Regeling vervallen per 01-01-2022

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest houdende regels omtrent financiën maatschappelijke ondersteuning (Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2021)

Geldend van 01-01-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest houdende regels omtrent financiën maatschappelijke ondersteuning (Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2021)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest;

gelet op artikel 11, 13 en 20 van de Verordening Maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2020

b e s l u i t:

Vast te stellen het

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2021

Artikel 1. Bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Huishoudelijke Ondersteuning

a)

De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Huishoudelijke ondersteuning basis, speciaal en thuisondersteuning luiden per maand:

Omschrijving

Non- professional

Zzp

Instelling

Huishoudelijke Ondersteuning Basis

€ 148,50

€ 189,00

€ 243,00

Huishoudelijke Ondersteuning Basis intensief

€ 258,50

€ 329,00

€ 423,00

 
 
 
 

Huishoudelijke Ondersteuning Speciaal

€ 200,75

€ 255,50

€ 328,50

Huishoudelijke Ondersteuning Speciaal intensief

€ 341,00

€ 434,00

€ 558,00

 
 
 
 

Thuisondersteuning

€ 280,50

€ 357,00

€ 459,00

Thuisondersteuning intensief

€ 431,75

€ 549,50

€ 706,50

b)

Indien via het persoonsgebonden budget meerdere typen van ondersteuners (non-professional en/of zzp en/of instelling) worden ingehuurd, dan wordt de hoogte van het persoonsgebonden budget maximaal vastgesteld op het bedrag dat past bij het totaal benodigde ingeschatte product en de zwaarste type ondersteuner waarvan de cliënt gebruik wil maken.

Artikel 2. Bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Begeleiding Individueel

a)

De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Individuele begeleiding luiden per maand:

Omschrijving

Non- professional

Zzp

Instelling

Begeleiding Individueel Basis regulier

€ 140,00

€ 224,00

€ 252,00

Begeleiding Individueel Basis middel

€ 335,00

€ 536,00

€ 603,00

Begeleiding Individueel Basis zwaar

€ 527,50

€ 844,00

€ 949,50

 
 
 
 

Begeleiding Individueel Speciaal regulier

nvt

€ 316,00

€ 355,50

Begeleiding Individueel Speciaal middel

nvt

€ 740,00

€ 832,50

Begeleiding Individueel Speciaal zwaar

nvt

€ 1.168,00

€ 1.314,00

b)

Indien via het persoonsgebonden budget meerdere typen van ondersteuners (non-professional en/of zzp en/of instelling) worden ingehuurd, dan wordt de hoogte van het persoonsgebonden budget maximaal vastgesteld op het bedrag dat past bij het totale benodigde ingeschatte product en de zwaarste type ondersteuner waarvan de cliënt gebruik wil maken.

Artikel 3. Bedragen voor het persoonsgebonden budget voor Begeleiding groep

De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor groepsbegeleiding* luiden per maand:

Omschrijving

Non-professional

Zzp

Instelling

Begeleiding groep Basis

Nvt

€ 284,50

€ 320,00

Begeleiding groep basis (incl vervoer)

Nvt

€ 365,50

€ 401,00

Begeleiding groep Basis (intensief)

Nvt

€ 711,25

€ 800,25

Begeleiding groep basis (intensief en incl vervoer)

Nvt

€ 913,75

€ 1.002,75

 
 
 
 

Begeleiding groep Speciaal

Nvt

€ 438,00

€ 492,75

Begeleiding groep Speciaal (incl vervoer)

Nvt

€ 540,25

€ 595,00

Begeleiding groep Speciaal (Intensief)

Nvt

€ 1.094,75

€ 1.231,50

Begeleiding groep Speciaal (intensief en incl vervoer)

Nvt

€ 1.350,75

€ 1.487,75

*Bij PGB voor dagbesteding / begeleiding groep vervalt het onderscheid dat in zorg in natura gemaakt wordt tussen A en B omdat het prijsverschil tussen 1 dagdeel A en 1 dagdeel B zeer beperkt is. Bij groepsbegeleiding wordt de hoogte van het PGB berekend door het in artikel 11.5 van de verordening 2020 genoemde percentage te nemen van het (gewogen) dagdeeltarief in natura en deze te vermenigvuldigen met het midden van de bandbreedte van de gehanteerde intensiteit.

Artikel 4. Additionele tarieven per dagdeel en per uur

Indien met de bedragen genoemd in artikel 1, 2 en 3 niet het gewenste resultaat bereikt wordt binnen de maximaal gestelde uren/dagdelen, kan op basis van individueel maatwerk tot een oplossing worden gekomen. Hiervoor worden de pgb tarieven verhoogd (tot maximaal het resultaatbedrag in Zorg in Natura voor het betreffende product) met de volgende tarieven per uur/dagdeel:

Omschrijving

Non- professional

Zzp

Instelling

Huishoudelijke ondersteuning Basis

€ 14,00

€ 18,50

€ 23,75

Huishoudelijke ondersteuning Speciaal*

€ 14,00

€ 18,50

€ 25,50

Thuisondersteuning*

€ 14,00

€ 18,50

€ 26,50

 
 
 
 

Begeleiding Individueel Basis

€ 24,00

€ 38,50

€ 43,25

Begeleiding Individueel Speciaal

nvt

€ 53,25

€ 60,00

 
 
 
 

Begeleiding groep basis (per dagdeel)

nvt

€ 22,00

€ 24,50

Begeleiding groep basis met vervoer (per dagdeel)

nvt

€ 28,00

€ 30,75

Begeleiding groep speciaal (per dagdeel)

nvt

€ 33,75

€ 38,00

Begeleiding groep speciaal met vervoer (per dagdeel)

nvt

€ 41,50

€ 45,75

*Voor de aanvullende tarieven bij huishoudelijke ondersteuning Speciaal en Thuisondersteuning is voor het non-professionele en zzp tarief aangesloten bij het tarief van Huishoudelijke ondersteuning basis. Voor het aanvullend tarief bij Huishoudelijke ondersteuning Basis informeel is gekozen voor een tarief vergelijkbaar met 111% van het wettelijk minimumloon.

Artikel 5. Bedragen voor het persoonsgebonden budget voor overige maatwerkvoorzieningen

De bedragen voor het persoonsgebonden budget voor overige maatwerkvoorzieningen luiden:

Omschrijving

Informeel

zzp

Instelling

Kortdurend verblijf (per etmaal, max. 52/kalenderjaar)

€ 65,00

€ 104,00

€ 117,00

Maaltijdvoorziening (per uur) *

€ 14,00

€ 18,50

€ 25,50

Kindverzorging (per uur) *

€ 14,00

€ 18,50

€ 25,50

Lijfgebonden ondersteuning (per uur)

€ 24,00

€ 38,50

€ 43,25

* Bij de maatwerkvoorzieningen kindverzorging en maaltijdvoorziening is aansluiting gezocht bij de additionele tarieven voor huishoudelijke ondersteuning speciaal omdat dit product wat betreft inhoud het meest aansluit bij de genoemde maatwerkvoorzieningen.

Artikel 6. Bedragen voor het persoonsgebonden budget bij koop en huur van hulpmiddelen

Lid 1.

Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel en scootmobiel omvat twee bestanddelen: een eenmalige vergoeding voor de aanschaf inclusief standaard fabrieksopties en een jaarlijkse tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, reparatie en eventueel verzekering. Het persoonsgebonden budget voor aanschaf, verzekering en onderhoud voor de gehele gebruiksperiode bedraagt ten hoogste:

Type voorziening

Bedrag

Handbewogen rolstoel voor incidenteel/kortdurend gebruik

€ 525,00

Handbewogen rolstoel voor continu gebruik

€ 3.000,00

Handbewogen rolstoel voor (semi-)permanent/algemeen gebruik

€ 1.850,00

Handbewogen rolstoel voor actief gebruik

€ 3.200,00

Handbewogen kinderrolstoel voor (semi) permanent/actief gebruik

€ 2.600,00

Handbewogen kinderrolstoel voor permanent gebruik

€ 3.600,00

Elektrische rolstoel voor (semi-)permanent gebruik, primair binnen, maar ook om het huis

€ 9.000,00

Elektrische rolstoel voor (semi-)permanent gebruik, primair buiten, maar ook binnenshuis

€ 11.000,00

Elektrische kinderrolstoel

€ 12.000,00

Scootmobiel voor gebruik in de woonomgeving (minimaal 8 km/uur)

€ 2.675,00

Scootmobiel voor gebruik in de woonomgeving (minimaal 10 km/uur)

€ 3.400,00

Scootmobiel voor langere afstanden en intensief gebruik (minimaal 15 km/uur)

€ 4.200,00

Lid 2.

Indien de inwoner het persoonsgebonden budget aanwendt voor het huren van een hulpmiddel ontvangt hij per kalenderjaar het in het eerste lid genoemde totaalbedrag, gedeeld door het aantal gebruiksjaren (voor een hulpmiddel: 7).

Lid 3.

De restwaarde van het hulpmiddel kan worden teruggevraagd en wordt als volgt bepaald:

Bij verhuizing of overlijden of niet meer adequaat zijn van de voorziening

Restwaarde als percentage van het verstrekte persoonsgebonden budget

Eerste jaar

60%

Tweede jaar

50%

Derde jaar

40%

Vierde jaar

30%

Vijfde jaar

20%

Zesde jaar

10%

Zevende jaar

0%

Lid 4.

Voor onderhoud en reparatie van een traplift die via een persoonsgebonden budget is gekocht kan de inwoner maximaal € 217 op jaarbasis voor reparatie en onderhoud declareren gedurende 7 jaar na aankoop.

Artikel 7. Bedragen Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (regiotaxi)

Lid 1.

Personen die een (maatwerk)voorziening ontvangen in de vorm van het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) moeten een bijdrage betalen in de vorm van een opstaptarief en een tarief per zone. Dit tarief bedraagt € 0,81 per zone.

Lid 2.

Op jaarbasis bestaat de (maatwerk)voorziening CVV uit maximaal 456 zones voor het gebruik van het CVV.

Artikel 8. Bedragen vervoer

Lid 1.

De vergoedingen voor verschillende maatwerkvoorzieningen voor vervoer op jaarbasis maximaal:

  • a.

    voor vervoer per taxi € 1.884,00

  • b.

    voor een combinatie van taxi en vervoer met de eigen auto € 1.230,00

  • voor taxi € 942,00

  • plus voor vervoer met de eigen auto € 288,00

  • c.

    voor een rolstoeltaxi € 2.832,00

  • d.

    voor een voor rolstoelgebruik aangepast vervoermiddel € 576,00

  • e.

    voor gebruik eigen auto € 576,00

  • f.

    voor een combinatie van c en d:

  • voor de rolstoeltaxi (1.000 kilometer) € 1.416,00

  • plus voor rolstoelgebruik aangepast vervoermiddel (1.000 kilometer) € 288,00

  • g.

    Voor een bruikleenauto/buitenwagen met verbrandingsmotor € 240,00

Lid 2.

De hoogte van de bedragen wordt voor inwoners tot 16 jaar gesteld op een percentage van de in het eerste lid genoemde bedragen op:

  • a.

    0% voor aanvragers tot 4 jaar;

  • b.

    25% voor aanvragers van 4 tot 6 jaar;

  • c.

    50% voor aanvragers van 6 tot 12 jaar; en

  • d.

    75% voor aanvragers van 12 tot 16 jaar.

Lid 3.

Voor zover echtgenoten of partners beiden in aanmerking komen voor een maatwerkvoorziening vervoer dan wel voor het CVV en tenminste één van hen kan geen gebruik maken van het CVV, wordt aan elk van hen een percentage (25%, 50% dan wel 75%, afhankelijk van de gezamenlijke vervoersbehoefte) van het maximumbedrag voor vervoer per reguliere taxi toegekend.

Partners zijn personen die meerderjarig zijn en getrouwd of geregistreerd partner zijn of een door een notaris opgemaakt samenlevingscontract met een wederzijdse zorgverplichting hebben afgesloten of allebei op hetzelfde adres staan ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente of een vergelijkbare administratie buiten Nederland.

Lid 4.

Indien belanghebbende gebruik maakt van een andere maatwerkvoorziening zoals een scootmobiel, dan wel een eigen verplaatsingsmiddel, kunnen de zones en bedragen van artikel 7 en 8 met 50% worden verlaagd, afhankelijk van de mate waarin het andere verplaatsingsmiddel in de vervoersbehoefte voorziet.

Artikel 9. Bedragen voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een tegemoetkoming

Indien het primaat van verhuizing geldt bedraagt de tegemoetkoming voor verhuiskosten € 2.012 eenmalig.

Artikel 10. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen

Lid 1.

De hoogte van de bijdrage voor een maatwerkvoorziening wordt vastgesteld overeenkomstig het van toepassing zijnde Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en bedraagt nooit meer dan:

  • a.

    de kostprijs van de maatwerkvoorziening in natura;

  • b.

    de hoogte van het persoonsgebonden budget voor een maatwerkvoorziening;

Lid 2.

De termijn van de inning van bijdrage voor een maatwerkvoorziening is:

  • a.

    gelijk aan de verstrekkingsduur van een maatwerkvoorziening in natura, anders dan in eigendom;

  • b.

    gelijk aan de verstrekkingsduur van een periodiek persoonsgebonden budget;

  • c.

    gelijk aan de termijn tot de kostprijs van de voorziening is betaald, die in de toekenningsbeschikking van het persoonsgebonden budget voor een maatwerkvoorziening is vermeld (tot de maximale gebruiksduur van het product).

Lid 3.

De maximale bijdrage, als bedoeld in artikel 13 lid 2 van de Verordening 2020, voor een woonvoorziening in de vorm van een traplift bedraagt € 1.875 of, indien dit lager is, 75% van de daadwerkelijke kosten van de traplift.

Lid 4.

De inning van de bijdrage voor een maatwerkvoorziening stopt te allen tijde bij het overlijden van belanghebbende of bij beëindiging van de maatwerkvoorziening.

Lid 5.

De persoon, aan wie een maatwerkvoorziening in de vorm van een tegemoetkoming is verleend, is geen bijdrage verschuldigd.

Artikel 11. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in dit

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2021, indien toepassing daarvan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 12. Citeertitel en inwerkingtreding

  • a. Dit Besluit wordt aangehaald als: 'Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2021'.

  • b. Dit Besluit treedt in werking op 1 januari 2021;

  • c. Met de inwerkingtreding van dit Besluit worden het 'Besluit maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2020’ ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 15 december 2020

Het College van Burgemeester en wethouders,

De secretaris,

J. Versluis

de burgemeester,

E.R. Jaensch

Ondertekening