Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2012

Raadsbesluit

Verordening op de heffing en de invordering van Hondenbelasting 2012.

De raad van de gemeente Oisterwijk,

gelezen het voorstel van het college d.d. 4 oktober 2011,

afdeling Financiën,

raadsvoorstel nr. 11/60;

gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

de verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2012 vast te stellen.

Verordening

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is de houder van een hond.

  • 2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

Artikel 3 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

Artikel 4 Belastingtarief

  • 1.

    De belasting bedraagt per belastingjaar:

    • a.

      voor een eerste hond € 57,48

    • b.

      voor een tweede hond € 83,40

    • c.

      voor iedere hond boven het aantal van twee €102,60

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het voorgaande lid bedraagt de belasting voor honden,

    gehouden

    • a.

      in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad op beheer op kynologisch gebied in Nederland of

    • b.

      door handelaren in honden, die honden houden in het kader van de uitoefening

      van een bedrijf, waarvoor een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de dierenbescherming van kracht is,

per kennel, respectievelijk per handelaar € 237,60

3.Het tweede lid blijft buiten toepassing indien belastingplichtige schriftelijk verzoekt

3. de verschuldigde belasting vast te stellen naar het werkelijk aantal honden,

3. indien blijkt dat het bedrag lager is dan het op voet van het tweede lid bepaalde bedrag.

Artikel 5 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:

  • a.

    die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij gelijktijdig met de moederhond door dezelfde persoon worden gehouden;

  • b.

    die uitsluitend worden gebruikt om blinde personen te leiden;

  • c.

    die door de "Stichting sociale honden voor gehandicapten Nederland" als gehandicaptenhond aan een gehandicapte ter beschikking zijn gesteld;

  • d.

    waarvan de houder in het bezit is van een geldend diploma der Koninklijke Nederlandse politiehondenvereniging, mits de houder zich verbindt zijn hond met een geleider aan wiens bevelen de hond gehoorzaamt, op aanvraag ter beschikking van de politie te stellen;

  • e.

    die aanwezig zijn in een asiel waarvoor een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de dierenbescherming (Wet van 25 januari 1961, Stb. 19) is verleend;

  • f.

    waarvan de houder geen ingezetene van de gemeente is en de hond niet langer dan 21 dagen in het belastingjaar in de gemeente verblijft.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de beëindiging van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van hondenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Termijn van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste twee en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de hondenbelasting.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening hondenbelasting 2011" van 11 november 2010, vastgesteld door de raad van de gemeente Oisterwijk, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening hondenbelasting 2012".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oisterwijk

op 10 november 2011,

griffier, de voorzitter,

Nelleke van Wijk, Hans Janssen.