Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening Wet Inburgering gemeente Oldambt

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening Wet Inburgering gemeente Oldambt

De raad van de gemeente Oldambt;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 januari 2014;

Gelet op artikelen 8, 19, vijde en zesde lid, 23, derde lid, 24 e, 24 f en 35 van de Wet inburgering en artikel 147 van de Gemeentewet;

B e s l u i t :

vast te stellen de:

“Verordening Wet inburgering  gemeente Oldambt 2013”,

luidende als volgt:

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1 In deze verordening wordt verstaan onder:

    a. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldambt;

    b. de wet: de Wet inburgering zoals deze luidde op 31 december 2012;

    c. de wetswijziging: de wet van 13 september 2012 tot wijziging van de Wet inburgering en  enkele andere wetten in verband met de versterking van de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige (Stb.2012, 430);

    d. inburgeringsplichtige: persoon, bedoeld in artikel X, 2e t/m 5e lid van de wetswijziging;

  • 2 De begripsomschrijvingen in de wet, de wetswijziging en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt.

Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen

  • 1 Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtigen op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang tot inburgeringsvoorzieningen.

  • 2 Het college vult de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen op passende wijze in en kan hierbij gebruik maken van de volgende middelen:

    a. een centraal informatiepunt;

    b. de website van de gemeente Oldambt (www.gemeente-oldambt.nl);

    c. één of meer folders of brochures.

  • 3 De informatievoorziening vindt in elk geval plaats op aanvraag van de inburgeringsplichtige.

Hoofdstuk 2 Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening of

Artikel 3 Inburgeringsaanbod

Het college biedt aan de inburgeringsplichtige, als bedoeld in artikel X, lid 3, van de Wet inburgering 2013, een inburgeringsvoorziening aan, te weten:

a. de houder van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet  2000 en

b. de geestelijke bedienaar, bedoeld in artikel 1, onderdeel g van de wet, die geen oudkomer is als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de wet, voor zover deze uiterlijk 31 december   2012 inburgeringsplichtig is geworden.

Artikel 4

  • 1 Het college stemt de inburgeringsvoorziening aan de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 onder a af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige.

  • 2 Indien de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 onder a een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de inburgeringsvoorziening op de voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt afgestemd.

  • 3 Aan de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 onder a biedt het college maatschappelijke begeleiding aan.

Artikel 5 De inning van de eigen bijdrage

  • 1 De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt in ten hoogste 18 termijnen betaald.

  • 2 Het college legt in de beschikking tot vaststelling van de inburgeringsvoorziening de termijnen en de wijze van betaling van de eigen bijdrage vast.

Artikel 6 Opleggen van verplichtingen

Het college kan een inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen:

a. het deelnemen aan de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening;

b. het deelnemen aan gesprekken;

c. het deelnemen aan voortgangsgesprekken;

d. voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II op een tijdstip dat door het college wordt bepaald;

e. het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan;

f. het tijdig melden van relevante wijzigen in de (woon)situatie (o.a. verhuizing).

Hoofdstuk 3 Het aanbod van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening

Artikel 7 De procedure van het doen van een aanbod

  • 1 Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de wet schriftelijk. Het aanbod wordt gezonden naar het adres waar de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven.

  • 2 In het aanbod wordt een omschrijving gegeven van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening die wordt aangeboden en worden de rechten en verplichtingen vermeld die aan die voorziening worden verbonden.

  • 3 De inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen vier weken het college schriftelijk mee of hij het aanbod al dan niet aanvaardt.

  • 4 Het niet aanvaarden van een aanbod ontslaat de inburgeringsplichtige, bedoeld in artikel 3 niet van de verplichtingen als benoemd in artikel 7 van de wet. Wanneer de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 het aanbod niet aanvaardt, geeft het college een kennisgeving af waarin de termijn zoals bedoeld in artikel 7 van de wet wordt meegedeeld. 

  • 5 Wanneer de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 het aanbod aanvaardt, neemt het college binnen zes weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot vaststelling van de inburgeringsvoorziening overeenkomstig het gedane aanbod.

Artikel 8 De inhoud van de beschikking

Het besluit tot vaststelling van de inburgeringsvoorziening bevat in ieder geval:

a. een beschrijving van de inburgeringsvoorziening;

b. een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige, bedoeld in artikel 3;

c. de datum waarop het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II moet zijn behaald;

d. de termijnen en wijze van betaling van de eigen bijdrage.

Hoofdstuk 4 De bestuurlijke boete

Artikel 9 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen

Het college kan de inburgeringsplichtige een bestuurlijke boete opleggen van:

a. ten hoogste €. 250,- indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtige is, geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid van de wet.

b. ten hoogste €.  500,- indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6 van deze verordening.

c.  ten hoogste €. 500,-  indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Artikel 10 Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding

  • 1 De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, onder a, bedraagt ten hoogste €. 250,- indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 2 De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, onder b, bedraagt ten hoogste €. 500,- indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 3 De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste €. 1.000,- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 of 33 van de wet vastgestelde termijn zijn inburgeringsexamen heeft behaald.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking op de dag van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2013.

  • 2 De Verordening Inburgering gemeente Oldambt, vastgesteld op 4 januari 2010 wordt tegelijkertijd ingetrokken.

  • 3 Voor de inburgeringsplichtigen zoals onder artikel X, lid 2 en lid 5 van de Wet inburgering 2013, blijft de wet van toepassing zoals deze gold op 31 december 2012. 

Artikel 12 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: Verordening Inburgering gemeente Oldambt 2013.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oldambt d.d. 19 februari 2014.
De griffier,   De voorzitter,
P. Norder.   P. Smit.