Regeling vervallen per 02-02-2015

Verordening stimulering detailhandel gemeente Oldambt 2013 (kernwinkelgebied Winschoten)

Geldend van 01-09-2013 t/m 01-02-2015

Intitulé

Verordening stimulering detailhandel gemeente Oldambt 2013 (kernwinkelgebied Winschoten)

De raad van de gemeente Oldambt;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldambt d.d. 21 mei 2013;

overwegende, dat het noodzakelijk is om regels te stellen met als doelstelling om de winkelstructuur in het centrum van Winschoten te versterken via o.a. het beschikbaar

stellen van subsidie voor concentratie van detailhandel in het kernwinkelgebied, het

stimuleren van herontwikkeling van leegstaand vastgoed of  het bieden van

compensatie voor het wijzigen van de winkel- en/of horecabestemming van leegstaand

vastgoed;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, en titel 4.2 (subsidies) van de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende:

Verordening stimulering detailhandel 

gemeente Oldambt 2013

(kernwinkelgebied Winschoten)

luidende als volgt:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen.

Artikel 1 Begripsbepalingen

a. Bestaande onderneming: iedere, op het moment van vaststelling van deze verordening, bestaande onderneming die ook voor 1 januari 2009 rechtmatig al gevestigd was;

b. Branches: een groep ondernemingen die tot dezelfde handelsindeling behoren;

c. Detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van zaken aan de uiteindelijke verbruiker of gebruiker;

d. Detailhandel ondersteunende horeca en dienstverlening: daghoreca en dienstverlening (zoals een kapper) die de detailhandelsstructuur van het centrum ondersteunt;

e. Eigenaar: de persoon die zakelijk gerechtigde is met betrekking tot een onroerende zaak en het in zijn macht heeft de feitelijke bestemming van deze onroerende zaak met medewerking van de overheid te herzien;

f. Kernwinkelgebied: het detailhandelsgebied van Winschoten, zoals in rood gemarkeerd op de kaart in bijlage 1 (het kernwinkelgebied ligt binnen het centrum van Winschoten en omvat de Langestraat, de zuidzijde van het Oldambtplein, de Venne (gedeeltelijk tussen het verlengde van de Mr. J. Fr. Viëtorstraat en de Kostersgang), Torenstraat (gedeeltelijk tussen de Schönfeldplein en de Vissersdijk)

en Winkelcentrum ’t Rond);

g. Leegstaand vastgoed: het vastgoed dat is weergegeven in bijlage 2 danwel het vastgoed dat als gevolg van gebruikmaking van de verplaatsingssubsidie (hoofdstuk 2) leeg komt te staan of leeg staat;

h. Ondernemer: de natuurlijke- of rechtspersoon die een onderneming drijft;

i. Onderneming: een detailhandelsvestiging waaruit minimaal één aanvaardbaar inkomen wordt genoten;

j. Perifere detailhandel: detailhandel die vanwege de aard en omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstraling, zoals de verkoop van auto's, boten, caravans, tuininrichtingsartikelen, grove bouwmaterialen, bouwmarkten, meubelen met woninginrichtingsartikelen, keukens, sanitair en brand- en explosiegevaarlijke stoffen;

k. Trapopgang: verbinding (inpandig of uitpandig) tussen de begane grond en de boven een winkel gelegen woning(en);

l. Vastgoedverbeteringsplan: een plan voor het verbeteren van een vastgoedobject in het kernwinkelgebied waarmee een beter verhuurbaar vastgoedobject ontstaat;

m. voorgevel de naar de weg gekeerde gevel(s) van een gebouw;

n. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldambt;

o. de Werkgroep: de Werkgroep stimuleringsregeling detailhandel, zijnde een door het college ingestelde onafhankelijke werkgroep bestaande uit gemeenteambtenaren en onafhankelijke adviseurs;

Artikel 2 Doelstelling

Deze verordening heeft als doelstelling de winkelstructuur in het centrum van Winschoten te versterken o.a. door het beschikbaar stellen van subsidie voor concentratie van detailhandel in het kernwinkelgebied, het stimuleren van herontwikkeling van leegstaand vastgoed of het bieden van compensatie voor het wijzigen van de winkel- en/of horecabestemming van leegstaand vastgoed

Artikel 3 Toepassingsbereik

  • 3.1 Deze verordening is van toepassing op het grondgebied van de plaats Winschoten. 

  • 3.2 Deze verordening is niet van toepassing op perifere detailhandel of detailhandel die op grond van bijzondere branchering of de bijzondere locatie niet verplaatst hoeft te worden.

Hoofdstuk 2 Verplaatsingssubsidie

Artikel 4 Verplaatsingssubsidie

  • 4.1 Verplaatsingssubsidie kan worden vastgesteld ten behoeve van de beëindiging binnen redelijke termijn van een bestaande levensvatbare detailhandelsonderneming, detailhandel ondersteunende horecazaak of detailhandel ondersteunende

    onderneming in de dienstverlening die is gevestigd buiten het Kernwinkelgebied en de verplaatsing van deze onderneming naar het Kernwinkelgebied.

  • 4.2 De subsidie bestaat uit een eigenaarsdeel en een ondernemersdeel. 

    Het eigenaarsdeel wordt betaald aan de eigenaar van de onroerende zaak bij beëindiging van de detailhandel, detailhandel ondersteunende horeca of detailhandel ondersteunende dienstverlening in het bestaande pand.

    Het ondernemersdeel wordt betaald aan de bestaande ondernemer die zijn onderneming verplaatst naar het Kernwinkelgebied.

  • 4.3 Eigenaarsdeel

    a. Het eigenaarsdeel bestaat uit 105% van de waardevermindering van de onroerende zaak waarbinnen de detailhandel, horeca of dienstverlening wordt beëindigd met een maximum van € 50.000,-. Het college kan in incidentele gevallen besluiten dit bedrag te verhogen indien de beëindiging of verplaatsing een groot belang op grond van het detailhandelsbeleid bevordert;

    b. Per eigenaar bedraagt de minimumbijdrage € 5.000,-;

    c. De waardevermindering wordt bepaald door een onafhankelijk taxateur waarbij het verschil in waarde op het moment van indiening van de aanvraag tussen het pand met en zonder de huidige bestemming (detailhandel, horeca of dienstverlening) c.q. het recht op vestiging van detailhandel, horeca of dienstverlening wordt vergeleken. De meest voor de hand liggende toekomstige bestemming van de onroerende zaak is hierbij uitgangspunt;

  • 4.4 Ondernemersdeel

    Het ondernemersdeel bestaat uit een bijdrage voor herinvesteringen en verplaatsingskosten van € 8.000,-.

Artikel 5 Voorwaarden verplaatsingssubsidie

Subsidie wordt alleen vastgesteld als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a. De eigenaar stemt in met de opheffing van de huidige bestemming ('detailhandel', ‘horeca’ en/of ‘dienstverlening’) of enig recht op vestiging van detailhandel, horeca of dienstverlening op de betreffende locatie buiten het centrum en de ondernemer beëindigt de onderneming op deze locatie;

b. De eigenaar stemt in met de bestemming die aan de onroerende zaak, waarin de huidige bestemming wordt beëindigd, zal worden gegeven in een toekomstig bestemmingsplan zoals bedoeld in artikel 4.3.c;

c. De eigenaar zal bij zijn rechtsopvolgers bedingen dat de locatie tot aan de aanpassing van het bestemmingsplan niet opnieuw in gebruik zal worden genomen voor de huidige bestemming (detailhandel, horeca, en/of dienstverlening) en alleen gebruikt zal worden voor doeleinden die passen binnen de toekomstige bestemming bedoeld in artikel 4.3.c. en dat ook de rechtsopvolgers, zolang de nieuwe bestemming niet onherroepelijk van kracht is, dit bij hun opvolgers bedingen op straffe van betaling van een boete die zo hoog is als het vastgestelde eigenaars- en ondernemersdeel tezamen;

d. De onderneming dient minimaal 2 jaar na de verplaatsing, gerekend vanaf de officiële opening van het pand, gevestigd te blijven op de nieuwe locatie op straffe van betaling van een boete die zo hoog is als het ondernemersdeel;

e. De ondernemer en eigenaar dienen, voor zover redelijkerwijs voor uitvoering van deze verordening noodzakelijk, desgevraagd inzage te geven in zijn boeken en bescheiden cq. accountantsverklaring en toegang te geven tot de bedrijfsruimten aan de taxateur of vertegenwoordiger van het college;

f. Het taxatierapport, bedoeld in artikel 7 van deze regeling, wordt voor rekening van de eigenaar opgemaakt;

g. Voor iedere beëindiging met verplaatsing kan maximaal één maal subsidie worden genoten in het kader van deze verordening

Artikel 6 Aanvraag verplaatsingssubsidie

  • 6.1 Een aanvraag dient schriftelijk te worden ingediend bij het college op een daartoe beschikbaar te stellen aanvraagformulier.

  • 6.2 De aanvraag moet worden ingediend voordat met activiteiten wordt gestart die tot

    subsidievaststelling kunnen leiden.

Artikel 7 Beoordeling aanvraag verplaatsingssubsidie

  • 7.1 Het college wijst een aantal onafhankelijke taxateurs aan die gemotiveerd kunnen adviseren over de hoogte van het eigenaarsdeel.

  • 7.2 De werkgroep toetst de aanvraag aan de doelstelling van deze regeling en de criteria die hierin zijn genoemd en onderhoudt contacten met de aanvrager(s) en de taxateur.

    De werkgroep wijst in overleg met de eigenaar, na te hebben beoordeeld dat de eigenaar in beginsel in aanmerking komt voor subsidie, één taxateur aan uit de in artikel 7.1 door het college aangewezen taxateurs.

    De werkgroep adviseert aan het college over de volledige aanvraag.

  • 7.3 De werkgroep adviseert zo spoedig mogelijk maar in ieder geval binnen 6 weken na ontvangst van het rapport van de taxateur aan het college.

Hoofdstuk 3 Transformatie subsidie.

Artikel 8 Transformatiesubsidie vastgoed

  • 8.1 Transformatiesubsidie kan worden vastgesteld ten behoeve van het transformeren (verbouwen/aanpassen) van Leegstaand vastgoed met de bestemming detailhandel en/of horeca naar een andere gewenste bestemming dan wel het voor bewoning geschikt maken van de bovenverdieping van winkelvastgoed in het Kernwinkelgebied.

     

  • 8.2 De transformatiesubsidie kan bestaan uit:

    a. een vergoeding aan de eigenaar voor het vervaardigen van een transformatieplan (schetsplan en een haalbaarheidsonderzoek);

    b. een vergoeding aan de eigenaar voor het transformeren van het Leegstaand vastgoed;

    c. een vergoeding voor het verbeteren of aanbrengen van een trapopgang met als doel de verdieping geschikt te maken voor bewoning.

  • 8.3 Subsidiebedragen:

    a. de vergoeding voor het vervaardigen van een transformatieplan bedraagt 70% van de kosten;

    b. de vergoeding voor het transformeren van het Leegstaand vastgoed bedraagt 40% van de verbouwingskosten tot een maximum van € 75.000,- met dien verstande dat:

    c. in het geval voor het onderhavige vastgoedobject verplaatsingssubsidie, als bedoeld in artikel 4.3. lid a, is toegekend, bedraagt de vergoeding 40% van de verbouwingskosten tot een maximum van € 75.000, - minus het bedrag van deze toegekende verplaatsingssubsidie.

    d. de vergoeding voor het verbeteren of aanbrengen van een trapopgang bedraagt  40% van de kosten tot een maximum van € 5.000,-.

     

Artikel 9 Voorwaarden transformatiesubsidie

  • 9.1 Subsidie, als bedoeld onder 8.3 lid b dan wel c, wordt alleen vastgesteld als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

    a. De eigenaar dient voor wat betreft transformatie van Leegstaand vastgoed te onderbouwen dat het vastgoed na transformatie exploitabel is;

    b. De eigenaar stemt voor wat betreft transformatie van Leegstaand vastgoed in met de bestemming die aan de onroerende zaak, waarin de huidige bestemming wordt beëindigd, zal worden gegeven in een toekomstig bestemmingsplan;

    c. De eigenaar zal voor wat betreft transformatie van Leegstaand vastgoed bij zijn rechtsopvolgers bedingen dat de locatie tot aan de aanpassing van het bestemmingsplan niet opnieuw in gebruik zal worden genomen voor de huidige bestemming (detailhandel, horeca, en/of dienstverlening) en alleen gebruikt zal worden voor doeleinden die passen binnen de toekomstige

    bestemming en dat ook de rechtsopvolgers, zolang de nieuwe bestemming niet onherroepelijk van kracht is, dit bij hun opvolgers bedingen op straffe van betaling van een boete die zo hoog is als het vastgestelde eigenaars- en ondernemersdeel tezamen;

    d. De eigenaar dient, voor zover redelijkerwijs voor uitvoering van deze verordening noodzakelijk, desgevraagd inzage te geven in zijn boeken en bescheiden c.q. accountantsverklaring;

    e. De eigenaar zal zich voor wat betreft het voor bewoning geschikt maken van de bovenverdieping van winkelvastgoed in het kernwinkelgebied inspannen de verdieping voor woondoeleinden te verhuren dan wel te verkopen.

  • 9.2 Voor een vastgoedobject kan maximaal één maal subsidie worden genoten voor het opstellen van een transformatieplan zoals bedoeld onder artikel 8.2.a.;

  • 9.3 3 Voor een vastgoedobject kan maximaal één maal subsidie worden genoten voor het transformeren van het vastgoed zoals bedoeld onder 8.2.b. dan wel voor het verbeteren of aanbrengen van een trapopgang, als bedoeld in artikel 8.2.c.

Artikel 10 Aanvraag transformatiesubsidie

  • 10.1 Het voornemen om een aanvraag in te dienen wordt mondeling dan wel schriftelijk kenbaar gemaakt aan de Werkgroep; Deze werkgroep brengt een zwaarwegend  advies uit ten aanzien van de inhoud van de aanvraag en het transformatieplan.

  • 10.2 Een aanvraag voor subsidie als bedoeld onder 8.2.b. dan wel 8.2.c. dient schriftelijk te worden ingediend bij het college op een daartoe beschikbaar te stellen aanvraagformulier en moet vergezeld gaan van een transformatieplan.

  • 10.3 De aanvraag moet worden ingediend voordat met activiteiten wordt gestart die tot subsidievaststelling kunnen leiden.

Artikel 11 Beoordeling aanvraag transformatiesubsidie

  • 11.1 De Werkgroep toetst de aanvraag aan de doelstelling van deze regeling en de criteria die hierin zijn genoemd en onderhoudt contacten met de aanvrager(s) en de opstellers van het verbeterplan.

  • 11.2 De werkgroep adviseert zo spoedig mogelijk maar in ieder geval binnen 6 weken na ontvangst van de aanvraag aan het college over de volledige aanvraag.

Hoofdstuk 4 Gevelverbeteringssubsidie

Artikel 12 Gevelverbeteringssubsidie

  • 12.1 Gevelverbeteringssubsidie kan worden vastgesteld ten behoeve van de verbetering

    van de voorgevel van vastgoed binnen het Kernwinkelgebied zijnde een bestaande detailhandelsonderneming, detailhandel ondersteunende horecaonderneming of een detailhandel ondersteunende onderneming in de sector dienstverlening.

  • 12.2 Gevelverbeteringssubsidie bestaat uit een vergoeding aan degene die investeringen pleegt aan luifel, pui en/of entree (begane grond) en/of voorgevel van de verdieping van het vastgoed waarin de onder lid 1 genoemde onderneming wordt gedreven.

  • 12.3 De vergoeding voor investeringen in luifel, pui en/of entree van de begane grond bestaat uit een bijdrage voor de investeringen van 30% van de investering tot een maximum van € 2.000,-.

  • 12.4 De vergoeding voor investeringen in de voorgevel van de verdieping bestaat uit een bijdrage voor de investeringen van 30% van de investering tot een maximum van € 1.000,-. In het geval het betreffende vastgoedobject  twee voorgevels heeft, bedraagt  de maximum bijdrage € 2.000,-

Artikel 13 Voorwaarden gevelverbeteringssubsidie

Subsidie wordt alleen vastgesteld als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a. De detailhandelsonderneming dient minimaal 2 jaar na verlening van de gevelverbeteringssubsidie gevestigd te blijven op de bestaande locatie op straffe van terugbetaling van de vergoeding die aan de ondernemer is verstrekt (artikel 12.2);

b. Voor een vastgoedobject kan maximaal één maal gevelverbeteringssubsidie worden genoten;

c. Op de vergoeding als genoemd in artikel 12.2 kan geen aanspraak worden gemaakt indien in het kader van hoofdstuk 2 of 3 van deze verordening een aanvraag is ingediend.

Artikel 14 Aanvraag gevelverbeteringssubsidie

  • 14.1 Het voornemen een aanvraag om subsidie in te dienen voor gevelverbetering wordt mondeling danwel schriftelijk kenbaar gemaakt aan de Werkgroep. Deze werkgroep brengt een zwaarwegend  advies uit ten aanzien van de inhoud van de aanvraag en het vastgoedverbeterplan;

  • 14.2 Een aanvraag dient schriftelijk te worden ingediend bij het college op een daartoe beschikbaar te stellen aanvraagformulier;

  • 14.3 De aanvraag moet worden ingediend voordat met activiteiten wordt gestart die tot subsidievaststelling kunnen leiden;

  • 14.4 De aanvraag voor het verbeteren van het vastgoed moet vergezeld gaan van een vastgoedverbeterplan. In het vastgoedverbeterplan worden aanbevelingen gedaan over verbetering van de voorgevel

Artikel 15 Beoordeling aanvraag gevelverbeteringssubsidie

  • 15.1 De Werkgroep toetst de aanvraag aan de doelstelling van deze regeling en de criteria die hierin zijn genoemd en onderhoudt contacten met de aanvrager(s) en de opstellers van het verbeterplan. 

  • 15.2 De werkgroep adviseert zo spoedig mogelijk maar in ieder geval binnen 6 weken na ontvangst van de aanvraag aan het college over de volledige aanvraag.

Hoofdstuk 5 Afhandeling

Artikel 16 Voorrang

  • 16.1 Aanvragen worden in volgorde van datum van indiening afgehandeld.

  • 16.2 Aanvragen ingediend op de zelfde dag zijn gelijkwaardig; Het beschikbare budget wordt in dat geval verdeeld in gelijke percentages van de vastgestelde subsidies.

  • 16.3 Binnen een aanvraag heeft het ondernemersdeel voorrang op het eigenaarsdeel.

Artikel 17 Vaststelling subsidie

  • 17.1 Het college besluit omtrent een aanvraag binnen 8 weken na ontvangst van het advies van de Werkgroep. Zij kunnen hun besluit éénmaal met ten hoogste 8 weken verdagen. Het college wijkt  slechts – vanwege bijzondere feiten en/of omstandigheden - af van het advies,  nadat de werkgroep daarover is gehoord.

  • 17.2 Het college kan voorschriften verbinden aan hun besluit, doch stelt bij het besluit in ieder geval een termijn vast waarbinnen de beëindiging moet plaats vinden of de verbetering van het vastgoed moet zijn afgerond.

Artikel 18 Intrekking subsidie

Het college kan de subsidievaststelling geheel of gedeeltelijk intrekken indien:

a. niet aan de voorschriften is voldaan;

b. in geval van de verplaatsingssubsidie de onderneming op de locatie buiten het kernwinkelgebied niet binnen de termijn genoemd in artikel 17.2 is beëindigd;

c. in geval van de verplaatsingssubsidie de onderneming niet binnen 3 maanden na beëindiging van de onderneming op de oude locatie, is geopend op de nieuwe locatie.

Artikel 19 Uitbetaling subsidie

  • 19.1 Verplaatsingssubsidie

    a. betaling van het eigenaarsdeel van de subsidie vindt binnen vier weken plaats nadat de onderneming op de betreffende locatie feitelijk is beëindigd en de eigenaar de gemeente hiervan schriftelijk op de hoogte heeft gesteld;

    b. betaling van het ondernemersdeel van de subsidie vindt plaats binnen vier weken nadat de onderneming in het nieuwe pand is gevestigd en de ondernemer de gemeente hiervan schriftelijk op de hoogte heeft gesteld.

     

  • 19.2 Transformatiesubsidie

    a. betaling van de vergoeding voor het transformatieplan vindt binnen vier weken plaats nadat het definitieve transformatieplan door de gemeente is ontvangen;

    b. een verzoek om betaling van de subsidie voor het transformeren van het Leegstaand vastgoed dient schriftelijk te worden ingediend bij het college op een daartoe beschikbaar te stellen declaratieformulier. Een percentage van 25% kan worden gedeclareerd bij aanvang van de (bouw)werkzaamheden. Betaling van het resterende deel van de subsidie vindt plaats na oplevering van de (bouw)werkzaamheden hetgeen door de Aanvrager schriftelijk wordt gemeld bij het college. De Werkgroep toetst binnen 6 weken het declaratieformulier aan het vaststellingsbesluit en adviseert het college over de betaling. De betaling vindt binnen vier weken plaats nadat de werkgroep een positief advies heeft uitgebracht.

     

  • 19.3 Gevelverbeteringssubsidie

    a. een verzoek om betaling van de kosten voor het verbeteren van de geveluitstraling dient schriftelijk te worden ingediend bij het college op een daartoe beschikbaar te stellen declaratieformulier. De Werkgroep toetst binnen 6 weken het declaratieformulier aan het vaststellingsbesluit en adviseert het college over de betaling. De betaling vindt binnen vier weken plaats nadat de

    werkgroep een positief advies heeft uitgebracht.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 20 Uitzonderingen

Indien een subsidieaanvraag wordt gedaan die niet voldoet aan de voorwaarden van deze verordening, maar die wel past binnen de doelstellingen van deze verordening en het detailhandelsbeleid, dan kan het college besluiten alsnog, al dan niet gedeeltelijk en/of onder (gewijzigde) voorwaarden, subsidie te verstrekken.

Artikel 21 Subsidieplafond

  • 21.1 Het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van de belanghebbende, afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

  • 21.2 Dit volumebesluit wordt na vaststelling openbaar bekendgemaakt.

Artikel 22 Hardheidsclausule

  • 22.1 Het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van de belanghebbende, afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

  • 22.2 In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.

Artikel 23 Vervallen/intrekking oude verordening

De subsidieverordening gevelaanpak Binnenstad Winschoten, vastgesteld bij raadsbesluit van 26 september 2007, wordt – voor zover deze twee jaar na datum herindeling nog niet van rechtswege (Wet arhi) is vervallen - per 31 december 2011 als vervallen verklaard c.q. ingetrokken.

Artikel 24 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt – na behoorlijk te zijn bekendgemaakt - in werking op de dag na bekendmaking daarvan.

Artikel 25 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening stimulering detailhandel gemeente  Oldambt 2013.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van
de raad van de gemeente Oldambt
d.d.  26 juni 2013.
De griffier,     De voorzitter,
P. Norder.    P. Smit.

Kaart kernwinkelgebied Winschoten 1

Leegstaand vastgoed 2