Uitstallingenbeleid gemeente Oirschot

Geldend van 21-01-2003 t/m heden

Intitulé

Uitstallingenbeleid gemeente Oirschot

Uitstallingenbeleid gemeente Oirschot

INHOUD

1. Inleiding

 

2. Doel en uitgangspunten

3. Het begrip uitstalling en wettelijke kaders

4. Voorschriften

5. Procedure

    5.1 Publicatie

    5.2 Beslissing, bezwaar en beroep

6. Kosten

7. Handhaving

Overzicht van bijlagen behorende bij uitstallingenbeleid

Bijlage I Tekeningen van de oppervlaktes waarop uitstallingen en mogelijk zijn

Bijlage II Overzichtstekening van het gebied waarvoor het beleid van toepassing

 

Artikel 1 Inleiding

Winkeluitstallingen in de gemeente en met name op en rond de Markt en het winkelgebied van Oirschot kunnen een bijdrage leveren aan de recreatieve kwaliteit van de gemeente.

Voorwaarde is wel dat de uitstallingen zelf aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen.

Uitstallingen bepalen immers mede het beeld van de openbare ruimte.

Daarnaast is duidelijke normstelling noodzakelijk ten behoeve van de woon- en leefkwaliteit in de gemeente. Uitstallingen kunnen namelijk ook hinder veroorzaken.

Zowel het voorkomen van overlast als het streven van de gemeente om de kwaliteit van de openbare ruimte te verbeteren, alsmede het verduidelijken van de regelgeving, zijn aanleiding om goede afspraken te maken over de eisen die aan uitstallingen moeten worden gesteld.

Tenslotte mag van de gemeente, daar waar het gaat om commercieel gebruik van de openbare ruimte ook een zakelijke benadering verwacht worden.

Weliswaar verlevendigen uitstallingen met name rondom de Markt het straatbeeld, maar tegelijkertijd is er sprake van een uitbreiding van het vloeroppervlak van het winkelbedrijf, waardoor de openbare publieke ruimte tijdelijk verandert in een privaat commercieel gebruik.

Deze laatste benadering kan inhouden dat - anders dan tot nu toe gebruikelijk - een vergoeding in rekening wordt gebracht voor het gebruik van de grond.

Gezien het vorenstaande is er een werkgroep uitstallingenbeleid ingesteld om ter zake enige richtlijnen te ontwikkelen. De bevindingen van deze werkgroep, waarin zowel vertegenwoordigers van de gemeente als van de winkeliers zitting hebben gehad, zijn in deze notitie vastgelegd.

Artikel 2 Doel en uitgangspunten

Het doel van deze nota is helderheid te geven in beleid, regelgeving, uitvoering en handhaving. Zij beperkt zich tot de uitstallingen op en rondom de Markt en winkelgebied De Poort. Hoewel voor De Poort al eerder regels zijn vastgesteld aangaande het uitstallingenbeleid, gelden ten behoeve van de uniformiteit de voorschriften zoals vastgelegd in deze notitie. Op de bij deze notitie behorende overzichtskaart is het betreffende gebied nader aangeduid.

Vanuit het motief om hinder en overlast door uitstallingen te voorkomen en vanuit het streven naar meer kwaliteit van de openbare ruimte, gelden de volgende uitgangspunten:

a. een goede doorstroming van voetgangers, rolstoelgebruikers, voetgangers met kinderwagen en overige daarmee gelijk te stellen gebruikers, verzorgend- en bevoorradend verkeer en calamiteitenverkeer moet worden gewaarborgd;

b. er mag geen hinder of overlast ontstaan door:

     - belemmering van winkelend publiek en overige gebruikers van de weg;

     - belemmering van de toegang tot woningen en andere gebouwen; 

     - belemmering van onderhoudsdiensten voor de openbare ruimte;

     - belemmering van de toegang en etalages van winkels;

     - geluidhinder voor bewoners in de omgeving;

c. de uitstalling moet zo mogelijk een bijdrage leveren aan de ruimtelijke kwaliteit en mag de stedenbouwkundige en cultuurhistorische kwaliteit niet verstoren.

De uitgangspunten leiden tot een aantal concrete voorschriften, waaronder een uitstallingvergunning wordt verleend. Dit betekent dat alleen een vergunning wordt verleend

indien aan deze voorschriften kan worden voldaan en dat het niet (meer) hieraan voldoen kan leiden tot handhavend optreden. De voorschriften zijn opgenomen in hoofdstuk 4 van deze nota.

Artikel 3 Het begrip uitstalling en wettelijke kaders

Een uitstalling is alles wat direct voor de deur van een pand op straat wordt geplaatst. Niet worden hieronder verstaan - hierop ziet deze notitie ook niet – uithangborden of reclame

vastgehecht aan het pand. Willekeurige voorbeelden van een uitstalling zijn bij voorbeeld de groentekistjes van de groenteboer maar ook de stellage met kranten voor een tabakswinkel of

een reclamebord bij een uitzend- of reisbureau.

Dat het niet zomaar toegestaan is om uitstallingen te plaatsen op de openbare weg is terug te vinden in de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) gemeente Oirschot. Ingevolge het

bepaalde in artikel 2.1.5.1 van deze verordening is het immers verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders de weg of een gedeelte ervan te gebruiken anders dan

overeenkomstig de bestemming daarvan.

Verder is bepaald dat een vergunning kan worden geweigerd:

• indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg;

• indien het beoogde gebruik hetzij op zich zelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;

• in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaak.

Artikel 4 Voorschriften waaraan uitstallen moeten voldoen c.q. voorwaarden waaronder de vergunning wordt verleend

  • 1 De volgende voorschriften c.q.voorwaarden gelden bij een uitstallingvergunning.

    1. Een uitstallingvergunning wordt doorlopend verleend voor een periode van 1 januari tot 31 december en geldt voor onbepaalde tijd. Alleen tijdens de openingstijden van de winkels mag er sprake zijn van uitstallingen.

     

  • 2 Uitstallingen mogen alleen worden geplaatst binnen de ruimtes zoals die op de bij de vergunning behorende tekeningen is aangegeven.

  • 3 Bij de aanvrage van de vergunning dient op de bij de locatie behorende tekening te worden aangegeven welke maximale ruimte men voor de uitstalling wil gebruiken.

  • 4 De uitstallingen dienen zodanig te worden ingericht,dat voor voetgangers minimaal een doorgang van 1.20 meter vrij blijft.

  • 5 De schoonmaak van het straatwerk onder de uitstalling geschiedt door de vergunninghouder. Zwerfvuil in de directe nabijheid van de uitstalling dient door de exploitant opgeruimd te worden.

  • 6 Indien de gemeente of een nutsbedrijf werkzaamheden moet uitvoeren aan of onder de bestrating, is de gemeente niet aansprakelijk voor mogelijke schade in verband met het afbreken en opbouwen van de uitstalling en een mogelijk verminderde omzet.

  • 7 De uitstalling mag geen magazijnfunctie hebben.

  • 8 De te plaatsen reclame-uitingen dienen zoveel mogelijk ambachtelijk te zijn en kwaliteit uit te stralen. Er wordt uitgegaan van een maximale hoogte van 1.50 m en van een grondoppervlak van 80 bij 80 cm.

    In alle gevallen waarin bovengenoemde voorschriften niet voorzien, beslist het college van burgemeester en wethouders.

     

Artikel 5 Procedure

Door de werkgroep uitstallingenbeleid zijn tekeningen vervaardigd waarop de maximale ruimte is aangegeven waar uitstallingen en borden mogelijk zijn. Deze tekeningen zijn als bijlage bij deze notitie gevoegd. Door de aanvrager van een vergunning dient bij de aanvraag te worden aangegeven welk gedeelte men wil gebruiken. Indien er tussentijds geen wijzigingen optreden behoeft de aanvraag niet jaarlijks te worden herhaald en loopt de verleende vergunning door.

Bij aanvragen voor nieuwe uitstallingen zal dezelfde procedure worden gevolgd.

De vergunning voor de uitstalling en het plaatsen van borden wordt verleend door het college van burgemeester en wethouders.

5.1 Publicatie

De beslissingen van het college van burgemeester en wethouders betreffende aanvragen voor een uitstallingenvergunning zullen op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht worden gepubliceerd. Tevens wordt de mogelijkheid van bezwaar aangegeven.

5.2 Beslissing, bezwaar en beroep

Binnen acht weken na indiening van een aanvraag voor een vergunning neemt het college van burgemeester en wethouders een beslissing. Deze beslissing kan worden verdaagd met ten hoogste 8 weken. Tegen het besluit van dit college kan iedere belanghebbende, binnen zes weken na verzending van de beslissing aan de aanvrager, bezwaar indienen bij het college van burgemeester en wethouders. Ook kan men een verzoek om schorsing dan wel een voorlopige voorziening vragen bij de Rechtbank. Dit laatste heeft het karakter van een kort geding. Een dergelijk verzoek kan pas worden gedaan als een bezwaarschrift is ingediend. Het indienen van een bezwaar schort de uitvoering van de beslissing niet op. Dit kan alleen als een verzoek om schorsing is gehonoreerd.

Eerder genoemd bezwaar wordt voor advies voorgelegd aan de onafhankelijke bezwaar- en beroepschriftencommissie. Deze commissie hoort belanghebbende(n) en brengt vervolgens advies uit aan het college van burgemeester en wethouders.

Het college van burgemeester en wethouders heroverweegt op basis van dit uitgebrachte advies het eerder genomen besluit en neemt een nieuwe beslissing. Dit kan inhouden dat de oude beslissing blijft gehandhaafd dan wel een ander besluit wordt genomen.

Tegen dit nieuwe besluit kunnen bezwaarmakers en eenieder die door het hernieuwde besluit in zijn belang is getroffen beroep aantekenen bij de Rechtbank. Ook nu kan men weer een verzoek om schorsing dan wel voorlopige voorziening indienen bij de president van de Rechtbank.

Artikel 6 Kosten

De kosten die verbonden zijn aan een vergunning zijn legeskosten en een vergoeding voor het gebruik van gemeentegrond. De te berekenen bedragen zijn vastgelegd in de gemeentelijke leges- en tarievenverordening, die jaarlijks opnieuw door de raad wordt vastgesteld.

Wat het gebruik van de grond betreft geldt, voor het jaar 2005 een tarief van € 25,35 per m2 netto. Voor het plaatsen van borden wordt in dit kader 1 m2 aangehouden.

Daarnaast is het mogelijk dat er schade is toegebracht aan de openbare weg op de plaats waar de uitstalling is/was gesitueerd. De schade en/af herstelkosten zullen door de ondernemer vergoed moeten worden. Ook is de ondernemer verantwoordelijk voor eventuele ongevallen of schade aan derden welke kunnen ontstaan tengevolge van uitstallingen.

Artikel 7 Handhaving

Het sluitstuk van het uitstallingenbeleid is handhaving. Het is echter beter om daadwerkelijk handhavend optreden te voorkomen. Daarbij kan gedacht worden aan nalevingsbevorderende maatregelen, zoals voorlichting, maar ook aan het hanteren van duidelijke handhaafbare regels in de vergunning.

Voorts kunnen overtredingen mogelijk worden voorkomen of tegen gegaan door (preventief) toezicht uit te voeren. Om die reden controleren zowel de gemeente als de politie steekproefsgewijs op uitstallingen. Daarbij zal worden gekeken of een vergunning is verleend

en, als dat het geval is, of de daaraan verbonden voorschriften worden nageleefd. De Gemeentelijk Opsporingsambtenaar (GOA) kan zowel bestuursrechtelijk toezicht houden als strafrechtelijk optreden.

Indien een overtreding wordt geconstateerd, kan daartegen handhavend worden opgetreden.

Dit kan uiteindelijk bestaan uit strafrechtelijk optreden (het opmaken van een proces-verbaal) en/of bestuursrechtelijk optreden (het opleggen van een last onder dwangsom, het toepassen van bestuursdwang of het intrekken van de vergunning).

Als leidraad geldt in beginsel de provinciale handhavingstrategie Dit betekent dat in geval van een overtreding in eerste instantie kan worden volstaan met een schriftelijke waarschuwing, waarbij wordt verzocht om de overtreding binnen een redelijke termijn te beëindigen. Indien

hieraan geen gehoor wordt gegeven, wordt een voornemen uitgedaan dat bestuursrechtelijk zal worden opgetreden als de overtreding niet alsnog wordt beëindigd. Tevens wordt daarbij aangegeven dat strafrechtelijk kan worden opgetreden. Wanneer het voornemen niet leidt tot

beëindiging van de overtreding, zal een bestuursrechtelijke handhavingsbeschikking worden genomen (dwangsom, bestuursdwang of intrekking vergunning). Indien daartoe aanleiding is (bijvoorbeeld een spoedeisend belang), kan direct een voornemen of zelfs direct een

handhavingsbeschikking worden uitgedaan.

Een en ander zal nader worden uitgewerkt in een handhavingsprogramma.

Overzicht van bijlagen behorende bij het obstakelbeleid

Bijlage I Tekeningen van de maximale oppervlaktes waar uitstallen en borden mogelijk zijn

Bijlage II Overzichtstekening van het gebied waarvoor het beleid van toepassing 

(de bijlagen staan niet op deze website maar zijn in te zien bij de centrale balie in het gemeentehuis)