Regeling vervallen per 31-12-2014

Verordening op de heffing en de invordering van parkeergelden gemeente Oldambt 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 30-12-2014

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van parkeergelden gemeente Oldambt 2012

De raad van de gemeente Oldambt;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2011;

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN,

luidende als volgt:

 

Hoofdstuk 1

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

b motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

c houder: degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens;

d parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

e  centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Winschoten een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van

een telefoon.

f autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan een huishouden.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven:

a een belasting ter zake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

b een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van de degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 2 Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    a degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    b zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat

    1e als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;

    2e als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 3 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

 

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven door voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.

  • 2 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven door voldoening op aangifte.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer.

  • 2 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2 In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, als het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer.

  • 3 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 4 Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit.

Artikel 9 Bevoegdheid tot gebruik wegsleepregeling

Tot zekerheid van de betaling van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, kan het motorvoertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.

Artikel 10 Kosten

  • 1 De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 54,00.

  • 2 De kosten voor de overbrenging en bewaring bedragen:

    a. voor de overbrenging tussen 08.00 - 18.00 uur € 159,00;

    b. voor de overbrenging tussen 18.00 - 08.00 uur € 191,00.

     

  • 3 Het bedrag van de ingevolge het tweede lid in rekening te brengen kosten wordt bij voor bezwaar vatbare beschikking vastgesteld.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de parkeerbelastingen wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college kan nadere regels vaststellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De ‘Parkeerbelastingverordening gemeente Oldambt 2011’ van 15 december 2010 en de daarbij behorende tarieventabel, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4 Deze verordening wordt aangehaald als: "Parkeerbelastingverordening gemeente Oldambt 2012".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oldambt d.d. 21 december 2011.
De griffier, De voorzitter,
P. Norder, P. Smit

Tarieventabel 1

Tarieventabel

Behorende bij de “Parkeerbelastingverordening gemeente Oldambt 2012 ”.

a.) Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, in de betaald parkeergebied A en B (schilsectie) staat aangegeven in onderstaand tabel met dien verstande dat ook op het Hommesplein (vallend buiten betaald parkeergebied A en B) voor een aantal parkeerplaatsen (kortparkeren ten behoeve van apotheek en arts) betaald moet worden.

De periode waarvoor betaald moet worden is van maandag t/m donderdag van 9.00 – 18.00 uur, op vrijdag van 9.00 – 21.00 uur, op zaterdag van 9.00 – 17.00 uur en op koopzondagen van

9.00 – 18.00 uur.

Tabel met parkeertarieven in relatie tot parkeertijd.

€ 0,10 = 7 minuten € 1,70 = 121 minuten

€ 0,20 = 14 minuten € 1,80 = 128 minuten

€ 0,30 = 21 minuten € 1,90 = 135 minuten

€ 0,40 = 28 minuten € 2,00 = 142 minuten

€ 0,50 = 35 minuten € 2,10 = 150 minuten

€ 0,60 = 42 minuten € 2,20 = 157 minuten

€ 0,70 = 50 minuten € 2,30 = 164 minuten

€ 0,80 = 57 minuten € 2,40 = 171 minuten

€ 0,90 = 64 minuten € 2,50 = 178 minuten

€ 1,00 = 71 minuten € 2,60 = 185 minuten

€ 1,10 = 78 minuten € 2,70 = 192 minuten

€ 1,20 = 85 minuten € 2,80 = 200 minuten

€ 1,30 = 92 minuten € 2,90 = 207 minuten

€ 1,40 = 100 minuten € 3,00 = 214 minuten

€ 1,50 = 107 minuten € 3,10 = 221 minuten

€ 1,60 = 114 minuten € 3,20 = 228 minuten

€ 3,30 = 235 minuten

b.) Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b,

- bedraagt in gebied A (betaald parkeren centrum) voor

- bewoners per jaar (ongelimiteerd aantal): € 143,00

- bedrijven per jaar met een maximum van 2 vergunningen per bedrijf: € 357,00

- bedrijven per maand: € 68,00

- bedrijven per week: € 22,50

- bedrijven per dag: € 4,50

- ambulante zorg per jaar: € 357,00

c.) Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b,

bedraagt in gebied B (betaald parkeren schilsectie) en

C (vergunninghoudersparkeren) voor bewoners, bedrijven en ambulante

zorg per jaar: € 32,00

Geen maand-, week- en dagvergunningen mogelijk.

d.) Het tarief voor een bezoekersparkeerkaart aan bewoners in gebied C (vergunninghoudersparkeren) is € 0,10 / per stuk.

De periode waarvoor betaald moet worden en waarin de vergunning en bezoekerskaart geldig is, is van maandag t/m donderdag van 9.00 – 18.00 uur, op vrijdag van 9.00 – 21.00 uur, op zaterdag van 9.00 – 17.00 uur en op koopzondagen van 9.00 – 18.00 uur.

Indien bewoners en bedrijven bijvoorbeeld per 1 oktober een vergunning willen aanschaffen tot eind van het kalenderjaar, betalen zij 25% van een jaarkaart. Dit wordt per maand berekend.

Indien bewoners en bedrijven bijvoorbeeld per 1 oktober afstand willen doen van hun parkeervergunning en restitutie vragen aan de gemeente, krijgen zij 25% van het betaalde bedrag terug. Dit wordt per maand berekend.

Indien bewoners / bedrijven verhuizen van een vergunningplichtig gebied naar een niet-vergunningplichtig gebied, zijn zij verplicht de parkeervergunning bij de gemeente in te leveren.

In gebied A (betaald parkeren centrum) kunnen bewoners een aantal parkeervergunningen aanschaffen gekoppeld aan het aantal auto’s ingeschreven op dat adres. In gebied A kan een hierin gevestigd bedrijf maximaal twee parkeervergunningen aanschaffen.

In gebied B (betaald parkeren schilsectie) geldt, qua aantal uit te geven parkeervergunningen, hetzelfde regiem als gebied A.

In gebied C (vergunninghoudersparkeren) kunnen zowel bewoners als bedrijven, mits hierin gevestigd, een onbeperkt aantal parkeervergunningen aanschaffen met de restrictie dat het aantal uitgegeven parkeervergunningen het aantal parkeerplaatsen niet moet overstijgen. Dit zal maatwerk zijn.

Behorende bij raadsbesluit van 21 december 2011.

De griffier van de gemeente Oldambt,