Regeling vervallen per 01-01-2016

Piketregeling gemeente Goirle, Hilvarenbeek en Ositerwijk 2016

Geldend van 14-03-2016 t/m 31-12-2015

Intitulé

Piketregeling gemeente Goirle, Hilvarenbeek en Ositerwijk 2016

Piketregeling gemeenten Goirle, Hilvarenbeek, Oisterwijk 2016

Het college,

Overwegende:

dat de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Goirle, Hilvarenbeek en Oisterwijk hebben besloten om samen te werken op het vlak van de crisisbeheersing;

Gelet op:

de samenwerkingsovereenkomst Officier van Dienst Bevolkingszorg;

de samenwerkingsovereenkomst Ambtenaar Openbare Orde en Veiligheid;

artikel 3:13 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeenten (CAR/UWO);

de instemming van de Ondernemingsraad van de gemeente Goirle;

de instemming van de Ondernemingsraad van de gemeente Hilvarenbeek;

de instemming van de Ondernemingsraad van de gemeente Oisterwijk;

Besluit:

vast te stellen de:

"Piketregeling gemeenten Goirle, Hilvarenbeek, Oisterwijk 2016

Artikel 1 – Begrippen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Piketmedewerker De medewerker die door het college is aangewezen, om zich zowel binnen als buiten de voor hem geldende reguliere werktijden ter beschikking te houden voor inzet bij rampenbestrijding en crisismanagement in de gemeenten Goirle, Hilvarenbeek en Oisterwijk;

OvD-Bz Officier van Dienst Bevolkingszorg;

AOV Ambtenaar Openbare orde en Veiligheid;

Piketdienst Het bereikbaar en beschikbaar zijn voor werkzaamheden ten behoeve van de rampenbestrijding en crisismanagement;

Piketdienstperiode Een aaneengesloten periode van één week (7 dagen x 24 uur) waarin de piketmedewerker zowel binnen als buiten de reguliere werktijd verplicht is bereikbaar en beschikbaar te zijn, om na oproep zo spoedig mogelijk de werkzaamheden te verrichten die behoren bij de functie.

Artikel 2 – Aanwijzing piketmedewerkers

  • 1. Alle voor de piketdienst in aanmerking komende piketmedewerkers worden door het college aangewezen.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde piketmedewerker is verplicht deel te nemen aan de piketdienst.

  • 3. Bezwaren tegen de aanwijzing als bedoeld in het eerste lid dienen schriftelijk en met redenen omkleed bij het college te worden ingediend.

  • 4. Het college kan, indien hiervoor gegronde redenen aanwezig zijn, een als zodanig aangewezen piketmedewerker ontheffen van de verplichting tot deelneming aan de piketdiensten.

Artikel 3 - Rooster

  • 1. De piketdienst wordt bij toerbeurt verricht door piketmedewerkers, op basis van een vooraf vastgesteld rooster.

  • 2. Per piketdienstperiode heeft steeds één OvD-Bz en één AOV dienst.

  • 3. Het ruilen van diensten is mogelijk in onderling overleg.

  • 4. Zodra een piketmedewerker door ziekte of buitengewone omstandigheden is verhinderd de dienst te verrichten, neemt de volgende op het rooster zijn plaats in. Zodra de verhinderde piketmedewerker weer dienst kan verrichten, neemt hij op het rooster weer zijn eigen plaats in, opdat het rooster verder ongestoord kan worden vervolgd.

Artikel 4 – Vergoeding in geld

  • 1. De vergoeding in geld voor de piketdienst bedraagt:

    • a.

      5% van het uurloon van desbetreffende deelnemer voor de uren op maandag tot en met vrijdag en 10% van het uurloon voor de uren op zaterdag, zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:5, lid 3 van de CAR/UWO;

    • b.

      Het uurloon is voor de toepassing van dit artikel maximaal gelijk aan het uurloon dat behoort bij het maximumsalaris van salarisschaal 7.

  • 2. Indien in het kader van deze regeling daadwerkelijk arbeid verricht moet worden, is artikel 3:12 (standaardregeling werktijden) of 3:18 (bijzondere regeling werktijden) van de CAR/UWO van toepassing.

  • 3. De in het vorige lid bedoelde vergoeding wordt berekend op basis van het uurloon van de desbetreffende deelnemer.

  • 4. Indien binnen 30 minuten na beëindiging van de arbeidstijd die voortvloeit uit een oproep een nieuwe oproep wordt gedaan, is de tussenliggende tijd arbeidstijd.

  • 5. De minimum arbeidstijd bij een oproep tijdens piketdienst bedraagt 15 minuten.

  • 6. De duur van het overwerk wordt bepaald door het verschil tussen het tijdstip van oproep en het tijdstip waarop de werkzaamheden worden beëindigd, vermeerderd met de tijd die nodig is om terug te keren naar het huisadres.

  • 7. De vergoeding wordt uitbetaald op declaratiebasis.

  • 8. Bij gebruik van een eigen vervoermiddel ten behoeve van het daadwerkelijk verrichten van arbeid is de "regeling reis- en verblijfskosten" van toepassing.

  • 9. De betaling zal maandelijks geschieden, steeds met terugwerkende kracht van één maand.

Artikel 5 – Vergoeding in verlof

  • 1. Als sprake is van een piketdienst met een frequentie van één keer per twee weken wordt per deelnemer per jaar 14,4 uur verlof verleend.

  • 2. Bij een piketdienst met een frequentie van één keer per drie weken wordt per deelnemer per jaar 10,8 uur verlof verleend.

  • 3. Bij een piketdienst met een frequentie van één keer per vier weken wordt per deelnemer per jaar 7,2 uur verlof verleend.

  • 4. Bij een piketdienst met een frequentie van één keer per vijf weken of minder wordt per deelnemer per jaar 3,6 uur verlof verleend.

  • 5. De verlofdagen dienen voor het einde van het kalenderjaar waarin de aanspraak is ontstaan, te worden opgenomen, tenzij dit wegens ziekte of om redenen van dienstbelang niet mogelijk is. De aanspraak op verlof vervalt, indien bedoelde verlofdagen wegens andere redenen niet binnen de gestelde termijn zijn opgenomen.

Artikel 6 – Bereikbaarheid en inzetbaarheid

  • 1. Van de piketmedewerker die wordt aangewezen voor het verrichten van piketdiensten, wordt verlangd dat hij, na alarmering direct met de werkzaamheden start en binnen 30 minuten na alarmering op de plaats waar de werkzaamheden dienen te worden verricht c.q. incident plaats vindt, aanwezig kan zijn.

  • 2. De piketmedewerker, die wordt aangewezen voor het verrichten van piketdiensten, dient te allen tijde met een mobiele telefoon bereikbaar te zijn. Het college stelt hiertoe de benodigde voorzieningen beschikbaar.

Artikel 7 – Vergoeding tijdens ziekte

Indien een deelnemer in verband met ziekte niet kan deelnemen aan de beschikbaarheidsdienst, ontvangt hij een vergoeding van 6,43% van het voor hem geldende uurloon, maximaal gelijk aan het maximumsalaris van salarisschaal 7.

Artikel 8 – Einde piketdienst

  • 1. Zodra een deelnemer aan deze regeling, buiten eigen toedoen, niet meer kan deelnemen aan de beschikbaarheidsdienst

    • a.

      ten gevolge van reorganisatie in een dienst, waardoor de dienst wordt beëindigd of de duur van de diensttijd wordt verminderd;

    • b.

      op medische gronden, als betrokkene niet langer mag worden ingeschakeld, doch overigens zijn hoofdfunctie blijft vervullen,

wordt, wat betreft de vergoeding, een afbouwregeling toegepast.

  • 2.

    Bij beëindiging zoals genoemd in lid 1 van dit artikel ontstaat recht op een afbouwtoelage, indien:

    • a.

      de toelage zonder onderbreking van meer dan twee maanden gedurende tenminste drie jaar is genoten, èn

    • b.

      met de verlaging of beëindiging van de toelage een bedrag is gemoeid van tenminste 3% van het salaris

  • 3.

    De looptijd van de afbouwtoelage is maximaal drie jaar. De afbouwtoelage bedraagt in het eerste jaar 75%, in het tweede jaar 50% en in het derde jaar 25% van het af te bouwen bedrag.

  • 4.

    Indien de hoogte van de af te bouwen toelage aan wisselingen onderhevig was, wordt de afbouwtoelage vastgesteld op het gemiddelde van de voorgaande 12 maanden.

  • 5.

    Indien het salaris van de deelnemer wordt verhoogd doordat hij een functie aanvaardt waaraan een hogere salarisschaal is verbonden, wordt de afbouwtoelage verrekend met de salarisverhoging.

Artikel 9 - Onvoorzien

Het college kan, voor zover nodig in individuele gevallen en ten aanzien van een door hen aan te wijzen groep van functionarissen, in afwijking van de bij of krachtens deze regeling gestelde regels besluiten, indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven.

Artikel 10 – Inwerkingtreding regeling

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Piketregeling gemeenten Goirle, Hilvarenbeek, Oisterwijk 2016” en treedt in werking op 1 januari 2016, onder gelijktijdige intrekking van de “Piketregeling gemeenten Goirle, Hilvarenbeek, Oisterwijk 2014” zoals vastgesteld op 3 februari 2015.

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Goirle op 2 februari 2016,

de secretaris, de burgemeester,

Ing. J.M. Tromp M.G. Rijsdorp

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Hilvarenbeek op 2 februari 2016,

de secretaris, de burgemeester,

F.M. Jansen, drs. R.F.I. Palmen

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Oisterwijk op 2 februari 2016,

de secretaris, de burgemeester,

A.M.M. Depmann, drs. J.F.M. Janssen