Regeling vervallen per 01-01-2015

Nota Verbonden Partijen gemeente Oldambt

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2014

Intitulé

Nota Verbonden Partijen gemeente Oldambt

Artikel 1

1. Inleiding

Aanleiding

Door uw raad is op 4 januari 2010 vastgesteld de financiële verordening.Deze verordening is gebaseerd op artikel 212 van de Gemeentewet

Deze financiële verordening is vastgesteld met als doel uitgangspunten te formuleren voor het financieel beleid, alsmede regels te stellen voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Oldambt.

Tevens beoogt deze verordening te waarborgen dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan.

Artikel 9f van deze financiële verordening handelt over het aanbieden van een Nota verbonden partijen door ons college aan de gemeenteraad. Verbonden partijen zijn externe rechtspersonen waarmee de gemeente zowel een bestuurlijke als een financiële band heeft.

De voorliggende nota beoogt aan de uitwerking van dit artikel 9f te voldoen.

Opbouw

De opbouw van deze nota is als volgt.

In het volgende hoofdstuk 2 wordt het formeel kader van wet- en regelgeving geschetst, terwijl hoofdstuk 3 nadere informatie bevat omtrent de gehanteerde definities van verbonden partijen.

Hoofdstuk 4 geeft een uiteenzetting van gemeentelijke rechtelijke bepalingen m.b.t. oprichting van en deelname aan gemeenschappelijke regelingen en privaatrechtelijke rechtspersonen, zoals vennootschappen en stichtingen.

Hoofdstuk 5 handelt over de kaderstellende functie door de gemeenteraad met betrekking tot verbonden partijen. Hierin geeft de raad aan hoe om te gaan met de verbonden partijen. Deze kaders zijn omlijnd aangegeven en fungeren als toetsingskader voor de raad bij het toezicht op het handelen van het college.

Tenslotte bevat hoofdstuk 6 een overzicht van de verbonden parijen waarmede de gemeente Oldambt zowel een financiële als een bestuurlijke band mee heeft, alsmede een toekomstvisie ten aanzien van elke verbonden partij afzonderlijk.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2. Kader wet- en regelgeving

Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten 2003 (Bbv)

Artikel 186 van de Gemeentewet schrijft voor dat de begroting, de wijzigingen, de meerjarenraming, jaarrekening en jaarverslag worden ingericht overeenkomstig bij of krachtens een Algemene Maatregel van Bestuur te geven regels. Dit is het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, hierna te noemen het Bbv.

Artikel 9 van dit Bbv bepaalt dat in afzonderlijke paragrafen de beleidslijnen worden vastgelegd met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten, alsmede tot de lokale heffingen. Er worden minimaal 7 paragrafen voorgeschreven, waaronder die van verbonden partijen. Ook de begroting van de gemeente Oldambt bevat deze paragraaf, te weten: Paragraaf D - VERBONDEN PARTIJEN.

Verordening financieel beheer en beleid (art 212 verordening)

Artikel 212, lid 1, van de Gemeentewet schrijft voor dat de raad bij verordening de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie vaststelt. Deze financiële verordening gemeente Oldambt, (ex. artikel 212 GW), vastgesteld door de raad van de gemeente Oldambt in zijn vergadering van 4 januari 2010, waarborgt dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan.

Artikel 9 f van deze financiële verordening gemeente Oldambt schrijft het volgende voor:

1. Het college biedt tenminste eenmaal in de acht jaar een Nota Verbonden Partijen aan. In deze Nota zijn alle derde rechtspersonen opgenomen waarmee de gemeente een bestuurlijke én financiële band heeft. De raad stelt deze nota vast.2. Van elk van de verbonden partijen wordt weergegeven het openbaar belang, het eigen vermogen, de solvabiliteit, het financieel resultaat en het financieel belang en de zeggenschap van de gemeente.3. De nota bevat voorts de kaders voor het beleid aangaande (het aangaan van nieuwe) participaties met name de condities waaronder het publiek belang is gediend met behartiging door verbonden partijen, de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de verbonden partijen en de financiële voorwaarden.4. In de begroting en de jaarstukken wordt in de paragraaf verbonden partijen in elk geval ingegaan op nieuwe verbonden partijen, het beëindigen van bestaande verbonden partijen, het wijzigen van bestaande verbonden partijen en eventuele problemen bij bestaande verbonden partijen.

Deze nota beoogt aan de uitwerking van dit artikel te voldoen. In hoofdstuk 5 van deze nota geeft de raad aan hoe omgegaan wordt met de verbonden partijen. Deze kaders zijn omlijnd aangegeven en fungeren als toetsingskader voor de raad bij het toezicht op het handelen van het college.

 

 

 

 

 

 

 

 

3. Definitie verbonden partijen.

Het Bbv hanteert de volgende definities. Een “verbonden partij” is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft. Een “financieel belang” is een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat of het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. “Bestuurlijk belang” wordt gedefinieerd als: zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht.

Financieel belang

Er is sprake van een ‘verbonden partij’ als de gemeente geen verhaal heeft als de partij failliet gaat, of als de gemeente aansprakelijk wordt gesteld als de partij haar verplichtingen niet nakomt. Bij leningen en garantstellingen is dus geen sprake van een verbonden partij: de gemeente houdt juridisch verhaal als de partij failliet gaat. Ook bij exploitatiesubsidies is er geen sprake van een verbonden partij: het gaat om overdrachten (subsidies).

Bestuurlijk belang

Er is sprake van een “verbonden partij” als een bestuurder of een ambtenaar van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van die partij plaatsneemt, of namens de gemeente stemt. Bij alléén een benoemingsrecht of een voordrachtsrecht – de gemeente mag een bestuurder of commissaris in de organisatie benoemen of voordragen - is er strikt genomen géén sprake van een verbonden partij. Gemeenten maken vaak van een dergelijk recht gebruik om ervoor te zorgen dat er kwalitatief goede bestuurders in het bestuur van die partij terechtkomen.

Ook een stichting bijvoorbeeld, waarin een gemeentelijk bestuurder op persoonlijke titel als bestuurder deelneemt – en dus niet de gemeente vertegenwoordigt – is geen verbonden partij. Ook PPS constructies (Publiek Private Samenwerking) vallen strikt genomen niet onder het begrip verbonden partijen; zo zullen er in de praktijk meer incidentele samenwerkingsovereenkomsten zijn. Hieraan wordt in deze notitie en overigens ook in de begrotingsparagraaf voorbij gegaan.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4. Gemeente rechtelijke bepalingen m.b.t. deelname.

Met betrekking tot het onderwerp verbonden partijen is een aantal wetten van toepassing.Dit zijn voornamelijk de Gemeentewet, de Wet financiering decentrale overheden (FIDO), de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) en het Burgerlijk Wetboek, Boek 2 (rechtspersonen).

Waar het in dit hoofdstuk echter om gaat is de bevoegdheid tot het aangaan van een samenwerkingsvorm en de te volgen procedure.

In de oude Gemeentewet (monistisch stelsel) was de raad het bevoegde bestuursorgaan tot het aangaan van een gemeenschappelijke regeling en tot oprichting van en deelneming in privaatrechtelijke organisaties. In de gedualiseerde Gemeentewet per 2002 is de raad echter op afstand geplaatst. De raad stelt kaders en controleert en het college neemt de bestuursbesluiten. Toch is de raad hierbij niet buitenspel gezet, zoals hierna wordt uiteengezet.

De Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) bevat voorschriften omtrent publiekrechtelijke samenwerkingsvormen. In dit geval is sprake van een “zwaardere” vorm van verlengd lokaal bestuur waarbij een taak met bevoegdheden wordt overgedragen, waardoor ook hogere eisen worden gesteld aan de openbaarheid en de democratische controle. Naast de keuze van een zwaarder samenwerkingsverband op publiekrechtelijke basis, kan worden gekozen voor een privaatrechtelijke oplossing. De mogelijkheden ten aanzien van vorm en inhoud zijn aanmerkelijk ruimer.

In principe heerst nog altijd de opvatting dat een gemeenschappelijke regeling voor de overheid de voorkeur zou moeten genieten boven een privaatrechtelijke samenwerkingsvorm. Hiertoe zou slechts moeten worden overgegaan indien die vorm het meest aangewezen wordt geacht voor de behartiging van het voorliggende belang. Dit is terug te vinden in artikel 160 van de Gemeentewet.

Artikel 160 bepaalt in lid 1, onder e, dat het college in ieder geval bevoegd is tot het besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van de gemeente. Lid 2 voegt daaraan toe dat het college slechts beslist tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat in het bijzonder aangewezen wordt geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang.

Het besluit wordt niet genomen nadat de raad een ontwerpbesluit is toegezonden en hij zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college heeft kunnen brengen.Tot slot bepaalt lid 3 dat een besluit als bedoeld in lid 2 de goedkeuring behoeft van Gedeputeerde Staten. De goedkeuring kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang.

In 2002 heeft de wetgever bij de invoering van het dualisme het goedkeuringsvereiste in zijn algemeenheid ten aanzien van besluiten geschrapt. Echter de wetgever heeft vanwege de waarborging van een doelmatig en democratisch bestuur het goedkeuringsvereiste voor dergelijke besluiten door Gedeputeerde Staten gehandhaafd.

Bij de goedkeuring zal Gedeputeerde Staten zich – indien de gekozen rechtsvorm goed gemotiveerd wordt - meer richten op de vormgeving van de samenwerking dan op de keuze voor de privaatrechtelijke weg.

Tot slot wordt opgemerkt dat de Wgr in artikel 1 bepaalt dat de raden, de colleges en de burgemeesters van twee of meer gemeenten afzonderlijk of samen, ieder voor zover zij voor de eigen gemeente bevoegd zijn, een gemeenschappelijke regeling kunnen treffen ter behartiging van een of meer bepaalde belangen van die gemeenten.

Echter lid 2 van dit artikel bepaalt dat het college en de burgemeester niet overgaan tot het treffen van een dergelijke regeling dan na verkregen toestemming van de gemeenteraad. Die toestemming kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang. Deze procedure geldt bovendien voor het wijzigen van, het toetreden tot en het uittreden uit een gemeenschappelijke regeling.5. Kaderstelling door raad met betrekking tot verbonden partijen

Algemeen

Samenwerken komt op velerlei terrein met verschillende doelen voor. Het kent vormen naar tijd, inhoud en juridische/bestuurlijke typering (bijv. convenant, PPS constructie). De gemeente kan ook taken op afstand zetten en de uitvoerder daarvan financieel ondersteunen. Reeds langer bestaat de tendens om in dergelijke constructies ook bestuurlijk een afstand te creëren, door niet deel te nemen in die besturen. De gemeente vervult dan een regisserende rol. Dit laatste is ook een bestuurlijke tendens in Nederland om een kleinere flexibele bestuursdienst te realiseren.

Ten aanzien van verbonden partijen in deze context gaat het om organisaties waarin de gemeente zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft. Dit is uitgewerkt onder punt 2 van deze notitie.

Deze definities houden in dat participaties in N.V.’s, B.V.’s, vof's, commanditaire vennootschappen en gemeenschappelijke regelingen verbonden partijen zijn. Ook stichtingen en verenigingen kunnen onder de verbonden partijen vallen, indien de gemeente een zetel in het bestuur heeft en financiële risico’s loopt. Nadrukkelijk niet onder verbonden partijen vallen de gesubsidieerde instellingen. Weliswaar hebben die een financiële relatie met de gemeente, maar hier ontbreekt de bestuurlijke participatie.

Op basis van deze criteria zijn de daarvoor in aanmerking komende samenwerkingsverbanden, waaraan de gemeente Oldambt deelneemt, gescreend en beoordeeld. De uitkomsten daarvan zijn in de vorm van een overzicht van de verbonden partijen, waaraan de gemeente Oldambt deelneemt, uitgewerkt onder punt 5.

Besturingsfilosofie m.b.t. verbonden partijen

Al sinds het formele ontstaan van de gemeente heeft zij buren en gedeelde belangen. Samenwerken ter uitvoering van het openbaar belang komt dus al veel langer voor om diverse redenen, zoals:- gedeeld(e) belang(en) met anderen;- de gemeente kan een gewenst doel niet zelf realiseren;- een gewenst doel kan op een efficiëntere of doeltreffender wijze worden gerealiseerd;- uit een oogpunt van kostenbesparing wordt met andere gemeenten samengewerkt;- sommige gedecentraliseerde taken noodzaken tot samenwerken;- het nastreven van een hogere kwaliteit van dienstverlening en producten;- een bestuurlijke verplichting, etc.

Ook de gemeente Oldambt onderschrijft deze redenen en ziet daarom samenwerking als een logisch, nuttig en noodzakelijk instrument om op een goede wijze het openbaar belang te dienen.

De gemeente Oldambt heeft daarbij op voorhand geen voorkeur voor samenwerking met één of meer vooraf bepaalde partners of een voorkeur voor samenwerking binnen een bepaald gebied. De keuze daarin is afhankelijk van het voorliggende belang dat gediend wordt of het doel dat wordt nagestreefd.

De gemeente Oldambt hecht daarbij waarde aan de beginselen openbaarheid en democratische controle, zeker daar waar sprake is van overdracht van verantwoordelijkheden en bevoegdheden en kiest daarom in eerste aanleg voor samenwerking op publiekrechtelijke basis.

Mocht het te behartigen belang vorderen dat wordt gekozen voor een andere (d.w.z. een privaatrechtelijke) vorm, dan zal extra aandacht worden besteed aan de motivering van die keuze. In de vorm van de regeling zal zoveel mogelijk worden tegemoet gekomen aan de eisen ten aanzien van openbaarheid en democratische controle.

Gaat het om taken die goed door andere (eventueel nog op te richten) partijen uitgevoerd kunnen worden, al dan niet met een jaarlijkse bijdrage van de gemeente, dan zal de gemeente vanwege het vermijden van de “dubbele petten problematiek”, daarin niet bestuurlijk vertegenwoordigd zijn.

Indien de gemeente aandeelhouder is, wordt de gemeente op grond van artikel 171, lid 1, van de Gemeentewet vertegenwoordigd door de burgemeester. Eventueel kan de burgemeester zich laten vertegenwoordigen door een ander lid van het college (art. 171, lid 2 Gemeentewet). Overigens is het college bestuurlijk verantwoordelijk voor het aandeelhouderschap.

Vertegenwoordiging gemeente in besturen gemeenschappelijke regelingen

In de gedualiseerde Gemeentewet (2002) zijn de bestuursbevoegdheden, neergelegd in de Gemeentewet, overgedragen aan het college. Sinds maart 2006 zijn bovendien veel wetten gewijzigd, waarbij bestuursbevoegdheden die voorheen aan de raad waren toebedeeld, nu toekomen aan het college.

Ieder bestuursorgaan kan een gemeenschappelijke regeling in het leven roepen op die terreinen, waartoe het bevoegd is.De dualisering is niet doorgevoerd voor gemeenschappelijke regelingen. Dit komt tot uiting in een destijds doorgevoerde wijziging van artikel 13 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, waarin is bepaald dat naast raadsleden en de burgemeester ook wethouders benoembaar zijn in besturen van gemeenschappelijke regelingen. In de lijn van de dualistische uitgangspunten van transparantie en functiescheiding zou logischerwijze deze systematiek ook als uitgangspunt kunnen gelden voor de bemensing van besturen van gemeenschappelijke regelingen. Afhankelijk van het onderwerp van de regeling, zouden geen leden van een ander bestuursorgaan, dan die de regeling in het leven hebben geroepen, zitting in het betreffende bestuur moeten (willen) nemen. Dit om een doorkruising van de bestuurlijke posities te vermijden en de problematiek van de “dubbele petten” te voorkomen. Het gaat hierbij om het dagelijks bestuur/uitvoering versus kaderstelling en controle.

Dit betekent concreet dat ingeval sprake is van het aangaan van een gemeenschappelijke regeling, waarin alleen of in hoofdzaak sprake is van de overdracht en uitvoering van bestuursbevoegdheden, het bestuur ook wordt gevormd door bestuurders en niet door raadsleden.

De gemeenschappelijke regelingen kunnen op dit punt - in en na overleg met de overige deelnemende gemeenten en indien dit in meerderheid wenselijk en noodzakelijk wordt geacht - worden aangepast. De vertegenwoordigers van de gemeente Oldambt kunnen dit standpunt uitdragen in de vergaderingen van de desbetreffende gemeenschappelijke regelingen.

Vast te stellen gemeentelijke uitgangspunten:

- bij de uitvoering van taken en bevoegdheden, die op een adequate wijze door privaatrechtelijke partijen kunnen worden uitgevoerd, al dan niet met gemeentelijke financiële ondersteuning, zal de gemeente ter voorkoming van belangenverstrengeling en conflicterende belangen, daarin niet zelf bestuurlijk vertegenwoordigd zijn.- Vanwege het nastreven van transparantie en functiescheiding in het openbaar bestuur (uitvoering bestuursbevoegdheden door het college/de burgemeester versus kaderstelling en controle door de gemeenteraad) zal bij overdracht van in hoofdzaak bestuursbevoegdheden aan een gemeenschappelijke regeling het bestuur worden gevormd door collegeleden, en niet door raadsleden.

Informatieplicht

In de Gemeentewet is de verantwoordingsplicht van het college en de burgemeester over het gevoerde bestuur aan de gemeenteraad vastgelegd in artikel 169 (college) en 180 (burgemeester) vastgelegd.

Om daar meer vorm en inhoud aan te geven heeft de Gemeentewet een actieve en een passieve informatieplicht voorgeschreven in lid 2 (actief) en lid 3 (passief) van beide genoemde artikelen.

Daarnaast geldt op grond van lid 4 van artikel 169 een specifieke informatieplicht van het college aan de raad om de raad desgevraagd vooraf te informeren voor met name genoemde bestuursbesluiten.

Daarbij gaat het om besluiten: a) tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, b) tot het voeren van rechtsgedingen en bezwaar- en beroepsprocedures, c) de voorbereiding van de civiele verdediging en d) het instellen van jaarmarkten.

Deze informatieplicht dient eveneens vooraf te geschieden indien die besluiten ingrijpende gevolgen kunnen hebben voor de gemeente. In dat geval neemt het college geen besluit dan nadat de raad zijn wensen en bedenkingen hierover ter kennis van het college heeft kunnen brengen.

In het kader van deze nota is vooral lid 2 van artikel 160 van belang. Dit artikellid luidt als volgt:"Het college besluit slechts tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de raad een ontwerpbesluit is toegezonden en in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen”.

De raad spreekt – gelet op het vorenstaande - haar wens uit om als volgt te worden geïnformeerd en te worden betrokken bij de besluitvorming met betrekking tot verbonden partijen:

- een voorgenomen besluit tot het aangaan van een gemeenschappelijke regeling, een aandeelhouderschap of de deelneming in een partij, als bedoeld in artikel 160, lid 2, van de Gemeentewet, wordt in de vorm van een ontwerpbesluit ter kennis van de raad gebracht.

- dit gebeurt op een zodanig tijdstip, dat de raad redelijkerwijs invulling kan geven aan zijn verantwoordelijkheid.

- bij het ontwerp besluit wordt aanvullende informatie verstrekt met betrekking tot:* de aansturing van de verbonden partij;* de (meerjarige) financiële gevolgen van deelneming gekoppeld aan de gevraagde prestaties;* de beëindigingregeling;* aan de deelneming verbonden risico’s en indien het betreft een deelneming in een partij, als bedoeld in artikel 160, lid 2 van de Gemeentewet, de besturingsfilosofie;* een nauwkeurige omschrijving van de motivering van de keuze voor deze vorm van samenwerking;* op welke wijze vorm is gegeven aan de waarborgen van de openbaarheid en de democratische controle.

- ten behoeve van de actieve informatieplicht is aan de agenda van de vergadering voor de raadscommissies een agendapunt “Verantwoording vertegenwoordigers in algemeen besturen van Gemeenschappelijke Regelingen" toegevoegd, waarin de gemeentelijke vertegenwoordigers in een bestuur van een gemeenschappelijke regeling aan de commissieleden gevraagd en ongevraagd informatie kunnen verstrekken over relevante ontwikkelingen binnen die gemeenschappelijke regeling.

- de leden van de raadscommissies kunnen het verzoek doen de betreffende vergaderstukken van het Algemeen Bestuur gedurende een redelijke termijn voor hen ter inzage te leggenof een afschrift te verstrekken van een bepaald vergaderstuk.

 

- indien door het bestuur van een verbonden partij nieuw beleid of kaderstelling voor de uitvoering van beleid wordt voorbereid, bevordert de gemeentelijke vertegenwoordiger in het bestuur dat de raad bij de voorbereiding daarvan wordt betrokken op een zodanige wijze dat de raad daar ruimschoots de gelegenheid toe krijgt.

- de raad hecht aan een goede voorbereiding van de vergaderingen van verbonden partijen.

- daarbij is essentieel dat met betrekking tot de vergaderstukken zowel voorafgaand aan als na afloop van de vergadering informatie wordt gewisseld tussen de gemeentelijke vertegenwoordiger en het ambtelijk apparaat; dit geldt met name in die gevallen dat de gemeentelijke vertegenwoordiger een raadslid is; de raad gaat er overigens vanuit dat dat de praktijk is indien de vertegenwoordiger de burgemeester of een wethouder is.- bij de bespreking van de (financiële) beleidsstukken van de verbonden partij, o.a. de jaarrekening & (meerjaren)begroting, wordt de deelname aan en de taakuitoefening van de verbonden partij geëvalueerd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6. Overzicht verbonden partijen gemeente Oldambt.

Bij de invulling van de financiële gegevens is uitgegaan van de begroting 2010. Echter voor wat betreft de actuele financiële gegevens wordt verwezen naar paragraaf D – Verbonden partijen, behorende bij de gemeentebegroting van het desbetreffende jaar.

A. Deelnemingen in Gemeenschappelijke regelingen

Onderstaand een korte toelichting op de belangrijkste gemeenschappelijke regelingen.

A1. Streekraad Oost Groningen.Doel: Het bevorderen van evenwichtige economische en maatschappelijke ontwikkelingen in de regio Oost-Groningen door middel van het bepleiten van regionale belangen, het coördineren van regionale activiteiten en het adviseren over regionale aangelegenheden.Betrokkenen: 5 gemeenten, namelijk: Bellingwedde, Menterwolde, Oldambt, Pekela en Veendam Vestigingsplaats: Oude Pekela.Bestuurlijk belang:In het Algemeen Bestuur zijn alle 5 deelnemende gemeenten vertegenwoordigd. Financieel belang: geraamde bijdrage over 2010 van de gemeente Oldambt €. 256.207,-.Raadsvisie: Nu door de Streekraad zelf een eerste aanzet is gegeven tot beëindiging en liquidatie van de Streekraad zullen de uitkomsten van de te voeren discussie omtrent de mogelijkheden van regionale samenwerking – mede in het licht van de voorgenomen upgrading van de taken en werkwijze van de Vereniging Groninger Gemeenten - worden afgewacht.

A1. Onderdeel: Oost Groningen Digitaal (O.G.D.).De O.G.D. is een samenwerkingsverband op i.c.t.-gebied tussen de gemeenten Oldambt, Veendam, Pekela, Menterwolde en Bellingwedde. Dit samenwerkingsverband heeft geen officiële zelfstandige juridische status. Het betreft geen gemeenschappelijke regeling, geen vennootschap, o.i.d. Daarom kan de O.G.D. ook niet worden aangemerkt als een verbonden partij. Echter omdat de O.G.D. - om te kunnen functioneren in het rechtsverkeer - is gelinkt aan de Streekraad wordt hiervan - mede vanwege het belang van haar doelstelling, het financiële belang, etc. - onder de Streekraad melding gemaakt.Raadsvisie: Het functioneren van de O.G.D. zal in zijn totaliteit worden geëvalueerd. Afhankelijk van de uitkomsten van de evaluatie zal - mede in het licht van de beëindiging van de Streekraad - nadere besluitvorming plaatsvinden.

A2. Samenwerkingsverband afvalstoffenverwijdering Oost- en Zuidoost Groningen.Doel: Het op een doelmatige en verantwoorde wijze verwijderen van afvalstoffen in het samenwerkingsgebied.Betrokkenen: 9 gemeenten, namelijk Bellingwedde, Hoogezand-Sappemeer, Menterwolde, Oldambt, Pekela, Slochteren, Stadskanaal, Veendam en Vlagtwedde.Vestigingsplaats: Veendam.Bestuurlijk belang: In het Algemeen Bestuur zijn alle 9 gemeenten vertegenwoordigd.Financieel belang: Oldambt zal, evenals de andere deelnemers, jaarlijks een bijdrage aan het samenwerkingsverband betalen. De bijdrage voor 2010 is geraamd op €. 1.829,-.Raadsvisie:Afvalverwijdering is een onderwerp van aanhoudende zorg. Het is zaak adequaat in te spelen op de wijzigingen in de afvalmarkt.

 

A3. Muziekschool Oost-Groningen.Doel: Het bevorderen van muziekonderwijs en kunstbeoefening.Betrokkenen: 2 gemeenten, namelijk Bellingwedde en Oldambt.Vestigingsplaats: Winschoten.Bestuurlijk belang: In het Algemeen Bestuur zijn de deelnemende gemeenten vertegenwoordigd(één bestuurslid per 4000 inwoners of gedeelte daarvan).Financieel belang: De bijdrage van de gemeente Oldambt over 2010 wordt geraamd op €. 610.207,-.Raadsvisie: De toekomst van de muziekschool hangt samen met de vorming van een Cultuurhuis. Afhankelijk van de besluitvorming over een Cultuurhuis zal bezien worden of een aparte gemeenschappelijke regeling voor de muziekschool nog nodig is. Overigens heeft de directie van de Muziekschool opdracht gekregen om een toekomstvisie te ontwikkelen, waarbij rekening wordt gehouden met krimpende budgetten en leerlingenaantallen.

A4. Cultureel Centrum Oost-Groningen “De Klinker”.Doel: Het afsluiten van een gezamenlijk cultuurcontract met het Cultureel Centrum De Klinker B.V. en de belangenbehartiging van het (voormalige) personeel.Betrokkenen: 2 gemeenten, namelijk Bellingwedde en Oldambt.Vestigingsplaats: Winschoten.Bestuurlijk belang: In het Algemeen Bestuur zijn de deelnemende gemeenten vertegenwoordigd (één bestuurslid per 4000 inwoners of gedeelte daarvan).Financieel belang: De financiële bijdrage van de gemeente Oldambt voor 2010 aan de GR betreft de FPU bijdrage van het voormalig personeel en is geraamd op €. 16.560, -.Raadsvisie: De toekomst van deze gemeenschappelijke regeling hangt samen met de vorming van een Cultuurhuis. Afhankelijk van de besluitvorming over een Cultuurhuis zal ook hier bezien worden of een aparte gemeenschappelijke regeling voor een cultureel centrum nog nodig is.

A5. Volkskredietbank Noordoost Groningen.Doel: Op zakelijke en sociaal verantwoorde wijze te voorzien in de behoefte aan volkskrediet en financiële hulpverlening.Betrokkenen: 8 gemeenten, namelijk Appingedam, Bellingwedde, Delfzijl, Eemsmond, Loppersum, Oldambt, Pekela en Veendam. Vestigingsplaats: Appingedam.Bestuurlijk belang: In het Algemeen Bestuur zijn de deelnemende gemeenten vertegenwoordigd, elk met één lid. Financieel belang: De bijdrage van de gemeente Oldambt ter zake van deelneming in de Volkskredietbank voor 2010 wordt geraamd op €. 809.520,-.Raadsvisie: De Volkskredietbank vervult een belangrijke maatschappelijke functie. De bank fungeert veelal als het vangnet bij schuldsanering. De raad is van mening dat de doelstelling van de Volkskredietbank voldoende tot zijn recht komt. De Volkskredietbank dient aandacht te hebben voor preventie door voorlichting van het publiek en samenwerking met andere partijen zoals bijvoorbeeld nutsbedrijven en woningbouwverenigingen.

 

 

A6. Werkvoorzieningschap Synergon.Doel: Uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening.Betrokkenen: 3 gemeenten, namelijk Bellingwedde, Oldambt en Pekela.Vestigingsplaats: Winschoten.Bestuurlijk belang: In het Algemeen Bestuur zijn de deelnemende gemeenten vertegenwoordigd, met elk drie leden.Financieel belang: De deelnemende gemeenten dragen bij in het na aftrek van de Rijkssubsidie overblijvende nadelige saldo. De financiële bijdrage van de gemeente Oldambt over 2010 wordt geraamd op: €. Nihil.Raadsvisie: Het Werkvoorzieningschap voorziet in een behoefte. De raad hecht groot belang aan naleving van de doelstellingen, neergelegd in de Wet sociale werkvoorziening. Winst behoeft geen doel op zich te zijn.Ook de initiatieven tot ombouw van een gedeelte van het productiebedrijf tot reïntegratiebedrijf worden positief beoordeeld.

A7. Hulpverlening en Openbare Gezondheidszorg Groningen (H&OG).Doel: Met behulp van intergemeentelijke samenwerking en door een doelmatige organisatie en coördinatie uitvoering te geven aan repressieve en preventieve brandbestrijding, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, bescherming en bevordering van de gezondheid, rampenbestrijding, crisisbeheersing en veiligheidsbeleid en in stand houden en beheren meldkamerfunctie voor ambulancezorg en brandweer.Betrokkenen: Alle gemeenten in de provincie Groningen.Vestigingsplaats: Groningen.Bestuurlijk belang: De raad van elk der deelnemende gemeenten wijst een lid en een plaatsvervangend lid aan in het Algemeen Bestuur. Tevens wijst de raad één van deze afgevaardigden aan tot lid van de Bestuurscommissie Brandweer en de andere tot de Bestuurscommissie GGD.Financieel belang: De gemeente Oldambt gaat uit van een bijdrage in 2010 van €. 1.647.987,-.Raadsvisie: Preventieve en repressieve brandbestrijding, zorg voor hulpverlening bij ongevallen en rampen en een adequate afstemming in de ambulancehulpverlening en bescherming en bevordering van de gezondheid zijn - nu en in de toekomst - van evident belang.

A8. Eems Dollard Regio (EDR)Doel: Het bevorderen, het ondersteunen en het coördineren van de regionale grensoverschrijdende samenwerking van haar deelnemers.Betrokkenen: Tientallen gemeenten, waaronder de gemeente Oldambt, Landkreizsen, steden, WGR-regio’s en Kamers van Koophandel in Nederland en Duitsland.Vestigingsplaats: Leer (Duitsland).Bestuurlijk belang: In de E.D.R.-raad is de gemeente Oldambt vertegenwoordigd met twee leden, aan te wijzen door de raad waarvan één lid uit het college.Financieel belang: De bijdrage van de gemeente Oldambt wordt over het jaar 2010 geraamd op €. 3.720,-.Raadsvisie: Het bevorderen en realiseren van grensoverschrijdende samenwerking op regionaal en plaatselijk niveau is voor nu en in de toekomst een belangrijke uitdaging. De raad hecht er aan dat de EDR onderzoek doet naar mogelijkheden voor Europese fondsenwerving voor grensoverschrijdende projecten op het gebied van economische ontwikkeling en sociale en culturele contacten.

 

B. Deelnemingen in vennootschappen.

Vanuit het oogpunt van het behartigen van het publieke belang, is de gemeente Oldambt geheel of gedeeltelijk in het bezit van de aandelen van een aantal vennootschappen (deelnemingen). Onderstaand een korte toelichting op de belangrijkste deelnemingen.B1. De Klinker B.V.Doel: De vennootschap heeft ten doel het bevorderen van het culturele leven in Oost-Groningen, met name door de instandhouding en de exploitatie van het theater De Klinker te Winschoten en andere daarvoor in aanmerking komende complexen, en voorts het verrichten van al hetgeen daarmede verband houdt of daarvoor in de ruimste zin bevorderlijk kan zijn.De vennootschap kan leningen verstrekken als bedoeld in artikel 2:207c van het burgerlijk wetboek.Betrokkenen:De aandeelhouders zijn de gemeenten Bellingwedde en OldambtVestigingsplaats: WinschotenBestuurlijk belang:Het bestuur van de besloten vennootschap is opgedragen aan de directie, onder toezicht van een raad van commissarissen. Financieel belang: De gemeente Oldambt is in deze B.V. vertegenwoordigd met 366 van de 400 aandelen. De financiële bijdrage van de gemeente Oldambt voor 2010 wordt geraamd op €. 52.103,-.Raadsvisie: De toekomst van deze B.V. hangt samen met de vorming van een cultuurhuis. Afhankelijk van de besluitvorming over een Cultuurhuis zal bezien worden of een aparte B.V. voor een cultureel centrum nog nodig is.

B2. Winschoter Publieke Taken N.V. ("publiq")Doel: In het algemeen belang werkzaam te zijn op het gebied van gemeentelijke taken, zoals inzameling en inontvangstneming van afval, gladheidbestrijding, reiniging, groenvoorziening, behandeling van organisch afval, bouwkundig en civieltechnisch onderhoud, één en ander in de ruimste zin om aldus een bijdrage te leveren aan een schone, veilige en duurzame omgeving, alles tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten.Betrokkenen:De gemeente Oldambt is de enige aandeelhouder.Vestigingsplaats: Winschoten.Bestuurlijk belang: Het management van Publiq is opgedragen aan de directeur van Synergon. Het streven is erop gericht om dit per 1 januari 2011 te beëindigen. Per die datum zal het management door de gemeente zelf worden verzorgd. Daarnaast worden de nodige voorbereidingen getroffen om de buitendiensten van de voormalige gemeenten Reiderland en Scheemda en Publiq samen te voegen tot één buitendienst Oldambt.Financieel belang:De bijdrage van de gemeente Oldambt wordt over het jaar 2010 geraamd op €. 679.000,- (deelneming) en €. 5.097.345,- (afname werkzaamheden).Raadsvisie: Samenvoeging van de buitendiensten en Publiq kan leiden tot een beter product en een efficiëntere en betere dienstverlening aan de inwoners van Oldambt en moet derhalve voortvarend ter hand worden genomen.

B3. N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)Doel: De BNG is de bank van en voor de overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. Betrokkenen: Zowel de centrale overheid als de decentrale overheden.Vestigingsplaats: Den HaagBestuurlijk belang: De gemeente Oldambt heeft zeggenschap in de BNG via stemrecht op de aandelen (één stem per aandeel van €. 2,50). Financieel belang: De gemeente bezit 181.116 aandelen van nominaal € 2,50 op een totaal aantal uitstaande aandelen van 55.690.720 stuks. Het aandeel in het vermogen is derhalve 0,325%. Raadsvisie: Gelet op de wijze waarop BNG het openbaar belang behartigt, is het gewenst het aandelenbezit in de BNG te behouden.

B4. Deelnemingen i.v.m. vervreemding aandelen Essent N.V. aan RWE

Deelneming - Aandelen Enexis N.V./B.V.Deelneming - Aandelen vordering EnexisDeelneming - Verkoop Vennootschap B.V.Deelneming - Essent Milieu Holding N.V.Deelneming - Publiek Belang Elektriciteitsproductie (PBE) N.V.Deelneming - CBL Vennootschap B.V.Deelneming - Claim staat vennootschap B.V.Doel: Deelname hieraan is noodzakelijk om de vervreemding van de aandelen Essent N.V. aan RWE (Uitvoering Toekomststrategie Essent N.V.) op een verantwoorde manier mogelijk te maken en de achterblijvende belangen en activa veilig te stellen.Betrokkenen: Zowel provinciale als gemeentelijke overheden.Vestigingsplaats: ‘s HertogenboschBestuurlijk belang: De gemeente Oldambt heeft zeggenschap in deze deelnemingen via stemrecht op de aandelen. Financieel belang: De gemeente Oldambt heeft een belang in deze deelnemingen van 11.394 aandelen oftewel 0,569700% van het totale aandelenbestand.Raadsvisie: Conform de vastgestelde “Toekomststrategie Essent” aandelen aanhouden of vervreemden en de ontwikkelingen en nadere voorstellen hieromtrent afwachten.

B5. Bedrijventerreinen Oldambt B.V.Doel: - het oprichten en verwerven van, het deelnemen in, het samenwerken met, het voeren van de directie over, alsmede het (doen) financieren van andere ondernemingen, in welke rechtsvorm ook;- het verstrekken en aangaan van geldleningen, het beheer van- en het beschikken over registergoederen en het stellen van zekerheden, ook voor schulden van anderen;- het verrichten van al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin.Betrokkenen: Na de herindeling is de gemeente Oldambt de enige aandeelhouder.Vestigingsplaats: De BV is statutair gevestigd in Winschoten.Bestuurlijk belang: Het bestuur van de vennootschap was opgedragen aan de directie, onder toezicht van een raad van commissarissen.Financieel belang: De gemeente Oldambt is thans de enige aandeelhouder en de financiële bijdrage voor het jaar 2010 werd geraamd op €. 18.300,-.Raadsvisie:Bij de voorbereiding van de gemeentelijke herindeling zijn de taken en bevoegdheden overgeheveld naar de gemeente en maken thans onderdeel uit van de reguliere ambtelijke organisatie. Ook de financiën maken onderdeel uit van de gemeentebegroting. Derhalve is sprake van een slapende B.V.Tegen die achtergrond wordt ingestemd met het collegestandpunt deze B.V. per 31 december 2010 op te heffen en te liquideren.

 

B6. B.V. De Blauwe Stad.Doel: De besloten vennootschap had ten doel het coördineren en begeleiden van de voorbereiding, ontwikkeling en uitvoering van het project De Blauwe Stad, en voorts het verrichten van al hetgeen daarmede verband houdt of daarvoor in de ruimste zin van het woord bevorderlijk kan zijn.De samenwerkingsafspraken zijn vastgelegd in een contract waaraan de B.V. De Blauwe Stad deelneemt.Betrokkenen: De gemeente Oldambt en de provincie Groningen.Vestigingsplaats: Winschoten.Bestuurlijk belang: Het bestuur van de BV is opgedragen aan een directie onder toezicht van de raad van commissarissen, bestaande uit vijf leden. De gemeente Oldambt maakt deel uit van de raad van commissarissen.Financieel belang: nihil.Raadsvisie: Vanwege de voorgedane ontwikkelingen en de evaluatie van het project De Blauwe Stad, de gezamenlijk met de provincie ontwikkelde toekomstvisie en de plaatsgevonden gemeentelijke herindeling heeft deze B.V. zijn feitelijke functie verloren. Derhalve is hier sprake van een B.V., die in afwachting van de vaststelling van de definitieve visie rondom de blauwe stad slapende wordt gehouden.

C. Deelnemingen in stichtingenGemeentebesturen kunnen als samenwerkingsvorm kiezen voor het oprichten van en deelnemen in een (overheids)stichting.

C1. Stichting Spectrum.Doel: Het realiseren, exploiteren en in stand houden van gebouwen ten behoeve van de welzijnssector en overige non-profit organisaties.Bestuurlijk belang: Het bestuur bestaat uit een oneven aantal van tenminste drie en ten hoogste vijf natuurlijke personen. De raad van de gemeente Oldambt benoemt één bestuurslid (bij minder dan vijf bestuursleden) en twee bestuursleden indien er vijf bestuursleden zijn.Financieel belang: De gemeente heeft in 1998 een hypotheek verstrekt ad €. 113.445,50 met een looptijd van 25 jaar. Jaarlijkse aflossing bedraagt €. 4.537,80. Tevens is er een garantstelling ten aanzien van de rente en aflossing van een bij derden afgesloten hypotheek. De hoofdsom hiervan bedraagt €. 1.815.120,86.Raadsvisie: De stichting heeft nog enkele gebouwen in eigendom. De meerwaarde van de stichting is beperkt. Daarom wordt gestreefd naar opheffing, waarbij gestreefd wordt naar een budgetneutrale liquidatie.

C2 Stichting Marketing Binnenstad Winschoten.Doel: Het promoten van de binnenstad en het beheren van het binnenstadsfonds.Bestuurlijk belang: Het bestuur bestaat uit een zevental leden, waarvan drie bestuursleden worden aangewezen door het college. De overige vijf leden worden aangewezen door de Vereniging Handel en Nijverheid Winschoten (drie leden) en twee leden door het bestuur van Koninklijke Horeca Nederland.Financieel belang: Het Binnenstadsfonds wordt voor 2/3 gevoed door de opbrengsten van de reclamebelasting (plm. 220 ondernemingen in de binnenstad betalen belasting voor de reclameborden op hun gevel) en 1/3 door een bijdrage van de gemeente. De afgelopen jaren is sprake geweest van een jaarlijks bedrag van ruim €. 90.000,- (waarvan €. 30.000,- bijgedragen door de gemeente).Raadsvisie: Momenteel vindt de evaluatie van de samenwerking plaats en wordt overleg gepleegd over het sluiten van een nieuw meerjarig convenant per 1 januari 2011. De werking van het Binnenstadsfonds gedurende de afgelopen jaren maakt onderdeel uit van de evaluatie. --oo0oo--