Beleidsregels Participatiewet Krediethypotheek gemeente Oldambt 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Participatiewet Krediethypotheek gemeente Oldambt 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldambt;

Gelezen het voorstel van cluster Maatschappelijke Zaken tot vaststelling van de Beleidsregels Krediethypotheek gemeente Oldambt 2015;

Gezien de adviezen van de WSW Raad Synergon, de WMO Raad en het Cliëntenpanel Oldambt;

Gelet op de artikelen 34, 48 en 50 van de Participatiewet en de artikelen 1:3, vierde lid en 3.42 en titel 4.3. (Beleidsregels) van de Algemene wet bestuursrecht;

B e s l u i t :

vast te stellen de volgende:

BeleidsregelsParticipatiewet Krediethypotheekgemeente Oldambt 2015

luidende als volgt:

BeleidsregelsParticipatiewet Krediethypotheekgemeente Oldambt 2015

Indien er sprake is van een door belanghebbende zelf bewoonde woning in eigen bezit, wordt bij de bepaling van het recht op bijstand toepassing gegeven aan artikel 48, derde lid en artikel 50 van de Participatiewet,

Artikel 1 Kosten

Indien bijstand wordt verleend in de vorm van een geldlening onder verband van hypotheek als bedoeld in artikel 50, tweede lid Participatiewet wordt daartoe mede gerekend de eventuele bijstand in de kosten genoemd in artikel 2, derde lid.

Artikel 2 Vaststelling waarde woning

  • 1. De geldlening, bedoeld in artikel 1, is ten hoogste de waarde van de woning in het economisch verkeer bij vrije oplevering, verminderd met de daarop drukkende hypothecaire schulden en met het vrij te laten vermogen als bedoeld in artikel 34, tweede, sub d, Participatiewet.

  • 2. Ter vaststelling van de waarde van de woning vindt taxatie plaats door een branche erkende taxateur voor onroerende zaken die door de gemeente Oldambt in overeenstemming met de belanghebbende wordt aangewezen.

  • 3. De kosten verbonden aan de taxatie, de hypotheekakte en de inschrijving van de hypotheek, alsmede de bijkomende kosten, komen ten laste van de belanghebbende. De bijstand voor deze kosten wordt aangemerkt als algemene bijstand en ten laste gebracht van de krediethypotheek, tenzij aan de belanghebbende uitsluitend bijzondere bijstand wordt verleend.

Artikel 3 Voorwaarden

  • 1. Aan de geldlening worden in elk geval verbonden de voorwaarden genoemd in de artikelen 4 en 5 van deze beleidsregel.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde voorwaarden worden tezamen met de gebruikelijke bedingen opgenomen in de hypotheekakte.

Artikel 4 Aflossing

  • 1. Aflossing van de geldlening vindt plaats gedurende ten hoogste tien jaar.

  • 2. De aflossing vangt aan op het moment van beëindiging van de bijstandverlening en vindt maandelijks plaats.

  • 3. Het maandbedrag van de aflossing wordt telkens voor een periode van een jaar vastgesteld.

  • 4. Bij een inkomen dat niet uitgaat boven de van toepassing zijnde bijstandsnorm, bedoeld in Hoofdstuk 3 van de Participatiewet, wordt geen aflossing gevergd.

  • 5. Indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven stelt het college, zo nodig tussentijds, het maandbedrag van de aflossing op een lager dan wel hoger bedrag vast.

  • 6. Bij de beoordeling van de omstandigheden als bedoeld in het vijfde lid wordt rekening gehouden met noodzakelijke, voor eigen rekening van belanghebbende komende, bijzondere bestaanskosten. Deze worden in mindering gebracht op het inkomen.

  • 7. Indien belanghebbende tijdens de aflossingsperiode van tien jaar nalatig is in het voldoen van de vastgestelde aflossing en daarvoor geen verschoonbare redenen aanwezig zijn, is het nog niet afgeloste deel van de geldlening terstond opeisbaar en is daarover tevens de wettelijke rente verschuldigd.

  • 8. Indien belanghebbende de gehele geldlening binnen een periode van 3 maanden, te rekenen vanaf het moment van beëindiging van de uitkering, ineens aflost, wordt op de hoofdsom 20% in mindering gebracht.

Artikel 5 Langere aflossingduur

  • 1. Indien door toepassing van artikel 4 vierde tot en met zesde lid na afloop van de aflossingsperiode van tien jaar een deel van de geldlening nog niet is afgelost, is vanaf dat moment maandelijks rente verschuldigd over het nog niet afgeloste deel van de geldlening.

  • 2. De rente, bedoeld in het eerste lid, is de wettelijke rente, verminderd met drie procent.

  • 3. Indien belanghebbende naar het oordeel van het college de rente geheel of gedeeltelijk kan betalen, doch niet kan aflossen, wordt een betaling eerst tot ten hoogste het bedrag van de verschuldigde maandrente aangemerkt als aflossing en wordt de rente die daardoor niet wordt betaald bijgeschreven bij het nog niet afgeloste deel van de geldlening.

  • 4. Indien belanghebbende naar het oordeel van het college geen rente kan betalen wordt de verschuldigde rente bijgeschreven bij het nog niet afgeloste deel van de geldlening.

  • 5. Over een bijgeschreven rentevordering is geen rente verschuldigd.

Artikel 6 Verkoop en vererving van de woning

1.Bij verkoop of bij vererving van de woning, en indien het een echtpaar betreft bij vererving na overlijden van de langstlevende echtgenoot, wordt het nog niet afgeloste deel van de geldlening, alsmede de op grond van artikel 5, derde en vierde lid, bijgeschreven rente, terstond afgelost.

Artikel 7 Herleving

Indien binnen een periode van twee jaar na beëindiging van de bijstandverlening onder verband van hypotheek wederom recht op bijstand bestaat, wordt deze verleend met toepassing van de laatst gevestigde hypotheek.

Artikel 8 Jaaropgave

Aan belanghebbende wordt telkens na afloop van een kalenderjaar een opgave verstrekt van de stand van de geldlening en van de eventuele rentevorderingen.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van dit besluit indien toepassing van dit besluit tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 10 Beslissingsbevoegdheid college

In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien beslist het college.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015.

Artikel 12 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels krediethypotheek Participatiewet gemeente Oldambt 2015.

Ondertekening

Aldus besloten door het college van
burgemeester en wethouders van de
gemeente Oldambt d.d. 2 december 2014
De secretaris De burgemeester,
H.J.J. Groothuis. P. Smit.