Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2012

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2012

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2012

De raad van de gemeente Oirschot;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 november 2011;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

gegeven de agendering door het Presidium d.d. 6 december 2011;

 

besluit:

 

vast te stellen :

 

De verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2012

 

Artikel 1 Belastbaar feit

  • 1 Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente.

  • 2 Degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in lid 1 brengt geen toeristenbelasting in rekening en draagt ook geen toeristenbelasting af ten aanzien van personen die ingeschreven zijn in de GBA van de gemeente Oirschot (eigen inwoners). Als onverhoopt wel toeristenbelasting in rekening is gebracht kan degene die (onterecht) betaald heeft de belasting terugvorderen bij de recreatiehouder. De gemeente Oirschot is hierin geen partij.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1 Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1 lid 1.

  • 2 De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3 Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3 Vrijstellingen

  • 1 van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2 van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

  • 3 van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk verblijf forensenbelasting is verschuldigd;

  • 4 als deelnemer van een Scouting / Jong Nederland verblijft in het onderkomen van een van de Scoutinggroepen

    in de gemeente Oirschot

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 5 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1 Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

    a. kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig

        ander onderkomenof ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte

        daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsver-

        gunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid,

        onderdeel a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist; een 

        en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele

        blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden ge-

        bruikt voor recreatief nachtverblijf.

    b. kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en

        volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot

        het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen geheel of na-

        genoeg geheel ten behoeve van recreatief nachtverblijf.

    c. vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van

        een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de plaatsing

        van eenzelfde kampeermiddel gedurende een seizoen of een jaar.

    d. volgtijdige standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt

        van een kampeer terrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de volg-

        tijdige plaatsing van verschillende kampeermiddelen.

    e. woning: een huis, een naar aard en inrichting vergelijkbare ander onder-

        komen of een deel van een huis of een vergelijkbaar onderkomen.

    f.  particulier: een natuurlijk persoon die buiten de uitoefening van een

        bedrijf of beroep gelegenheid biedt tot verblijf.

    g. particulier verhuurde woning: een woning die door een particulier ter

        beschikking wordt gesteld voor het houden van verblijf met overnachting

        tegen een vergoeding in welke vorm dan ook.

  • 2 Voor particulier verhuurde woningen en voor kampeermiddelen op vaste of volgtijdige standplaatsen kan het aantal overnachtingen forfaitair worden vastgesteld.

  • 3 Bij de forfaitaire berekening voor particulier verhuurde woningen wordt per woning het aantal overnachtende personen gesteld op het aantal slaapplaatsen. Het aantal malen dat wordt overnacht wordt bepaald op 60.

  • 4 Bij de forfaitaire berekening voor kampeermiddelen op vaste standplaatsen wordt per standplaats het aantal overnachtende personen gesteld op 3 personen. Het aantal malen dat wordt overnacht wordt bepaald op 60.

  • 5 Bij de forfaitaire berekening voor kampeermiddelen op volgtijdige standplaatsen, wordt: per stand-plaats het aantal overnachtende personen gesteld op 3 personen. Het aantal malen dat wordt overnacht wordt bepaald op 60.

Artikel 6 Belastingtarief

Per overnachting bedraagt het tarief € 1,17

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Aanslaggrens

Een belastingaanslag wordt niet opgelegd als het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, tijdens het belastingjaar minder dan tien is geweest.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag betaald worden binnen twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn;

  • 3 In afwijking van lid 1 is de belasting verschuldigd in acht gelijke termijnen als belastingplichtige de gemeente toestemming geeft voor automatische incasso. De eerste termijn is verschuldigd één maand na dagtekening van het aanslagbiljet, de daarop volgende termijnen steeds een maand later.

Artikel 10a 10a Kwijtschelding

Voor de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 12 Overgangsbepaling

De 'Verordening toeristenbelasting 2011' van 21 december 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening toeristenbelasting 2012'.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Oirschot
van 20 december 2011,
De gemeenteraad,
 
Han Struijs,          Ruud Severijns,
Griffier                   Voorzitter