffing van de verschuldigde belasting voor de in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, resterende volledige kalendermaanden. De hoogte van de ontheffing wordt berekend door het tarief per belastingjaar te delen door twaalf en de uitkomst te vermenigvuldigen met het resterende aantal volledige kalendermaanden.

  • 4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing als de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en daar van een ander perceel gebruik maakt.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in maximaal twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,-- maar minder dan € 2.500,-- en zolang de verschuldigde bedragen door automatische incasso worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden vermelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding van afvalstoffenheffing

Bij de invordering van de afvalstoffenheffing kan kwijtschelding worden verleend. Bij de bepaling van de hoogte van de kwijtschelding wordt rekening gehouden met de bepalingen in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. In afwijking van artikel 16 van die regeling wordt een percentage van 100% van de bijstandsnorm gehanteerd.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven over de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • a.

    De 'Verordening afvalstoffenheffing 2005' laatstelijk gewijzigd op 18 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2016. Die verordening blijft echter wel van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • b.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • c.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

  • d.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Verordening afvalstoffenheffing 2016’.

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de gemeenteraad van Nunspeet op 17 december 2015.

de griffier, de voorzitter,