Regeling vervallen per 01-01-2022

Regeling subsidie onderwijsstimulering gemeente Oisterwijk 2021

Geldend van 01-10-2020 t/m 31-12-2021

Intitulé

Regeling subsidie onderwijsstimulering gemeente Oisterwijk 2021

Wij willen dat inwoners goed zijn opgeleid en in staat zijn om kansen te benutten en zichzelf te blijven ontwikkelen.

Op grond van deze regeling worden middelen beschikbaar gesteld voor activiteiten gericht op het vergroten van taal-, reken- en digitale vaardigheden van volwassenen. Verder worden op grond van deze regeling middelen beschikbaar gesteld voor het totstandbrengen van een dekkend en kwalitatief aanbod van voor- en vroegschoolse educatie en het voorkomen of bestrijden van taalachterstanden bij doelgroepkinderen en volwassenen. Ook worden er middelen beschikbaar gesteld om de deelname van kinderen waarvan de ouders niet in aanmerking komen voor een kinderopvangtoeslag aan de voorschool te vergroten en voor het onderwijs aan kinderen op de opvangoactie. Tenslotte worden op grond van deze regeling middelen beschikbaar gesteld voor de brede school coördinatie en het organiseren van educatieve activiteiten in de schoolvacanties.

Deze regeling geldt voor het kalenderjaar 2021

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk;

gelet op de Algemene subsidieverordening gemeente Oisterwijk 2020;

besluit vast te stellen de:

Regeling subsidie onderwijsstimulering gemeente Oisterwijk 2021.

HOOFDSTUK 1 WIE KAN SUBSIDIE AANVRAGEN?

Artikel 1 Rechtspersoon

  • 1.

    Een subsidie op grond van deze regeling kan alleen worden aangevraagd door een rechtspersoon.

  • 2.

    In deze regeling wordt onder een rechtspersoon verstaan: een rechtspersoon als bedoeld in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek

HOOFDSTUK 2 WAARVOOR WORDT SUBSIDIE VERLEEND?

Artikel 2 Kalenderjaar

Een subsidie op grond van deze regeling kan alleen worden aangevraagd voor:

  • 1.

    een incidentele activiteit

  • 2.

    een activiteit gedurende het gehele kalenderjaar

Artikel 3 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt verleend voor het uitvoeren van de navolgende incidentele activiteiten in het kalenderjaar:

  • a.

    het realiseren van een aanbod voor de groep peuters zonder recht op kinderopvangtoeslag die niet naar een voorschoolse voorziening gaan in de gemeente Oisterwijk

  • 2.

    Subsidie wordt verleend voor het uitvoeren van de navolgende activiteiten gedurende het kalenderjaar:

  • a.

    voorschoolse educatie aan doelgroepkinderen in de voor- en vroegschool in de gemeente Oisterwijk

  • b.

    het geven van primair onderwijs aan kinderen op de opvanglocatie in de gemeente Oisterwijk

  • c.

    activiteiten gericht op het voorkomen van laaggeletterdheid en het vergroten van taal-, reken- en digitale vaardigheden van inwoners in de gemeente Oisterwijk

  • d.

    het organiseren van educatieve activiteiten in schoolvacanties

  • e.

    het regiseren en faciliteren van samenwerking tussen de partners in en buiten de brede school in de gemeente Oisterwijk

Artikel 4 Subsidieplafond

Voor het subsidie is een plafond vastgesteld van € 731.864 onderverdeeld als volgt:

  • 1.

    voor het uitvoeren van incidentele activiteiten zoals bedoeld in artikel 3 onder 1 van deze regeling: € 145.232

  • 2.

    voor het uitvoeren van activiteiten zoals bedoeld in artikel 3 onder 2 van deze regeling: € 586.632

Artikel 5 Opbouw van het subsidieplafond

  • 1. Het subsidie voor incidentele activiteiten is als volgt opgebouwd:

Activiteit

Bedragen in €

Artikel 3, lid 1, a: toereikend aanbod kinderopvang

Voor activiteiten gericht op het realiseren van een toereikend aanbod van kinderopvang voor de groep peuters waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag:

  • voor kinderopvang waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag een bedrag van maximaal € 10,00 per uur kinderopvang, voor 8 uur per week, verdeeld over 2 dagdelen van elk 4 uur, gedurende maximaal 40 weken, verminderd met de ouderbijdrage

  • voor kinderopvang waarvan de ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag een bedrag van maximaal € 10,00 per uur kinderopvang, voor 8 uur per week, verdeeld over 2 dagdelen van elk 4 uur, gedurende maximaal 40 weken, verminderd met de kinderopvangtoeslag en de ouderbijdrage

  • voor kinderopvang waarvan de ouders tijdelijk géén recht hebben op de kinderopvangtoeslag omdat zij niet kunnen werken vanwege een sociale of medische situatie

145.232

  • 2. Het subsidie voor activiteiten voor de duur van het gehele kalenderjaar is als volgt opgebouwd:

Activiteit

Bedragen in €

Artikel 3, lid 2, a: vve in de voorschool

Voor activiteiten gericht op het bestrijden en voorkomen van achterstanden:

  • voor vve aan doelgroepkinderen waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag een bedrag van € 10,00 per uur kinderopvang, voor 16 uur per week, verdeeld over 4 dagdelen van elk 4 uur, gedurende maximaal 40 weken

  • voor vve aan doelgroepkinderen waarvan de ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag een bedrag van maximaal € 10,00 per uur kinderopvang, voor 16 uur per week, verdeeld over 4 dagdelen van elk 4 uur, gedurende maximaal 40 weken,

  • voor de coördinatie van vve in de voorschool een bedrag van € 500 per 640 uur vve

  • voor ondersteuning, onderzoek en advisering een bedrag van maximaal € 3.200 en

  • voor het opstarten van een vve locatie een bedrag van maximaal € 10.000 en ondersteuning van de peuteropvang op de opvanglocatie te Oisterwijk een bedrag van maximaal € 10.000

264.000

Artikel 3, lid 2, a: vve in de vroegschool

Voor acitiviteiten gericht op het bestrijden en voorkomen van achterstanden in de vroegschool

100.000

Artikel 3, lid 2, b: onderwijs kinderen opvanglocatie

Voor activiteiten gericht op het ondersteunen van het onderwijs aan kinderen op de opvanglocatie voor vreemdelingen

50.000

Artikel 3, lid 2, b: taalactiviteiten voor inwoners

Voor activiteiten gericht op het bestrijden en voorkomen van achterstanden:

  • voor het uitvoeren van activiteiten door middel van een Taalhuis gericht op het vergroten van de basisvaardigheden taal-, reken- en werken met de computer van inwoners met een nederlandse en/of niet-nederlandse achtergrond waarvoor een bedrag van € 27.250 beschikbaar is, inclusief een activiteitenbudget van € 2.500

  • voor het uitvoeren van activiteiten gericht op het bevorderen van voorlezen door ouders van hun jonge kinderen, het vergroten van leesplezier van kinderen tot 12 jaar en het voorkomen van laaggeletterdheid, waarvoor een bedrag van € 56.136 beschikbaar is

86.632

Artikel 3, lid 2, c: vacantieschool

Voor educatieve activiteiten voor jongeren in de schoolvacanties

16.000

Artikel 3, lid 2, d: brede schoolcoördinatie

Voor activiteiten in het kader van de brede school coördinatie gericht op het verbeteren van de inhoudelijke samenwerking en uitvoering van de Lokaal educatieve agenda waarvoor een bedrag van € 70.000 beschikbaar is, inclusief activiteitenbudget van € 2.500

70.000

Artikel 6 Wat zijn de verdelingsregels?

  • 1.

    Indien de aanvrager ingevolge artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de gevraagde aanvulling op het gemeentekantoor is ontvangen. Als tijdstip waarop een bericht door het college van burgemeester en wethouders elektronisch is ontvangen, geldt ingevolge artikel 2:17, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht het tijdstip waarop het bericht zijn systeem van gegevensverwerking heeft bereikt.

  • 2.

    Verlening van subsidie van aanvragen voor incidentele activiteiten die daarvoor in aanmerking komen en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van binnenkomst tot dat het voor de uitvoering van deze activiteiten vastgestelde subsidie plafond zoals bedoeld in artikel 4 in samenhang gelezen met artikel 5, lid 1, van deze regeling, is bereikt.

  • 3.

    Verlening van subsidie van aanvragen gedurende het kalenderjaar die daarvoor in aanmerking komen en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van een door het college van burgemeester en wethouders aangebrachte rangschikking, totdat het voor de uitvoering van de activiteiten vastgestelde subsidieplafond zoals bedoeld in artikel 4 in samenhang gelezen met artikel 5, lid 2, van deze regeling is bereikt.

  • 4.

    Bij de rangschikking van de aanvragen worden door het college van burgemeester en wethouders punten toegekend aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal:

Aspect

Maximaal aantal punten

1

De mate waarin de uit te voeren activiteiten bijdragen aan de doelstellingen van de subsidie

40

2

De mate waarin de uit te voeren activiteiten bijdragen aan het vergroten van de eigen kracht en de maatschappelijke participatie van burgers, hun netwerk en de kracht van de samenleving versterken

30

Artikel 7 Begrotingsvoorbehoud

Een subsidie ten laste van de gemeentelijke begroting die nog niet door de gemeenteraad is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende geld ter beschikking wordt gesteld.

Artikel 8 Indexering

Het bedrag van het subsidieplafond is geïndexeerd volgens de indexering van de algemene uitkering uit het gemeentefonds, die de gemeente Oisterwijk over het betreffende subsidietijdvak ontvangt van het rijk. De indexering wordt toegepast met inachtneming van het in artikel 7 van deze regeling gemaakte voorbehoud.

HOOFDSTUK 3 WAT ZIJN DE CRITERIA VOOR SUBSIDIEVERLENING?

Artikel 9 Wanneer een aanvraag om subsidieverlening indienen?

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie voor een incidentele activiteit als bedoeld in artikel 3, onder 1 van deze regeling moet uiterlijk worden ingediend 4 weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteit(en) waarvoor het subsidie wordt aangevraagd.

  • 2.

    Een aanvraag om een subsidie voor een activiteit als bedoeld in artikel 3 onder 2 van deze regeling moet, in afwijking van artikel 7, lid 1 van de Algemene subsidieverordening gemeente Oisterwijk 2020, worden ingediend vóór 1 november voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 10 Hoe een aanvraag om subsidieverlening indienen?

  • 1.

    Voor het indienen van een aanvraag om subsidieverlening moet gebruik worden gemaakt van het subsidieportaal mét e-Herkenning, te vinden op www.oisterwijk.nl/sociaal/subsidies.

  • 2.

    Een aanvraag om subsidieverlening die is ingediend op of ná de in artikel 9 genoemde termijnen wordt niet in behandeling genomen.

Artikel 11 Wat zijn de algemene criteria voor subsidieverlening?

  • 1.

    Bij het indienen van een aanvraag om subsidieverlening waarop deze regeling ziet, dient een activiteitenplan te worden overgelegd, in welk activiteitenplan de aanvrager in elk geval de activiteiten beschrijft waarvoor subsidie wordt aangevraagd en hoe wordt voldaan aan de specifieke criteria voor de subsidieverlening.

  • 2.

    Bij het indienen van een aanvraag om subsidieverlening dient een begroting te worden overgelegd, in welke begroting de aanvrager in elk geval beschrijft:

  • a.

    de begroting van en dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten

  • b.

    bij derden aangevraagde subsidies en/of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten waarop de ingediende aanvraag ziet

  • 3.

    De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijke kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van in deze regeling in artikel 3 genoemde activiteiten die resteren ná aftrek van bijdragen van derden.

  • 4.

    De aanvrager verleent medewerking aan een gemeentelijke monitor en verstrekt daartoe de gevraagde informatie.

  • 5.

    De aanvrager verleent medewerking aan een goede werking van de digitale sociale gids www.wegwijsinoisterwijk.nl en/of www.HaarenEEN.nl en verstrekt daarop haar diensten en activiteiten.  

  • 6.

    De aanvrager voert zijn activiteiten uit met inachtneming van de geldende gedragsregels, werkwijzen en/of wettelijke vereisten.

Artikel 12 Wat zijn de specifieke criteria voor subsidieverlening?

Voor het verlenen van subsidie op grond van deze regeling gelden de navolgende specifieke criteria:

  • 1.

    voor het realiseren van een toereikend aanbod voor de groep peuters zonder recht op kinderopvangtoeslag die niet naar een voorschoolse voorziening of voor ouders die tijdelijk geen recht hebben op de kinderopvangtoeslag omdat zij niet kunnen werken vanwege een sociale of medische situatie, gaan geldt voor de aanvrager:

  • a.

    het 2e Uitvoeringsplan toereikend aanbod kinderopvang gemeente Oisterwijk periode 2019-2021 (1ste wijziging in verband met sociaal medische indicatie)

  • b.

    de voor het kalenderjaar door de Belastingdienst vastgestelde regeling kinderopvangtoeslag

  • 2.

    voor de voorschoolse educatie in de voorschool aan doelgroepkinderen geldt voor de aanvrager:

  • a.

    het 2e Uitvoeringsplan toereikend aanbod kinderopvang gemeente Oisterwijk periode 2019-2021 (1ste wijziging in verband met sociaal medische indicatie)

  • b.

    het Uitvoeringsplan voor en vroegschoolse educatie gemeente Oisterwijk 2020 – 2023 1ste wijziging

  • c.

    het Uitvoersingsplan voor en vroegschoolse educatie 2020 - 2023, definitie doelgroepkind

  • d.

    de aanvrager ontwikkelt en/of ondersteunt activiteiten ten behoeve van de voorschoolse voorziening van daarvoor in aanmerking komende kinderen op de opvanglocatie te Oisterwijk en waar mogelijk de doorverwijzing van kinderen naar een reguliere voorschoolse voorziening

  • e.

    de aanvrager stelt het activiteitenplan en begroting samen op met de organisatie(s) die is (of zijn) belast met de uitvoering van de vroegschoolse educatie

  • f.

    de aanvrager geeft uitvoering aan het regionaal taalakkoord

  • 3.

    voor de vroegschoolse educatie in de vroegschool aan doelgroepkinderen geldt voor de aanvrager:

  • a.

    het Uitvoeringsplan voor en vroegschoolse educatie gemeente Oisterwijk 2020 – 2023 1ste wijziging

  • b.

    het Uitvoersingsplan voor en vroegschoolse educatie 2020- 2023, definitie doelgroepkind

  • c.

    de aanvrager stelt het activiteitenplan en begroting samen op met de organisatie(s) die is (of zijn) belast met de uitvoering van de voorschoolse educatie

  • d.

    de aanvrager geeft uitvoering aan het regionaal taalakkoord

  • 4.

    voor het onderwijs aan kinderen op de opvanglocatie voor vreemdelingen te Oisterwijk geldt voor de aanvrager:

  • a.

    de aanvrager houdt op de opvanglocatie een voorziening in stand voor basisonderwijs voor daarvoor in aanmerking komende leerlingen van de opvanglocatie voor vreemdelingen te Oisterwijk

  • 5.

    voor taalactiviteiten voor inwoners geldt voor de aanvrager (Taalhuis):

  • a.

    de activiteiten van de aanvrager door middel van een Taalhuis worden mede afgestemd met de voor de regio Midden-Brabant vastgestelde regionale aanpak educatie/basisvaardigheden 2021-2024, het regionaal taalakkoord, de actielijn van “Tel mee met taal”, regionaal en lokaal participatie- en inburgeringsbeleid en het bibliotheekwerk

  • b.

    de aanvrager richt zijn (taal-)activiteiten op deelnemers (NT1 en/of NT2) die de Nederlandse taal beheersen op het referentie-niveau 2F of lager en ondersteunt deelnemers op een adequaat niveau

  • c.

    de aanvrager maakt voor het bekend maken van zijn activiteiten gebruik van lokale communicatiekanalen

  • d.

    de aanvrager zorgt er voor dat activiteiten bekend zijn bij de partners in het sociaal domein, algemeen toegankelijk zijn en laagdrempelig via meerdere kanalen worden aangeboden en maakt voor het uitvoeren bij voorkeur gebruik van één van de hierna te noemen accommodaties: Ontmoetingscentrum de Coppele, Wijkcentrum de Waterhoef, Wijkorganisatie Pannenschuur, Trefcentrum de Bunders, Ontmoetingscentrum den Domp of Cultureel centrum den Boogaard, en/of een brede school in de gemeente

  • 6.

    voor de taalactiviteiten voor inwoners geldt voor de aanvrager (leesbevordering):

    • a.

      aanvrager werkt bij de uitvoering van de activiteiten samen met het Taalhuis, kinderopvang, onderwijs en gezondheidszorg en partners in het sociaal domein

    • b.

      het Uitvoeringsplan voor en vroegschoolse educatie 2020 – 2023 1ste wijziging

  • 7.

    voor de vacantieschool geldt voor de aanvrager:

  • a.

    de aanvrager beschikt over een pedagogische achtergrond en organiseert in alle schoolvacanties educatieve activiteiten voor jongeren die de basisschool bezoeken waardoor de ontwikkelingskansen van deze jongeren worden vergroot

  • b.

    de aanvrager werkt bij de uitvoering van de activiteiten in elk geval samen met de brede schoolcoordinatie en andere organisaties en netwerken waardoor een impuls wordt gegeven aan de samenwerking in de meest brede zin van het woord tussen organisaties, netwerken, bedrijfsleven en/of gemeente;

  • c.

    de aanvrager is bekend met de netwerken en partners in het sociaal domein, heeft mede een signaalfunctie, en draagt waar nodig zorg voor een tijdige doorgeleiding van jongeren en/of ouders naar partners in het sociaal domein of het Loket wegwijs.

  • 8.

    voor het coördineren en faciliteren van activiteiten ten behoeve van de brede school geldt voor de aanvrager:

  • a.

    de aanvrager bevordert de inhoudelijke samenwerking en afstemming van activiteiten tussen de partners in en buiten de brede school

  • b.

    de aanvrager zorgt in samenwerking met de partners voor de uitvoering en evaluatie van de beleidsthema’s genoemd in de Lokaal educatieve agenda, waaronder mede zijn begrepen de organisatie van themabijeenkomsten en het opstellen van een Lokaal educatieve agenda voor de periode 2021 - 2024

  • c.

    de aanvrager coördineert de werkzaamheden en activiteiten van de Adviesgroep lokaal educatieve agenda en neemt deel aan de vergaderingen van het Bestuurlijk overleg lokaal educatieve agenda

Artikel 13 Wanneer wordt op een aanvraag om subsidieverlening beslist?

  • 1.

    Op een volledig ingediende aanvraag om subsidieverlening als genoemd in artikel 9 lid 1 wordt door het college van burgemeester en wethouders uiterlijk beslist binnen 4 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

  • 2.

    Op een volledig ingediende aanvraag om subsidieverlening als genoemd in artikel 9 lid 2 wordt door het college van burgemeester en wethouders uiterlijk beslist op 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.

Artikel 14 Wat houdt het besluit tot subsidieverlening in?

  • 1.

    De beslissing tot subsidieverlening houdt in:

  • a.

    de hoogte van het bedrag van subsidieverlening

  • b.

    de activiteit(en) waarvoor de subsidieverlening plaatsvindt

  • c.

    de periode gedurende welke subsidie wordt verleend

  • d.

    de eventueel aan de subsidieverlening te verbinden verplichtingen

  • 2.

    De beslissing tot subsidieverlening houdt tevens de beslissing in tot het betaalbaar stellen van een voorschot.

HOOFDSTUK 4 WAT ZIJN DE CRITERIA VOOR SUBSIDIEVASTSTELLING?

Artikel 15 Wanneer een aanvraag om subsidievaststelling indienen?

  • 1.

    Een aanvraag om subsidievaststelling die betrekking heeft op een subsidie als bedoeld in artikel 3, onder 1, van deze regeling moet worden ingediend binnen 8 weken nadat de activiteit(en) waarvoor de subsidie is verleend is (zijn) uitgevoerd.

  • 2.

    Een aanvraag om subsidievaststelling die betrekking heeft op een subsidie als bedoeld in artikel 3, onder 2, van deze regeling moet worden ingediend vóór 1 mei volgend op het kalenderjaar waarop het bijbehorende besluit tot subsidieverlening betrekking heeft.

  • 3.

    Een aanvraag om subsidievaststelling hoeft niet te worden ingediend als de subsidie-ontvanger bij het besluit tot subsidieverlening wordt verplicht om op de daarbij aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. In dat geval vindt de subsidievaststelling ambtshalve plaats en wel binnen 8 weken nadat de gevraagde inlichtingen door de subsidie-ontvanger aan het college van burgemeester en wethouders zijn verstrekt.

Artikel 16 Hoe een aanvraag om subsidievaststelling indienen?

Voor het indienen van een aanvraag om subsidievaststelling moet gebruik worden gemaakt van het subsidieportaal met e-Herkenning te vinden op www.oisterwijk.nl/sociaal/subsidies.

Artikel 17 Waar wordt een aanvraag om subsidievaststelling aan getoetst?

  • 1.

    Een aanvraag om subsidievaststelling wordt, bij bedragen van subsidieverlening tot en met € 5.000, getoetst aan:

  • a.

    in hoeverre de activiteit(en) waarvoor subsidie is verleend is (zijn) uitgevoerd en

  • b.

    indien van toepassing, is voldaan aan de aan de subsidieverlening verbonden voorwaarden

  • 2.

    Een aanvraag om subsidievaststelling wordt, bij bedragen van subsidieverlening van € 5.001 tot en met € 50.000, getoetst aan:

  • a.

    een inhoudelijk en financieel verslag waaruit blijkt in hoeverre de activiteit(en) waarvoor subsidie is verleend daadwerkelijk is (zijn) uitgevoerd en

  • b.

    indien van toepassing, is voldaan aan de aan de subsidieverlening verbonden voorwaarden

  • 3.

    Een aanvraag om subsidievaststelling wordt, bij bedragen van subsidieverlening van méér dan € 50.000, getoetst aan:

  • a.

    een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de activiteit(en) waarvoor subsidie is verleend daadwerkelijk is (zijn) uitgevoerd

  • b.

    een financieel verslag of jaarrekening van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten

  • c.

    een balans en toelichting van het betreffende tijdvak waarover subsidieverlening heeft plaatsgevonden

  • d.

    een accountantsverklaring getrouwheid en rechtmatigheid, opgesteld door een onafhankelijk accountant en

  • e.

    indien van toepassing, is voldaan aan de aan de subsidieverlening verbonden voorwaarden

  • 4.

    Indien een subsidie-ontvanger meerdere subsidies van de gemeente ontvangt gelden bij een totaal subsidie-bedrag tot € 5.000 tot € 50.000 en boven € 50.000 de verantwoordingsvereisten als genoemd in respectievelijk lid 2 en 3 van dit artikel.

Artikel 18 Wanneer wordt op een aanvraag om subsidievaststelling beslist?

Op een volledig ingediende aanvraag om subsidievaststelling wordt door het college van burgemeester en wethouders uiterlijk beslist binnen 8 weken nadat de aanvraag is ingediend.

Artikel 19 Hoe ziet een besluit tot subsidievaststelling er uit?

  • 1.

    De subsidie wordt conform de subsidieverlening vastgesteld.

  • 2.

    De subsidie kan lager worden vastgesteld als

  • a.

    de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden

  • b.

    niet voldaan is aan de aan de subsidieverlening verbonden voorwaarden

  • c.

    de subsidieverlening gebaseerd was op onjuist verstrekte gegevens

  • 3.

    De subsidie kan ambtshalve worden vastgesteld als, ook na aanmaning, geen aanvraag tot vaststelling wordt ingediend.

Artikel 20 Kan een besluit tot subsidieverlening -vaststelling worden gewijzigd?

  • 1.

    Zolang het subsidie niet is vastgesteld kan deze worden ingetrokken of in het nadeel van de aanvrager worden gewijzigd als:

  • a.

    de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden

  • b.

    niet voldaan is aan de aan de subsidieverlening verbonden voorwaarden

  • c.

    de subsidieverlening gebaseerd was op onjuist verstrekte gegevens.

  • 2.

    Ná vaststelling kan een besluit worden ingetrokken of in het nadeel van de aanvrager worden gewijzigd als

  • a.

    op grond van feiten en omstandigheden, die pas ná de subsidievaststelling bekend zijn geworden, blijkt dat het subsidie ten onrechte conform de subsidieverlening is vastgesteld

  • b.

    het subsidie onjuist is vastgesteld en de aanvrager wist dit, of behoorde dit te weten

  • c.

    het aanvrager niet heeft voldaan aan de aan de subsidievaststelling verbonden verplichtingen

HOOFDSTUK 5 SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 21 Overgangsbepaling bij herindeling

Een aanvrager aan wie op grond van een besluit van de gemeente Haaren een subsidie is verleend voor het kalenderjaar waarop deze regeling van toepassing is, komt niet in aanmerking voor subsidieverlening voor dezelfde activiteit, leden en/of huisvesting als bedoeld in deze regeling.

Artikel 22 Afwijken van de regeling

Het college kan in bijzondere gevallen, gelet op het belang van een aanvrager, artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing, naar oordeel van het college, leidt tot onbillijke of onevenredige gevolgen.

Artikel 23 Slotbepalingen

  • 1.

    Op een aanvraag om een subsidieverlening en/of subsidievaststelling die is ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze subsidieregeling alsmede op enig bezwaar of beroep, ingesteld tegen een besluit over een dergelijke aanvraag, blijft de Regeling subsidie onderwijsstimulering gemeente Oisterwijk 2020 van toepassing.

  • 2.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 oktober 2020 en vervalt op 1 januari 2022.

  • 3.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Regeling subsidie onderwijsstimulering gemeente Oisterwijk 2021.

Ondertekening

Aldus vastgesteld en besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk op 22 september 2020

Marc Knaapen Hans Janssen

secretaris a.i. burgemeester