Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften 2006

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften 2006

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Oegstgeest;

ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 mei 2006, nr. 68/06;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

b e s l u i t e n :

vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENINGINZAKE DE BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN 2006

HOOFDSTUK I BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.verwerend orgaan :

bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

b.commissie :

vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften;

c.indiener :

degene die een bezwaarschrift heeft ingediend.

HOOFDSTUK II DE COMMISSIE

Artikel 2

Inleidende bepalingen

  • 1.

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2.

    De commissie is niet bevoegd ten aanzien van:

    • a.

      bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      bezwaren die zijn ingediend tegen besluiten die betrekking hebben op rechtspositionele aangelegenheden van bij de gemeente Oegstgeest werkzame personen

Inleidende bepaling

Artikel 3

Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit één eerste voorzitter, één plaatsvervangend voorzitter en zes leden, met dien verstande dat deze functies onverenigbaar zijn met het lidmaatschap van de raad, met het ambt van burgemeester van Oegstgeest en met de in artikel 13 van de Gemeentewet genoemde betrekkingen.

  • 2.

    Het bepaalde in artikel 10 van de Gemeentewet ten aanzien van raadsleden is van overeenkomstige toepassing op de leden als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, met uitzondering van het vereiste van ingezetenschap van de gemeente.

  • 3.

    De commissie is onderverdeeld in twee kamers die belast worden met de behandeling van bezwaarschriften.

  • 4.

    Elke kamer bestaat uit drie leden:

    • a.

      een voorzitter overeenkomstig artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht, zijnde de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter;

    • b.

      ten minste twee andere leden,

    • c.

      De samenstelling van de kamers verschilt per vergadering.

  • 5.

    Op de werkwijze van de kamers is het bepaalde in deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4

Benoeming

  • 1.

    De (plv.) voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 2.

    De (plv.) voorzitter en de leden van de commissie als bedoeld in artikel 3, eerste en lid, leggen zo spoedig mogelijk nadat zij zijn benoemd in de vergadering van de commissie, in handen van de burgemeester, de volgende eed (verklaring en belofte) af:

“Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de commissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.”

Artikel 5

Secretaris

  • 1.

    De secretaris van de commissie is een door burgemeester en wethouders aan-gewezen ambtenaar.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen meerdere secretarissen aanwijzen.

  • 3.

    De secretarissen kunnen zich ten behoeve van de werkzaamheden voor de commissie door andere ambtenaren van de gemeente laten bijstaan.

Artikel 6 Zittingsduur en vergoeding

  • 1. De zittingsduur van de leden en (plv.) voorzitter is gelijk aan die van de gemeenteraad. De leden en (plv.) voorzitter van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de gemeenteraad. Aftredende leden en (plv.) voorzitter kunnen terstond worden herbenoemd, met dien verstande dat de in artikel 3 bedoelde leden slechts eenmaal herbenoembaar zijn.

  • 2. Op het moment dat de meerderheid van de commissieleden moet aftreden omdat zij niet meer herbenoembaar zijn, geldt een rooster van aftreden om de continuïteit van het functioneren van de commissie te waarborgen.

  • 3. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen. Zij dienen dit schriftelijk in bij het college van burgemeester en wethouders.

  • 4. De aftredende (plv.) voorzitter en leden van de commissie blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien.

  • 5. De commissieleden ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden. De hoogte van deze vergoeding wordt vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders.

HOOFDSTUK III DE PROCEDURE

Artikel 8

Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Alle correspondentie namens de commissie(voorzitter) wordt door de secretaris ondertekend.

  • 3.

    De secretaris roostert de in handen van de commissie gestelde bezwaarschriften in voor een hoorzitting, tenzij met toepassing van artikel 7:3 Awb wordt afgezien van een hoorzitting. Per zittingsavond worden er in principe minimaal twee en maximaal vier hoorzittingen gehouden, tenzij de aard van de zaken zich hiertegen verzet.

  • 4.

    Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 9

Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden inzake de hierna genoemde artikelen van de Algemene wet bestuursrecht worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • -

    2:1 tweede lid

  • -

    6:6 voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn

  • -

    6:17 voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling

door de commissie

  • -

    7:4 tweede lid

  • -

    7:6 vierde lid

Artikel 10

Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van de met de behandeling belaste kamer is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de kamer bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen.

Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 11

Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de indiener, overige belanghebbenden en het verwerende orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3.

    Indien de voorzitter op grond van de in het tweede lid genoemde artikel besluit van het horen af te zien, doet hij daarvan mededeling aan:

    • a.

      de indiener

    • b.

      de belanghebbenden en

    • c.

      het verwerend orgaan.

Artikel 12

Uitnodiging zitting

  • 1.

    De voorzitter deelt de indiener, evt. andere belanghebbenden en het verwerende orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

  • 2.

    Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de indiener, evt. andere belanghebbenden of het verwerende orgaan, onder opgaaf van redenen, de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de indiener, evt. andere belanghebbenden en het verwerende orgaan meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 13

De hoorzitting

  • 1.

    Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden van een kamer, waaronder in ieder geval de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

  • 2.

    De (plv.) voorzitter en leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaar- of beroepschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 14

Openbaarheid zitting

  • 1.

    De zittingen van de commissie zijn openbaar.

  • 2.

    De voorzitter beslist, hetzij uit eigen beweging, hetzij op verzoek van een van de belanghebbenden, of de hoorzitting achter gesloten deuren zal plaatsvinden.

Artikel 15

Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Algemene wet bestuursrecht vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt vastgesteld door de voorzitter van de commissie en ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

Artikel 16

Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de commissieleden, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De voorzitter kan naar aanleiding van de nadere informatie op eigen initiatief besluiten dat een nieuwe hoorzitting belegd moet worden.

    De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting, zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17

Beraadslaging en advies

1.

De kamer beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

2.

a. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

b. Indien bij een stemming de stemmen staken, dan beslist de stem van de voorzitter.

c. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

3.

Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

4.

Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

5.

Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 15 en eventueel ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

6.

Indien naar het oordeel van de voorzitter de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, ontoereikend is voor het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het in het vijfde lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

7.

Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

8.

Het bestuursorgaan zendt de commissie een afschrift van zijn beslissing op het bezwaarschrift.

HOOFDSTUK IV SLOTBEPALINGEN

Artikel 18

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 20 juni 2006. Terzelfder tijd vervalt de Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften 2002.

Artikel 19

Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften 2006”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oegstgeest, gehouden op 3 juli 2006.
De raad voornoemd,
, voorzitter.
, griffier.
Het college van burgemeester en wethouders,
, secretaris.
, burgemeester.