Woonschepenverordening 1999

Geldend van 28-05-2015 t/m heden

Intitulé

Woonschepenverordening 1999

De raad van de gemeente Oegstgeest;

gelezen het voorstel van het college van burgemeesteer en wethouders d.d. 13 april 1999, nr. 50/99;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 88, eerste lid, van de Huisvestingswet;

overwegende dat het wenselijk is om voor het gebruik van het openbaar water regels te stelÍen aan het ordelijk gebruik van de ligplaatsen voor woonschepen uit een oogpunt van veiligheid, gezondheid en het aanzien van de gemeente;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende:

WOONSCHEPENVERORDENING 1999

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a. woonschip

:

elk vaartuig dat uitlsuitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot, dag- en nachtverblijf van een of meer personen;

b. ligplaats

:

een gedeelte van het opebaar water, bestemd of geschikt om door een woonschip met bijbehorende voorzieningen te worden ingenomen;

c. bijbehorende voorzieningen

:

zaken zonder welke het gesbruik van het schip als woning niet goed mogelijk is, zoals een bijboot, steiger en een loopplank;

d. extra voorzieningen

:

zaken zonder welke het gebruik van het schip als woning wel goed mogelijk is, zoals een terrasboot en een vlot;

e. openbaar water

:

alle wateren die, al dan niet met enige beperking voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn.

Artikel 2 Wijze van meten

De in artikel 6, vierde lid, onder b, bedoelde maten worden uitwendig gemeten daar waar zij het grootst zijn. De hoogte wordt gemeten vanaf de waterlijn. Ondergeschikte bouwdelen zoals antennes worden niet meegerekend.

Artikel 3 Verboden ligplaatsen

Het is verboden om zonder een vergunning van burgemeesteer en wethouder met een woonschip een ligplaats in te nemen.

Artikel 4 Woonschepen in aanbouw of reparatie

Het verbod in artikel 3 is niet van toepassing op woonschepen die in aanbouw of in reparatie zijn, zolang zij zich op of aan een scheepswerf dan wel in of bij een reparatie inrichting bevinden.

Artikel 5 Aangewezen ligplaatsen op ligplaatsenkaart

Burgemeesteer en wethouders stellen een ligplaatsplan vast waarin wordt aangegeven op welke locaties een ligplaatsvergunning voor woonschepen kan worden verleend.

Op de vaststelling van het ligplaatsenplan is de openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Artikel 6 Ligplaatsvergunning

  • 1. Op de op grond van artikel 5 aangewezen plaatsen mag een woonschip ligplaats in nemen en hebben, mits de eigenaar van het woonschip beschikt over een vergunning van burgemeesteer en wethouders.

  • 2. Een ligplaatsvergunning wordt aangevraagd op een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.

  • 3. Burgemeesteer en wethouders beslissen over een aanvraag van een ligplaatsvergunning binnen acht weken na de dag, waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 4. Een ligplaatsvergunning wordt geweigerd indien:

    • a.

      voor de ligplaats al vergunninig is verleend;

    • b.

      het woonschip langer, breder, hoger of dieper is dan aangegeven op de bij deze verordening behorende ligplaatsenkaart;

    • c.

      het woonschip belemmeringen kan veroorzaken aan het verkeer te water of te land;

    • d.

      het uiterlijk van het woonschip met eventuele voorzieningen naar het oordeel van burgemeesteer wn wethouders afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente of niet voldoet aan de redelijke eisen van welstand;

    • e.

      het woonschip niet voldoet aan eisen van veiligheid en gezondheid;

    • f.

      het niet aannemelijk is dat de aanvrager binnen 12 weken na het indienen van de aanvraag met het woonschip de plaats waarvoor de ligplaatsvergunning is aangevraagd, kan innemen;

    • g.

      de aanvraag niet in overeenstemming is met de door burgemeesteer en wethouders gestelde regels op het gebied van de bijbehorende voorzieningen;

    • h.

      de onderlinge afstand ten opzichte van één of meer andere woonschepen minder dan 5 meter bedraagt.

  • 5. De ligplaatsvergunning wordt gesteld op naam van de eigenaar van het woonschip en vermeldt de plaatsaanduiding van de desbetreffende ligplaats, de bijbehorende voorzieningen en de kenmerken van het woonschip.

  • 6. Burgemeester en wethouders kunnen voorschriften verbinden aan plaatsvergunning.

Artikel 7 Wachtlijst ligplaatsvergunning

  • 1. Indien de aanvraag om een ligplaatsvergunning wordt geweigerd omdat de gewenste ligplaats aan een ander is toegewezen, wordt de naam van de aanvrager op zijn verzoek op een door burgemeesteer en wethouders aan te houden wachtlijst geplaatst.

  • 2. lndien één van de op grond van artikel 5 aangegeven plaatsen vrijkomt, stellen burgemeester en wethouders de op de wachtlijst geplaatste gegadigden, te beginnen met de hoogst geplaatste in de gelegenheid een nieuwe aanvraag van een ligplaatsvergunning in te dienen.

    In deze gevallen kan de ligplaatsvergunning slechts worden geweigerd op grond van de omstandigheden, vermeld in artikel 6, vierde lid, onder b tot en met g.

  • 3. Indien de nieuwe aanvraag niet binnen vier weken, nadat gegadigde als bedoeld in het tweede lid op de hoogte is gesteld van de mogelijkheid een nieuwe aanvraag in te dienen, is ontvangen, wordt aangenomen dat geen prijs meer op de ligplaatsvergunning wordt gesteld en wordt de naam van de betrokken persoon van de wachtlijst geschrapt.

Artikel 8 Overdragen ligplaatsvergunning

  • 1. Op aanvraag van de vergunninghouder en van de rechtverkrijgende schrijven burgemeester en wethouders, in geval het woonschip wordt verkocht en in eigendom wordt overgedragend, de vergunning over op de naam van de rechtverkrijgende.

  • 2 Een overdracht van een ligplaatsvergunning wordt aangevraagd op een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.

Artikel 9 Wijziging ligplaatsvergunning

  • 1. lndien de vergunninghouder voornemens is veranderingen aan het woonschip aan te brengen dient vooraf bij burgemeester en wethouders een aanvraag tot wijziging van de ligplaatsvergunning te worden aangevraagd.

  • 2. Op een aanvraag van wijziging van een ligplaatsvergunning is het bepaalde in artikel 6, derde en vierde lid, onder b tot en met g, van toepassing.

Artikel 10 Intrekking ligplaatsvergunning

Burgemeesteer en wethouders kunnen de ligplaatsvergunning intrekken indien:

  • a.

    de ligplaatsvergunning ten gevolge van een onjuiste opgave of informatie is verleend;

  • b.

    de gegevens in de ligplaatsvergunning niet meer overeenstemmen met de werkelijke situatie;

  • c.

    niet wordt voldaan aan de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften;

  • d.

    het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft afbreuk doet aan het aanzien van de gemeente;

  • e.

    het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft niet voldoet aan eisen van veiligheid en gezondheid;

  • f.

    het woonschip waarop de vergunning betrekking heeft zonder toestemming van burgemeester en wethouders gedurende een periode langer dan 12 aaneengesloten weken buiten de gemeente verblijft;

  • g.

    op de ligplaats voorzieningen aanwezig zijn die niet zijn vermeld op de ligplaatsvergunning.

Artikel 11 Nakoming aanwijzingen

  • 1. Bij het innemen van een ligplaats en bij het uitvoeren van werkzaamheden aan of nabij de ligplaats worden de door burgemeester en wethouders gegeven aanwijzingen in acht genomen.

  • 2. De vergunninghouder is verplicht gevolg te geven aan de door burgemeester en wethouders gegeven bevelen en aanwijzingen in het belang van de openbare orde of van de vrijheid of veiligheid van het verkeer.

Artikel 12 Toezicht

Burgemeester en wethouders kunnen in het kader van de zorg voor de naleving van de bepalingen van deze verordening toezichthouders aanwijzen.

Artikel 13 Overgangsbepaling

Voor een woonschip dat zich reeds bij de inwerkingtreding van deze verordening op één van de aangewezen ligplaatsen bevindt, kunnen burgemeester en wethouders bij ergunningverlening één of meer van de in artike 6, vierde lid, genoemde weigeringsgronden buiten toepassing laten.

Artikel 14 Strafbepaling

Overtreding van de artikelen 3 en 6, eerste lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 15 Opsporingsambtenaren

De opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafuordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving zijn belast, ieder voorzover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als “Woonschepenverordening 1999".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oegstgeest, gehouden op 28 april 1999.

De raad voornoemd,

voorzitter
secretaris

Bijlage 1 Ligplaatsenplan 2015

vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Oegstgeest op 17 februari 2015

Adressenlijst woonschepen:

Haarlemmertrekvaart 202

Haarlemmertrekvaart 203

Haarlemmertrekvaart 204

Haarlemmertrekvaart 205

Haarlemmertrekvaart 206

Haarlemmertrekvaart 207

Haarlemmertrekvaart 208

Haarlemmertrekvaart 209

Haarlemmertrekvaart 210

Haarlemmertrekvaart 220

Haarlemmertrekvaart 221

Haarlemmertrekvaart 224

Haarlemmertrekvaart 225

Haarlemmertrekvaart 226

Haarlemmertrekvaart 227

Haarlemmertrekvaart 228

Rhijnhofweg 6

Valkenburgerweg 2A (ws)

Mariahoevelaan 8

Tekeningen

Ligplaatsenplan2014_A-995 - 1

Ligplaatsenplan2014_A-995 - 2

Ligplaatsenplan2014_A-995 - 3

Ligplaatsenplan2014_A-995 - 4

Ligplaatsenplan2014_A-995 - 5

Ligplaatsenplan2014_A-995 - 7

TOELICHTING op het Ligplaatsenplan

Een ligplaatsvergunning kan uitsluitend worden verleend voor woonschepen op de locaties die zijn aangegeven in dit Ligplaatsenplan. De locaties in dit plan zijn aanduidingen van de ligplaats.

De woonschepen op deze locaties mogen niet langer zijn dan 20 meter en niet breder zijn dan 6 meter. Ingevolge artikel 6, vierde lid, onder c, van de Woonschepenverordening wordt een ligplaatsvergunning geweigerd indien een woonschip de maximale toegestane oppervlaktematen overschrijdt. De hoogte is geregeld in de Woonschepenverordening.

Op grond van artikel 13 van de Woonschepenverordening 1999 zullen burgemeester en wethouders deze weigeringsgrond buiten toepassing laten indien een ligplaatsvergunning, als bedoeld in artikel 6 van de Woonschepenverordening 1999, wordt aangevraagd voor bestaande woonschepen die zich al bij de inwerkingtreding van de Woonschepenverordening 1999 op één van de aangewezen ligplaatsen bevonden.