Regeling vervallen per 31-12-2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nuth houdende regels omtrent afvalstoffenheffing Verordening afvalstoffenheffing 2018

Geldend van 25-11-2017 t/m 30-12-2018

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nuth houdende regels omtrent afvalstoffenheffing Verordening afvalstoffenheffing 2018

De raad van de gemeente Nuth;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 september 2017

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;

besluit vast te stellen de volgende verordening

Verordening op de heffing en invordering van Afvalstoffenheffing 2018

(“Verordening afvalstoffenheffing 2018”)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    perceel: een gebouwde onroerende zaak – of een gedeelte daarvan – dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is om als afzonderlijk geheel door een particuliere huishouding te worden gebruikt en ook als zodanig wordt gebruikt. Met perceel wordt gelijkgesteld een stacaravan, een woonboot, een woonwagen en een demontabel zomer- of vakantiehuisje, indien gebruikt door een particuliere huishouding;

  • b.

    gft-afval: groente, fruit- en tuinafval;

  • c.

    restafval: huishoudelijk afval niet zijnde gft-afval;

  • d.

    mini-container: de vanwege de gemeente uitgezette ophaalbakken, waaronder city-bins, onderverdeeld in de verschillende volumina;

  • e.

    verzamelcontainer: de vanwege de gemeente geplaatste verzamelcontainers, die kunnen worden ontsloten door middel van chipkaarten;

  • f.

    gebruik maken: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam "Afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzame-len van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van het perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel in gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte in gebruik heeft afgestaan.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Een belastingplichtige die om medische redenen genoodzaakt is om extra afval te moeten aanbieden aan de gemeentelijke inzameldienst, kan op aanvraag in aanmerking komen voor een ver-mindering van 60 % van de verschuldigde belasting als gevolg van het aantal aangeboden ledigingen restafval, bedoeld in hoofdstuk 1, lid 2c en lid 2d van de bij deze verordening behorende tarieventabel, in zoverre deze het aantal ledigingen restafval van 5 op halfjaarbasis per huishouden overstijgt. De ver-mindering kan maximaal € 30,- per belastingtijdvak bedragen.

Artikel 5 Belastingstijdvak

  • 1. Met betrekking tot de belasting die per belastingjaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de belasting die per lediging/inworp wordt geheven is het belastingtijdvak gelijk aan een kalenderhalfjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting bedoeld in onderdeel 1 van hoofdstuk 1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. De belasting bedoeld bij de overige onderdelen van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 5. Het derde en het vierde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente ver-huist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. Bij niet-automatische incasso:

    De aanslag moet worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de twee-de een maand later.

  • 2. Bij automatische incasso:

    De aanslag moet worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste vier en maximaal tien bedraagt.

  • 3. In afwijking van het tweede lid geldt, dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaal-termijnen, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslag-biljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbil-jet is vermeld en de tweede termijn een maand later;

  • 4. In afwijking van de voorgaande leden moet de belasting als bedoeld in de onderdelen 2 tot en met 6 van hoofdstuk 1 van de tarieventabel worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

  • 5. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

  • 1. Voor de belasting bedoeld in hoofdstuk 1, onderdeel 1 van de bij deze verordening behorende tarieven-tabel kan kwijtschelding worden verkregen tot 100 %.

  • 2. Van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1, onderdelen 2 t/m 4 van de bij deze verordening behorende tarieventabel kan kwijtschelding worden verleend tot een maximum van € 60,00 per belastingtijdvak.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 11 Overgangsrecht

De "Verordening afvalstoffenheffing 2017" vastgesteld bij raadsbesluit van 10 november 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing 2018".

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 24 oktober 2017.

De griffier,

Dhr. P.J.M. Boyen

De voorzitter,

Mevr. D.H. Schmalschläger

Bijlage 1 Tarieventabel

behorende bij de "Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2018"

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Hoofdstuk 1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

1.

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar

€ 115,00

2.

Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting per lediging van:

a.

een mini-container, bestemd voor GFT-afval met een inhoud van 140 liter

€ 0,00

b.

een mini-container, bestemd voor GFT-afval met een inhoud van 240 liter

€ 0,00

c.

een mini-container, bestemd voor rest-afval met een inhoud van 140 liter

€ 5,90

d.

een mini-container, bestemd voor rest-afval met een inhoud van 240 liter

€ 8,00

3.

Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting voor percelen die voor de afvalverwijdering zijn aangewezen op het ondergrondse inzamelsysteem per aanbieding:

  • a.

    bij een 60 liter trommel, bestemd voor restafval

  • b.

    bij een 30 liter trommel, bestemd voor restafval

  • c.

    bij een 60 liter trommel, bestemd voor GFT-afval

  • d.

    bij een 30 liter trommel, bestemd voor GFT-afval

€ 1,45

€ 0,75

€ 0,00

€ 0,00

4.

Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting aanbieding van een gekenmerkte vuilniszak

€ 1,45

5.

  • a.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting voor de aanbieding van een gekenmerkte afvalzak voor de verpakkingsmaterialen kunststof, drankenkartons en blik

€ 0,00

  • b.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting voor de aanbieding van de BEST zak

€ 0,00

6.

Onverminderd het bepaalde in de leden 1 t/m 5 bedraagt het tarief voor

  • a.

    het in gebruik hebben van een extra restafval container of meer     dan twee GFT containers, per container per jaar of een gedeelte daarvan

€ 10,00

  • b.

    het op aanvraag omwisselen van één of meer containers, per keer

€ 25,00

  • c.

    het op aanvraag leveren van één of meer extra containers per keer

€ 25,00

7.

In afwijking van het bepaalde in het zesde lid, onderdelen b. en c. kan:

a.

een nieuw ingezetene van de gemeente, die als belastingplichtige wordt aangemerkt, gedurende een periode van zes maanden nadat de belastingplicht is ontstaan, kosteloos éénmaal van containervolume wisselen;

b.

de belastingplichtige, die binnen de gemeente verhuist gedurende een periode van zes maanden nadat de verhuizing heeft plaatsgevonden, kosteloos éénmaal van containervolume wisselen.

Hoofdstuk 2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het achterlaten van de volgende (grove) huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats:

a.

Papier en karton

gratis

b.

Glas

gratis

c.

Klein chemisch afval

gratis

d.

Vet en (motor) olie maximaal volume 20 liter

gratis

e.

Metaal

gratis

f.

Textiel

gratis

g.

Kringloopgoederen

gratis

Best-tassen

gratis

h.

Elektrische apparaten

gratis

i.

Asbesthoudend afval

gratis

j.

Auto- of motorband zonder velg (max 20 inch, 4 stuks))

gratis

k.

Tuinafval

gratis

l.

Snoeiafval/kerstbomen

gratis

m.

Gips (geen cel- of gasbeton)

gratis

n.

Verpakkingsafval (plastic, metaal, drankenkartons)

gratis

o.

Harde kunststoffen

gratis

p.

Gasflessen en gastanks (explosie veilig aangeleverd)

gratis

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het achterlaten van de volgende (grove) huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats:

a.

Grof huisvuil (per m3)

€ 25,00

b.

Rest + GFT-afval (per 50 liter)

€ 1,25

c.

Hout kwaliteit A,B,C (eerste twee keer gratis)

€ 15,00

d.

Auto- of motorband met velg, per stuk (maximaal 4 stuks)

€ 1,60

f.

Bestelwagenband > 20” per stuk (maximaal 4 stuks)

€ 3,50

g.

Vrachtwagenband, per stuk (maximaal 2 stuks)

€ 15,00

h.

Tractorband, per stuk (maximaal 2 stuks)

€ 22,00

h.

Schone grond, per m3

€ 10,00

i.

Vervuilde grond, per m3

€ 90,00

j.

Schoon puin, per m3

€ 10,00

k.

Vervuild puin, per m3

€ 90,00

l.

Dakleer per m3

€ 25,00

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het van gemeentewege ophalen van grof huishoudelijk afvalstoffen aan huis:

a.

per keer

€ 35,00

Hoofdstuk 3 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze tarieventabel treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van haar bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 24 oktober 2017,

griffier,

Dhr. P.J.M. Boyen

voorzitter,

Mevr. D.H. Schmalschläger