MANDAATREGELING OISTERWIJK 2012

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

MANDAATREGELING OISTERWIJK 2012

Het college, respectievelijk de burgemeester van Oisterwijk, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

Overwegende dat het uit oogpunt van doelmatigheid gewenst is op ruime wijze van de mandaatfiguur gebruik te maken zodat:

• -

  bestuursorganen minder uitvoerend bezig hoeven te zijn (ontlasten van het bevoegd gezag);

• -

  er sneller en doeltreffender gehandeld kan worden;

• -

  de verantwoordelijkheden zowel binnen de organisatie als naar buiten duidelijker tot uitdrukking komen

Dat het uitgangspunt hierbij het besturingsconcept is, waarin is bepaald dat verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie worden ondergebracht.

Gelet op de Gemeentewet en titel 10.1, afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUIT

I De bevoegdheden, zoals vermeld in het bij dit besluit behorende mandaatregister, per organisatie-onderdeel op te dragen aan de daarbij genoemde functionaris met de mogelijkheid tot het verlenen van ondermandaten daarop aan functionarissen zoals vermeld in het register en daarop de in dat register vermelde specifieke bepalingen van toepassing te verklaren; een en ander met in achtneming van de volgende regels c.q. de volgende voorschriften.

• 1.

  Onder mandaat wordt in deze bepalingen verstaan: de bevoegdheid/ machtiging om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen en deze besluiten te ondertekenen. In het mandaatregister wordt in principe geen onderscheid gemaakt tussen afdoenings- en ondertekeningsmandaat.

• 2.

  Een door de gemandateerde binnen de grenzen van zijn bevoegdheid genomen besluit geldt als een besluit van de mandaatgever.

• 3.

  Het mandaat wordt verleend binnen het kader van het door het bevoegde orgaan te stellen algemeen beleid en binnen toegekende budgetten en begroting.

• 4.

  De besluitvormings- en ondertekeningsbevoegdheid is voorbehouden aan het bevoegde bestuursorgaan indien:

  • a.

    er sprake is van het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften, het stellen van nadere regels, het vaststellen van beleidsregels en het aanwijzen van gebieden;

  • b.

    het een besluit betreft tot toepassing van bestuursdwang, dan wel het opleggen van een dwangsom, tenzij sprake is van spoedeisendheid;

  • c.

    door of namens het bestuursorgaan te kennen is gegeven dat de besluitvormings- en ondertekeningsbevoegdheid niet wordt opgedragen;

  • d.

    de afdoening van een zaak naar redelijkerwijs mag worden aangenomen (grote) politieke/ bestuurlijke en/of (grote) financiële consequenties met zich zal brengen dan wel ongewenste precedentwerking zal oproepen;

  • e.

    het besluit zou leiden tot strijdigheid c.q. afwijkingen met ingezet beleid, met richtlijnen of voorschriften dan wel tot overschrijding van het budget;

  • f.

    de over de zaak c.q. het stuk ingewonnen adviezen/standpunten niet eenstemmig zijn;

  • g.

    reeds tijdens de voorbereidingsfase duidelijk is geworden dat tegen het te nemen besluit bezwaar- of beroep zal worden aangetekend;

  • h.

    de besluitvorming op een bezwaar- en/of beroepschrift.

• 5.

  De gemandateerde is bevoegd tot verlening van ondermandaat voor zover dit expliciet in het register is aangegeven. In dit geval blijft de gemandateerde verantwoording schuldig aan de mandaatgever. Een krachtens mandaat genomen besluit vermeldt namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen. Een ter uitvoering van het mandaat opgemaakt stuk wordt daarom als volgt ondertekend:

namens het college,

(handtekening)

(evt. titel+ voornaam en achternaam)

(functie)

ofwel indien het de bevoegdheid van de burgemeester betreft:

namens de burgemeester,

(handtekening)

(evt. titel+ voornaam en achternaam)

(functie)

• 6.

  Wanneer de gemandateerde afwezig is, wordt de bevoegdheid uitgeoefend door de leidinggevende die hem vervangt of de eersthogere leidinggevende.

• 7.

  De gemandateerde is verplicht tot het verstrekken van informatie aan de mandaatgever met betrekking tot het afgegeven mandaat. De gemandateerde verstrekt op verzoek van de mandaatgever periodiek een overzicht met daarop aangegeven de genomen besluiten.

• 8.

  Tot de bevoegdheid tot het ondertekenen behoort ook de bevoegdheid tot het digitaal ondertekenen (d.m.v. elektronische handtekening) van stukken. Gebruikmaking van een gescande handtekening is uitsluitend mogelijk met uitdrukkelijke toestemming van betrokken bestuurder of functionaris.

• 9.

  De bevoegdheid tot het uitoefenen van mandaat vervalt door een daartoe strekkend besluit van het bevoegd bestuursorgaan, zowel in een incidenteel geval als in het algemeen.

• 10.

  Het bevoegd orgaan kan zowel in incidentele gevallen als in het algemeen nadere instructies geven.

• 11.

  Ondermandaten die reeds verleend zijn op grond van de mandaatregelingen Oisterwijk 2002 tot en met 2010 worden tevens geacht te zijn verleend op grond van de “Mandaatregeling Oisterwijk 2012” en blijven dienaangaande hun werking behouden.

• 12.

  Dit besluit treedt in werking op 29 december 2011 en kan worden aangehaald als "Mandaatregeling Oisterwijk 2012".

Op het moment dat de "Mandaatregeling Oisterwijk 2012" in werking treedt, vervalt het besluit van 23 februari 2010 waarin de "Mandaatregeling Oisterwijk 2010" is vastgesteld.

Oisterwijk, 20 december 2011

het college van Oisterwijk,

de secretaris, de burgemeester,

A.M.M. Depmann drs. J.F.M. Janssen