Regeling vervallen per 01-12-2016

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting gemeente Oldambt 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 30-11-2016

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting gemeente Oldambt 2015

De raad van de gemeente Oldambt;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2 december 2014;

Gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PRECARIOBELASTING OLDAMBT, luidende als volgt:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1 Deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel verstaat onder:

    a. jaar: een kalenderjaar;

    b. maand: een kalendermaand;

    c. week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

    d. dag: een etmaal.

    e. vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon één of meer voorwerpen onder, op of

    boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.

    f.  Algemene Wet: de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301);

    g. Invorderingswet 1990: de Wet van 30 mei 1990 inzake invordering van rijksbelastingen, andere dan invoerrechten en accijnzen (Stb. 1990, 221).

  • 2 Gedeelten van de in de tabel genoemde tijds- en andere eenheden worden voor een geheel gerekend, met dien verstande dat indien het belasting­tijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en het hebben van voorwerpen aanvangt in de loop van het tijdvak, de

    belasting zoveel twaalfden van het over een jaar te betalen bedrag beloopt als er na het aanvangstijd­stip nog volle maanden van het tijdvak resteren.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht t.a.v. hoofdstuk 0 t/m 9 van de tarieventabel

  • 1 Ter zake van het voorwerp of de voorwerpen, genoemd in hoofdstuk 0 t/m 9 van de tarieventabel, wordt de precariobelasting geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

  • 2 In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen, genoemd in hoofdstuk 0 t/m 9 van de tarieventabel, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolgend aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 4 Belastingplicht t.a.v. hoofdstuk 10 van de tarieventabel

  • 1. Ter zake van buizen, kabels, draden of leidingen, genoemd in

    hoofdstuk 10 van de tarieventabel, ter zake waarvan op grond van de Gaswet of de Elektriciteitswet een netbeheerder is aangewezen, wordt de precariobelasting geheven van de door de minister aangewezen netbeheerder.

  • 2. In alle andere gevallen wordt de precariobelasting ter zake van buizen, kabels, draden of leidingen, genoemd in hoofdstuk 10, geheven van degene die de buizen, kabels, draden of leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

Artikel 5 Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:

a. voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet;

b. voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;

c. voorwerpen, welke uitsluitend worden gebezigd voor weldadige doeleinden en welke niet worden geëxploiteerd tegen betaling;

d. het hebben van borden, masten, palen en dergelijke, die i.v.m. de verkiezing van publiekrechtelijke lichamen zijn aangebracht;

e. brievenbussen en telefooncellen;

f. het hebben van wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond A.N.W.B. en van andere overeenkomstige instellingen;

g. voorwerpen, welke rechtens moeten worden gedoogd.

Artikel 6 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

Artikel 7 Berekening van de precariobelasting

  • 1 Voor de berekening van de precariobelasting wordt met betrekking tot een in de tarieventabel genoemde lengte- of oppervlaktemaat een gedeelte daarvan als een volle eenheid aangemerkt

  • 2 Bij het hebben van voorwerpen op of boven gemeentegrond, voor de open­bare dienst bestemd, wordt de oppervlakte bepaald op die, welke door de voorwerpen wordt overdekt.

  • 3 Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.

  • 4 De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.

  • 5 Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen, genoemd in hoofdstuk 0 t/m 9 van de tarieventabel, onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het zesde lid van overeenkomstige toepassing is.

  • 6 Indien in de tarieventabel voor een voorwerp tarieven voor verschillende tijdseenheden zijn opgenomen, wordt de precariobelasting berekend op de voor de belastingplichtige meest voordelige wijze.

  • 7 In afwijking van het bepaalde in artikel 1 wordt voor de berekening van de precariobelasting:

    a indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een weektarief, maar geen dagtarief is opgenomen, een gedeelte van een week gelijkgesteld met een week;

    b indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een maandtarief, maar geen dag- of weektarief is opgenomen, een gedeelte van een maand gelijkgesteld met een maand.

  • 8 Indien in de tarieventabel voor een voorwerp een dagtarief, weektarief of maandtarief is opgenomen en het belastingtijdvak een langere periode dan een dag, onderscheidenlijk een week of een maand omvat, gelden deze tarieven per dag, onderscheidenlijk week of maand van het belastingtijdvak.

Artikel 8 Belastingtijdvak

  • 1. In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

  • 2. In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de in het kalenderjaar gelegen aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.

Artikel 9 Wijze van heffing

  • 1 De precariobelasting wordt bij wege van aanslag geheven

  • 2 In afwijking van het eerste lid wordt de voor een dag verschuldigde precariobelasting geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1 In de gevallen bedoeld in artikel 8, eerste lid, is de precariobelasting verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1. De aanslagen moeten worden betaald binnen zes weken na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de precariobelasting worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 9, tweede lid:

    a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending ervan, binnen dertig dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 14 Overgangsrecht

De "Verordening precariobelasting Oldambt 2014” van 18 december 2013 en de daarbij behorende tarieventabel wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening precario­belasting Oldambt 2015".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oldambt
d.d. 15 december 2014
De griffier, De voorzitter,
Pieter Norder, Pieter Smit

Tarieventabel 2015

Behordende bij de "Verordening precariobelasting Oldambt 2015".

Hoofdstuk

Omschrijving

Eenheid

Tarief in€

0

Algemeen tarief

Voorwerpen waarvoor onder de volgende nummers geen bijzonder tarief is opgenomen

m of m²

 

0.1

Voor een week, een gedeelte van een week of langer, doch korter dan een maand, per week

 

1,60

0.2

Voor een maand of langer doch korter dan een jaar, per maand

 

4,80

0.3

Voor een jaar

 

27,00

1

Bouw en onderhoudswerken

 

 

1.1

Voor schuttingen en hekwerken per week of korter

m

1,20

1.2

Voor het belegd of bezet hebben van openbare gemeentegrond met puin, aarde, zand, afval of soortgelijke stoffen, tenzij deze zijn opgeslagen binnen de voor het bouwwerk geplaatste schutting, per week of korter

1,20 met een

minimum van

3,45

1.3

Voor en heimachine en/of voor de ter bevestiging van de stelling op gemeentegrond geplaatste schoren, palen en voor over gemeentegrond aangebrachte tuitouwen, per week of korter

Per stuk

10,00

1.4

Voor een asfaltketel, betonmolen, betontrechter, container of enig ander werktuig ten dienste van bouwwerken, tenzij deze zijn opgeslagen binnen de voor het bouwwerk geplaatste schutting, per week of korter

Per stuk

10,00

2.

Borden en zuilen

 

 

2.1

Voor het hebben van een bord of zuil op openbare gemeentegrond, dienende tot verwijzing, of tijds- en/of verkeersaanwijzing

Per week

5,50

 

 

Per maand

16,50

 

 

Per jaar

137,30

3.

Voor het gebruik van openbare gemeentegrond voor standplaatsen per dag

 

3.1

tot het plaatsen van kraampjes, wagens en dergelijke materieel tot verkoop van waren/goederen, andere dan op markt- of kermisdagen, in de kern Winschoten

 

0,90

3.2

tot het plaatsen van kraampjes, wagens en dergelijke materieel tot verkoop van waren/goederen, andere dan op markt- of kermisdagen, in de overige kernen van de gemeente Oldambt, in afwijking van het onderdeel 3.1

 

0.45

4.

Steunpunten, kokers en overbruggingen

 

 

4.1

voor het hebben van steunpunten t.b.v. kabels, draden, overspanningen of andere geleidingen op of aan voor de openbare dienst bestemde gemeentegebouwen,

werken of inrichtingen per jaar

Per steunpunt

 3,85

4.2

voor het hebben van een paalkoker of een paal per koker in of op openbare gemeentegrond per jaar of paal

Per koker of paal

3,85

4.3

voor het hebben van een overbrugging van openbare gemeentegrond

Per m

15,80

5

Installaties motorbrandstoffen c.a.

 

 

5.1

Voor het hebben op openbare gemeentegrond van een benzinepomp of andere pomp voor vloeibare brandstoffen, per jaar

Per aftappunt

78,90

5.2

Voor het hebben op openbare gemeentegrond van een lucht- of waterpomp, per jaar

Per aftappunt

7,80

5.3

Voor het hebben op openbare gemeentegrond van een combinatie van een lucht-en waterpomp, per jaar

Per aftappunt

12,50

5.4

Voor het hebben op openbare gemeentegrond van een mengsmeringsinstallatie, per jaar

Per aftappunt

39,60

 

 

 

 

6

Putten, tanks, bakken

 

 

6.1

Voor het hebben op openbare gemeentegrond van een beerput, per jaar

Per stuk

15,80

6.2

Voor het hebben op openbare gemeentegrond van andere bewaarplaatsen, als putten, bakken of tanks voor in gebruik genomen grond

Per m²

9,70

7

Automaten en uitstalkasten.

 

Voor het hebben op openbare gemeentegrond van een uitstal kast, van een automatische weeg-, verkoop- of ander automatisch toestel, per jaar

Per toestel

7.1

Indien de grootste afmeting van het toestel niet mee bedraagt dan 0,50m

 

15,80

7.2

Indien zij meer bedraagt dan 0,50m doch minder dan 1m

 

23,80

7.3

Indien zij meer bedraagt dan 1m

 

39,60

 

 

 

 

8

Afsluiting van wegen

 

 

8.1

Voor het afsluiten van een openbare weg voor rij- en voertuigen

Per dag

23,80

8.2

Voor het afsluiten van een openbare weg voor alle verkeer

Per dag

40,80

 

 

 

 

9

Openbare kaden

 

 

 

Voor het gebruik of genot van openbare kaden t.b.v.:

Per m2

 

9.1

Uit vaartuigen geloste of ter lading in vaartuigen aangevoerde goederen of van tijdelijk aldaar verblijvende inrichtingen, dienende tot bergplaats gedurende een langere duur dan twaalf achtereenvolgende uren

Per dag

0,95

 

 

Per jaar

16,20

9.2

Werktuigen, weeg-, meet- en dergelijke toestellen, tenzij deze onmiddellijk vóór of nà de lossing en lading van vaartuigen worden aangevoerd en verwijderd

Per maand

1,80

 

 

Per week of korter

 

 

1,00

9.3

Kranen en andere hijswerktuigen, zand- en grinttrechters

Per werktuig

 

 

 

Per jaar

40,80

 

 

Per maand

13,00

 

 

Per week of korter

5,10

 

 

 

 

10

Buizen, kabels, draden en leidingen

 

 

Het tarief bedraagt voor het hebben van buizen, kabels, draden of leidingen

Per strekkende meter

 

 

Per jaar

2,00

Behorende bij raadsbesluit van 15 december 2014

De griffier van de gemeente Oldambt,

Pieter Norder