Regeling vervallen per 31-12-2014

Parkeerverordening Oldambt

Geldend van 01-01-2010 t/m 30-12-2014

Intitulé

Parkeerverordening Oldambt

De raad van de gemeente Oldambt;

Overwegende dat het wenselijk en noodzakelijk wordt geacht om het parkeerbeleid voor de gemeente Oldambt juridisch vast te leggen;

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

B e s l u i t:

vast te stellen de

“Parkeerverordening gemeente Oldambt”,

luidende als volgt: 

Hoofdstuk 1 Nieuw Hoofdstuk

Afdeling 1 DEFINITIES EN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:a. RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens1990;b. motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;c. parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;d. houder: degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens;e. parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten met inbegrip van verzamelparkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;f. parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarvoor parkeerbelasting wordt geheven door middel van parkeerapparatuur;g. belanghebbendenplaats: een parkeerplaats diea. is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, ofb. gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;h. vergunning: een door het college verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- of belanghebbendenplaatsen;i. vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;j autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan één huishouden;k. autodateplaats: een parkeerplaats aangewezen voor een motorvoertuig bestemd voor autodate;l. bezoekerskaart: een kraskaart waarmee in daartoe aangewezen (fiscale) vergunningsgebieden parkeertijd gekocht kan worden ten behoeve van bezoekers van bewoners die in het betreffende gebied wonen;m. het college: het college van burgemeester en wethouders. 

Afdeling 2 PLAATSEN VOOR VERGUNNINGHOUDERS, VERGUNNINGEN EN VERGUNNINGBEWIJZEN

Artikel 2

  • 1 Het college kan, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders. Het college kan hierbij onderscheid maken in de categorieën als bedoeld in artikel 3, derde lid.

  • 2 Het college kan, bij openbaar te maken aanwijzingsbesluit, de tijdstippen vaststellen waarop het parkeren alleen aan vergunninghouders is toegestaan.

Artikel 3

  • 1 Het college kan op een daartoe strekkende aanvraag een vergunning op kenteken verlenen voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen.

  • 2 Het college kan regels stellen voor het aanvragen en verlenen van een vergunning.

  • 3 Een vergunning kan worden verleend aan:a. een eigenaar of houder van een motorvoertuig die woont in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn (categorie I). Toelichting: er is geen beperking aan het aantal vergunningen per huishouden (bijvoorbeeld 2 auto’s, dan 2 vergunningen). De vergunning in het betaald parkeergebied Centrum en Schilgebied is alleen geldig in dit specifieke totaalgebied waarbinnen de aanvrager woont. In de vergunninghouderszone alleen geldig in het deelgebied. Wel dient artikel 5 als leidraad;b. een eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en die aantoont dat het in het belang van diens beroep- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren (categorie II). Toelichting: per bedrijf worden maximaal twee vergunningen (op een vergunning mogen twee kentekens geplaatst worden) voor het gebied waarbinnen de aanvrager werkt verstrekt voor het betaald parkeergebied Centrum en Schilgebied. De gemeente Oldambt is als overheidsinstelling niet gebonden aan een limiet tot uitgifte van het aantal parkeervergunningen. In de vergunninghouderszone is het aantal parkeervergunningen in principe onbeperkt met de restrictie dat het aantal uitgegeven parkeervergunningen het aantal parkeerplaatsen niet overstijgt. Wel dient artikel 5 als leidraad;c. een eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep uitoefent in de medische, zorg- of hulpsector en hulporganisaties die vanwege het zorg- en hulpverlenende karakter op korte afstand van hun cliënten moeten parkeren (categorie III). Toelichting: het aantal uit te geven vergunningen is niet gelimiteerd;d. een zorgparkeervergunning conform lid 3c wordt verleend op naam van de praktijk of zorg- of hulpinstelling waarvoor de vergunning is bedoeld (categorie IV);e. een eigenaar of houder van een motorvoertuig bestemd voor autodate, waarvan de autodateplaats is gelegen in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn (categorie V). 

  • 4 Het college kan in bijzondere gevallen een vergunning ook verlenen aan een eigenaar of houder van een motorvoertuig die niet voldoet aan één van de in het derde lid genoemde vereisten.

  • 5 Het college kan, bij openbaar te maken besluit, een maximum aantal uit te geven vergunningen per aaneengesloten gebied en per categorie vaststellen.

  • 6 Het college kan aan een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte. Aan een vergunning voor categorie IV kan het college voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer, waaronder mede wordt begrepen het stimuleren van selectief autogebruik.

Artikel 4

  • 1 Het college beslist binnen vier weken na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning.

  • 2 Het college kan de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste vier weken verlengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 5

Een vergunning wordt geweigerd wanneer de aanvrager woont en/of werkt in een gebouw waartoe parkeergelegenheid behoort in een omvang die strookt met de terzake geldende gemeentelijke richtlijnen. 

Artikel 6

  • 1 Een vergunning wordt voor ten hoogste 1 jaar verleend en kan telkenmale verlengd worden.

  • 2 De vergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens:a. de periode waarvoor de vergunning geldt;b. het gebied waarvoor de vergunning geldt;c. de naam van de vergunninghouder en het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend.

    Indien bewoners / bedrijven verhuizen van een vergunningplichtig gebied naar een niet-vergunningplichtig gebied, zijn zij verplicht de parkeervergunning bij de gemeente in te leveren.  

Artikel 7

Het college kan een vergunning intrekken of wijzigen:a. op verzoek van de vergunninghouder;b. wanneer de vergunninghouder niet meer woonachtig is of geen beroep of bedrijf meer uitoefent in het gebied, waarvoor de vergunning is verleend;c. wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;d. wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen;e. wanneer de vergunninghouder niet of niet tijdig aan zijn betalingsverplichting voor zijn vergunning heeft voldaan;f. wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;g. wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;h. om redenen van openbaar belang.

 

Artikel 8

  • 1 Ieder particulier huishouden, woonachtig op een adres binnen een fiscaal vergunningsgebied B (betaald parkeren schilsectie) en C (vergunninghoudersparkeren), heeft recht op bezoekerskaarten in de vorm van kraskaarten;

  • 2 Het college kan nadere regels en voorwaarden stellen aan het gebruik van de in lid a genoemde bezoekerskaart (waaronder tarief, tijdvenster, geldigheidsduur, etc.).

     

Afdeling 3 VERBODSBEPALINGEN

Artikel 9

  • 1 Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenplaats of een autodateplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden:a. zonder vergunning;b. zonder dat het motorvoertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van de voor dat motorvoertuig afgegeven vergunning;c. in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften. 

  • 2 Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 10

Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan wel met andere munten dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen.

 

Artikel 11

  • 1 Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, te plaatsen of te laten staan:a. op een parkeerapparatuurplaats;b. op een belanghebbendenplaats. 

  • 2 Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik daarvan wordt belemmerd of verhinderd.

  • 3 Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Afdeling 4 STRAFBEPALING

Artikel 12

Overtreding van het bepaalde in afdeling III van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de eerste categorie.

Afdeling 5 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 13 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen personen.

Artikel 14 Intrekking oude verordening

De geldende parkeerverordening gemeente Winschoten wordt per 1 januari 2010 ingetrokken, met dien verstande dat besluiten genomen op grond van parkeerverordening Winschoten worden geacht te zijn verleend krachtens deze verordening.

 

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt – na behoorlijk te zijn bekend gemaakt – in werking op 1 januari 2010.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Parkeerverordening gemeente Oldambt.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oldambtd.d. 4 januari 2010.
De griffier, De voorzitter,
 
 
 
P. Norder. Mr. M. Zijlstra.