Regeling vervallen per 01-10-2013

Beleidsnotitie gemeente Nuth inzake de toepassing van de wet BIBOB op vergunningen voor horeca- en seksinrichtingen, op vergunningen op grond van de Woningwet en op aanbestedingen

Geldend van 10-10-2013 t/m 30-09-2013

Intitulé

Beleidsnotitie gemeente Nuth inzake de toepassing van de wet BIBOB op vergunningen voor horeca- en seksinrichtingen, op vergunningen op grond van de Woningwet en op aanbestedingen

1. Doel van de Wet BIBOB

De wet BIBOB, de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen Openbaar Bestuur, is op 1 juni 2003 in werking getreden. Deze wet geeft bestuursorganen de mogelijkheid zich te beschermen tegen het risico dat zij ongewild criminele activiteiten faciliteren. Bestuursorganen verlenen immers vergunningen en verstrekken subsidies aan burgers en bedrijven. Het kan gebeuren dat zo’n vergunning of subsidie wordt gebruikt voor criminele activiteiten, of om uit criminele activiteiten verkregen vermogen te benutten.

Hetzelfde geldt voor de rol van een bestuursorgaan als contractpartij bij aanbestedingen in de sfeer van ICT, milieu en bouw. Ook hierbij kan het voorkomen dat de opdrachtnemer criminele activiteiten heeft ontplooid en geld wit wil wassen of met het werk criminele activiteiten gaat ontplooien. De wet BIBOB geeft bestuursorganen een instrument in handen om zich tegen dit risico te beschermen, namelijk een extra weigeringsgrond om vergunningen of subsidies te weigeren of in te trekken of opdrachten in het kader vanaanbestedingen niet te gunnen (art. 3).

In de wet BIBOB is bepaald dat aan het bureau BIBOB een advies gevraagd kan worden om in het concrete geval te beoordelen of er sprake is van een ernstige mate van gevaar dat er strafbare feiten gepleegd zullen worden, dan wel zwart geld wit gewassen zal worden. Bestuursorganen kunnen zelf bepalen op welke wijze zij gebruik wensen te maken van de mogelijkheden van de wet BIBOB. Burgemeester en wethouders hebben op 7 september 2004 ervoor gekozen de mogelijkheden van de wet gefaseerd in te voeren. In eerste instantie zijn vergunningen voor prostitutie- en horeca-inrichtingen onder de werking van de wet gebracht. Met deze notitie wordt beleid ontwikkeld voor de toepassing van artikel 44a van de Woningwet. Verder wordt het door de raad op 22 april 2008vastgestelde Aanbestedingsbeleid verwerkt.

2. Doel beleidslijn

De Memorie van Toelichting bij de Wet BIBOB vermeldt dat bij de bestuursorganen en aanbestedende diensten de beslissing ligt al dan niet een BIBOB-advies aan te vragen. Vanwege deze keuzevrijheid verdient het de voorkeur dat dit gebeurt op basis van een te ontwikkelen beleid, waarin in algemene termen wordt aangegeven in welke gevallen advies wordt gevraagd aan Bureau BIBOB. Dit schept duidelijkheid naar de burgers en ondernemingen die mogelijk aan een BIBOB-onderzoek kunnen worden onderworpen. Bovendien schept het een helder kader voor de toetsing door de democratische controle-organen van de door het bestuur in een concreet geval genomen beslissing. Met name de afweging om tot een BIBOB-onderzoek over te gaan, dient - juist met het oog op het ingrijpende karakter van het instrument - weloverwogen en met inachtneming van de beginselen van behoorlijk bestuur te worden genomen. Daarbij spelen proportionaliteit, subsidiariteit, rechtszekerheid en rechtsgelijkheid een belangrijke rol.

In deze beleidslijn wordt aangegeven hoe de gemeente Nuth om zal gaan met aanvragen bij het bureau BIBOB en wordt ingegaan op de consequenties voor de aanvragers van een vergunning c.q. intekenaars bij een aanbesteding. De gemeente heeft al in 2004 een beleidsnotitie vastgesteld. Deze notitie dient als actualisering en moet verder worden beschouwd als een volgende stap in het kader van de deelname van de gemeente aan het Project Bestuurlijke Aanpak Georganiseerde Criminaliteit.

Toepassingsgebied.

Door de gemeente wordt de wet BIBOB toegepast in de volgende gevallen:

  • 1.

    vergunningen op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet;

  • 2.

    de APV-vergunningen voor de exploitatie van een horecagelegenheid;

  • 3.

    vergunningen voor een seksinrichting (inclusief escort-vergunningen) en

  • 4.

    vergunningen o.g.v. artikel 44 Woningwet.

    Ten aanzien van artikel 44 van de Woningwet heeft het college besloten de wet BIBOB toe te passen op aanvragen voor reguliere bouwvergunningen boven een bouwvolume van 1.000 m³ voor woningen, kantoorgebouwen en bedrijfsgebouwen met bijbehorende woning(en) en 2.000 m³ voor bedrijfsgebouwen zonder bijbehorende woning(en).

  • 5.

    Openbare aanbestedingen

    In de nota Aanbestedingsbeleid 2008 heeft het college (en vervolgens de gemeenteraad) besloten om bij openbare aanbestedingen de wet BIBOB toe te passen. In het licht van de proportionaliteitsgedachte is ervoor gekozen om niet ten aanzien van alle overheidsopdrachten de mogelijkheid open te stellen voor het vragen van een advies aan het bureau BIBOB. Het moet gaan om opdrachten met een aanzienlijke maatschappelijke of economische waarde, zodat mogelijk misbruik of criminele betrokkenheid aantrekkelijk wordt.

Bij de procedure van verlening (of controle van de vergunning welke kan leiden tot intrekking daarvan) van een van de genoemde vergunningen of bij een aanbestedingzal de gemeente steeds onderzoeken of artikel 3 van de wet BIBOB van toepassing is.

Artikel 3 bevat samengevat, de volgende elementen:

  • 1.

    een overheidsorgaan kan op basis van de Wet BIBOB een vergunning of subsidie weigeren of intrekken wanneer er sprake is van ernstig gevaar dat de beschikking mede gebruikt zal worden voor:

  • a.

    het benutten van voordelen uit strafbare feiten b. het plegen van strafbare feiten

  • 2.

    Wanneer een redelijk vermoeden bestaat dat ter verkrijging van de aangevraagde dan wel gegeven beschikking een strafbaar feit is gepleegd (bijvoorbeeld valsheid in geschrifte of omkoping).

3. Onderzoek door de gemeente zelf

In het kader van de wet BIBOB zal de gemeente een onderzoek instellen om te beoordelen of van een dergelijke situatie sprake is. Dit onderzoek behelst in ieder geval de controle en analyse van:

  • -

    de door de aanvrager/houder van de vergunning of inschrijverbeantwoorde vragen die zijn opgenomen in het door het college vastgestelde standaard aanvraagformulier2;

  • -

    de door hem/haar aangeleverde documenten die moeten worden meegestuurd op grond van het standaard aanvraagformulier;

  • -

    eventuele extra, op verzoek van de ambtenaar, overgelegde documenten of informatie;

  • -

    open bronnen onderzoek (Kamer van Koophandel, Kadaster enz.).

Overigens zal de gemeente uiteraard ook de bestaande weigeringsgronden die te maken hebben met integriteit van de aanvrager, zoals de eis niet in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn, alsmede de eisen genoemd in het besluit zedelijkheidseisen, behorend bij de Drank- en Horecawet onderzoeken. Indien reeds op grond van een van deze gronden de vergunning geweigerd dient te worden, zal dit uiteraard geschieden.

Als de gemeente op basis van het eigen onderzoek in het kader van de Wet BIBOB genoeg aanwijzingen heeft om in redelijkheid te kunnen vermoeden dat er sprake is van een ernstig vermoeden als bedoeld in de wet, zal de gemeente de vergunning of inschrijving kunnen weigeren. De weigering om het standaardvragenformulier als bedoeld in art. 30 van de wet volledig in te vullen dient als een ernstig gevaar te worden aangemerkt, aldus art. 4 van de wet.

Aanvraag om advies in een concreet geval bij het bureau BIBOB

Indien na dit eigen onderzoek vragen blijven bestaan over:

  • 1.

    de bedrijfsstructuur of;

  • 2.

    de financiering of;

  • 3.

    omstandigheden in de persoon van de aanvrager of inschrijver

kan het verantwoordelijke bestuursorgaan, hierna te noemen ‘het bevoegd gezag’ een advies vragen bij het landelijk bureau BIBOB (art. 9).

Een toetsing aan de wet BIBOB met behulp van een advies, geldt in beginsel als een uiterste middel om de integriteit van een betrokken (rechts)persoon te controleren. Het betekent een zware inbreuk op de privacy en er dient voldaan te zijn aan de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit. Het bevoegd gezag zal, zoals hierboven ook is uitgewerkt eerst gebruik dienen te maken van minder ingrijpende maatregelen. Tevens is een aanvraag van een BIBOB advies slechts gerechtvaardigd indien het gaat om een voldoende verdenking of een kwetsbaar, voor misbruik vatbaar, besluit met redelijke financiële of maatschappelijke belangen.

Ook indien het Openbaar Ministerie de tip geeft advies te vragen over de verlening of intrekking van een vergunning aan het landelijk bureau BIBOB, zal het bevoegd gezag dit advies ook daadwerkelijk vragen.

Het aanvragen van een advies bij het bureau BIBOB is geen beschikking in de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht. Hiertegen kan derhalve geen bezwaar of beroep worden ingesteld. Wel is het de aanvrager van een vergunning ten alle tijde toegestaan de aanvraag terug te trekken.

2Bij deze notitie behoren twee Vragenformulieren: een voor natuurlijke personen en een voor rechtspersonen.

4. Het onderzoek door het landelijk bureau BIBOB

Het landelijk bureau BIBOB zal, als er een advies is gevraagd, een nader onderzoek instellen en een advies uitbrengen over de mate van gevaar, als bedoeld in art 3 van de wet. Het landelijk bureau valt onder het ministerie van Justitie en heeft inzage in een aantal openbare en gesloten bronnen (bijvoorbeeld bij de belastingdienst, politie, justitie, IND, EZ, GBA, LISV, etc ) en kan hierdoor een meer diepgaand onderzoek doen dan de gemeente.

Welke personen en bedrijven worden in het onderzoek betrokken ? Uiteraard wordt de betrokkene, in dit geval de aanvrager van de vergunning of de inschrijver bij een aanbestedingzelf onderzocht. Daarnaast wordt onderzocht of deze misschien een relatie heeft tot strafbare feiten als bedoeld in de wet BIBOB. Dit betekent dat ook andere personen kunnen worden betrokken in het onderzoek. In artikel 3 van de wet is bepaald dat betrokkene in relatie staat tot strafbare feiten als die feiten door een ander gepleegd zijn en deze persoon:

  • 1.

    direct of indirect leiding geeft of heeft gegeven aan betrokkene, dan wel

  • 2.

    zeggenschap heeft overdan wel heeft gehad over betrokkene, dan wel

  • 3.

    vermogen verschaft dan wel heeft verschaft aan betrokkene, dan wel

  • 4.

    in een zakelijk samenwerkingsverband tot hem staat.

Deze andere persoon/personen kan/kunnen dus ook worden betrokken in het onderzoek.

De gemeente heeft de bestaande aanvraagformulieren voor vergunningen die hier worden bedoeld uitgebreid met een bijlage, waarin de vragen die genoemd zijn in artikel 30 van de wet BIBOB zijn opgenomen. Hierin wordt onder meer gevraagd wie de leidinggevenden dan wel vermogensverschaffers van betrokkene zijn en wat de wijze van financiering is. Al deze personen moeten er derhalve rekening mee houden dat zij onderworpen kunnen worden aan een BIBOB onderzoek.

5. Procedure

De gemeente doet het verzoek tot een adviesaanvraag bij het landelijk bureau BIBOB. Als er een BIBOB-advies wordt aangevraagd zal de aanvrager/houder van de vergunning of inschrijver bij een aanbestedingworden geïnformeerd door de gemeente. Het landelijk bureau BIBOB zal geen direct contact opnemen met de aanvrager van de vergunning, de inschrijver of de andere bij het onderzoek betrokken personen of bedrijven. Eventuele aanvullende vragen van het landelijk bureau BIBOB zullen via de gemeente aan betrokkenen worden gesteld. Het bureau BIBOB moet in beginsel binnen vier weken adviseren aan de gemeente. Deze termijn kan met nog eens vier weken worden verlengd. Het bureau BIBOB zal hiervan de gemeente in kennis stellen. De gemeente zal de aanvrager hiervan op haar beurt in kennis stellen. De beslistermijn voor de gemeente om te beslissen op de vergunningaanvraag wordt opgeschort gedurende de adviestermijn van het landelijk bureau. De gemeente moet in ieder geval binnen 16 weken beslissen op de vergunningaanvraag.

De gemeente zal, indien er het voornemen bestaat een negatieve beslissing te nemen op grond van een BIBOB- advies, de betrokkene in de gelegenheid stellen zijn zienswijze naar voren te brengen, betrokkene kan dan het BIBOB advies inzien. Derden die genoemd zijn in de beslissing worden aangemerkt als belanghebbenden in de zin van artikel 4:8 Awb en moeten, indien te verwachten is dat zij hiertegen bedenkingen hebben, ook in de gelegenheid worden gebracht om hun zienswijze naar voren te brengen. Dat zal altijd wel het geval zijn. Derden hebben overigens niet het recht om het advies in zijn geheel in te zien.

Tegen de uiteindelijke beslissing van de gemeente waarin een BIBOB advies is verwerkt kan wel bezwaar en beroep worden aangetekend, niet tegen de beslissing van de gemeente om een BIBOB advies aan te vragen.

6. Geheimhoudingsplicht

Het advies van het bureau zal worden gebruikt ter onderbouwing van de uiteindelijke beslissing omtrent de verlening dan wel intrekking van de vergunning of deelname aan de aanbesteding. Het advies moet geheim worden gehouden en slechts gegevens die noodzakelijk zijn ter motivering van de gevraagde beslissing, zullen worden bekend gemaakt aan de betrokkene en worden opgenomen in de beslissing op de vergunningaanvraag. Indien betrokkene gebruik wenst te maken van zijn recht een zienswijze in te dienen, heeft hij wel recht op inzage van het gehele advies. Gegevens over derden, die noodzakelijk zijn ter motivering van het besluit zullen ook aan deze derden ter kennis worden gebracht.

Indien een zekere mate van gevaar door het landelijk bureau wordt aangegeven, maar dit niet als ernstig wordt gekwalificeerd, of indien dit uit het onderzoek van de gemeente zelf komt, kunnen extra voorwaarden aan de vergunning worden gesteld.

Drie soorten adviezen

Het bureau BIBOB kan drie soorten adviezen afgeven:

  • -

    er is geen sprake van een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet BIBOB;

  • -

    er is sprake van een ernstige mate van gevaar;

  • -

    een mindere mate van gevaar.

In het eerste geval kan de vergunning of deelname aan de aanbesteding niet geweigerd worden op grond van de wet BIBOB. In het tweede geval dient de gemeente af te wegen of in dit concrete geval inderdaad de vergunning geweigerd zal worden op grond van de wet BIBOB. Er kunnen omstandigheden aanwezig zijn dat de gemeente, ondanks het advies, doet besluiten de vergunning te verlenen. Net zoals in het laatste geval kunnen er extra voorwaarden verbonden worden aan de vergunning, zoals bijvoorbeeld het periodiek overleggen van de boekhouding om beter te kunnen controleren of er inderdaad geen sprake is van een situatie bedoeld in artikel 3 van de wet.

Ondertekening

Vastgesteld door de burgemeester, onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders d.d. 18 november 2008.
De burgemeester van Nuth,
Mr. H.G. Vos
Burgemeester en wethouders van Nuth,
de secretaris de burgemeester
mr. F.L.J. van Vloten mr. H.G. Vos