Regeling vervallen per 01-01-2021

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest houdende regels omtrent de tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) Oegstgeest)

Geldend van 10-03-2021 t/m 31-12-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2021

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest houdende regels omtrent de tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) Oegstgeest)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest,

gelet op:

  • -

    titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikelen 3, 4, 13, 15, 32, 33, 34 en 35 Participatiewet;

overwegende dat:

  • -

    het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden een burger in aanmerking kan komen voor een tegemoetkoming Tijdelijke ondersteuning noodzakelijk kosten (TONK);

  • -

    het daarom wenselijk is voor dit doel aparte, tijdelijke, beleidsregels vast te stellen.

besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Participatiewet;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest;

  • c.

    inkomensterugval: een onvoorzienbare, onvermijdelijke en substantiële terugval in het inkomen van ten minste 25% als gevolg van de coronacrisis;

  • d.

    zelfstandig ondernemer: zelfstandige die voldoet aan de definitie in artikel 1b van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004.

Artikel 2 Doelgroep TONK

  • 1. Een tegemoetkoming TONK is bedoeld voor de aanvrager die door de huidige omstandigheden als gevolg van de coronacrisis te maken heeft met een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in zijn of haar inkomen van ten minste 25% en die daardoor de woonlasten niet meer kan voldoen.

  • 2. Niet tot de doelgroepen behoren aanvragers:

    • a.

      die aanspraak kunnen maken op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 en ingeschreven staan voor een studie, studiefinanciering ontvangen op grond van de genoemde wet en aanvragers die een tegemoetkoming ontvangen op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

    • b.

      die op grond van artikel 13, eerste lid van de Participatiewet geen recht hebben op bijstand.

Artikel 3 Huishouden

  • 1. Om het huishoudinkomen te bepalen zijn de artikelen 3 en 4 van de Participatiewet van toepassing.

Artikel 4 Beschikbare middelen

  • 1. Het huishoudinkomen wordt vastgesteld op basis van het bepaalde in artikel 32 en 33 van de Participatiewet;

  • 2. Er is sprake van een partnertoets;

  • 3. Er wordt een beperkte vermogenstoets uitgevoerd. Hierbij worden de beschikbaar middelen is aanmerking genomen. Beschikbare middelen zijn middelen waarover de aanvrager beschikt of redelijkerwijs kan beschikken;

  • 4. Onder beschikbare middelen wordt verstaan:

    • a.

      contant geld;

    • b.

      geld op betaal- en spaarrekeningen;

    • c.

      cryptovaluta (zoals bitcoins);

    • d.

      de waarde van effecten (hierbij gaat het om beleggingsrekeningen met aandelen, obligaties, en opties en effecten in depot).

  • 5. Het betreft de beschikbare middelen van de aanvrager en de partner van de aanvrager.

  • 6. Bij het bepalen van de hoogte van het vermogen worden de vermogensgrenzen uit de Participatiewet gehanteerd. De vermogensgrenzen zoals voor 2021 van kracht zijn:

    • a.

      € 6.295,- voor een alleenstaande;

    • b.

      € 12.590,- voor een alleenstaande ouder;

    • c.

      € 12.590,- voor de gehuwden tezamen (gezin).

  • 7. Voor zelfstandig ondernemers worden de vermogensgrenzen uit de huurtoeslagwet gehanteerd. Deze bedragen € 31.340,- voor alleenstaanden/alleenstaande ouders en € 62.680,- voor gehuwden/samenwonenden.

Artikel 5 Draagkracht

  • 1. Alle inkomsten boven 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm worden als draagkracht aangemerkt;

  • 2. Alle middelen boven de in artikel 4, zesde en zevende lid, genoemde bedragen wordt als draagkracht aangemerkt.

Artikel 6 Voorwaarden tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten

  • 1. Het college kan een tegemoetkoming TONK verstrekken aan de aanvrager die te maken heeft met een inkomensterugval, waardoor de betaling van noodzakelijke kosten niet mogelijk is uit de beschikbare geldmiddelen;

  • 2. Aanvrager verklaart dat de substantiële terugval van het inkomen van ten minste 25% het gevolg is van de maatregelen in verband met het coronavirus (Covid-19);

  • 3. Het college verstrekt geen tegemoetkoming indien de aanvrager woonkostentoeslag ontvangt;

  • 4. Er bestaat geen recht op TONK wanneer een beroep kan worden gedaan op en voorliggende voorziening als bedoeld in artikel 15 van de Participatiewet. Indien er aanspraak gemaakt kan worden op huurtoeslag, wordt dit geacht toereikend te zijn;

  • 5. De ‘Beleidsregels Inkomensondersteuning Participatiewet 2021, hoofdstuk 7.17 en 7.18’ van de gemeente Oegstgeest‘ zijn niet van toepassing op de aanvragen TONK.

Artikel 7 Noodzakelijke kosten

De tegemoetkoming TONK kan betrekking hebben op de volgende voor de aanvrager noodzakelijke woonkosten:

  • a.

    Basis woonkosten:

    • i.

      kosten van huur;

    • ii.

      kosten van de hypotheekrente voor de woning;

    • iii.

      Voor het bepalen van de door belanghebbende te betalen woonlast betreffende huur of hypotheekrente wordt een vast bedrag van € 430 per maand aan hypotheekrente of (kale) huur gehanteerd als zijnde het bedrag dat voor rekening blijft van de huurder of woningeigenaar. Indien sprake is van eigendom van de woning, dan wordt forfaitair € 100,- in mindering gebracht op de tegemoetkoming TONK in verband met belastingteruggave voor betaalde rente.

  • b.

    Extra woonkosten :

    • i.

      Voor kosten van elektriciteit, gas en water en zakelijke lasten voor de woning wordt een forfaitaire tegemoetkoming van €125,- verstrekt;

    • ii.

      Voor de extra woonkosten wordt alleen dan een tegemoetkoming verstrekt indien er op basis van artikel 7a recht is.

Artikel 8 Aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor een tegemoetkoming TONK kan met terugwerkende kracht worden toegekend vanaf 1 januari 2021;

  • 2. Een aanvraag tegemoetkoming TONK kan worden ingediend tot 1 augustus 2021;

  • 3. Steekproefsgewijze controle kan plaatsvinden.

Artikel 9 Duur

De tegemoetkoming wordt verstrekt voor ten hoogste de periode van 1 januari 2021 tot 1 juli 2021.

Artikel 10 Maximale hoogte tegemoetkoming

De maximale tegemoetkoming op basis van deze beleidsregel bedraagt € 1000,- per maand per huishouden.

Artikel 11 Afzien opleggen verhuisverplichting

Het college legt aan de aanvrager die op basis van deze beleidsregel in aanmerking komt voor de tegemoetkoming TONK, geen verhuisverplichting op.

Artikel 12 Drempelbedrag

Geen tegemoetkoming TONK wordt verstrekt voor zover de kosten waarvoor de tegemoetkoming wordt gevraagd, een bedrag van € 50,- niet te boven gaan.

Artikel 13 Uitbetaling

De uitbetaling vindt maandelijks plaats.

Artikel 14 Hardheidsclausule

Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK kan het college, gelet op alle omstandigheden waaronder een terugval in inkomen van de aanvrager als gevolg van de coronacrisis, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK, indien zeer dringende redenen hiertoe noodzaken.

Artikel 15 Inwerkingtreding en duur beleidsregels

  • 1. De beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2021;

  • 2. De beleidsregels worden 1 augustus 2021 ingetrokken.

Artikel 16 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) Oegstgeest.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 2 maart 2021

Het college van burgemeester en wethouders,

J. Versluis

Gemeentesecretaris

E. Jaench

Burgemeester